Lisan Lauvenberg – herinneringen – ‘God wat ken ik veel doden.’

Zoals beloofd, dagboek aantekeningen en verslagen van gesprekken uit 1998 en begin 2000, alweer bijna 20 jaar geleden. Haast onzichtbare vulpen aantekeningen uit de nacht, afgewisseld met pogingen tot gedichten en verslagen van volkomen uit de hand gelopen avonden, waar dan op een hele pagina onzin, één goede zin tevoorschijn piept. Ook zijn er zinnen die losstaand, na al die jaren een betekenis krijgen, die ze toen niet hadden. Ook omdat veel mensen die in de verslagen voorkomen zijn overleden. God, wat ken ik toch veel doden. Maar gelukkig nog genoeg levenden om delen verleden mee te delen en oude woorden, nieuwe glans te geven en ze aan de onleesbare vergetelheid te ontrukken.

Vandaag ben ik tot missen gekomen
We delen het weten van de verloren tijd.


Ik heb je namen verzameld
in mijn gezicht.
Voor eeuwig mijn moeder.
Ik ben de lijnen in je gelaat,
gebroken.


Uit een gesprek met Menno Wigman, Nacht-Café de Doffer januari 2000

Elke letter alleen is eenzaamheid betekent niets
onderdeel van een alfabet waarin het zich niet thuisvoelt.
Verlaten door zijn broertjes uit andere talen.
Samen met de anderen voegt het betekenis toe aan de wereld
althans in de juiste volgorde geplaatst.

Nietszeggend wordt betekenisvol
net als jij, als je je mooie ogen
niet gebruikt om te kijken
maar om bekeken te worden.
Genomen en niet gebruikt.


Als het zomer wordt kunnen we weer samen
in de rozentuin gaan snuffelen, samen met je baasje.
Jij kwispelt met je staart en hij met zijn wenkbrauwen.


Jij belt aan op mijn mooiste nachtmomenten
Neemt de heerlijkste wijnen mee,
drinkt de vrolijkheid eruit
tot jankens toe.
En wordt misselijk van de emoties.


Ierland zomer 2000

A low sunset,
A golden one
To write with the tip if your pen
Into the white paper
For it will never return to you.


I left my face in the mirror
I grew a new one
for the world to see.


Ik heers over mijn rimpelrijk


In deze jaren tussen 1998 en 2000 ben ik teruggekeerd naar mijn dichterschap. Ontstond de dichterscirkel waarin Dichters in Helmers kon groeien.
Leerde ik Pom Wolff kennen die in een bomvol Café Helmers, tijdens een gedicht op zijn hurken ging zitten en de zwarte kater aaide, die dat toeliet. Het publiek keek ademloos toe. In de stilte was het mooi. Zo zonder woorden. Zonlicht op het podium.
En ergens hebben we de woorden steeds gevonden. De letters tot kunst gemaakt.
Nu hebben mijn hervonden woorden een nieuwe toekomst. Bij jullie.

© Lisan Lauvenberg
24 januari 2019

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter