Peter Berger: ‘Lange benen. Strakke jurk. Pauwgroen. Satijn. Wespentaille. Bij iedere stap lijkt ze eventjes achterover te vallen om zich vervolgens toch, zij het schoksgewijs, langzaam voorwaarts te verplaatsen…’

Share This:

Peter Berger voor U op de pom: ‘Een zwoel windje jammert flarden van een ongeschreven gedicht terwijl de branding genadeloos de stille trom slaat. Tijd om te gaan. Terug naar het leven. Trappen maar….’

Share This:

PETER BERGER – lijden en leven in Leiden: ‘Een slome sliert zomerse meiden trapt traagjes richting Noord, maar draait bij de Zijlpoort plotsklaps links de brug op. Richting centrum. Op naar waar vertier lonkt…’

Share This:

Peter Berger over asperges en graaiflatie – en over: Een jongedame met stevige kuiten wiebelt op hoge hakken in haar wit gebleekte katoenen cocktailjurkje. Haar metgezel heeft moeite met zijn evenwicht…

Share This:

Peter Berger bijna gorteriaans: ik wil nieuw zijn… – “Het regent oneindigheid. – Eva strooit zoveel liefde dat alle knoppen tegelijk lijken te ontploffen in een orgie van alle tinten groen…’

Share This:

PETER BERGER tussen droom en daad: ‘Weerbarstige wolken, zoals ooit in verf gevangen door de Haagse School. -Volgend weekend maaien en snoeien. Het zal er wel weer een jungle zijn.’

Share This:

Peter Berger: ‘De dame achter het loket heeft het figuur van een breinaald. Ze draagt zo’n lichtgrijze joggingbroek die, ook hier, bij de Zeeman voor een habbekrats voor het grijpen liggen….’

Share This: