Anke Labrie wint de enige echte virtuele ja waar waren we ook al weer gebleven trofee op pomgedichten


Amsterdam 2020 (III)
 
hoe de schaduw van een boom
die iets verder staat
in de smalle straat waarin ik woon
onzichtbaar vanuit mijn raam
door de storm beweegt
op de hoge muren aan de overkant
even beschenen door de zon
 
dan weer ineens verdwenen
door voorbij zeilende wolken
donker met daartussen flarden blauw
wel zichtbaar in het kader
van mijn kleine raam
 
zoiets te zien
zoiets altijd te blijven zien
 
anke labrie


vaststellen hoe ver we in het leven staan, waar we in het leven staan, is het mars of is het aarde onder onze voeten? dat was de opdracht – op een meer dan contemplatieve wijze vorm gegeven door dichter Labrie hier. de schaduwen van onzichtbare bomen – daarbij wat flarden van donker en licht in diverse tinten blauw en dat het zo altijd wel zal blijven op onze blauwe planeet. zo is de waarheid ook te beschrijven. ik zeg GOUD! van harte
 
  • Petra Maria in de eeuwige sneeuw
  • Cartouche onder een deken van ondaad en zonder bezwaren
  • Rik van Boeckel langs oceanen van lange dagen
  • Frans Terken een stap vooruit naar omhelzing
  • Magda Haan op de koffie bij de buurvrouw
  • Ien Verrips op zo’n dood moment
  • Ditmar Bakker met rozen
  • Erika De Stercke door het duingras
  • Vera van der Horst in tranen
  • Anke Labrie voor haar raam

wie wint de enige echte virtuele ja waar waren we ook al weer gebleven trofee op pomgedichten?

een moment van contemplatie voor elk mens voor elke dichter ook – even pas op de plaats en vaststellen hoe ver we in het leven staan, waar we in het leven staan, is het mars of is het aarde onder onze voeten? – dichters weten dat soort zaken in poëzie te verwoorden – zodat we weer verder kunnen. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

waar waren we gebleven
jij sprak woorden van diepe aard
dit wordt typisch weer…
zo een gedicht…
van jou…
waarin…

ik hoorde je denken
dit wordt inderdaad een gedicht
bevestigde ik

waarin…
de woorden…
elkaar net niet raken…

pom wolff

er komt een kleine ijstijd

we liggen neergevlijd
als tevreden
hier lag toch eeuwige sneeuw
of was dat vroeger

dit jaar is alles gesmolten
in duizend stukjes
puzzel dat maar weer eens
tot liefdevlokken

er komt een witte wereld
een lang wit leven
grote dromen zijn te ruste
gelegd

het is nog maar afwachten
wat voor nieuw leven ontspringt
niet op andere planeten
niet op mars

er komt een kleine ijstijd


petra maria

–>
‘dit jaar is alles gesmolten’ lijkt mij de cruciale regel in dit gedicht. even stilstaan bij tot hoever wij zijn gekomen – petra schetst geen vrolijk wereldbeeld – de kleine ijstijd aangebroken – hier lag toch sneeuw. ik moet aan marlene dietrich denken en haar sag mir wo die blumen sind – wo sinds sie geblieben – was ist geschehen? wann wird man je verstehen? ik weet ook niet wanneer we het leven ooit zullen begrijpen. petra gelukkig ook niet – dichters stellen geen vragen – dichters schetsen slechts illusies, dromen en de zware gevolgen soms: ijstijden
 

Binnenvaart

Zo ver zijn we gekomen en verder niet
gelukkig zeiden je ogen, dat dient nergens toe
we zien wel waar het schip precies zijn anker licht, hier
liggen we elkanders deksman en lichtmatroos te wezen
onder een deken van ondaad en zonder bezwaren
 
dromen bewaren we beter voor elkaar
voor later als we ons weer mengen en begeven
in de menigte benen die ons tegemoet zullen treden
de struikelstenen om ergens aan te komen
op een plek van tweezaamheid
 
waar woord en gevoel geburen zijn
zolang je hand op mijn borst, mijn mond
rond je tepel, zolang we de regen buiten
de zon in ons midden weten te houden
hebben we vaste voet aan elkaar
 
kan ons de wereld gestolen
vormen, voegen we ons samen
in alle wee-, dee- en overmoed
 
als paar apart
 
20-02-2021 / Cartouche


–>
‘onder een deken van ondaad en zonder bezwaren’ Cartouche weer eens oneindig mooi op zijn Vasalis’. veel woorden verder nodig voor de liefde heeft de dichter hier. het beeld van de binnenvaart stevig en in de derde strofe ook stevig lichamelijk uitgeschreven. als je Cartouche ook maar even onbeteugeld laat gaan dan zijn de uitspattingen niet van de lucht. de wereld kan hem dan gestolen – gelukkig de poëzie niet. of moet ik hier zeggen gelukkig de bombastische poëzie niet. op die ene wonderschone regel na: ‘onder een deken van ondaad en zonder bezwaren’ – onder die deken willen alle dichters, poëzieliefhebbers, lezers ook.
 
Waar waren we ook al weer gebleven’ vraag ik me ook af Pom. Nu ik veel lees, gisteravond ‘soms denk ik wel eens bij mezelf’ van conferencier Wim Kan en daarvoor Revolusi van David van Reybrouck over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd zie ik het leven soms als een levend boek; elke dag slaan we een bladzijde om. Hoe dik dat boek zal worden weten we niet en wellicht nooit.


Levend boek

Het levend boek is nimmer klaar
oogstdagen zaaien geleefde jaren

geliefde jaren jagen verdriet weg
geboren uit man en vrouw uit warmte

ze komen nooit meer terug
zijn als herinnering en achter de rug

nabodes we hebben ze gelezen
voorbodes zonder luide weerga

leven brengen liefde vermengen
om aandacht en inzicht te krijgen

het blijft in nevelen gehuld
tot bladeren geduldig omslaan

de wetenschap van overpeinzing
laat ons naderen in contemplatie

wij zijn er om de tijd te dragen
langs oceanen van lange dagen

de dag vooruit is nog geen pennenstreek
wij kijken om en zien een levend boek.


Rik van Boeckel
20 februari 2021


–>
het beeld van een boek hier door een dichter gegeven – zo hoort dat ook. elke dag weer een bladzijde om om te slaan – voor rik van boeckel om te beschrijven. al dan niet begeleid met percussie – zoals ook vastgelegd op de zwarte schijf. die prachtige regel ook die RIK aan de mensheid meegeeft – tegelijk zo vreselijk waar als poëtisch: ‘wij zijn er om de tijd te dragen…’
 
Naar omstandigheden

Ik zie u graag in betere omstandigheden
als we rondborstig geheeld hebben
wat er grof is afgebroken

hoe er veel tijd teniet is gedaan
met elkaar naar het leven staan
losgaan met verschroeiende kracht

stenen des aanstoots opgepakt
en naar iemands hoofd gesmeten
het valse geschreeuw tegen

laat ons met twee kaarsen staan
onder de kin gekruist voor de zegen
een bede voor een gezonde keel

de stem welluidend als voorheen
zonder brok of schorre klank
alsof de hals half dichtgesnoerd

waanzin uit het hoofd gespoeld
de rook uit de oren geblazen
de elleboog geboden en beroerd

elkaar diep in de ogen kijken
een stap vooruit naar omhelzing

© FT 20.02.2021


–>
naar omstandigheden maken wij het wel – frans schetst hoe het beter kan als de waanzin is verdwenen – als de rook om onze hoofden is verdwenen – zong boudewijn de groot al. op weg zijn we naar betere tijden, betere omstandigheden ook – die omstandigheden even belicht door de dichter: het verlangen naar de omarming, de omhelzing,  naar warmte.


Beste Pom
Pas op de plaats, je zei het al. Maar nu bekruipt mij soms het gevoel van doelloosheid. Zeker geen depressieve gevoelens maar wel tijd voor reflectie.

Fijn weekend.
Groet
Magda Haan



Nieuwe titels
 
Hoe mooi doelloosheid kan zijn
door vleugels uit te slaan op eigen domein
de tuin met achterstallig onderhoud
opeens een pluktuin wordt genoemd
 
op de koffie bij de buurvrouw een meidending
de specht van vorig jaar het nest herbruikt
supermarktkarren getrokken
door ogen met een eigen spreektaal
 
teruggeworpen op eigen creativiteit
de boekenkast eindelijk afgestoft
titels ontdekt en herlezen
 
Magda Haan


–>
Magda houdt het klein en bij de kleine dingen. met een zekere doelloosheid schetst zij de herhaling – of ligt de waarheid toch net even anders of andersom: dat met de herhaling  de doelloosheid hier een gegeven is.
 

zou ik geworden zijn wie ik nu ben
als jij bij me was gebleven
zou ik  doen wat ik nu doe
zou ik een leuker mens geworden zijn
als jij er nog zou zijn geweest
soms op zo’n dood moment
 vraag ik me wel eens af
hoe zou het leven zijn verstreken
met jou erbij
en of ons samenzijn het
überhaupt zou hebben overleefd

Ien Verrips


–>
contemplatie vandaag in de wedstrijd hier ook bij en door Ien. geen vragen stellen is mijn devies in gedichten en wat doet Ien – juist ja vragen stellen, niet één vraag maar alleen maar vragen. wie zich geroepen voelt hij of zij geeft de antwoorden. de lezer wordt hier direct aan gesproken. en en passant geeft de ik persoon zich bloot – het blijft hier de vraag of onze Ien een samenzijn wel had overleefd. het antwoord is gegeven in dit gedicht: ze nam het zekere voor het onzekere. dicht als nooit tevoren – en nog levendig ook.

Het Laatste Avondmaal

Mijn lief nam rozen voor mij mee;
ze waren rood, ze telden tien.
Ikzelf bereidde een diner
van boeuf au bourguignon, voordien
mij bleek uit zijn kant van ’t gesprek
dat het hem beter leek, misschien
(de kilte trok in het vertrek)
zo er ten laatste werd gekoosd.
De afwas rest. Fornuis, bestek,
de pannen. Vuilnis dient geloosd.
Verdoemd en naar de ratsmodee:
de liefde, kunst, de ware, troost,
de zon, de branding & de zee…
Mijn lief nam rozen voor mij mee.

***[D.B.] 


->
alles naar de ratsmodee – zo hoort dat ook als dichter bakker de stand van zaken opmaakt. het is nog even genieten en dan stort de hele kolere bliksemse bende en vooral ook de liefde weer in elkaar. heerlijke reviaanse beelden van quasi deftig tot aan plat jordanees. had hazes nog geleefd hij had hier spontaan over de afwas gezongen – voor de zoveelste keer de relatie met raggel naar de ratsmodee. ‘met raggel naar de radsmodee’ het titellied van de CD – ditmar blaast het levenslied een nieuw leven in. en ja breng die rozen maar naar sandra, eer ze de stad verlaat, breng die rozen maar naar sandra het is misschien nog niet te laat.

Geluk

ik zie de wereld in een kamerplant
voel hoe ze druilerige dagen beu is 
bladeren snakken naar de zon 

op zoek naar momenten van geluk
tel ik ondertussen de wolken
ze haasten zich voor regenvlagen

zeepbellen als luxe, het bad loopt vol  
en neemt me mee naar de stranden   
uit mijn dromen 

jij en ik door het duingras   
ondeugend als adam en eva
we ademen de lente in 

Erika De Stercke 


–>
Erika in lente sferen zo mag de samenvatting wel geschreven.
een beetje obligaat zijn de geschetste beelden wel. ook hier met deze tekst  kan de zanger van het levenslied aan de gang. een dichter moet beter.deze dichter zeker.
Fluisterend

De grote woorden zijn gezegd
alles ooit gedacht ligt verankerd
in de groeven van mijn gelaat
de plooien in mijn handen
tonen dat het voorschot is
geconsumeerd de afrekening is
aangebroken, wat kost het nog

een beetje zonlicht
caramelvla met slagroom
een glimlach
een zakdoek voor de tranen


Vera van der Horst


< –>
een typische van der horst – in de nacht geschreven woorden die in de ochtend toch net een beetje TE persoonlijk bij de lezer overkomen. (we lezen over groeven, plooien, en dat de afrekening is aangebroken en over andere hel en verdoemenis in het leven) meestal krijst ze dan laat in de ochtend – haal het gedicht weg – had het niet geplaatst  – in haar oplopende woede luistert ze dan niet meer naar mijn troostende woorden: er zitten ook mooie dingen aan hoor fluister ik door haar hels lawaai – die heerlijke caramellucht bijvoorbeeld dat zijn geen spruitjes – maar wat ik ook fluister  – ‘woede overstemt alles’ stond er al op het bordje in de keuken van mijn oma waar ze de hopjesvla voor mij bereidde – een luisterend oor zal ik niet vinden vandaag. morgen is ze weer – lieve vera – een en al liefde. zeker als ik mijn vingers leg in de groeven van haar gelaat.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. er komt een kleine ijstijd

    we liggen neergevlijd
    als tevreden
    hier lag toch eeuwige sneeuw
    of was dat vroeger

    dit jaar is alles gesmolten
    in duizend stukjes
    puzzel dat maar weer eens
    tot liefdevlokken

    er komt een witte wereld
    een lang wit leven
    grote dromen zijn te ruste
    gelegd

    het is nog maar afwachten
    wat voor nieuw leven ontspringt
    niet op andere planeten
    niet op mars

    er komt een kleine ijstijd

    petra maria

  2. Naar omstandigheden

    Ik zie u graag in betere omstandigheden
    als we rondborstig geheeld hebben
    wat er grof is afgebroken

    hoe er veel tijd teniet is gedaan
    met elkaar naar het leven staan
    losgaan met verschroeiende kracht

    stenen des aanstoots opgepakt
    en naar iemands hoofd gesmeten
    het valse geschreeuw tegen

    laat ons met twee kaarsen staan
    onder de kin gekruist voor de zegen
    een bede voor een gezonde keel

    de stem welluidend als voorheen
    zonder brok of schorre klank
    alsof de hals half dichtgesnoerd

    waanzin uit het hoofd gespoeld
    de rook uit de oren geblazen
    de elleboog geboden en beroerd

    elkaar diep in de ogen kijken
    een stap vooruit naar omhelzing

    © FT 20.02.2021

Laat een reactie achter