PETER BERGER overleeft 41 graden – en hoe



Het is de zon die mij tot noeste arbeid maant. Van kinds af aan. Energy! Vandaag tikt de thermometer 41 graden aan. Tijd voor actie. De berenklauwplaag dient te worden bestreden. Afknippen. Afknippen. En nog eens afknippen. Uitputten. Zegt google. De heggenschaar als assistent. Een paar keer per maand liefst. Afgezien van een paar uit de klauwen gegroeide exemplaren staat het merendeel laag bij de grond. En dat helpt, want de schaar reikt dan makkelijk tot aan de wortel. Die haartjes onder het blad? Beter niet beroeren want berenklauw en zon is een gemene combinatie. Brandblaren? Die heb ik vaak genoeg gehad. Voorzichtigheid is dus geboden. Dat lukt aardig.

Het zijn de dazen die me plagen. De geur van mijn zweet maakt me tot een ware dazenmagneet. Het zijn jagers die als raketten op mijn lijf inslaan. Zich vastbijtend bij first contact. Boem! Met gestrekt been. Het is de aard van het beestje. Ik heb er een flink aantal onder mijn hand kunnen pletten. Paardenvliegen. Maar met schaar in de handen sta je op achterstand. Te laat. Een flink aantal dikke bijtbulten jeukt inmiddels als de ziekte. 

Het bloot van mijn voetzolen sopt zuigend in mijn laarzen. De knieën kraken en de rug schuurt en wrikt. Het bukt lastig. Deert niet want een zwerm witte vlinders brengt zonnig amusement. De zon? Ik hou van haar. Ik kan door haar tot het gaatje gaan. Tot het zweet me gierend van het lijf gutst. Liters. Als ik straks voldaan ben ga ik aan het schuimend nat. Van de lokale brasserie. Uit zo´n grote gekurkte fles. Met een lokaal kaasje. Zodat we samen kunnen stinken. Ook heel lekker. Maar eerst het blikje cola dat al een stijf kwartiertje in de vriezer op mij wacht. Pffffft. Slushpuppy! Zodra je het lipje opentrekt. Gulpen maar. Redbull heb ik afgezworen; want het is de zon die mij haar vleugels leent. Ik ben ermee gezegend.

PETER BERGER

Share This:

IEN VERRIPS – op de Plaza de poesia



Hoi Pom,
Op de foto zie je een muur van een klein pleintje waar ik in Carthagena op stuitte.
Ik heb het onmiddellijk Plaza de poesia gedoopt.
De min of meer letterlijke vertaling is:


poezie is de diepte van het leven
schoonheid, dat wat niet bezoedelt
dat wat de mens veredelt.


Klinkt niet heel poetisch in onze taal he?
Ik heb zelf wat geprobeerd en ik moet zeggen, dat viel niet mee.
Hierbij een poging van mij.


het is de poezie 
die het leven diepte geeft
de schoonheid ervan 
die een mens mooier maakt.


Dit was mijn schrijfoefening van deze week en nu weer de warmte in.
Tijd voor iets vloeibaars.

IEN VERRIPS

Share This:

gedicht voor de helden van d’Witte Leli

Herengracht 274


gedicht voor de helden van d’Witte Leli

 jef jacobs voor de analyse
mart petri de ontregelaar (!)
irene (randoe) steinert het huis aan de gracht
wim van calcar met de boompjes van chomsky
paul kuijer en saartje het hondje
helge bonset altijd die minzame bevrijdende glimlach
jacques kruithof korte benen groot hoofd vol literatuur
rein bloem over hadewych en paul van ostayen
wim huyskens tegen de opportunisten
peter nieuwenhuizen voor de logica
allemaal mooie ‘witte leli’s’
 
pw
 
(!)in een kwestie met het misselijkmakend bestuur van de lerarenopleiding  d’Witte Leli –  het kan niet genoeg herhaald worden –  waarin de godzijdank overleden en halve gereformeerde dominee Arie Lambo het voorzitterschap vervulde, vroeg ik docent en agoog Mart Petri om mij bij te staan in een bezwaar en beroepszaak.

Mart Petri opende de verdediging met de woorden: ‘Geachte leden van Bestuur – natuurlijk is het zo dat u de student pom wolff weg moet sturen van het instituut…’ – de rede duurde anderhalf uur – het resultaat was dat het bestuur aan het einde van zijn betoog heel snel instemde met de enig mogelijke conclusie die Mart Petri trok: ‘U kunt niet anders besluiten dan de student pom wolff te laten blijven op de opleiding en U dient hem dan ook volledig te rehabiliteren – zo dat de kwaadsprekerijen die de leden van de sectie Duits over deze student hebben verspreid volledig kunnen worden uitgewist.
En zo geschiede.

Share This:

pom wolff – kerosine is hij en tot kerosine zal hij wederkeren…



1953
 
ik zie het jaartal 1953
de laatste tijd
net te vaak verschijnen
in overlijdensadvertenties
 
god heeft gesproken:
én laten we vooral
de dichter wolluf niet vergeten
die is ook van het rampjaar 53
 
sinds hij op aarde is aangespoeld
is het daar één goddeloze bende
sinds hij gedichten schrijft
zaait meneer frictie en verderf
 
het is nu wel welletjes met die wolluf
sprak de heer zachtmoedig:
kerosine is hij en tot kerosine zal hij wederkeren
‘dan maar liever de lucht in’ met meneer
 
 
pom wolff
 
 
 

Share This:

PETER BERGER COLUMN – Het zal me worst wezen.


Het was weer feest bij de supermarkt. Mega winkel. HyperMarché. Schapruimte zonder begin of eind. Twee voetbalvelden groot. Minstens. De winkel. Bij de verse vleeswaren moet je een nummertje trekken. Altijd. Zo druk is het er. Altijd. Daar. Bij de vleeswaar. Ik trek nummertje Dix-Huit. Uit zo´n ouderwetse dispenser zonder franje. Het ding spuugt een roze V-vormig papiertje uit zodra je aan haar tong trekt. 18? Dat is nog wel even wachten eer ik aan de beurt kom. Ondanks het feit dat de vier dames achter de langgerekte vitrine zich de poten uit het lijf rennen is er een flinke rij. Niet zo gek. Achter het glas heb ik ondertussen veel lekkers gespot. Pâté aux pommes. Pâté à la mirabelle. Daar ga ik voor. En van die worstjes die op Poolse worst lijken, maar toch heel Frans smaken. Geduld is een schone zaak. Wachten geblazen.

Het schouwspel verbaast me. Lekkers? Ik zie de vier bikkelvrouwen achter de toog in no time een meter boterhamworst wegsnijden. Gemaakt van dat onbestemde lichtroze goedje dat zich in een dikke rode rol plastic heeft laten opsluiten. Belgische hesp op z´n Frans, ofwel saucisson de jambon. Met kilo´s tegelijk rolt het beide snijmachines uit. Om vervolgens zorgvuldig verpakt in de glimmende boodschappenwagens voor mij te verdwijnen. Klant na klant. Hesp na hesp. Bizar. Zoveel lekkers? En dan boterhamworst? Ieder zijn ding, maar ik kan het nauwelijks bevatten.

Een stem zingt mijn nummer. Dix-Huit. Une belle mélodie. Pardon! Ik was even verdwaald. In mijn hoofd. Boterhamworst? Dikmaker! Meer meel dan vlees. Het is te zien. Slank lijkt hier een zeldzame ziekte. De vrouw voor mij ploegt zuchtend haar tot de nok afgeladen wagen zwetend naar de kassa. Mission accomplie. Ik ga voor dikke plakken. Tussen duim en wijsvinger gebarend waar het mes moet snijden. Beide pâtés moeten eraan geloven. De worst laat ik links liggen. Pools of Frans? Het zal me worst wezen.


PETER BERGER

Share This:

Elbert Gonggrijp wint de enige echte virtuele – je weet het maar nooit – trofee op pomgedichten.nl – Cartouche zilver en Vera vander Horst brons

ach we weten het eigenlijk al – al weet je het maar nooit – maar vandaag wel – de commentaren onder de gedichten kunnen maar tot een uitkomst leiden – dank aan alle dichters die inzonden – het goud deze week is GONGGRIJPGOUD, het zilver is voor Cartouche en het brons voor Vera van der Horst. van harte gefeliciteerd – de ongekende onnavolgbare melancholie van gonggrijp stijgt boven alles uit, de ongekende eerst drie strofen van Cartouche in een tot dusver ongekend gedicht reikt tot en met het zilver – en de ongekende lieve eenvoud biedt eindhoven en die prachtige dichteres daar – die van der horst brons. geniet de woorden, de regels, het buitengewone.


MISSCHIEN KOMT HET WEER TERUG

Ik had je met alles willen vergelijken – dit lieflijke, maar oud
geworden landschap, een terugkeer naar een plek die nooit
de mijne zou kunnen zijn – nu, na al die jaren, nog voor ik
je kon vergeten, toen ik jou wilde ontmoeten, je nog niet
werkelijk kende – de wind door je haren. 

Een blos op je gezicht. Waar ben je toch vandaan gekomen,
had ik aan jou dan niet genoeg, moest ik maar weer de moed
verzamelen om het mij dikwijls af te vragen – de zon scheen
door de bladeren, wij zaten aan deze tafel, daar waar wij
zojuist aangenaam vertoefden.

En ik wist je zeker toen ik langs je heen
keek, gevangen door het minst geringe
detail dat ik zoal opmerkte – 

Elbert Gonggrijp,
Espe,
donderdag 22 mei 2025

heel soms treden dichters uit zichzelf en stijgen ze tot onnavolgbare  hoogte boven zichzelf uit. die hartstochtelijke melancholie in de eerste strofe  brengt me bijna aan het huilen – hoe geef je dit schilderij een naam – zoals elbert dit schilderij een naam geeft in de eerste regel: ‘Ik had je met alles willen vergelijken’. een wonderlijk mooi gedicht volgt na die eerste regel – en we weten als lezer dat het nooit meer zal terug komen – dat landschap, die tafel, die plek toen daar met haar die nooit de zijne heeft kunnen worden. prachtig.






Weerklank
 
In de stilte van je ogen
spiegelt de glans, de gloed
van nooit vermoede dromen
lieflijk verre oorden – ongebaande
paden en nog onverrichte daden
 
In de stilte van je ogen
verstommen de holle klanken
van praatjesmakers en hun klonen
de duizend duisternissen
van levend doden
 
in de stilte van jouw ogen
waarvoor woorden moeten wijken
houdt de slinger zijn slagen stil
krimpt tijd tot ruimte in en gaat
een nieuwe wereld open
 
hierin  – in deze glinster  –
loop ik me te nimmer verloren
vind er plek om in te wonen
de weerklank van een stem
 
een ongekend gedicht
 
 
28-06-2025 / Cartouche

heb je het ene wonder (Elbert Gonggrijps gedicht) in poëzie nog niet gehad of het volgende dient zich aan. de beloftevolle ogen die de dichter hier  beschrijft met in de eerste strofe de ‘ongebaande paden en nog onverrichte daden’ van de hoofdpersoon voor de boeg. die ogen waar de ‘woorden voor moeten wijken’- ja dan geef ik me echt over aan dit ongekende gedicht. Cartouches poëzie maakt vandaag stil.






Hij zei dat mieren nooit verdwaalden


je hing ondersteboven
je blond haar raakte het zand
je ogen zo blauw
als de pleister op je knie


wat wist je veel
anderhalf jaar ouder
en als we liepen pakte
je altijd mijn hand


je moeder zei mijn naam
alsof hij bij jou hoorde
dat was ook zo
vele jaren lang


soms denk ik terug
weet niet meer zeker
wanneer je verdween
of ik je verliet


dat voelt wat verdwaald
want we waren zo zeker
we hoefden nooit te zoeken
we waren van elkaar


VERA VAN DER HORST

een kleine lieve liefdesgeschiedenis geworden tot een herinnering – hoe het was is niet meer precies te beschrijven maar er zweven nog genoeg mooie regels rond – de woorden van moeder, en dat ie ondersteboven hing, lief haar hand vasthield, hoe het die twee verging en dat het verging, dat ze van elkaar waren – en zijn – mooi!
  • FRANS TERKEN met aan de rand de bomen 
  • RIK VAN BOECKEL en zijn nieuwe CD De dansende drummer
  • ELBERT GONGGRIJP – Ik had je met alles willen vergelijken
  • CARTOUCHE – ongebaande paden en nog onverrichte daden
  • LUK PAARD – dat je voor de liefde bent
  • ROB MIENTJES – Verliefd toen en opnieuw verliefd nu.
  • VERA VAN DER HORST -we waren van elkaar
wie wint de enige echte virtuele – tja wat zullen hier nu eens bij schrijven – trofee op pomgedichten.nl? een romantisch plaatje, de onschuld, de natuur, naïviteiten, u kunt deze week in de zondagochtendwedstrijd alle kanten uit. maar iets lieflijks moet lijkt me wel te lezen zijn. hoewel – het is aan U – of zien we hier de jonge hanna bervoets afgebeeld? met het ongelukkige handje. de je weet het maar nooit trofee! u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



we waren altijd al uitgesproken
en we zijn het ook
én we vielen stil – ook dat nog

natuurlijk denken we elkaar
de hemel en de afgrond in
we zitten nergens mee

dat weten we
zo ontstaat dan toch nog net een gedicht
op het randje

pw
Goedemorgen Pom, 
Zag het plaatje van de week al, we waren een midweek weg, midden in de natuur, dus dat paste wel bij ons verblijf daar. Mooi vertoeven zo, er kwam dit gedicht van.
Warme groet weer, Frans



Heideheuvel


Een heuvel op de heide
met aan de rand de bomen 
om het uitzicht in te kaderen
een warme wind trekt het strak


niet dat wij hier alleen zitten
een boomklever laat zich horen
de tjiftjaf wil niet achterblijven
en doet stemmig mee


vallen ook roodborst en merel in
koor dat de middag met zang vult
om ons welkom te heten


niet de grote stille heide
maar het aangenaam vertier
om hier tussen het loof samen te zijn 


© FT 23.06.2025

mooi sfeerbeeld van en bij een tot rust gekomen dichter die de pen hanteert in een natuurlijk samenzijn – soms is poëzie gewoon rustgevend – 14 regels woorden en je waant je in de natuur – ook op je platje in de stad drie hoog achter.


Liefdevolle tijd


Een handje lijkt aan het leven te geven 
wat niet altijd duidelijk is


fruit leidt de vingers niet af 
we kijken niet naar elkaar


we staren naar de tijd 
om liefdevol samen te zijn 


als jongetje en meisje
zijn we zo fijn geschilderd. 


Rik van Boeckel
28 juni 2025

onze felicitaties gaan uit naar Rik – zijn nieuwe CD nu niet alleen meer digitaal maar ook schijfwaardig. het gedicht beschrijft een liefdevol samenzijn met hoofdpersonen die – in zo een typische rikvanboeckel regel – niet naar elkaar maar naar de tijd staren. het gedichtje bijna zo fijn geschilderd als het schilderijtje.



En gisteren kwam mijn nieuwe cd De dansende drummer echt uit. Jij kent het al als digitaal album met Dub in dub uit. 
En dit is het eerste muzikale gedicht van het album.

DE DRUMMENDE WANDELAAR
 
De drummende wandelaar
de wandelende drummer
slaat zijn slag met elke maat
met stokken en handen
en ritmes om van te watertanden
 
zo ziet hij de Natuurpoort
in het kleine Streekpark
zijn voeten zoeken ritmisch het pad
waarvan hij nog nooit heeft gehoord
 
en Natuurpoort landt aan boord
langs bladergroen en takkengewei
zijn armen zijn vrij met slagen in de lucht
op de melodie van de wind en de zon

de drummende wandelaar zingt zijn lied
over de natuur waarvan hij zo geniet
over de boomstam geworteld in aarde
over het pad langs het gras zo groen
sta op je schoen sta op je schoen
maar de handen zullen het zeker doen

hij pakt de ooit gevallen takken
slaat ze op de stam als stokken
op de maat van vele uren
langs noten natuurlijke partituren om mee te sturen

hij wandelt vrolijk door het bos 
en laat de stokken op de takken los 
om het ritme zorgvuldig te slaan.


Rik van Boeckel
zondag en dus effe ter poms site…’n favoriete dichter van mij…en dat’et zwoel wordt vandaag en altijd die wedstrijd die geen wedstrijd is en toch dat jij ook…omdat’et van de liefde schrijve is en zoveel


” dat jij ook “

zo voor de liefde bent
en schrijve wil over voele
danse en zweverig

van hoe de zon schijnt
alles bloeit en broeit
met vlinders in je buik
van die hele grote

en alleen maar hore wil
hoe je naam klinkt
dat je naakt wil
met tederheid
en zachte hande

dat je bloed wilt voele strome
tot je zalig in’et hoofd
en met’n laatste zin
in grote letters zweet

dat je voor de liefde bent
en ik gulzig aan elke letter


© luk paard

in onstuimigheid is Luk Paard niet te verslaan. het vredige schilderijgebeuren zet hij om in een enorme liefdesdans – dat het zweet en het bloed er van af spat. gulzig inderdaad dat is het woord. de kindjes op het doek weten nog niet wat er boven hun hoofdjes hangt. luk paard geeft het ze alvast te verstaan haha.
de kindjes op het doek weGoedenavond Pom,In de hitte van de nacht die de dag afsluit nog op de valreep een stil levensteken.
Groet, Rob


Stilleven met …


Links zit Maarten, rechts Marijke en het gaat ze goed.
Op de voorgrond appels en aardappels en een bloemenvaas met gerbra’s.
Ze kijken beiden de schilder aan met een tevreden blik.
Maar de schilder weet beter nu ze ingelijst zijn.
Maarten heeft hem alles verteld voordat hij Marijke inlichtte.
Amper was de verf opgedroogd en de schilder moest huilen.
Zo droef dit verhaal van Maarten en Marieke.
Alles staat uitgelegd op het kleine script dat Maarten vast houdt.
Marieke wil er eigenlijk niet van weten, zij weet wat mankeert.
In het boek staat helder en klaar beschreven de laatste stappen uit haar leven.
Gelukkig is er sprake van een positieve wending een optimistisch geluid.
Maarten draagt haar voor, wat alles minder pijnlijk maakt.
Schaamboek en -script kunnen voorgoed overboord.
Het is ene Manet die van de hoed en rand vertelt.
Verder is daar niemand bij nodig.
Scarlett O’Hara en Reth Buttler jeugdig vereeuwigd in tanden des tijds.
Een déjà vu avant le lettre, maar dan net iets anders.
Verliefd toen en opnieuw verliefd nu.
De hamer erop, zegt de schilder.
Verkocht!

ROB MIENTJES

iets met gone by the wind een liefdesgeschiedenis ik weet het niet precies ondanks de precieze beschrijving van het verstilde gebeuren. ik lees over maarten en marijke en marieke over Scarlett O’Hara en Reth Buttler maar toch een beetje anders. en we bevinden ons op een veiling. dichter springt een beetje van de hak op de tak. het schilderij lijkt in zijn hoofd geslagen.

 

Share This:

GERDIN LINTHORST op de vrijdag: ‘En opeens wordt Nederland bevolkt door louter literatuurliefhebbers.’

Gerdin Linthorst in 2016 over haar ervaringen op het Boekenbal : “dat er geen bal is aan dat Boekenbal. Het eerste dat opvalt nadat men een dampende schouwburg heeft betreden, is dat er bijna geen schrijver te bekennen is. Men baant zich een pad door soapsterren, andere televisiepersoonlijkheden, pr-types, cabaretiers, trendwatchers en meer loslopend volk.…”

gerdinfoto

 

Goedendag poëten en anderen,

En opeens wordt Nederland bevolkt door louter literatuurliefhebbers.
Want het is Boekenweek. En dan plegen de media zich als een hongerige wolf te storten op schrijvers en uitgevers en poseurs als zodanig. Er zijn niet veel Nederlanders meer die nog boeken lezen maar dat mag de pret niet drukken. Kranten behandelen in hele pagina’s – doorgaans alleen beschikbaar voor sportverslaggeving – de mores van de literatuur. De omroepen hollen amechtig achter BS’ers aan en aangezien de televisie een in zichzelf gekeerd medium is, waarin geen buitenwereld bestaat en alleen ons ons kent en ons dan ook alleen ons uitnodigt aan de praattafels, waarbij het klootjesvolk dient om met open bek van bewondering het omroepnarcisme nog wat te voeden, zijn het iedere keer weer dezelfde BS’ers.

Elke zichzelf respecterende schrijver zou zich moeten hoeden voor reguliere tv-optredens want hoe ontluisterend is het wel niet om een geliefde en bewonderde auteur te zien verworden tot ‘sidekick’ van een bekende televisiepresentator. ‘Legt u ons nu eens in anderhalve minuut uit wat het thema van uw oeuvre is. Kort graag!’ En dan een volwassen schrijver als een Jan Siebelink, met tig titels op zijn naam, gehuld in zondagse rode schoenen en pauwblauw jasje, te horen stamelen als een kleuter. Nee, dat kunnen de schrijvers beter overlaten aan door vele mediawateren gewassen routiniers als Adriaan van Dis, terwijl de anderen stug doorschrijven. Omdat sommigen zo graag hun boeken lezen. Daar wijzer van worden. Daarmee andere werelden betreden, hun eigen grenzen verleggen, nieuwe inzichten opdoen, kortom hun geest verrijken. Wie schrijft die blijft. Wie vaak met zijn kop op de buis verschijnt wordt besmet door iets waarbij de Zika-mug verbleekt.

Intussen dringt in deze hype- en trendtijden, waarin zelfs Het Boek en Zijn Maker niet meer heilig zijn, de televisie ook binnen bij het Boekenbal. En ontneemt daarmee de lezer zijn laatste illusie.
Want ik kan u melden uit eigen waarneming – ja, sla mij ook niet weg – dat er geen bal is aan dat Boekenbal. Het eerste dat opvalt nadat men een dampende schouwburg heeft betreden, is dat er bijna geen schrijver te bekennen is. Men baant zich een pad door soapsterren, andere televisiepersoonlijkheden, pr-types, cabaretiers, trendwatchers en meer loslopend volk. Sinds Harry Mulisch ons is ontvallen is het in dit circus vruchteloos zoeken naar literaire helden. Het eerste uur vliegt om in de rij voor de plastic consumptiemuntjes, de volgende uren met de parade door gangen en trappenhuizen, moeizaam bevochten glaasje in de hand, als in beton gebeitelde glimlach om de mond. Dit afgewisseld met korte bezoekjes aan de dansvloer waar men met afgrijzen de spastische bewegingen gadeslaat die sommigen aanzien voor dansen.

 

gerdinx

 

Nee, leest u liever een boek. En wel – mede omdat het thema van de Boekenweek Duitsland is – het magistrale Rummelplatz (Kermis) van de jonggestorven Oostduitser Werner Bräunig (1934-1976). Een adembenemend verhaal over de eerste jaren van de DDR dat zich afspeelt in de uraniummijn Wismut, met een stoet aan kleurrijke personages en hun door nazi-Duitsland getekende verleden. Bräunig, aanvankelijk een van arbeider tot schrijver geworden DDR-coryfee, zou het best eens tot een Nobelprijs hadden kunnen brengen, ware het niet dat hij zich op zijn 42ste dood dronk omdat zijn magnum opus in 1965 door de autoriteiten werd verboden. Hij heeft nooit meer gepubliceerd. Dertig jaar na zijn dood kwam zijn boek uit. Opnieuw werd een groot talent gefnuikt door middelmatigen met macht, zoals dat gaat in deze wereld.

 

Met hartelijke groet,
Uw DinLin.

Share This:

VON SOLO over de uitgewoonde hoer van katendrecht die zucht bij de zoveelste fallische woontoren…

geef mij maar Amsterdam… (het Parool 26-6-2025)


Sinds jaar en dag ben ik werkzaam in de afvalbranche. Een vuilnisman bij wijze van spreken. Daardoor weet ik ontzettend veel van afvalinzameling en verwerking in onze stad. Waarom dingen goed gaan, waarom dingen misgaan. Wat er beter zou kunnen, wat nooit zal gaan lukken. Het grote weten, maakt niet altijd een gelukkiger mens. Het maakt je echter wel expert op je vakgebied. 

Afval is een mooi werkveld. Het leert je ook wat er verder belangrijk is in een stad. Een stad is een organisme. Het is meer dan een stapel stenen met wat straten en asfalt erdoorheen. Het is een levend wezen, dat bijna met een mens te vergelijken is. Het doet meer dan alleen thuis op de bank zitten of in bed liggen. Het ademt, eet, vrijt, zingt, danst, leeft en gaat regelmatig naar toilet.

Een stad is een lichaam met organen. De wegen, metro’s en trams zorgen dat we ons van A naar B kunnen verplaatsen. Ze zijn essentieel. Er zijn scholen, winkels, bibliotheken, restaurants, cafés en sportfaciliteiten voor ontspanning. Daarnaast zijn er nog een heleboel verborgen organen. Dingen waar je niets van merkt, tot ze het niet meer doen. Een waterzuivering, transformatorhuisjes, gemalen. Overal in de grond liggen kabels die de huizen voorzien van stroom, gas en water. Vanuit mijn werk zijn de ondergrondse containers het bekendste voorbeeld. Als die er niet zouden zijn, zou er nog meer afval op straat liggen.

Het zijn de vitale organen, zonder welk een stad vastloopt. Het zijn de voorzieningen, die geld kosten. Geld, dat niemand eraan wil uitgeven. Het zijn vaak commercieel oninteressante zaken.

Ook in mijn stad wordt vooral gedacht, dat veel woningen bouwen een stad maakt. Meer mensen kunnen huisvesten. Omdat het moet. Volgens mij is dat lulkoek. Huizen worden enkel gebouwd omdat het snelle winst is. Snel en makkelijk. Nutsvoorzieningen passen niet in dat profijtelijke plaatje. In een Vinex-wijk is dan ook nooit een kroeg op de hoek te vinden. Past niet in het snel-verdienen-plaatje. Het gaat om massa. Massa is kassa. Meer mensen, meer huizen, meer mensen, meer huizen. Rijken erin, armen eruit.

Dat verandert een gezonde stad sluipend in een mestvarken. Het kan zich niet meer keren in zijn hok. De vitale organen worden verwaarloosd. Komen altijd op de tweede of derde plek. Minimaliseren en efficiency. Nooit plek voor een park of gewoon even niets. Alles ten bate van meer huizen en groei. Huizen leveren geld op en mensen kopen. Gedomesticeerd koopvee. Huizen en mensen zijn het vet van de stad. Ze geven een stad overgewicht. Morbide obesitas. De vastgoedboeren zijn de moderne varkenshouders. Vetmesten en cashen. Het mestoverschot is niet hun zorg. Het welzijn net zo min. Het gaat om kiloknallers. 

Terwijl wij de straten schoon en aan kant proberen te houden, vechten we tegen een onstuitbare bierkaai. Als een uitgewoonde hoer op Katendrecht, die zucht bij de zoveelste fallische woontoren die zich opricht. Alvorens zich weer te laten naaien door het grote geld. 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

pom wolff – de wetten van de kwantum mechanica doen er geen goed aan…

de wetten
van de kwantum mechanica
doen er geen goed aan


hic enda thu

hoe ik nog altijd hoop
het gedicht te schrijven
dat te vaak al geschreven is

dezelfde woorden
in dezelfde volgorde
ik en jij
 
het is niet eenvoudig
om eenvoudig te schrijven
je wil al snel te veel

de wetten
van de kwantum mechanica
doen er geen goed aan
en jij ook niet



pw
 

Share This:

Vera Jongejan – de echte – over een hangend geheim


Een objectje stond zwevend
stil voor mij op het perron
insect of camera
het keek mij aan
bespioneerde het mij
een geheim hing tussen ons

toen schreed er een vrouw doorheen
ze schrok
begon te zwaaien met haar tas

was er een onzichtbaar koord
gespannen
vroeg ik me af


VERA JONGEJAN

Share This: