Anke Labrie wint de enige echte virtuele HEKSENKETEL trofee op pomgedichten – Petra Maria zilver.

jeanine hoedemakers – de enige echte stadsdichteres van den Bosch – hier lopend over het (bevroren) water op weg met het jurygoud naar het dichtershuisje. we wachten in spanning af.
–>
Van mij krijgt Anke goud, vanwege de helderheid. Petra Maria zilver. Van Harte.

(de felicitaties gaan naar Anke Labrie​ – goud – en naar Petra Van Den Eerenbeemt​ – zilver in de poëtische heksenketelwedstrijd – webmaster legde de gesel der receptie esthetica over de ingezonden werken. juryvoorzitster Jeanine Hoedemakers​ hanteerde een meer menselijke maatstaf. Anke beschreef in haar gedicht het boerenleven in een boerendorp waar de mensen zich bovenmatig met elkaar bemoeien. in 020 hebben we daar geen last van – gelukkig maar. alle dichters bedankt voor de inzendingen. )


rustig straatje
 
daar zweeft de buurman van tweehoog
op een brancard voorbij mijn raam
de ambulance blokkeert de hele straat
waar een idioot gaat staan te toeteren
 
op de stoep raakt nu een scooter
het jongetje dat ook is komen kijken
zijn moeder stormt gillend naar buiten
‘t geschrokken kind stopt niet met krijsen
 
een andere buurman geeft nu de berijder
die geen helm op heeft, een harde dreun
waarop zijn scooter omvalt bovenop een kat
die hem ook nog krabt en hij begint te vloeken
 
maar daar komt de politie aangereden
de sirene overstemt de hele boel
de hele straat komt nu naar buiten
en iedereen tegelijk doet z’n verhaal
 
anke labrie


pom–>
een fijne en rustige afsluiting van de zondagochtend – daar hoop je op – een rustig straatje, optrekkende ochtendmist en een langzaam ontwaken – dat de herfst zich langzaam en lieflijk zal vestigen in mensenland in een mensenstad – een geleidelijk wennen aan wat ons aan koude te wachten staat.
maar niet in het straatje van anke: een gegil, gekrijs, gegil, ambulances, boze buurmannen, politie. het is duidelijk dat Anke hier amsterdam niet centraal heeft gesteld. nee dit is meer het leven in een dorp waar iedereen zich met iedereen denkt te moeten bemoeien. in 020 hebben we daar geen last van. 020 is een oase van rust en welstand in de ons omringende wereld van maffia en criminaliteit en stikstof.

jeanine: –>
anke labrie
 
Een keur aan gebeurtenissen, heel herkenbaar en beeldend geschreven.  Bittere aanvang en dan de laatste regel, iets wat vrijwel iedereen zal herkennen.  Na al de andere inzendingen ervaar ik dit gedicht als een heerlijke rustplek, ook al is de inhoud enigszins dramatisch. Mijn twee hersenhelften liggen weer allebei keurig op hun eigen plek.
  • Aratrios – en het licht in haar prachtige ogen –
  • Frans Terken – op dit terrein verzet ik bergen
  • Petra Maria – in een onbedwingbaar verlangen
  • Rik van Boeckel – wieven gestommel drukt zich uit in listig fluisteren
  • Jolies Heij – altijd hand in hand in ons voorberade land
  • Anke Labrie – en iedereen tegelijk doet z’n verhaal

wie wint de enige echte virtuele HEKSENKETEL trofee op pomgedichten?

een vrij thema om de bloemetjes buiten te zetten, om de chaos in huis te halen, of de bloemetjes. het is aan dichter om de trom te roeren, de trom te slaan, om er een heksenketel van te maken – met of zonder heksen – met of zonder ketel. misschien wel met een ketelheks – we gaan genieten! u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd. juryvoorzitter deze week de door velen geliefde jeanine hoedemakers. 
 


een vreemd huis, vreemde geluiden ook. een vreemde trap. alles kraakt. waarom heet de plek hier waar ik alleen zit gemeenschapsruimte?
 
de nacht hangt nog buiten
en dweilt de laatste resten op
vreemde trekken
waar nog geen vijf uur geleden
de lieftalligheid vanaf droop
 
pw

city lights
 
  james – de rolls royce
we gaan de stad platbranden
 
die vers opgeworpen zien – de roes
de torens kredieten ontwaren dan laten
ontwaarden – elk begin en eind vergeten zijn
poorten als onnut gepasseerd
 
ik – oudgrijsgelder –
slechts mezelf meeslepend groots
terug naar dit onzinnig laag ondermaanse
van verlangend vuur de gevaren toe
dubbeltjes dood op hun kant
je neemt ze toch niet mee
 
en jij – rafelrander – het hart
aan een blinde schat verpand – de handen
om haar bloem en palm met een trosje
van mijn vermogen voor achterstallige huur
en het licht in haar prachtige ogen
 
geen status in zaken geen weten in de nacht
geen beeld bij ontwaken schoon
 
james – de rolls royce
 
 
pom–>
 
je moet het maar weten: de film ‘City Lights’ van Charlie Chaplin, met het blinde bloemen verkopende meisje en de bij avond dronken rijkaard. een gedicht geschreven in het licht van haar prachtige ogen. bij de dichter aratrios heb je altijd een bijsluiter nodig. om je door de tekst te worstelen en om dan uiteindelijk bij die prachtige ogen uit te komen. het lijkt erop alsof de dichter de dingen niet rechtstreeks durft te verwoorden. we moeten eerst duizend bochten nemen voor we haar kunnen ontmoeten. in termen van de receptie esthetica lijkt de volgende analyse  te rechtvaardigen: dichter/zender verpakt in de boodschap veel teveel tekens die door een doorsnee lezer/ontvanger niet ontcijferd kunnen worden.

jeanine: –>
Aratrios
 
Eerst dacht ik aan James Bond bij het lezen van dit gedicht maar ik vond die Bond er niet in terug. Ik zou niet aan Charlie Chaplin gedacht hebben als ik de woorden van Pom niet even gelezen had. Dit is ook voor het eerst dat ik dit deed. Omdat ik me soms een soort proefkonijn voel op ‘de pom’,  als ik een gedicht krijg voorgeschoteld waarin ik de verwijzingen wel zie maar ze toch niet precies kan duiden.  Als lezer vind ik het plezierig dat een gedicht binnenkomt, soepel liefst maar dat is geen noodzaak. Wel vind ik het fijn dat het erbij staat, als een gedicht vrij naar het werk van een andere dichter is, of, zoals hier, naar een film. Dan weet je als lezer tenminste waar je aan toe bent. Ik wil graag blij worden van een gedicht, niet nerveus omdat ik er geen touw aan vast kan knopen en natuurlijk niet af wil gaan als men me naar mijn mening vraagt. Voor mij is schrijven communiceren, de boodschapper, schrijver dus, speelt hier zelf een belangrijke rol in, de belangrijkste in feite.
 
Op de vlakte

Hier houd ik mij staande
op dit terrein verzet ik bergen
met de vinger van één hand

niet dat de diepe dalen gemist
ik neem de valkuilen voor elke ik
in een gedicht voor lief

lees me te pletter bij vakbroeders
en podiumbeesten ook zij gaan los
op zelfs een lichte verhoging

terwijl ik me op de vlakte houd
en loslopende woorden bijeen raap
voor ze wegrollen in een kuil

maak er in een handomdraai ketel-
muziek van – de ziel uit het lijf geklopt
om kwaadwillende heksen te verjagen


FT 08.11.2019

pom –>
laat ik nu ik deze week de receptie esthetica omarm ook dit gedicht – als boodschap tussen zender en ontvanger – eens  op genoemde wijze interpreteren. wat stopt de dichter in de boodschap is de eerste vraag en op welke wijze – welke tekens?  mij vallen als ontvanger van de boodschap de ietwat statige en zeker niet moderne woorden op: bergen verzetten, dalen, valkuilen, voor lief nemen, vakbroeders, podiumbeesten, losgaan, bijeenrapen, handomdraai, ziel en kloppen – veel wat oudere gezegdes ook, ik tel er zomaar 9!!!. de conclusie lijkt gerechtvaardigd dat jonge mensen met een ander moderner taalgebruik weinig op zullen hebben met deze tekst. laat ik eens wat noemen ter verduidelijking:
 
Awkward
Term uit het Amerikaans om aan te geven dat iets ongemakkelijk is.
Bae
Het woord Bae word vaak door jongeren en tieners gebruikt voor: schatje, vriend/vriendin of babe maar ook betekent het woord Bae before anyone else.
Eèèècht zo
Uitspraak om aan te duiden dat iets op de onbetwiste waarheid berust. Het gaat meestal om zulke universele dingen dat het eigenlijk niet eens nodig is om ze nogmaals kracht bij te staan door te roepen ‘èèèècht zo!’ – met nadruk op de ‘echt’ -, maar puur uit theatraliteit doen ze dit toch.
Skeer
Betekent blut of platzak, maar wordt ook gebruikt om iets te omschrijven dat armoedig wordt gevonden: ‘Wat een skere gast is dat. Hij geeft nooit een rondje.’

jeanine: –>
FT 08.11.2019
 
Het bijeen rapen van loslopende woorden vind ik mooi gezegd en het ziet er naar uit dat de dichter dat in dit gedicht gedaan heeft.
De vinger van Hansje, nou ja dat was een duim dacht ik, woorden die als knikkers in een kuil zouden kunnen rollen, vakbroeders? Andere dichters of is er meer?  Op zelfs een lichte verhoging,  hier denk ik even dat ‘op’ ‘met’ zou kunnen zijn. Al die opwinding over een hoopje woorden waarin altijd weer de kleine valkuil schuilt. Kwaadwillende heksen verjagen. Yep, daarin heb je een medestander gevonden.
 
als rivieren

lang niet meer
het landschap
spiegelen

alles
in stilte
donker is
en lelijk

dansen wij
als heksen
rond de ketel

in een
onbedwingbaar
verlangen

iets van houvast
terug te nemen

van waarheid
in de wanorde

wat ooit
zonneklaar
en liefde was
terug te winnen

petra maria


pom–>
een meer of minder wanhopige poging nog om de oppervlakte te bereiken. zo valt de inhoud van dit gedicht te lezen. je zou zeggen dat de titel opgedroogde rivieren had kunnen zijn hier. één persoon is in dit gedicht niet te lokaliseren. WIJ zijn aan de orde – wie wij ook mogen zijn. wij allemaal dus.  in termen van receptie esthetica worden op de lezer/ontvanger schijnbaar algemene waarheden losgelaten van een generatie, een tijdsgewricht, een populatie,  laten we zeggen van alle Nederlanders van nu bij elkaar. en wat laat deze groep ONS lezers weten: dat het maar een droeve toestand is de heksenketel van 10 november 2019 in Nederland, een groep mensen vol van verlangen wanhopig op zoek naar de liefde.
 
jeanine: –>
petra maria
 
Dat verlangen iets aan houvast terug te nemen, dat vind ik mooi gezegd. Wie de heksen zijn die om de ketel dansen is me niet helemaal duidelijk. Hoor ik als lezer bij die ‘wij’, of gaat het over ‘ik’ en een ‘je’?  Dat terugnemen van waarheid in de wanorde, is er wel waarheid in de orde, denk je?  Ik vraag me dat als lezer af.
Strijd van het leven

Tijd streelt alle zonden met speels gemak
de strijd van het leven een oerkreet

de snaren van ‘t hart getekend door liefde
dader en slachtoffer bespelen de harp

achter de deur luisteren witte wieven
gestommel drukt zich uit in listig fluisteren

zonder mededogen slaan pauken het zingen stil
trillen vingers langs romantische melodieën

smart uit zich in ruisend gemompel
de strijd woedt ritmisch en genadig voort.


Rik van Boeckel
9 november 2019

pom –>
Ook bij rik van boeckel levert een benadering vanuit de receptie esthetica (lees de recensies hierboven) niet echt een fris en positief beeld op: veel teveel oude woorden zijn verwerkt in de tekst om nieuwe generaties lezers aan te spreken: smart, genadig, harp, wieven, snaren van het hart, oerkreet. en het verbasterde gezegde uit de eerste regel helpt ook al niet mee om het gedicht deze tijd in te tillen.

jeanine: –>
Rik van Boeckel
9 november 2019
 
Tijd streelt alle wonden. Streelt i.p.v. heelt, lekker makkelijk en tegelijkertijd wel leuk gevonden. Verder een muzikale heksenketel aan ‘gedoe’
 

ben ik werkelijk zo slecht?
 
helend ontdelend smeer ik je in
met het bijtende vliegzalf
verroerend ontroerend
 
bevrucht ik je met mijn luststengel
tussen het essen- en wilgenhout
rijd ik over heggen en hagen
 
naar wijnkelders in een vloek en een zucht
door schoorstenen vol roet en pek
terwijl ze zeiden dat vertellingen en ongelukken
 
altijd hand in hand in ons voorberade land
terwijl de dwazen en wijzen zich te goed doen
mocht je de weg niet meer terugvinden
 
naar het lichaam, blijf de eeuwig roepende
muze en beleef de ultieme eenwording
als die de brandstapel waard is
 
we dragen de wilsbeschikking van de liefde
we drijven in gondola’s over hortende rivieren
het maakt niet uit hoe ziek ik ben 
 
 
Jolies Heij  
pom–>
ook bij dit gedicht brengt de receptie esthetica deze week uitkomst. onze jolies heij voelt hem wel al aankomen natuurlijk. wat stopt dichter allemaal in dit gedicht (welke tekens) dat de lezer zou kunnen gaan genieten. het is van een krankzinnigheid zonder weerga. laten we even als lezer stilstaan bij de eerste strofe:

helend ontdelend smeer ik je in – wat is helend ontdelend?
met het bijtende vliegzalf – wat voor zalf mevrouw?
verroerend ontroerend – hoe?

je bent als lezer de deur uit voordat het gedicht is begonnen – zoveel onzin gepropt in zo weinig regels en dan nog denken dat de lezer je verder zou willen lezen? neen!
nouja het is onze jolies heij – laten we nog één strofe trachten.

bevrucht ik je met mijn luststengel – pardon? met wie of met watte?
tussen het essen- en wilgenhout – waar dan?
rijd ik over heggen en hagen – zo zo mevrouw ken er wat van op der bezempje.
en weg is de lezer.

jeanine: –>
Jolies Heij  
 
bevrucht ik je met mijn luststengel, laat ik hier nou het beeld van een ongewenste zwangerschap bij krijgen.
Ik vind die laatste regel heel bijzonder, het liefst lees ik daar een hele hoop andere regels voor. Het gedicht wat ik nu lees komt op me over als een grote jammerklacht, terwijl de schrijver ervan het moeten jammeren zelf over zich afroept. Wat moet ik als lezer in hemelsnaam met bijv. voorberade land.  Oké, je voldeed aan het thema, je schreef een ketel bomvol heksentaal, mag ik het zo omschrijven?


    
 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

1 reactie

  1. als rivieren

    lang niet meer
    het landschap
    spiegelen

    alles
    in stilte
    donker is
    en lelijk

    dansen wij
    als heksen
    rond de ketel

    in een
    onbedwingbaar
    verlangen

    iets van houvast
    terug te nemen

    van waarheid
    in de wanorde

    wat ooit
    zonneklaar
    en liefde was
    terug te winnen

    petra maria

Laat een reactie achter