Abraham VON SOLO aan het kamperen geslagen: over het leed dat kamperen heet

Het leed dat sociaal zijn en kamperen heet

Het heeft zo zijn voordelen. Goed overweg kunnen met je buren. Zowel ik als mevrouw Solo hebben allebei daarnaast schijnbaar de uitstraling dat we redelijk makkelijk benaderbaar zijn. Dat brengt mensen er toe dat ze snel een gesprek met ons beginnen. We worden blijkbaar als sociaal aangezien. Dat kan evidente voordelen hebben. Soms ontmoet je daardoor erg sympathieke mensen met mooie verhalen. Er ontstaat dan iets dat te vatten zou kunnen zijn onder het containerbegrip gezelligheid. Soms ontmoet je bij uitzondering zelfs iemand die je een heel leven bij je zou willen houden. Daarnaast zijn er de praktische voordelen zoals wat ons eergisteren overkwam dat een buurman die tot laat had zitten borrelen bij ons een vers gevangen forel kwam bezorgen die zo het vuur op kon en ons perfect smaakte. Maar het kan ook anders. Zoals gisteren.

De kinderen had ik in hun slaapzakjes weten te manouvreren. Die keetten nog wat na, maar het had er alle schijn van dat ik en mevrouw Solo nou toch eindelijk wat zouden kunnen mijmeren bij het kampvuur en lekker een gesprek zouden kunnen hebben met een lekker wijntje en dito schnappschje erbij. Maar toen kwam de overbuurvrouw melden dat ‘ze nog heel even kwam storen’. Letterlijker kon zoiets niet worden. Nu kan het zoals gezegd natuurlijk zijn dat dat gecompenseerd wordt door een goed verhaal, maar die hoop had ik na de avond daarvoor al opgegeven. Dat had ik bij de buren naast ons ook. Maar die waren lekker op zichzelf, dus vormden in die hoedanigheid dan ook geen storende factor en bleken naderhand erg mee te vallen. Ook de man die de vis was komen brengen had goede verhalen over zijn werk en leven als helicopter mecanieker. Zoniet deze buurvrouw.

In haar kielzog voerde zijn ook nog eens twee van haar, naar ik schat vier, bemoeizieke kinderen mee. En daar zaten we dan. Gevijven rond ons kampvuurtje. Haar dochter had zelfs de euvele moed gevat op ‘mijn’ plek te gaan zitten. En de verhalen die je dan hoort. Zelden had ik iemand uit Winterswijk zoveel dat me niet interesseerde horen spuien in zo één korte tijd. Haar man was een stille Willy. Die zei niet veel en bleef nu ook in de tent om God weet wat te doen. Eén ding was duidelijk. Wie de broek aan had bij de overburen. En vrouwen met de broek aan in een relatie, daar houd ik niet van. Tenzij het een geile leren broek is. Wat dat betreft mag er met gelijke wapens gestreden worden, daar gaat het om in een relatie. Maar in dit geval had de man dus duidelijk niets te vertellen. De vrouw hield daarentegen tot overmaat van ramp niet op. Elke zin kon ik op basis van de vorige al voorspellen. Wat haar allemaal dwarszat en had dwarsgezeten in haar werk. Hoe het weer ook niet altijd is wat je ervan hebt besteld. Hoe ze maar één rosé-tje drinkt en dan ook enkel op zeer specifieke niet nader te duiden tijdstippen. Hoe ze koopwoningen bezichtigden waarin gerookt was, hetgeen zeer tegen de goede smaak van hun oudste dochter in was. Dat het zo irritant is dat de Fransen rijden met hun lichten uit. Hoe dat ene meertje dichtbij eigenlijk net zo mooi was als dat meertje ver weg, dus voor niks zo’n eind gereden. Kortom één groot klein drama.

Ik was uit ellende maar aan de andere kant van de campingtafel gaan zitten om te typen wat u nu leest. Kun je het zo’n mevrouw nu kwalijk nemen zult u vragen. Had ik zelf niet het heft in handen kunnen nemen in deze situatie? Ja. Eigenlijk zou ik open moeten zijn. En moeten zeggen dat we een avondje alleen zouden willen hebben. Liefst had ik haar toegeroepen: ‘Ga naar je man! Doe er iets mee of zo, in plaats van enkel kinderen maken en zijn loonstrook benutten om lekker interessant ZZP te zitten doen. Ga iets meemaken. Of niets voor mijn part. Maar val mij er niet mee lastig. Ga desnoods maar naar huis! Maar ga!’ Na een tijdje was ik wel klaar met het uittypen van mijn frustraties en vond ik een modus door me weer in het gesprek te mengen met doorlopend baude uitspraken. Dit gefaciliteerd door de Saint James rhum van Martinique (45%). Dat maakte het alsnog draaglijk.

Zoals gesteld, hoewel ik graag luister naar mooie verhalen, ben ik geen sociaal baken. Het liefst ben ik alleen. Ik verdraag niet goed mensen om me heen. Zeker niet als ze beslag op me leggen. Of op mijn tijd. Of op mijn bezigheden. Ik had bijvoorbeeld liever een geanimeerd gesprek willen hebben met mevrouw Solo of een potje hebben ge-Yatzhee-d vanavond. En nu zaten we weer opgescheept met een brave burgeres die ons verveelde met haar dagelijkse deprimerende besoignes. De volgende dag ga je echter wel nadenken. Misschien moeten we er gewoon een wat minder sociaal toegankelijk schijnende attitude op nahouden. Of gewoon ingrijpen wanneer zaken niet meer dreigen te gaan stroken met het gevoel. En misschien is dit ook wel gewoon ons lot. Dat we door te zijn wie we zijn soms de mooiste, liefste en gaafste mensen ontmoeten. En soms in de marge ook een keer een bak koffie voorgeschoteld krijgen die eenvoudigweg niet te zuipen is. Ik ga in ieder geval weer wat water koken om mijn cafetière te vullen met een zekerheid waar ik soms naar verlang. Me realiserend dat dat alles is wat ik in de hand heb. En ik ook niet wil dat zaken veel zekerder worden dan dat. Daar is het uiteindelijk ook vakantie voor. Wacht…maak daar gerust het hele leven van.

De Walvis van de Vogezen

Het is zomertijd
De zon zindert het landschap
Van stralen zon, sleurhutten en slaapstedelingen
Foldervolgers alle landen verenigt U!
Met uw landgenoten in den verre
En zondert U vervolgens af

Oases van regulerende rust
Asemen deodorant en zonnebrand
Zonnige dag, snel de camping af
Regenachtige dag, ééntje mag
En dan weer door

De zon zindert het gehaagde landschap
Behaaglijk stil voor de achterblijver
Verblijvend achter gekloonde coniferen
Ligt een luchtbed
Met daarop een corpulent corpus
In strakke zomerkleren van de V&D
Net, niet te zweten door het vet
Voelt het niet
Is wel ontspannen in dit vreemde land
Stiekem is er een walvis in de Vogezen gestrand

Bijna niemand die het ziet
Verrast slechts de schaars passerende campinggast
Die op vakantie
Geen hulpdienst zal bellen

(2015, Von Solo)

Met hartelijke groet,
Von Solo
www.vonsolo.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter