
Met mijn zoon en dochter waren we zaterdag in Zeeland. Mijn moeder was jarig en het was ringrijden in de straat. Tegen lunchtijd moesten we mijn vader op gaan halen, die nog aan het werk was op zijn post-pensioen baantje bij het lokale gemeenschapscentrum ‘De Vroone’.
Mijn zoon en ik fietsten erheen. De hoofdingang was afgesloten. De ingang van het terras ook. Maar aan de zijkant van het gebouw zat nog een ingang met een bel. Na aanbellen deed mijn vader daar open. Hij was bezig geweest met de voorbereidingen van een buffet voor later die middag. Een vijfentwintig jarig trouwfeest. We maakten kort kennis met de chef-kok en zijn collega’s. Daarna stelde mijn vader een rondleiding door het gebouw voor. Ik was wel benieuwd hoe het er zo’n vijfentwintig jaar na mijn laatste bezoek uit zou zien.
We liepen de keuken uit en kwamen in de centrale hal. Daar was het buffet al opgesteld. Grenzend aan de centrale hal lag in open opstelling de grand café ruimte. Ik herinnerde me, dat dit vroeger een soort biljartzaal was met leren harmonicadeuren. De broer van mijn vader had er zijn tweede huwelijk gevierd. Met een Zuid-Amerikaanse. Etnische huwelijksgasten, die ik niet kende dansten daar op latino muziek. Ik was nog te jong om bier te drinken. Stiekem hoopte ik natuurlijk op een exotisch meisje, maar ik had daar nooit op af durven stappen. Zeker niet met al mijn familie erbij.
We staken de centrale hal over en kwamen in een privé dineerzaal. Alles was voorzien van stemmige wandbetimmering. Ik kon me nog voor de geest halen dat betonstenen de wanden sierden en de tafelbladen nog van formica waren. In die zaal had de oma, waar ik een hekel aan had, haar vijfenzeventigste verjaardag gevierd. Ik weet nog, dat ik een zwarte schipperstrui droeg van de Zeeman. Niet heel feestelijk, maar wel zoals ik ben. Ik weet nog dat ik ze feliciteerde. Terwijl ik over mijn bierbuik wreef zei ik erbij, dat ik zelf ook naar de vijfenzeventig ging. En moest hard lachen om mezelf. De rest ook.
Ten slotte belandden we in de grote zaal. Daar was nog steeds het grote podium en de coulissen. Er was verbazingwekkend weinig veranderd. Mijn ouders vierden hier hun vijfentwintig jarig huwelijk. We stonden met zijn allen op het podium om wat te vertellen. Het was druk en mijn vader danste met mijn moeder. Een foxtrot. Toen had ik nog geen notie wat vijfentwintig jaar huwelijk kon betekenen. Ik was bezig met de stormachtige relatie met mijn toenmalige, roodharige vriendin. Op een onbewaakt moment verlieten we het feest. We gingen naar het huis van mijn ouders, dat slechts een straat verderop was. We hadden geen sleutel bij, maar de garagedeur was open.
Haar opschik, parfum en weelderig decolleté hadden me zodanig in de stemming gebracht dat we bij gelegenheid elkaar deden op de motorkap van mijn vaders Ford Mondeo stationwagen. Onze afwezigheid was niet ongemerkt gegaan. Maar dat kon ons niets schelen.
‘De Vroone’ kan etymologisch meerdere betekenissen hebben. Het kan zoveel betekenen als de visvijver van de lokale landheer of een heerlijkheid. Als bijvoeglijk naamwoord kan het duiden op dat wat van de goden is of iets heerlijks. Ik denk niet dat er veel mensen op het dorp dat weten. Het doet er ook niet toe. Het is wat het tot het jouwe maakt, dat het betekenis geeft. Verder is het een hoop stenen met een naam. Een plek zoals er duizenden zijn.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl