
JURYRAPPORT–>
de poëtische sfeertekening van het niet begrijpen die jacob de bruin ons bood op deze zondagochtend stijgt uit boven de vele ingezonden prachtwerken. Goud voor Jacob. van harte – wat een prachtig gedicht – van erwin vogelzang kwaliteit – een gedicht dat vandaag boven alles en iedereen uitzingt. ik dank alle dichters voor het insturen – heel divers – heel persoonlijk ook soms. de eerste drie strofen met het sluipende water van magda haan verdienen zilver – met brons zouden veel dichters geëerd kunnen worden vandaag – frans, Ien, Rik – maar ik kies voor de aanstichtster van al deze poëziepracht deze zondag – het troostrijke gedicht van Petra Maria en met name voor die gouden regel: ‘ ik weet het wel de zee was eigenlijk nooit zo blauw’- zo is het ook in de poëzie kan en mag altijd alles blauwer dan welk blauw dan ook. dank en alle winnaars van harte.

[ Een betekenisvol gedicht ]
laat het tien jaar terug zijn
negen acht of elf misschien
binnen wordt gerookt
ik zie dat zelfs ik
de kroeg de blues de mist
zijn trage dans die
botst wankelt nee valt
niet nee net niet hij stamelt
in de stilte tussen twee sets
zijn woordeloos betoog
aan onze statafel
waar alles samenvalt
schuift een asbak en drie bierviltjes
elk op ongeveer een derde omgevouwen
tot alweer een heelal
dat juist hier tot begrip komt
misschien dat hij toch leeft en
deze avond zomaar vergat
terwijl ik me nogal scherp herinner
hoe exact ik niets begreep
dit
dat wil zeggen
zoiets willen schrijven
maar dan als betekenisvol gedicht
jacob de bruin 18012020
–>
zie daar een poëtische sfeertekening van het niet begrijpen die jacob ons aanbiedt op deze zondagochtend. we gaan terug in de tijd – dichter heeft het ook niet allemaal bijgehouden – is ook de taak van de dichter niet – dichters twijfelen of zaaien twijfel – zo moet dat en zo gebeurt dat ook in dit gedicht – in zijn geest tracht de dichter de verbindingen te herstellen – maar de neuronen of de betekenistransmitters of hoe ze ook mogen heten in professor scherdertaal moeten bijgesmeerd. de dichter doet wel een poging – tenslotte heeft de dichter de taal tot zijn beschikking en met taal kan het onmogelijke mogelijk gemaakt. waar de betekenissen uiteen zijn gevallen kan nog altijd wel een betekenisvol gedicht gewenst. met flarden kan een geheel gesmeed – met bruin een voorbijrazend diep blauw schilderij geschilderd. in de stilte een poëtisch heelal ontdekt.
- Magda Haan – Het is de vraag wanneer ik meegezogen word in krochten en spelonken
- Rik van Boeckel – soms hoor ik vaders duiven koeren
- Petra Maria – ik weet het wel de zee was eigenlijk nooit zo blauw
- Frans Terken – wij gunnen haar een taai gevecht het verlies in totale ondergang
- Jeanine Hoedemakers – onze stemmen zijn nooit eerder door andere stemmen opgeëist
- Erika De Stercke – Wat de toekomst brengt, het wacht op handgeschept papier.
- Ien Verrips – bleek ook de dood de niemandsvriend
- Karin Beumkes – er zit houtrot in het water
- Jacob de Bruin – in de stilte tussen twee sets zijn woordeloos betoog
- Ditmar Bakker – Waarom opeens dit grenzeloos verdriet?
- Peter Posthumus – wat leeft verdwijnt
- Anne van Walraven – leven, beveel me om iets te voelen

wie wint de enige echte virtuele ontredderingstrofee op pomgedichten?
petra maria heeft een schilderij het licht laten zien met de voorlopige titel “ontreddering”. een begrip dat dichters zal aanspreken – het jaar is nog niet begonnen of de ontreddering is al weer daar. de goden zij dank. dichters laat u inspireren door dit prachtschilderij van onze petra maria. en wat is er mooier nog dan het jaar 2020 te aanvaarden in volkomen ontreddering? niets!
u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regel s is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd. en ondanks alles zeggen zingen we met LUDIQUE:
nu ik aan het einde gekomen ben
bang waar ik altijd al bang voor was
bang voor wat komen zal
maar kijken kan zoals nooit eerder
en van de eenvoud adem vol van liefde
dat vanzelfsprekende geluk
pom wolff

Het is de vraag waarom
waterdragers alleen het gat in de dijk
dichten, sluipend water stijgt
tot aan lippen die verzegeld zijn. Waarom alleen
dienstknechten met ambitie
neusbloedend staatkunde voeren onder luid geschal
tot de aarde bedekt met staalslakken dooft.
Vogels lachen in hun vlucht.
Het is de vraag wanneer ik meegezogen word
in krochten en spelonken, blijft mijn
oerkreet ergens lam liggen, word
ik nog vindbaar geacht.
Waarom ik raaskal en mijzelf bedot. Hoelang
de namen van het Lageland nog niet onderwater
staan, ik de hemelvlam nog zie. Het is de vraag
wanneer ik eerlijk antwoord krijg.
© Magda Haan
–>
het jaar 2020 te aanvaarden in volkomen ontreddering – dat was de poëtische opdracht – en we wensen magda haan welkom in de ‘wedstrijd’ – geen wedstrijd maar deze week een eerbetoon aan dichter/kunstenaar petra maria vandenE aan haar schilderij met die voorlopige titel ‘ontreddering’. een dramatisch doek vol voorbij vliegende werelddelen – zo kan een einde zijn als de ontreddering heeft toegeslagen – de klimaatcrisis een hoogtepunt heeft bereikt – kortom een realistisch tijdsbeeld in poëzie – een beetje over de top – maar dat mag in de schilderkunst en ook in de poëzie – alles mag in poëzie – zolang baudet en frau faber die met der kop aus kruppstahl de scepter nog niet zwaaien – want dan mag niets meer – hoe dan ook magda mag blijven dat wil ik maar even gezegd hebben. ik lees dit gedicht als een daad van verzet. zeker in de eerste drie strofen. met prachtige beelden – sluipend water!! jaaaa!! staalslakken!! jaaaa!!! en dat alles bij de vraag wanneer de verlamde oerkreten van de ik persoon te horen zullen zijn. drie prachtige eerste strofen. ‘, word ik nog vindbaar geacht.’ het zou zo een prachtige slotregel kunnen zijn in een prachtig gedicht. zo dat je wil uitlopen naar de dichter en hem/haar wil troosten – ja u wordt ja zeker u wordt vindbaar geacht – u bent een dichter.
de vierde strofe is in wezen overbodig wat de inhoud betreft – niet wat de vorm – hoe dan ook zeg ik nogmaals – goed dat er dichters zijn – poëzie is een daad verzet. altijd.

Hier mijn bijdrage.
Groetjes,
Rik
Winterwind waait terug in de tijd
Winter waait over graven
bloemen verwelken met de dood
de takken zijn als raven
nemen herinnering mee uit nood
geheugen draait op volle toeren
versnelt het terug gaan in de tijd
laat vader ons weer vervoeren
naar Franse vakantie gezelligheid
het verleden lijkt nu een stille droom
daarin kan ik mezelf nog even kwijt
maar toch hou ik mezelf nog in toom
soms hoor ik vaders duiven koeren
tijdens de jaren zestig werkelijkheid
kon moeders de rijst in pannen roeren.
Rik van Boeckel
17 januari 2020
–>
een persoonlijk verslag van ontreddering – met een universele bezige vader en een universele zorgzame moeder. mooi en ontroerend – een terugblik die de mens niet vrolijk stemt. soms horen we de duiven nog koeren – nu rest slechts de vogelpest vul ik voor het gemak maar even in. het verleden een stille droom versus de harde werkelijkheid die zich opdringt met het vergaan van de jaren. zo kan de wereld worden gezien bij een thema ontreddering. de beelden van vader en moeder ontroeren – door rik gezien en meegenomen dienen zij tot troost in harde tijden.

