Bali. Het is er niet alleen overbevolkt met toeristen. Dat viel wel te verwachten. Canggu blijkt het episch centrum van postmodern hedonisme. Toeristen ogen te bruin, te slank en meestal te blond. De meisjes. Twintig jaar geleden heerste er nog de rust van eindeloze rijstvelden. Aldus de taxichauffeur, die ruim anderhalf uur door gekte moest navigeren om de zestien kilometer vanaf de haven te overbruggen. Nu sterft het hier van pseudo yoga clubs en hippe vegan restaurantjes. Koffie met havermelk. In Canggu. Met Russisch geld uit de grond gestampte resorts en gelikte beach clubs. Aldus de taxichauffeur. Tijdens covid kocht men de boel op voor een habbekrats van locals die zich nu in het zweet moeten werken voor de nieuwe landlords. Want zo werkt de wereld. Zo heeft het altijd gewerkt. Crisis is an opportunity. Althans, voor lieden met een bijpassende blik.
Bali heeft ondanks de drukte ontegenzeggelijk een relaxte sfeer, misschien heeft het te maken met de cultuur die gestoeld is op hindoeïsme. Dat klinkt door in het straatbeeld. Als een verre echo. Inmiddels aangekomen in Kuala Lumpur. Hier lijkt men nog meer gewired volgens westerse principes. Het resultaat is een multiculturele stoofpot die lijkt te zijn ontaard in een smakeloos compromis. Meteen last van de darmen. Pruttelend gespetter. Opmerkelijk, want mijn lijf verdroeg zonder enig protest zelfs wat ik bij de meest onooglijke Indonesische warung voorgeschoteld kreeg. En daar waren er een aantal bij die het stempel twijfelachtig zonder meer opriepen. In mijn hoofd. Onterechte beeldspraak. Achteraf.
Hoe meer ik de afgelopen weken van eiland naar eiland naar de bewoonde wereld kroop, hoe intenser de leegheid zich opdrong. Als schittering die langzaam verbleekt in de ogen van ontelbare voorbijgangers. Verstarring alom. Vervreemding. Totdat de wereld verstilt in een alles verstikkende zombieblik. Wellicht is het slechts een reflectie van het sprookje waarin ik mijn wanen beleef. Misschien kijk ik simpelweg in de spiegel van mijn verlangens. De toeschouwer gevangen. Morgen het vliegtuig in. Ik zal eraan moeten geloven.
PETER BERGER
Share This:
Gepubliceerd door Pom Wolff
Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman.
In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes.
Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'.
Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.)
'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.
Bekijk meer berichten