Hierbij “De scheur”, recent geschreven. Ongeveer een maand geleden stuurde ik het als ingezonden brief naar het Parool. Hoewel de tekst nauwelijks aansluit bij de actualiteit valt het me tegen dat dit bij uitstek Amsterdamse gedicht niet is geplaatst door deze Amsterdamse krant. Misschien wilden ze de vele scheuren binnen en buiten de redactie van het Parool niet hinderen,
Groet,
De scheur
Er is een scheur geconstateerd die zich laat horen op de daken van de Govert Flinckstraat en de Stadhouderskade.
De scheur is vervolgens gelokaliseerd op de Amstel en de Dam.
Er is een verwijdering ontstaan tussen links en rechts in de stad, tussen fietsparkeren en boetes wegens rijdend bellen.
De scheur in de broek van het oude centrum laat een crème-kleurige bil zien, de sexy vitaliteit van Mokum levenslust en feestgedruis.
We maken ons niet echt druk om de scheur, al geeft die een hard geluid dwars door het fluiten van de vogels en hondengeblaf, het geroezemoes van buren.
U bent zelf een jinek! Goedhart dood – Goedhart dood. Het nieuws ging als een lopend crematievuurtje door het bejaardencentrum. Aan elk tafeltje werd bewoonster Goedhart besproken. haar ziekelijke bemoeizucht en haar ‘eeuwige gelijk’ kunnen gelijk mee de kist in sprak buurman aan het tafeltje, waar al snel werd overgeschakeld op een ander onderwerp. Jinek.
jinek gisterenavond. hebben jullie die teunvandekeuken nog gezien sprak mevrouw witglas – hij zat bij jinek. met zijn plofkip en zijn pakje biologische kip. buurman nog helemaal met zijn hoofd in goedhartsferen keek witglas aan. normaal gesproken zou goedhart nu het woord gepakt hebben om het niet meer los te laten. één vraag stellen en het einde van het gesprek was daar aan het tafeltje goedhart.
plofkip? plofkip? stamelde buurman nog niet echt gewend te antwoorden in het goedhartloze tijdperk. ja die vandekeuken beweerde dat de plofkip duurzamer is dan de biologisch opgevoede kip – die biologische kippen stoten veel meer rommel uit. CO2 bedoel je viel buurman haar in de rede. Witglas ging onverstoord door: én er was een vegandame die reklame maakte voor veganprodukten bij de appie – en dat je smaakpapillen zich snel aanpassen aan wat je eet.
het gesprek zonder goedhart kwam lekker los – dan kan je net zo goed karton vreten – merkte een derde tafelgenoot op. buurman rondde het gesprek af: mijn smaakpapillen zijn helemaal gewend aan de gewürzstraminer 2016 – dat wil ik graag zo houden.
96 jaar is ze geworden. we dachten het niet meer mee te kunnen maken. eindelijk eindelijk eindelijk. decennia lang heeft zij haar omgeving van goede raad voorzien – en al zo een beetje 60 jaar zat niemand meer op haar goede raad te wachten. maar goede raad bleef ze geven. over van alles en nog wat. over kleding, over gedragingen, over televisieprogramma’s, aan haar buurman de laatste 15 jaar in het verzorgingshuis – eigenlijk over alles.
ook buurman is erg opgelucht – wat fijn voor je dat je van haar bevrijd bent – buurman keek mij aan – ja mevrouw goedhart heeft de geest gegeven – ik wens ze daarboven heel veel plezier met de geest van mevrouw goedhart. hier beneden ruimen we de boel op en weten weer wat het is om bevrijd te zijn – sprak de buurman.
en weet je sprak buurman – dat ze de laatste dagen nog zwaar de tering erin had dat ZIJ niet dement ‘vermoord’ is zonder strafeis voor de ‘moordenaar’. dat die aandacht aan haar voorbij moest gaan.
Wij mogen AlJA SPAAN verwelkomen de komende dinsdagen op de site. Het verzoek om de columns van JOLIES HEIJ waar te nemen gehonoreerd. Dank je wel ALJA en de eerste is al meteen raak: human intrest van de bovenste plank. Overleven, over leven en herkomst van Alja Spaan:
“Goed, een morsig type dus, heeft u nog goede eigenschappen?”
Ik erfde haar mooiste jas, een donkerbruin ruitje met veel zwart, en niette de zoom die losliet op het moment dat ik haar ging dragen. Ze keek misprijzend, er was verder niemand die het zag maar terwijl haar blik meestal hoger rustte, was zij degene die de koperen oplossing en het scheef getrokken attribuut opmerkte. Er was nu eenmaal een toegeeflijkheid in mij die zij niet kende en het had te maken met de nonchalance waarmee ik trachtte te leven, een verfoeilijke eigenschap die ik zeker niet van haar had. Het was hetzelfde gebaar waarmee ik at, uiteraard te gulzig, de hoeken nam, mijn mouwen hakend aan de deurknop, de Heer verloochende, alsof ik zonder kon, en voor haar geheimen bewaarde, vooral dat laatste nam ze mij kwalijk. Ze ging ernaar op zoek, verschoof de inhoud van mijn kamer en deed dat per millimeter zodat ik bij elke terugkomst wist dat er iets veranderd was en toch niet precies kon zeggen wat. Ze was even dubbel in haar gedrag. Ze schoof me haar gebak toe, nog warm uit de oven, terwijl ze vond dat ik genoeg had gehad en haar ergernis was de onmacht mij bij zich te houden. Uiteindelijk at ze met haar handen en legde diezelfde vette vingers om de mijne maar daarvoor moest ze eerst bijna doodgaan en met losse zomen maar nog wel op pumps mij vragen om het nietapparaat, ze kon geen draad meer in de naald krijgen.
De herkomst van haar gruwel was natuurlijk mijn verwekker. Hij nam op zijn minst met dezelfde verachting alle wegen van en naar haar toe, botste nogal eens, sloop in de nacht het bed uit op zoek naar eten en rolde zijn hemdsmouwen op tijdens plechtige vergaderingen, familiebijeenkomsten en zondagse wandelingen. Bovendien kende hij iedereen, maakte grapjes en zich vertrouwd met allerlei achtergronden en toekomstbeelden, las de Russische literatuur maar begreep nauwelijks de teksten uit haar heitelân en leek zich in het geheel niet druk te maken over gevolgen of noodzakelijkheid tenzij ín de donkerste uren waarin hij angstdromen van zich afschreeuwde door het bloemenbehang heen en alle kinderen wakker hield. Het ergste vergrijp echter was het schrijven.
Als het nu eens waar was wat hij schreef maar dat was het niet. Hij hield zijn lezers voor dat hij verre reizen maakte en de auto ging over duizelingwekkende hoogten, hij sliep in de berm en op de stoel naast hem zat zijn trouwe metgezel met een poot even nonchalant uit het raam gehangen, beiden genoten veel meer dan zij ooit gedaan had. Hij ontmoette een staatshoofd, de koningin stond naakt op de Waagtoren, een belangrijk schrijver deed hem een ontdekking. De geiten in de achtertuin konden praten, een varken ging naar de stad en verdwaalde, een kind kon vliegen en het ijs op de sloten hield zijn wagen. Eigenlijk waren alleen de aantallen in zijn columns de juiste: het waren drie geiten en het was slechts één kind, de resultaten van de melkveehouderij, het akkerbouwbedrijf of de eerste biologische tuinderij logen er niet om en de klantenkring bereikte een getal met vier cijfers.
Zo was wat de dochter schreef volkomen van God los, te vrij in haar ogen en hoewel juist in het taalgebruik toch zeker schadelijk voor haar eigen reputatie en die van het gezin. Iets dat niet waar was moest je niet opschrijven. Ze twijfelde zelfs aan de kattenbelletjes hoewel ze hen bewaarde in haar portemonnee, ze wist niet of ze de liefste moeder was en pakken melk, drie, kocht je voor de houdbaarheidsdatum verstreken was. Het dagboek dat ze vond bevatte een dodelijke conclusie, een gedicht verried een bloederig voorval, ze deed jaren over een X in het alfabet en bepaalde handelingen leken haar, vooral voor zo’n morsig type en in zekere conditie, nu niet bepaald gewenst.
hoe jammer het is van die broodjes Zij verweet hem het schrijven. Ze nam hem het gemak kwalijk waarmee hij zogenaamde
feiten overdreef en als het niet echt was gebeurd, mocht hij het niet zeggen. Aan
de andere kant gaf ze hem de schuld van alles dat er plaatsvond, dan zweeg hij.
Zijn schrijven was als al het schrijven een stille wens tot communiceren, geen eerbaar
beroep misschien en de waarheid een selectieve greep uit de wereld. De vier
zinnen die zij maakte waren heel behoedzame pogingen, al kon je de inhoud
zingen en daarbij, van het ene op het andere been gezet, tot over de landsgrens komen.
De laatste boot van half tien zwoegt door de buitenaardse golven bij eb en vloed ruikt de oostenwind bedorven de zeeman is allang gezien want in een verpleeghuis ligt de vrouw die hij zou ontmoeten rond half negen het oudje ruikt naar late regen en heeft een kwetsbaar hoedje op vandaag zal hij haar loodsen door een tunnel tijd door de vallei van zon en maan waar elven en kobolden wonen zij worden door wijze geesten begeleid de zeeman geeft zijn vrouw de ring de zeeman heeft zijn lief gezien.
foto: Ben Kleyn de dagelijkse column van uw webmaster op deze site – vanaf heden – zie rechtsboven het item – de passievolle pensionado – te genieten. fijne medemenselijke korte columns – voor alle verjaagden uit de wanhoop!
U bent zelf een dode zitter!
“Politie: Vijftal Assen weer vrij, heeft man niet mishandeld” lees ik bij NU punt NL. de man die zogenaamd NIET mishandeld is is al weer een paar dagen dood. een zedenmisdrijf heeft misschien plaatsgevonden was een van mededelingen dit weekend. Assen is in rep en roer, de burgemeester is driftig bezig geweest de gemoederen daar boven te bedaren. een meisje van 4 is mogelijk lastig gevallen. en die vijf zijn met zijn vijfen op de inmiddels dode man gaan zitten. toestanden in assen is mijn conclusie.
Een andere conclusie moet zijn dat wij hier in het vrije westen gemanipuleerd worden waar we bij zitten – de politie weet blijkbaar precies wat er gebeurd is handelt, laat vrij, communiceert maar laat niets los over de ware toedracht. alles is mogelijk, alles is misschien – volgens mij is het niet de taak van de politie om mistige mededelingen te doen.
Was het eigen richting van die vijf of was het geen eigen richting van die vijf? Was het eigen richting van een (2,3,4,) van die vijf was het geen eigen richting van een (2,3,4) van die vijf? Is er eigenlijk wel sprake geweest van een zedenmisdrijf? Is er eigenlijk wel iets strafbaars gebeurd in Assen? weet de politie nou inmiddels al iets of weet de politie niets? we weten het niet. Het hele weekend staat Assen centraal in het nieuws en feitelijk weten we niets anders dan dat er een dode is in Assen en dat er in Assen vijf mensen op een dode man hebben gezeten. Deze dode zitters zijn gearresteerd en zijn ook weer vrijgelaten.
twee gedichten springen er boven uit vandaag en doen volledig recht aan het prachtige gedicht – inspiratiebron van Kees Smits. Anke Labrie en Cartouche stuurden kleine wondertjes in. zilver en goud is mijn waardering – goud voor Cartouche en zilver voor Anke. Dank ook aan de andere dichters voor de inzendingen – en dan dat in dit weer – Cartouche maakt de vervlogen liefde in woorden mooier dan mooi. zoveel gedaan, zoveel verdragen, zoveel gezien, zoveel bemind en zoveel geleden en dat alles om éen gedicht waarin de diepe liefde is te lezen. van harte!
Brugwachter
Weet je nog van ons – Venetië – duiven voetstappen op het plein, de gewijde stilte hoofd in de wolken – die er niet waren – zon die gaten wou branden maar zong in het hart al ons zweten en zuchten daar op die brug en het kanaal, het grote dat we bevoeren
en van jaren later Mostar, de stari most waar ik hoog boven rustig stromend water een slot wilde vasthaken aan een uitsparing in de pijler en jij zei wat allemaal besloten ligt hoeft niet naar boven te komen en het bleef daarbij, bij rondzien en heen en weer
de reis naar het deel – restant van een dubbelkoninkrijk, bronsgloed en gezicht van een rij schoenen aan de Donaukade wij, die kwamen om de brug te zien
verdwaasd, toonbeeld van een paar voor een driekleur met een rond wit gat tussen bastion en heldenplein – een ketting te zien liggen tussen boeda en pest
“… wat allemaal besloten ligt hoeft niet naar boven te komen …” zo lezen we Cartouche het liefst. de wandeling hier voltooid, vele bruggetjes vanochtend gezien in de polder maar zo mooi als de brug over de donau van Cartouche zo mooi zag ik ze vandaag niet. een werkelijk schitterend relaas over een in de lucht vervlogen liefde – echte liefde genereert in ieder geval poëzie.
PETRA MARIA dat ik daar nu aan denk in augustus
FRANS TERKEN Zo heb ik naar je gezocht
RIK VAN BOECKEL naar de brug je kunt eroverheen maar niet terug
MARC TIEFENTHAL Toen Léon je zo zag
ANKE LABRIE graag was ik met je meegegaan
CARTOUCHE wij, die kwamen om de brug te zien
wedstrijd gesloten
Wie wint de enige echte virtuele – naar de dichter Kees Smits – ‘soms was er nog de loze waan dat wij, aan liefdesdood ontstegen, weer samen zullen en voortaan…,’- trofee op pomgedichten?
Ik vroeg de dichter Kees Smits of ik zijn prachtige bruggedicht mocht gebruiken voor de wekelijkse zondagochtendwedstrijd ter inspiratie – we moesten even op het antwoord wachten maar het antwoord is positief. gelukkig maar want onderstaand gedicht MAG gewoon niet ontbreken op deze gedichtensite. dank je wel Kees voor de foto en het gedicht!
u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
profiel van droombedrog
ik zou met jou de brug aangaan, erover liefst, maar halverwege stokt onze reis – we wederstaan, geknakt en komen ons zelf tegen
– soms was er nog de loze waan dat wij, aan liefdesdood ontstegen, weer samen zullen en voortaan, in nieuwe taal, elkaar genegen,
één dak om schuilen – maar ontdaan zijn bruggen met ons zwaar verlegen
Kees Smits/ 8 augustus
chauffeur doe mij halte liefde maar voorbij de wanhoop en de troost dan heb ik wat voor onderweg
iets moet er zijn misschien te teer om te benoemen een onontkoombaar niemandsland waar de ruimte tussen – ons – geen ruimte laat
nog zo onaf zo onontgonnen dat niemand daar ooit leven kon of taal een weg heeft kunnen vinden maar wij wel – zo dichtbij sprakeloos
mijn laatste woorden zijn voor jou nog een maal licht – de zon – iets in de verte dan gaan we in ons zelf op ontdaan van wie we waren
pom wolff
DE FOTO
dat ik daar nu aan denk in augustus
het was op de kade van jouw vertrek
langs de IJssel waar winterkou ons raakte
breng mij maar naar de overkant dacht ik gebogen over de reling
draai eens om vroeg jij
jouw zachte fluister onder de wollen sjaal
dat moment neemt niemand ons meer af
Petra Maria
de prachtige woorden van Kees, de hittegolf die verlamt, een foto uit het verleden van Petra Maria brengt de herinnering naar boven. in poëzie slechts in de eerste strofe – een prachtig begin van een gedicht. daarna lezen we in proza bijna, de meer persoonlijke gedachten van de dichter. daar moet nog poëzie van gemaakt. na strofe 1 wordt het gedicht te specifiek.
Onwezenlijk
Zo heb ik naar je gezocht in de ramen van stad en ommeland opende zelfs deuren die klemden
vond in spelonken nog geen schaduw van jou die ik voor ogen had ster op de foto aan de muur
leerde onderweg in alle wezens die ik zag welke taal ook gesproken
dat het een brug te ver is de vrouw te vinden naar jouw evenbeeld
FT 23.09.2019
frans trekt meteen het woord ommeland de poëzie in. de onwezenlijke ster aan de muur – die betoverende foto – dat droombeeld – dat nooit meer te overtreffen blijkt en bleek. frans blijft dicht bij het aangereikte thema. over een zoektocht die een leven lang meegaat.
Overbrugging
Fado is de brug naar liefde het verdriet in het einde
daar zag ik je lopen met een rode roos in de vingers
het dorpje met de romantische naam zag jou op ‘n zomerdag voorbij gaan
zo zong je daar een fado van hartzeer danste door ‘t labyrint van vreugde
zo alles voorbij gaat de scheiding de smart het breken van beloftes
de tunnel leidt na ‘t lijden naar de brug je kunt eroverheen maar niet terug.
Rik van Boeckel Alter do Chão. Portugal 24 augustus 2019
rik schrijft vanaf zijn vakantie adres over de zachte melancholieke fado pijn neergelegd in de klanken van de zangeres die hij in dit gedicht in woorden neerlegt voor de lezer. de brug wordt dan de brug naar de liefde en ook naar de pijn – er is wel een heen maar er is geen terug lezen we. mooi gedaan. rik reikt de fadozangeres een treffend beeld aan voor een smartelijke song.
Pom, het is hier vreselijk. Warm. Gisteren 44 graden, wie weet hoeveel vandaag. Er is dan ook de lust naar de kust. De koele bries. Vandaar dus de draak die briest en een beeld uit mijn verleden, daar, bij de Noordzee in Normandië.
Toen Léon je zo zag
Je liep niet weg uit het doek van Léon Spilliaert. Je stond erop.
Naakt reets ruggelings naar het land toe wachtte je tot uit de zee
de draak jou zou steken.
Zo geschiedde, zo zag je er dra uit, verloor ik je.
ja wel een apart beeld. maar toch de woorden voegen weinig toe aan het beeld. een beschrijving is niet meteen een gedicht.
afscheid
samen aan de reis begonnen steeds een nieuwe horizon soms alleen een woestenij vaak verborgen achter bergen dan weer zichtbaar boven zee
over elke afgrond maakte jij een brug waarbij je mij moest overtuigen dat hij ons wel houden zou
de laatste afgrond zo afgrijselijk diep graag was ik met je meegegaan maar ik durfde niet
anke labrie
maar durven deed ze niet – (maar durven deed ik niet) mooie slotregel van een indrukwekkend gedicht. de brug heel functioneel in het midden geplaatst. een reis door het leven van twee mensen in een paar woorden gegeven met de ups en de downs, de vergezichten en de afgrond die daarbij horen. mooi.
foto: Ben Kleyn de dagelijkse column van uw webmaster op deze site – vanaf heden – zie rechtsboven het item – de passievolle pensionado – te genieten. fijne medemenselijke korte columns – voor alle verjaagden uit de wanhoop!
U bent zelf een grapperhaus!
Ligt het aan mij of rommelt het nogal in de wereld? Trump, rusland, china, israel, irak, mexico, brazilië? en daar komt nog bij dat ze in italie DE LIGT niet opstellen. het is bij de konijnen af. dat ze de financiële boel daarachter jaar na jaar bezwendelden klagen we niet over, dat ze verzuipen in hun schuldenlast praten we ook niet over maar DE LIGT op de bank is een directe oorlogsverklaring aan een bevriende natie.
erger nog is dat er geen enkel uitzicht is voor de ligt om van de bank af te komen: de ligt gisteren op de bank en de ploeg wint met mooie cijfers. de bevestiging van professioneel handelen is daar mee gegeven. we hebben de ligt niet voor niets en volkomen terecht op de bank gezet – zie je de locale spagettievreters denken. de ligt mag nooit meer van die bank af. de bank van de oude dame is gemaakt voor de ligt.
en de ligt? de ligt denkt vooralsnog voor 10 miljoen per jaar ga ik wel 40 keer anderhalf uur op een bank zitten. en ze zullen na verloop van tijd uit dat hittegolflandje die zwetende grapperhaus wel sturen om me te bevrijden. dan kan ik mijn straf bij ajax op de bank uitzitten. kan ik kijken hoe goed pitbull martinez speelt en rent en vliegt en trapt en schopt en scoort voor die paar zielige centen die hij bij ajax, die derde wereldclub, verdient.
foto: Ben Kleyn de dagelijkse column van uw webmaster op deze site – vanaf heden – zie rechtsboven het item – de passievolle pensionado – te genieten. fijne medemenselijke korte columns – voor alle verjaagden uit de wanhoop!
U bent zelf een zakkenfiller!
Ik ken de wereld van de fillers en de botox en de diverse faceliften niet. Het resultaat zie je zo af en toe op straat en op de tv. Wat wel opvalt is dat de dames en heren doktoren (zakkenfillers) die een ander volspuiten er zelf vrij normaal en onbespoten uitzien. Leuke prijzen lees je op hun sites – 900 euro (3 gebiedjes) tot 2100 euro (6 a 7 gebiedjes) voor een liquid faceliftje – en na 12 maanden gewoon alles weer overdoen op je uitgezakte kop. Maar het herhaalrecept wordt dan wel wat netter geformuleerd op de site voor je goede geld.
Wat ook opvalt is dat – ik kijk met name vrouwen – dat de dames er na verloop van tijd allemaal hetzelfde uitzien. een Vanessa lijkt als een tweelingzus op dat mens in utopia en met z’n twee-en lijken ze weer als 2 druppels bewerkt water op bijvoorbeeld het Nederlands 3e rangs model Sylvia Geersen, dat op advies van die dooie Epstein – naar schrijven van de Telegraaf – kleinere borsten ‘kreeg aangesmeerd’. Soms schrijven ze daarachter in de telegraaf best wel smeu-ig.
Komen we tot de conclusie van deze column – hoe de dames zich ook laten fillen of liften, laten vergroten of verkleinen, de frisse fruitigheid van weleer zullen we nooit meer in hun gezichten of aan hun lichamen kunnen waarnemen. Het is meer zoals de dichter Kouwenaar aan het einde van zijn drie heldenzangen beschreef – weliswaar bij een ander onderwerp – maar in deze casus toch wel toepasselijk:
‘(…) en mijn hand raakte haar borsten aan, mijn hand
raakte haar borsten aan en het was dezelfde weke lauwwarme massa, dezelfde weke lauwwarme massa, hetzelfde materiaal maar hetzelfde, en het was deze zelfde hand, deze’
de komende dinsdagen kunnen we genieten van ALJA SPAAN – ik nodigde uit om de vakantieperiode van columniste Heij waar te nemen – hoi Alja – mocht je zin hebben om een item te verzorgen op de dinsdag op ‘de pom’ totdat de vaste dinsdagcolumniste jolies terug is – eind september – van vakantie – welkom! het mag alles zijn – en reflectie, een column, een gedicht, een aankondiging maakt niet uit. ik lees je graag terug, grt. pom
meteen een positieve reactie – verheugd en vereerd natuurlijk zijn we hier op ‘de pom’- ALJA is de eerste en de beste concludeerde ik al eerder. ik vond van haar hand op de oude pomsite een tekst waarin ALJA zich voorstelt – WE GAAN GENIETEN!!!
bleh
Ik schreef een keer dat ik was zoals ik schrijf, ben Zoals ik in mijn woorden, de kom die
Overloopt, de slagroom uit de beker, de druppel Langs de kin, het kolbert
Uitgescheurd bij de mouw omdat ik aan de deurknop Ben blijven hangen
En ik dacht ook echt dat het zo was, lees me en u Kent me maar
R. naar wie ik geduldig luister terwijl hij in mijn Armen prikt, beweert het
Tegenovergestelde: als ik was zoals ik schrijf, was Ik allang