we moeten deze week Cristian Pielich feliciteren met goud – hij bracht de weemoed tot aan de rafelranden van de liefde – heel persoonlijk en toch heel algemeen gehouden – het verlangen ook. voor de lezer invoelbaar en voor de dierbaren ook. dat evenwicht zochten we deze week – Cristian wist het evenwicht tot op een milimeter nauwkeurig te vinden. prachtig. lees het commentaar onder de gedichten hier. dan leest u in de waardering dat Cartouche ook met eremetaal dient te worden behangen: zilver. voor de teruggebrachte versie van het gedicht van Anke Labrie – zonder uitwerkingen blinkt het brons. dank aan alle dichters die inzonden – een van harte voor de winnaars van het virtuele goud, zilver en brons.

prachtig subtiel gehouden weemoed – de opdracht van de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd luidde: ach als we maar ergens – al is het in een hoekje – de liefde kunnen proeven – in het gedicht heerst / laat de dichter de stilte en de leegte heersen – en echt stil is het als de geliefde die strelende handen die altijd van haar/hem hielden niet meer zal horen. mogen we als lezer begrijpen. alle romantische elementen zijn aanwezig – het is een gedicht met ietwat bittere weemoed, er is nacht, er is muziek en eigenlijk is er niets meer – alleen de ik persoon in zijn alleenheid – de dichter. de romanticus.

het blauwe engelvest, dat achterbleef
en ik zorgvuldig om mijn schouders schik
een badhanddoek – rood dat rondslingert
ik voorzichtig in handen neem, haar licht-
vochtige geur – hartnoot van amandel –
die opstijgt naar mijn neus en hoofd
bijna te boven gaat en ik die haar
met gespreide vleugels inhaleer
de ruwzachte rand naar mijn lip
en huid beweeg die begint te gloeien
tot een gezicht uit duizenden dat zich
dagtekent in de waseming van glas
dat alsmaar helder voller wordt
condenseert tot ogenblik als ik
voor de spiegel sta en zie
hoe alles jou ademt
tijd en ruimte
opgaat in elkaar
01-10-2022 / Cartouche
prachtige regels met – niet hier en daar zoals de uitnodiging luidde – maar met scheuten liefde – het is alsof de ik persoon er geen genoeg van krijgen kan – van de geliefde – hij ‘vreet’ bijna haar handdoek ook nog op – het gedicht is een eerbetoon aan de liefde/ aan de geliefde en lijkt in een ruk geschreven. in een ademstoot. maar ergens heb ik toch ook het idee dat hier niet een geliefde maar iets van geliefd eten en of drinken het onderwerp is. wellicht is het een het gevolg van het ander. met dichters weet je het nooit. het is ook te laat nu om logisch na te denken.

woorden laten zich niet dwingen
wringen zich in vreemde bochten
om het wonder te beschrijven
dat van alle mensen jij en ik
juist jij en ik
dat ik tussen zoveel mensen
je nog steeds ineens weer zie
in de manier van lopen of een lach
dat gekke petje dat je altijd droeg
op het hoofd nu van een ander
maar toch blijft het voor mij jij
want in alles wil ik jou zien
anke labrie
(oktober 2022)
het wonder van jij & ik – heel mooi gezegd. hoe kort het gedicht ook is ik denk toch dat voor de buitenstaander er een paar particuliere regels teveel aan zijn – dat petje bijvoorbeeld. eigenlijk kan de hele invulling wel weg – hou je een kleinood over. voor iedereen geldend:
om het wonder te beschrijven
dat van alle mensen jij en ik
juist jij en ik
dat ik tussen zoveel mensen
je nog steeds ineens weer zie
- Cristian Pielich: nu is het pas echt stil
- Frans Terken: ik lees je in de witregels
- Ien Verrips: de weg die ik zocht bleek de weg naar jou
- Rik van Boeckel: wij zijn samen een en twee
- Vera van der Horst: elk liefdesgedicht ben jij
- Geraldine Bankcaenen: Maar je gaat niet weg
- Jako Fennek: nu bestaat geen twijfel meer
- Anke Labrie: woorden laten zich niet dwingen
- Cartouche: hoe alles jou ademt

‘LAAT HET VAN DE LIEFDE ZIJN’ – Tentoonstelling Love stories bezocht in de Hermitage – 020 – die gelezen prachtregel van Virginia Woolf (Night and Day) – zal deze week de bron van inspiratie moeten zijn voor de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl:
‘Ik zie je in alles: in de sterren,
in de rivier; jij bent alles wat er is,
de realiteit van alles’

voel je dijen
warm weer mijn rug
licht mijn hoofd
op jouw borsten
liggen woorden van me
vind ze terug
je laat je niet meer zoenen
kan het van de liefde zijn
ik geloof wel
dat het van de liefde is
van bloemen
die verschillen
in een vaas
pom wolff

In alle woorden
Het maakt het niet lichter
onze liefde zo zonder jou
de warmte die je uitstraalde
hangt als een jas om het lijf
je schijnt overal doorheen
alsof er in missen nog licht zit
jij in de kring van de lamp boven tafel
je geur opstijgend uit de plaid op de bank
je licht op in de afdruk in het kussen
ik lees je in de witregels in dit gedicht
voel je hand wrijvend over mijn rug
als we de regen trotseerden
tot in de kleinste druppel
zie ik je glinstering
in alle woorden weet ik je bij me
hoor ik het kloppen van het hart
© FT 01.10.2022
duidelijker kan de afwezigheid van wie zo lief – van – een geliefde niet verwoord. dat maakt het gedicht wel heel persoonlijk en ook wel pijnlijk. twee regels springen er wat mij betreft uit:
‘alsof er in missen nog licht zit’ – en – ‘ik lees je in de witregels in dit gedicht’-
en zie daar het wonder van de poëzie – de pijn komt harder en directer aan bij de lezer bij de twee genoemde meer indirecte regels. je zou twee gedichten kunnen schrijven – voor de familie of bij een herdenking de regels die precies de pijn verwoorden – voor de lezer die verder weg staat meer van de regels waarin indirect pijn wordt verwoord.

als een blinde verdwaald zonder te weten
tot ik jou zag door jou gezien
nergens meer zag ik je niet
de weg die ik zocht bleek de weg naar jou
naar huis
behalve in mijn dromen waar ik je zoek
maar nooit kan ik je vinden
totdat ik wakker word dan zie ik
dat je naast me ligt
Ien Verrips
okt 2022
de volgende twee regels vind ik het sterkst:
nergens meer zag ik je niet
de weg die ik zocht bleek de weg naar jou
en eigenlijk verdienen deze regels tussen betere regels te staan. de andere regels zijn me net ‘te gezocht’ – net te veel bij elkaar geharkt. nouja die indruk maken ze op mij. de geciteerde regels zijn natuurlijk wel echte wereldregels – een geweldig begin van een gedicht dat nog geschreven moet.

De zomer proeft het fruit
de vlinders
In de tuin
de zomertent
waar jij als een belangrijk gezant
ligt afscheid te nemen.
Als je gaat dan leunen we
op de vroege dagen.
Maar je gaat niet weg, onze liefde
Blijft hier wonen.
Oude voetstappen rond het huis.
Je zit op het stuur van mijn fiets
als ik een drukke straat oversteek.
En de rozen voor de vensters om je
Afscheid uit te luiden.
Geraldine Bankcaenen.
het zijn impressies – zeer leesbare impressies maar het persoonlijke karakter is ook evident aanwezig. de opmerking ‘een belangrijk gezant’ begrijp ik niet zo goed. na de gezant raak ik eerlijk gezegd een beetje de weg kwijt in dit gedicht. je gaat, je gaat niet, voetstappen lees ik en ook iets met een fiets. rozen drukke straat – nee te onduidelijk voor mij.

Voorspoed dwaalt niet af
van de eerzame weg van liefde
regenboog wordt hoog en kleurrijk
een gebed zonder horizon van tijd
preekt komende wensen van geluk
jij roept mij op weldadig te zijn
pakt mijn hand voor de eerste keer
dansend en dromend daar en hier
een swingende stroom van liefdesvertier
wij zijn samen een en twee
is een feit zo waar we zijn er voor elkaar
ik schrijf met hart en ziel dit lied voor jou.
Rik van Boeckel
1 oktober 2022
op de eerzame weg raak ik de weg kwijt. de dichters zullen wel opmerken die wolluf is van het padje maar dit gedicht helpt niet echt mee wolluf weer op het padje te brengen. op de laatste strofe na! – met die ene geweldige wereldregel: ‘wij zijn samen een en twee’
ook hier stel ik voor met deze regel een nieuw en meer helder gedicht te schrijven.

ik hoopte vurig
je nooit meer terug te zien
tot je in anderen
weer te voorschijn kwam
hun lichte jurkjes
hun oogopslag, de bloemen
voor hun moeder
nu bestaat geen twijfel meer
ik zal je in allen blijven zien
steeds in stukjes
jako fennek
ik begrijp wat Jako wil zeggen – de gedachte is ok – maar de uitwerking is ronduit lelijk – twee regels voldoen niet aan mijn norm van schoonheid – ik vind de volgende regels gewoon niet mooi:
je in anderen weer te voorschijn kwam
ik zal je in allen blijven zien
nee dit kan beter.

Wat heb je mooie dingen
je hoofd ligt op mijn schouder
alsof het mij hoort
streel ik je gedachten
laat het van de liefde zijn
het mag nog dichter
nog dichter bij
elk liefdesgedicht ben jij
en dat stukje lip
dat per ongeluk op mijn mond
belandde, bewaar ik
ook als je weg bent
ben je niet weggeweest
Vera van der Horst –
ook hier weer een wereldregel – helaas maar één! (ik laat mn eigen regel maar even onbesproken: ‘laat het van de liefde zijn’) –
‘elk liefdesgedicht ben jij’ –
een regel die heel veel gedichten overbodig maakt of onder zich rangschikt en ordent. die andere regels met dat hoofd en dat stukkie lip – nou nee – ik geloof niet dat veel lezers op die beelden zitten te wachten. ik in ieder geval niet.
Vera wilde het volgende met ons nog delen:
Mooie tekst
Luister naar me
Écoutez moi
Ik de half-zanger
Moi la chanteuse à demi
praat over mij
Parlez de moi
Aan je liefdes, aan je vrienden
À vos amours, à vos amis
Vertel ze over dat meisje met zwarte ogen en haar gekke droom
Parler leur de cette fille aux yeux noirs et de son rêve fou
Wat ik wil is verhalen schrijven die jou bereiken
Moi c’que j’veux c’est écrire des histoires qui arrivent jusqu’à vous
Dat is alles
C’est tout
Dat is, dat is, dat is wie ik ben
Voilà, voilà, voilà, voilà qui je suis
Hier ben ik, zelfs als ik naakt ben, ben ik bang, ja
Me voilà même si mise à nue j’ai peur, oui
Hier ben ik in het lawaai en in de stilte
Me voilà dans le bruit et dans le silence
Kijk naar mij, of in ieder geval wat er van over is
Regardez moi, ou du moins ce qu’il en reste
Kijk naar mij, voordat ik mezelf haat
Regardez moi, avant que je me déteste
Wat moet ik je vertellen dat de lippen van een ander je niet vertellen?
Quoi vous dire, que les lèvres d’une autre ne vous diront pas
Het is een klein ding, maar ik heb alles wat ik heb, ik zet het daar, hier is het
C’est peu de chose mais moi tout ce que j’ai je le dépose là, voilà
Dat is, dat is, dat is wie ik ben
Voilà, voilà, voilà, voilà qui je suis
Hier ben ik, zelfs als het is blootgesteld, is het voorbij
Me voilà même si mise à nue c’est fini
Het is mijn mond, het is mijn huil, hier ben ik te slecht
C’est ma gueule c’est mon cri, me voilà tant pis
Hier, hier, hier, hier, hier
Voilà, voilà, voilà, voilà juste ici
Ik, mijn droom, mijn verlangen, hoe ik eraan sterf, hoe ik erom lach
Moi mon rêve mon envie, comme j’en crève comme j’en ris
Hier ben ik in het lawaai en in de stilte
Me voilà dans le bruit et dans le silence
Ga niet, ik smeek je, blijf lang
Ne partez pas, j’vous en supplie restez longtemps
Het kan me niet redden, nee
Ça m’sauvera peut-être pas, non
Maar doe het zonder jou, ik weet niet hoe
Mais faire sans vous j’sais pas comment
Hou van me zoals je van een vriend houdt die voor altijd weg is
Aimez moi comme on aime un ami qui s’en va pour toujours
Ik wil dat mensen van me houden omdat ik niet echt weet hoe ik van mijn contouren moet houden
J’veux qu’on m’aime parce que moi je sais pas bien aimer mes contours
Dat is, dat is, dat is wie ik ben
Voilà, voilà, voilà, voilà qui je suis
Hier ben ik, zelfs als het is blootgesteld, is het voorbij
Me voilà même si mise à nue c’est fini
Hier ben ik in het lawaai en ook in de woede
Me voilà dans le bruit et dans la fureur aussi
Kijk eindelijk naar mij en mijn ogen en mijn handen
Regardez moi enfin et mes yeux et mes mains
Alles wat ik heb is hier, het is mijn mond, het is mijn kreet
Tout c’que j’ai est ici, c’est ma gueule c’est mon cri
Hier ben ik, hier ben ik, hier ben ik
Me voilà, me voilà, me voilà
Hier, hier, hier, hier
Voilà, voilà, voilà, voilà
alstublieft
Voilà