PETER BERGER reist – Met dank aan Kuta dat hier op Lombok inmiddels de toeristenmagneet is.


Een el cheapo hotelkamer in een uithoek van havenstadje Waingapu met een karaoke om de hoek? Biertje? Karaoke kent vele gezichten. Een dozijn dames van vertier ruilen bij binnenkomst opzichtig hun grimas in voor iets wat voor een verleidelijke lach moet doorgaan. Haren worden haastig gladgestreken en kleding snel geschikt. Er wordt driftig om de madam geroepen maar ik wacht het niet af. Biertje elders! Buiten is het aardedonker. De uitbaatster van een verdwaalde Warung even verderop excuseert zich dat ze alleen wat zwartgeblakerde babi en iets donkergroens heeft liggen. Het oogt pover achter het door groezelige vitrage afgesloten houten vitrinekastje. Doe maar gebaar ik. Je moet toch wat. Het blijkt van die gelakte Chinese cha-chiew te zijn. Roze, droog en verpieterd. Net als het groen. Datzelfde zou je kunnen zeggen van Sumba. Het is er ronduit schraal. Op dat eiland. De afstanden te groot voor scooter. Auto met chauffeur dus. Na een dagtrip nog niks gezien. Behalve de rauwe schoonheid van de eindeloze goudkleurige savanne. De zon wonderschoon in de zee zien zakken. Dat wel. Het westen lonkt. Strand en jungle. Maar daar plenst het inmiddels dagelijks. Druppels als knikkers. Regenseizoen. Op naar Lombok dan maar. Morgen.

Wat meteen opvalt is dat de honden er lui en vetgemest zijn. Van graatmagere scharminkels geen sprake. Relatief welvarend is het er. Hier op Lombok. Want toeristen. Niet heel raar. De parelwitte stranden schitteren verlokkelijk. Bekoorlijker bijna dan elders. Het is even wennen, maar heeft ook iets vertrouwds. Die drukte. In weken geen Europeaan gezien, en hier in Kuta meteen een overdosis aan Nederlanders. Cafe´s te over. Heuse restaurants. Best verfrissend ook dat je als grote witte man geen bezienswaardigheid meer bent. Dat men voortdurend met je op de foto wil. Dat men je starend van verbazing naroept. Mister! Mister! Dat zijn slechts nog echo´s van honderd vervreemdende momenten. Het is een dubbel gevoel. Chaos versus orde. Hoe dan ook, Kuta bevalt best.

Aan de andere kant van het eiland is het wat rustiger. Ook op toerisme ingesteld, maar het seizoen is hier voorbij. Vandaag op een houten boot genoten van de Gili´s, een paar piepkleine eilandjes voorbij de kust bij Senggigi. Hagelwit, de stranden. Water helder als kristal. Schildpadden. Duizend vissen een kleurrijke mozaïek. Enigszins verloederd is Senggigi wel. Zichtbaar het hoogtepunt voorbij. Met dank aan Kuta dat hier op Lombok inmiddels de toeristenmagneet is.

Op dit moment mijn nieuw verworven kookkunst aan het vieren. Lekker. Alles vers uit de tuin van een lokale dame die kookworkshops organiseert. Vanmiddag, na vier uur kokkerellen daar ter plekke al het buikje rond gegeten. Daarna keurig thuis afgezet. Nu de restjes. Op de veranda van mijn hutje met gevlochten bamboe wanden smaakt het nog beter. De avond valt. Krekels. Kikkers. Vliegende torren als veldmuizen zo groot. De jungle is oorverdovend indrukwekkend. Dat ga ik missen. Op zeker!

PETER BERGER

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter