
Daar gaat ze de automatische poortjes na de zelfscankassa van de Albert Hein door. Ze beent langs de verzamelplek voor kartonnen dozen. De mondhoeken naar beneden getrokken. Ongetwijfeld haar neutrale blik. Ze draagt een beige, getailleerde regenjas, met daaronder een lichtblauw, eveneens getailleerd bloesje. Het kan niet verbergen, dat de snit nog niet bepaalt hoe het lichaam gevormd is. Haar blonde haar vertoont sluiks peper- en zoutkleurige accenten. Het is niet vettig, het oogt droog. Haar ogen zijn gefocust op een punt in de verte, visionair, terwijl de deur slechts twee meter verderop is. Ze straalt dwingende kracht uit en groots gelijk. Maar als ik ze zie, moet ik denken aan het zand, dat je vaak in plantsoenen ziet en op boomspiegels. Grijs en stoffig. Geen voedingsbodem voor rijke flora en fauna. Ze is een droge doos.
Als ik de supermarkt rondkijk valt het me op, dat het barst van de droge dozen. Dat zijn vrouwen, die heel erg bezig zijn en erg geconcentreerd, met heel belangrijke, snelle dingen. En dan zo weinig tijd hebben, dat ze zich op hun elektrische (bak)fiets met gevaar voor eigen leven naar de duurste yoga les in de buurt haasten om te ontspannen. En als ze dan thuis komen, nog snel even wat mailtjes moeten sturen, want het werk en zo belangrijk weer. Om voorts obligaat Jinek te kijken en daarna met een boek van een Sylvia-Noort-adept onder de wol te kruipen in de VT-wonen slaapkamer, terwijl manlief nog wat berichtjes naar zijn secretaresse stuurt. Ook werk. De volgende dag is het weer dezelfde race tegen de klok. Maar gewichtig. En carrière ook! Sowee!!! Alle vrouwen zouden eens zestig uur in de week moeten werken. Al was het maar als lifecoach.
Deze gedachten klinken ongetwijfeld als een gepoogde imitatio van Johan Derksen, of eender welk femogyn-gestempeld sujet. Maar dat is het niet. Ik heb medelijden met de droge dozen. Ze zijn onderdeel en afspiegeling van wat er met moeder aarde gebeurt. De grond verdroogt en wordt onvruchtbaar, doordat ze uitgeput raakt en misbruikt wordt. Geëxploiteerd. En zo is het met deze vrouwen ook. Ze stampen er met twee voeten in dat ‘ze moeten’. Zonder zich af te vragen, wat ze nou eigenlijk zouden moeten of willen. Gelukkig zijn ze middels hun dispuut, vroegjeugdig verenigingsverband of welke vorm van al dan niet bewuste ‘peer-pressure’ wel voldoende gedresseerd om daar geen vragen bij te stellen en de ongeschreven, evoluerende regels als instinctief te volgen. Ik noem dat misleiding. Zij zullen het succes noemen.
Op de parkeerplaats zie ik haar in een Mini Countryman stappen en bij het uitrijden van het parkeervak bijna de Urban Arrow met één van haar collega’s met drie kinderen aanrijden. Ze lachen beiden ongemakkelijk, met tanden op elkaar, hun ondergebit bloot. Ik denk enkel: ‘Ik zou ze niet doen. Beiden niet.’ Langzaam begint het te regenen. Maar zij blijven droog. Ik rep me snel naar vruchtbaarder gronden.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
