we gaan in de zomermaanden zo af en toe terug in de tijd – als het zo uitkomt met de zondagochtendwedstrijd – en dit weekend komt het zo uit – en ja hoor in 2012 hadden we ook al een zondagochtendwedstrijd -met bijdragen van JONGE dichters – nou dat kunnen ze nu niet meer zeggen – een wesseling, een kok, een bakker, een malinka (zou ze nog leven?), een heij en een ploos, een helena declercq en een tiefenthal, een kaatje – ja kaatje is dood dat weten we – die brachten we weg – een paulusma (zou ie nog steeds zo boos op me zijn omdat ik 1x een gedicht van zijn hand als minder beoordeelde haha, een martinB, een van Weenen – geniet van DE JONGE EN DE DODE DICHTERS! u groetend uw eeuwig jonge pom.
de zondagochtendwedstrijd van 21 januari 2012 kende karin beumkes als juryvoorzitster – wij wachten nog steeds op het juryrapport van onze karin. en de gedichten maar wachten!
‘ze keek een beetje vreemd in hengelo’- schreef ik als laatste regel in mijn harrupgedicht. kijkt u ook weleens een beetje vreemd? Wanneer dan? Of een beetje vreemd op? en van wat dan wel? Vinden we nog wel iets vreemd. Of zijn we zelf gewoon vreemd. Nou ja de zondag ochtend wedstrijd iets met VREEMD. Als het maar vreemd is. Dan is het goed. Dat past het de mensch. En ook pomgedichten:
wie wint de enige echte virtuele en toch blijft het een beetje vreemd trofee op pomgedichten? Juryrapport in ieder geval verzekerd.
van de harp en van hengeloos
ja jongen
hengelo is anderhalf uur van amsterdam
zonder file
én harp dat ze daar spelen
ik kan er nog niet over uit
weet je wel hoe groot een harp is?
of ZE een harp niet goedkoper tweedehands?
maar dat was een stomme vraag
want ze verminderen niet in waarde
die dingen –
hoe lang het duurt voor een harp af is
als je hem laat maken
een heel jaar laten ze zo’n hengeloos meisje wachten op der harrup
EEN HEEL JAAR galmde ik door de tuin dat de vogels ervan schrokken
laten ze jou een heel jaar op die harp wachten hier
nou en zo werd het een toch nog een interessant gesprek
speel je ook rachmani- tof vroeg ik op je harrup
en zing je ook?
en wat eet je eigenlijk door de week en wat lust je niet?
en heb je nog wel tijd voor andere dingen
en heb je een mailadres?
je weet hoe geinteresseerd ik ineens kan zijn
en toen ze al mijn vragen had beantwoord zei ik –
en toch houw ik niet van harrup
ik houw er gewoon niet van
ze keek een beetje vreemd in hengelo
©pomwolff
Het is geen feest tot de doemprofeet is langsgeweest
Ik wilde ze eigenlijk vragen, de twee Jehova’s
of ze elkaar ook mogen
naast de voorgeschreven naastenliefde.
Maar Jehova’s, ze ruiken te veel naar buiten.
Ook vergat ik ze te vertellen van het gezicht
dat ik zag in een gezicht
dat weggekeken was, tot
het naar me toe draaide en mij aankeek
en ik inene wist dat ik niks begrepen had.
Cognitieve resonantie: ik had er wel eens
over mogen beginnen.
Ik keek maar uit het raam, daar
is een betrekkelijke verte te zien
voor binnenstadse begrippen,
terwijl zij hun lesje opzegden.
Het tikken van de klok
had zich voorgoed op de voorgrond geplaatst.
Ik was de eerste niet en zeker niet de laatste.
Wachten was op
natuurgeweld uit de Bijbelbelt.