wat sta je daar
ontredderd
ik weet het wel
de zee
was eigenlijk nooit
zo blauw
’s avonds sluit je
met de gordijnen
een tijdperk
en als bij
het ochtendlicht
de bange wolken
zijn verdreven
kan het leven weer
armen wijd
de branding tegemoet
Petra Maria
–>
ja daar houden we van op pomgedichten. het scherm vol van de blauwe zee en dan blijkt de zee helemaal niet blauw – hahaha – is er eigenlijk wel sprake van een zee – “ik weet het wel het is geen zee – ja een zee aan kleuren dat wel” had zomaar een dichtregel kunnen zijn in dit gedicht. het leven kan de volgende dag altijd weer geleefd – ik hoor een troostrijke moeder zacht haar kind toespreken. dat de angstaanjagende wolken voorbij gaan. ook in tijden van ontreddering. schilderij en gedichten en zeker dit gedicht zijn een expo waard.

zoals de ontreddering ook dit jaar tot ons komt,
zelfs via de beeldbuis in Op1.
Groet, Frans
Faberdier
Zoals het vlees van mevrouw F.
van de vereniging van vreemde vogels
is opgetrokken uit slachtafval
dat zij haar vuile gif spuit
op Gelderse tafels en in een studio
waar de lampen haar leugens uitlichten
wat wij in ontreddering aanzien
maar niet kunnen en willen slikken
maag en hersenen verteren dit slecht
wij gunnen haar een taai gevecht
het verlies in totale ondergang
verzwaard met boze blikken
FT 18.01.2020
redactie: ook Eus bespreekt in een reactie in het AD de kop van kruppstaal:
https://www.ad.nl/binnenland/pvv-er-marjolein-faber-heeft-het-niveau-van-een-dronken-hooligan~a353e116/?referrer=https://www.google.com/
–>
de kop van kruppstahl ook stevig uitgelicht door frans in dit gedicht. de vereniging van vreemde vogels – hahaha – jawel nog wel. heel veel is er niet nodig in dit land – goed dat er nog poëten zijn die met het slachtafval korte metten maken – de mestvaalt op. dat ze zelf in hun eigen blinde woede mogen stikken en in de leugentaal die ze als geen ander beheersen. dat wensen wij heer op deze gewijde zondagochtend.

strand van stilte
van enkel de blik
waarop ik dein
de wind is dat huilend meisje
waarmee de moeder zich wapent
de wind is ook de vader
die zich laat horen
onze stemmen zijn nooit eerder
door andere stemmen opgeëist
en toen we ze verloren
die stamelende kinderjuffen van taal
toen sprak de golf die kwam aangerold
over de zeven dagen die het patroon werden
van leven en hoe we geven moesten
hij liet ons achter in het zand
waarin wij afdrukken hadden geplaatst
van de onnozele waarheid
die onze voeten hadden aangenomen
© Jeanine Hoedemakers
–>
in zekere zin lazen we dit gedicht qua inhoud ook al in onderdelen bij rik – het is van de wind, van vader en van de moeder – van de tijd die vergleden is – jeanine voegt er nog een schooljuf aan toe – dat we weten hoe we leven moeten. enige dimensies voegt jeanine natuurlijk gesproken wel nog toe – ik moet het zeggen anders doe ik haar onrecht – op het strand van stilte (toen dat nog bestond ja) komt een sprekende golf op het eenzame meisje toegerold en deelt met haar een levenswijsheid – we moeten geven – en zo is ook dit gedicht gegeven een eerbetoon aan petra maria en haar doek met sprekende golven.

Redding
Er zijn geen ondertitelingen nodig
wanneer de avond ons gesprek
in zijn oksels sluit.
Zonder vragen wiegt een bries
de klanken naar toppen van geluk.
Het raam blijft open.
Wat de toekomst brengt, het wacht
op handgeschept papier.
Houdbaarheidsdatum onzeker.
We draaien aan de wijzers van
een ingebouwde klok. Lopen met
grote passen de achterstand in.
Erika De Stercke
–>
Erika biedt ons allen troost – wat nou ontreddering! lijkt de dichter hier uit te roepen – heb het leven lief – er daagt redding aan de horizon – kijk maar – bij een zachte brieswind beschrijft dichteres de hoogtepunten van geluk die haar in de voorbije nacht gegund werden. op prachtig handgeschept papier wijst erika ons de weg naar een weliswaar onzekere toekomst. fijne euforie bij het donkerblauw aangereikt thema van voorbij razende werelddelen.

Mijn bijdrage voor bij het schilderij met als werktitel ontreddering.
bleek kleurt de dag het licht
verdikkend tot vlagen
van gedempt verlangen
bleek de huid van het meisje
doorschijnend wit
geen bloed vloeit van haar zoete lippen
geen glans geslagen op haar matte wangen
bleek ook de dood
de niemandsvriend
die op mij wacht
en mijn gedachten houdt gevangen
Ien Verrips
–>
ook Ien heten we welkom in de zondagochtend ‘wedstrijd’ waarin deze week de ontreddering op de loer ligt. Ien begint in een bleek daglicht aan het thema. het meisje in strofe twee ook bleek – zij bleek wit. als de dood. ‘de dood de niemandsvriend’ kernachtig verwoord.
tsja – hoe zeggen we het – kort en krachtig zoals het een goed dichter betaamt. de publiekswinnaar van de onlangs gehouden zaanse poëzie wedstrijd draait er in haar gedichten niet omheen. en in dit gedicht al helemaal niet – deze kort gehouden persoonlijke overweging in poëzie kernachtig verwoord, mag er zijn.

Het kost ons het profiel van verraad
wij maken onze eeuwigheid kapot
er zit houtrot in het water
de varkens rotten in hun kleine hokken
benauwd rijden de vrachtwagens tot Tibet
ik heb geen flauw idee hoe laat ze zijn vertrokken.
Maar eens leven we onder een vulkaan
de computers zijn kapot, het geile lied
van de verzadiging eist zijn tol
auto`s rijden op pure alcohol
de planeet werd nooit geboren.
De mens blijft niet intact
het mes zal blijven steken
het is werkelijk bekeken
oorlogen eisen hun verdomde tax.
In Sodom en Gomorra
is geen plaats meer voor debielen.
Wij sterven uit.
Wij kunnen niet naar Mars.
Liefs
Karin Beumkes
–>
hier in de huiskamer wordt het gedicht al met goud omhangen. webmaster/juryvoorzitter kijkt toch anders naar de woorden. natuurlijk als het taal kanon beumkes in en op de vrije wereld wordt losgelaten dan blijft er weinig van de wereld over – zoveel is zeker. maar hier is toch nog wel even een stevige redigerende hand nodig. het is meer een partijprogramma van de onlangs opgerichte partijafdeling sp/groen links op een locatie als texel. we sterven uit mensen! dat kunnen we op het eiland hier niet hebben! moet je kijken er zit al houtrot in het water!! en ruik toch eens hoe de varkens rotten.
oorlog, sodom en de rest het is mij allemaal TE direct, TE benoemd, Te weinig poëtisch. wel leuk natuurlijk die houtrot en dat de dichter net niet weet hoe laat de wagens naar Tibet vertrokken – ook helemaal ok. maar van beumkes willen we – eisen we – alleen maar poëzie en geen TE directe partijprogrammataal.

Ik ben het niet gewend een traan te laten;
Vergeef mij, God, maar ik begrijp het niet.
Vergun mij antwoord, kort en expliciet:
Ik ween, en zwalk beschonken door de straten.
Waarom opeens dit grenzeloos verdriet?
Ik huil niet om het plots gekrookte riet
Waar dominee en kudde over praten,
Vergeef mij, God, maar ik begrijp het niet.
En dat de herfst de boom van kleur verschiet…
Ik heb het gamma amper in de gaten,
Waarom opeens dit grenzeloos verdriet?
“Er is zoveel dat ons het leven biedt!”,
Vertellen ons de christen-democraten,
Vergeef mij, God, maar ik begrijp het niet:
Ik ben een mens, die aan de einder ziet
Dat alle schaapjes vrolijk staan te blaten.
Waarom opeens dit grenzeloos verdriet?
Vergeef mij, God, maar ik begrijp het niet.
[Ditmar Bakker]
–>
ditmar gooit een klassieker in de strijd (een oudje) maar wonderschoon en al vele maken door mij bezongen – een gedicht hors categorie en het antwoord is door mij allang en heel vaak gegeven – hem toegezongen wat zeg ik gezongen – geschreeuwd – toegeschreeuwd: ik weet het niet, ik weet het niet ik weet het lieve ditmar niet. je kunt je zo innig geliefde webmaster wel blijven vragen maar webbie weet het niet. we lezen hier over christen democraten – hahaha – over god en de dominee – maar ditmar houdt het menselijk – is ie ook natuurlijk – maar wel een god in de gedachten van webmaster. dat dan weer wel. een heerlijk gedicht maar een oudje, in de prijzen valt het niet. wel een eervolle vermelding natuurlijk.
wat leeft verdwijnt
wat je hoort
is voorbij
wat moet
doet er niet toe
wat kan
hoeft nog niet
wat je doet
kan je laten
en wat dan nog
ik zou niet weten
Peter Posthumus
–>
mooie samenvatting van het leven. realisme en troostrijk ook bij de ontreddering die ons allen gegeven is. zal zijn of werd gegeven. alles gaat voorbij en zin heeft het ook al niet. hahaha noem dat maar troostrijk. het doet er niet toe – het zal er niet toe doen. nooit. troostrijk in de zin van relativering dat wel ja. alle stresskippen in de legbatterij van het wereldhok leest peter posthumus en jullie weten weer waar jullie staan. of kakel verder er lustig op los. het doet er niet toe.

ik zit vol met leegte
leven, beveel me
om iets te voelen
laat iets beven
laat iets schudden
leven
geef me
iets
zodat ik mag verdrinken
laat mij maar zinken
naar beneden
dan zal ik mogen lijden
en langzaam
verdwijnen
Anne van Walraven
een wel zeer persoonlijke inkleuring van het thema ONTREDDERING brengt anne ons. ze spreekt het leven aan en stelt eisen aan het leven. zo vol met leegte – zo afwezig het gevoel dat het leven de ik persoon in beweging moet krijgen – beveel me – roept anne uit – leven! beveel me. hier is een dichter aan het woord -de omkering. meestal wordt het leven geleefd – kennen we het leven een passieve rol toe – hier wordt het leven gevraagd zich uit te leven en een actieve rol te spelen.
een gedicht op de rand – zeker in het tweede gedeelte van de tekst – een zwart romantisch gevoel van ontreddering geschetst – de wil om langzaam te verdwijnen – zinken/verdrinken en dat het van het lijden is. jonge dichters getuigen vaak in directe proza van de dingen die van belang zijn – zeg hier maar rustig existentieel- voor de dichter. in de tekst zit net genoeg jotie t hoofts om het tweede gedeelte van de tekst voor de lezer geloofwaardig te laten zijn. maar op de rand blijft het.
wat sta je daar
ontredderd
ik weet het wel
de zee
was eigenlijk nooit
zo blauw
’s avonds sluit je
met de gordijnen
een tijdperk
en als bij
het ochtendlicht
de bange wolken
zijn verdreven
kan het leven weer
armen wijd
de branding tegemoet
Petra Maria
Dag Pom,
zoals de ontreddering ook dit jaar tot ons komt,
zelfs via de beeldbuis in Op1.
Groet, Frans
Faberdier
Zoals het vlees van mevrouw F.
van de vereniging van vreemde vogels
is opgetrokken uit slachtafval
dat zij haar vuile gif spuit
op Gelderse tafels en in een studio
waar de lampen haar leugens uitlichten
wat wij in ontreddering aanzien
maar niet kunnen en willen slikken
maag en hersenen verteren dit slecht
wij gunnen haar een taai gevecht
het verlies in totale ondergang
verzwaard met boze blikken
FT 18.01.2020