Bernard Wesseling
hoop wel dat karin beumkes uit der winterslaap ontwaakt daar op dat altijd zo winderige tessel. Anders sta ik alleen voor de jury waarden vandaag. Zouden er op tessel jehovaas rondlopen? Of doet god niet aan eilanden. En ja het is een goede morgen. Zondagochtend, de jehovaas op de stoep en we hebben bernard wesseling die wel even voor ons opendoet. Dat is wel een beginnetje zou ik zo denken! geraffineerd als olie dit gedicht. Heerlijke eerste 9 regels. Lees ze nog een keer. Glimlach. Precies raak. ‘ze ruiken naar buiten’. In dat opzicht zou tessel wel goed passen. Alle jehovaas op tessel – en maar rondjes lopen jongens, in de wind, dat is goed voor jullie! God staat er ook achter. En de teso afschaffen natuurlijk. langzaam de dreiging opgevoerd in het tweede gedeelte van het gedicht. Ja ik denk dat bernard hier met een quasi achteloos geschreven gedicht opent – geraffineerd tot jehovabot.
Bingo
De kooi ratelt. 25.
Op de voorste rij
een kunstgebit.
Het klappert in een mond.
Buiten blaft
een hondenkop
waarschuwend
naar een slome tram.
Een permanentje
pulkt iets uit de huid
en gaapt haar prijsvel leeg.
Wordt het de knuffelbeer?
De stemvork? Nee.
Wellicht een epitaaf.
De kooi ratelt. 43.
In de verte
lekt een stoma.
Josse Kok
wat de kooi ratelt is god mag het weten. Ik zal wel wat missen. Vreemd is het wel zo een ratelende kooi met een nummer. Er zijn beesten in het gedicht dat wel. Een kunstgebitje voor de sfeer ook. Een lekkende stoma altijd goed op een vreemde zondagochtend. Josse schetst bij elkaar een vreemde optocht. Tis weer karnaval mag ik het zo samenvatten? Optochten altijd gezellig.
OOOO het is de bingo in de bejaardenflat. ok hihi!
helena je weet wat je te wachten staat kind!
“De Mogelijkheden Van De Microgolfoven Schijnen Welhaast Onbegrensd”
Neem stevige aardappelen
Van een goede kwaliteit. Leg
Koude aardappelen voor het
Koken een halfuur in ijskoud
Water. Kook aardappelen van
Gelijke grootte; snijd grote
Aardappelen één of tweemaal
Door. Leg de stukken in één laag
In een magnetronschaal, dek ze
Af en kook ze, per 500
Gram zo’n zes tot acht minuten.
Controleer met een vork. Deze
Moet spontaan maar niet tè gemakkelijk
Door de aardappelen heen gaan
Ditmar Bakker
koude aardappelen leggen we in koud water. Niet langer dan een half uur. Pas op want dan branden ze aan. Een echte ditmar bakker. De verworvenheden van de nieuwe tijd even fijn de magnetron in – daarna goed afschudden en consumeren maar. Prettig gevonden stukje tekst. Soort object trouvee, wel vaker toegepast in de dichtkunst. Geile laatste strofe ook.
Idioten
het ging niet om leven of dood
de waarheid lag tussen stenen het had een lichaam
dat elke dag in de spiegel stond
alleen was het kaal en er kwamen bomen uit de holtes
haar huid was van leer
een vriend vertelde dat het door de herfst kwam
raaskallen
maar het was er nog
we lachten op sterven na
is geen andere mogelijkheid
waarom bomen
hij zei als het vogels waren sprak je over de lente
ik knikte en stak een sigaret op
we rookten en zwegen
wisten genoeg
© Amanda Malinka
in de spiegel staan? Kan er niet zoveel mee. De personages ook een beetje te gezocht. Een hij, een ik, een het, een haar. Niet echt lekker zo: dit alles door elkaar. We zijn hier niet van de zoekplaatjes. Vreemd is niet vreemd gaan schrijven. Vreemd is iets helders vreemd laten zijn.
eva’s lied
met hem
verstond ik me eindeloos
met hem
werd alles van waarde
waardeloos
voor hem
verbrandde ik al mijn boeken
trok mijn nazikleed aan
trok plunderend
van erf naar erf
om op vossen te jagen
uit schedels te drinken
klaagzangen te reciteren
op rijm en geslachtsdelen
aan kruizen te nagelen
aan het einde van iedere dag
spelde hij mijn naam
smeerde stroop om mijn lippen
bood me een slaapplaats aan
waar het geurde naar klaprozen
en ik het bloed
van mijn schouders spoelde
niet meer dacht aan
vlag en vaderland
of hoe je hiervoor afzien moet
toen zijn as de bunker verliet
was het ook hiermee gedaan
Jolies Heij
ja een echte heij. Eva braun weer eens even in een beeldend zonnetje. De liefde mag wel wat kosten he heij. 6 miljoen doden ze zaten er niet echt mee. En eva ook even vrolijk als altijd. Niet alleen savonds hoor kun je op de filmpjes zien met dat terras. Lekker in het zonnetje – eva kraait van plezier.
Heij pakt toch weer even een taboe beet. Over de liefde van eva braun schrijf je niet. Ja dat is dan wel natuurlijk gefundenes fressen voor heij. Het is een functie van poezie om taboes te doorbreken.
Van de toren
Als ik in de stad ben,
wacht ik op luid oproepen tot gebed
ik wil het mineure zingen horen
-dat me van boven bij de kladden pakt-
en er dan door weggeblazen worden
wat wilde ik dat wij dat hier ook hadden
Hier luiden moeizaam lokkende maar minstens even dwingend
zondagse en allerhande doordeweekse klokken,
als er mensen zijn gestorven, trouwen
en er witte missen zijn, alles één Kana is
van bier en wijn en vlees en vis
Geen wonder dat we toen geloofden
Er wordt voortdurend opgeroepen uit de torens
waar zwarte raven hoog nestelen in ronde stenen bogen
Daaronder en ertussendoor zegent de pastoor
bedekte hoofden
Ploos
dorpse geluiden en een verlangen naar de stad. Ik zal wel tegen heilige huisjes schoppen. En ik vind het wel mooi geschreven ook. Maar ik heb helemaal niets met dit gedicht. Het thema boeit me niet. Het is me te veilig ook, niets van spanning, het is de totale slapte van de dichter die mooi wil schrijven. Zo zijn we niet getrouwd ploos. Je bent nu natuurlijk wel een maand weer boos op me. Dat moet dan maar zo zijn. Ik hou ook niet van dat verhullende – dat je door de regels heen moet lezen dat het weer eens mis was bij die zwarte raven. Ze zijn het doodsteken niet waard. Het is verbranden of niet verbranden ploos. Dat is de wereld. Dat was de wereld. En de wereld zal nooit anders zijn. Hoe mooi je ook dicht. als het rot hebben pleisters geen zin.
“…die zo sierlijk zijn…” P. v. O.
de dichter is een mens
met zweetvoeten en
pokkenpuisten weke
handjes kunnen ook of
kolenschoppen en de pen
houdt hij enkel voor de foto
elegant tussen zijn vingers
die voor een keer
niet onrustig wriemelen
neusbeesten rollen noch
aan korstjes pulken
hij weet ánders
daar zijn wereld
zonder vaste
assen wentelt wankelt
gyroscopisch
zoekt hij waarden
woorden maar
er zijn geen woorden
God!
de dichter is god
Helena de Clerrcq
polleke van ostaijen altijd sympathiek. boempaukeslag boem in de bezette stad de bezeten dichter. Maar is dit nou heleentje wat jij met van ostaijen ons belooft. Jaja een gewoon mens de dichter maar dan toch weer niet, rondtollend. Ik neem het voor kennisgeving aan. raak er niet van in hogere sferen. soort draaimolentje op een kinderkermis dit.
Portret zonder zelf
Wat! Ben ik dat, zo ver?
Enerzijds ronduit neger
dans ik lichtjes uit cadans in het ritme.
Anderzijds zing ik vals. Welja, dat ben ik.
Had ik gelijk of liep ik gevaar
uit koers te raken? In elk geval
heb ik de fiets genomen om zo ver te gaan.
Het zou kunnen dat ik het niet ben.
—
marc tiefenthal
dichter essayist / poète essayiste
Temse
blogs: Tieftalen (nl) Profonde lalangue (fr)
de reflectie maakt het geheel wat minder vreemd. Deze uit de persoon treding. Een beetje chrysanten roeiers vijver gedicht, beetje hans faverey. Opbouwen en dan toch weer terug het niets in. Het geschreven gedicht dat het inhoudelijk zelf ook weer opheft. Zo maakt de tief zichzelf tot poezie. Niet onaardig. Aardig zelfs.
naderhand
als kind verbeeldde ik mijzelf een grote hand
met aders en een beetje haar ook
op de kootjes van de pink
van één die strelen kon zo droomde ik als kind
van in elkanders vuistje
wij getweeën hij en ik
ik weet, ik was een groentje toen, niet slimmer dan
de eerste man. het was een fantasie
gezogen uit de duim. wij waren protestant
heel naar want daar gebeurde die onschuldigheden niet
tenminste, dat zegt men
nu, ik ouder ben en lang het kind voorbij
heb ik het wel getroffen
enno paulusma
het thema niet gehaald moet de conclusie zijn enno. Ik vind het allemaal niet zo vreemd. De droom over hoe het zou kunnen lopen en met blijdschap kennis van de vervulling genomen. Nou ja het is inderdaad wel vreemd dat het het ook wel eens goed kan gaan in het leven. Daar kijkt een mens van op. Ik zou het snel afkloppen.
zo zag ik onlangs een man zitten
brussel sliep nog alleen
naast hem twee vlooienhonden
zijn koperen bedelschaal vulde zich
met het licht van de straatlampen
een eenzaam kwartje
niets is mij nog vreemd in deze stad
Kaatje Wharton
genadeloos beeld van de stad in een paar regeltjes. Een kaatje zoals we kaatje eigenlijk niet kennen. karig, kaal. Mooi. Brussel teruggebracht tot een kwartje. Ja dat is wel vreemd. in eenzaamheid is buiten jezelf alles vreemd.
Hedendaagse Bezigheden
Begraven onder stapels van alles
een klein beetje om te leven
roeren in de pannen om te koken
dat wat je aarde kan noemen.
Plant je voeten in de modder diep
tenen verdrinken zachtjes in wormen
die langs broekspijpen mijn kruin bezien
wormen vliegen liever dan graven.
Tussen boterhammen pindakaas kauwt
de vulling dromen weg gevangen tussen
woorden die nooit uitgesproken worden
geketend door het alledaagse.
Liefhebbend probeert mijn hand je keyboard
te zeggen dat al deze emails nooit iets geven
om de lettertypes waarin zij worden opgemaakt
meer nog dan dat schreeuwen ze om aandacht.
Een beetje meer om te leven schrijft de journalist
dat nieuws al niet meer nieuw is op de momenten
van gedachten vangen, vorm jij letters op papier
om te zwijgen over niets ?
Gino van Weenen
de enorme aanloop naar die twee laatste regels gevangen in die ene vraag waarin de zinloosheid van het bestaan wordt getroffen. De aanloop is wel een beetje vreemd lang ja op de pindakaas na en de woorden die nooit uitgesproken werden. Als het hier om de mooiste regel zou gaan dan zou gino vandaag winnen – de meest genadeloze vraag die in 2012 werd gesteld stelde gino vandaag:
vorm jij letters op papier
om te zwijgen over niets ?
vandaag telt de pijn niet mee
dat is ook wel een keer lekker
ik zit aan het water
er komen vogels naar mij toe
ik stel ze teleur
ik heb niets in huis
ik weet het
men kan niet eeuwig blijven zitten
& kijken hoe de bootjes voorbij gaan
ik sta op voel me best wel oke
maak ik de straatstenen wijs
MartinB
het thema ‘vreemd’ niet gehaald. Volkomen normaal dit beeld. Een B die aan de waterkant zit en voor hem volstrekt normale gedachten op schrijft. Nee het moet echt wel wat vreemder B. hier kijken we niet van op.