Jolies Heij aan de boemel met Peter Posthumus en via amersWoord en ommen weer veilig thuis

Over rollen & moordkuilen

Het tuinhuis was klaargemaakt voor de winter, het tuingerei in de schuur opgeruimd, de kastanje schudde de laatste bladeren uit z’n kruin en de rozen hadden zich in de knoppen teruggetrokken. Warm lonkte het haardvuur achter de ramen. De natuurgenezer trok genoeglijk aan de pijp die was gestopt met fluitekruid, maar toen hij columniste in de deuropening ontwaarde trok er een schaduw over zijn fris geschoren gelaat. Wat lees ik nu weer op de Pom? bulderde hij. Was jij aan de rol met die Postgumus? Er was helemaal geen rol, zei ik kalm, ik heb hem een gespreid bed aangeboden. Je kunt een vriend uit het hoge noorden toch niet met dit weer z’n tentje in Zeeburg laten opzetten.

En dat bed is zeker warm en rond en gevuld met jouw borsten en billen? tierde hij. En gij mocht zeker in jouw gleufje uitguilen? Helemaal niet, gaf ik verontwaardigd, we hebben juist erg veel lol. Onze relatie is zuiver poëtisch. Hij is mijn chaperonne bij optredens, iets wat jij sinds jaar en dag weigert. En hij geeft me tenminste cadeau’s voor mijn verjaardag, hij heeft me de verzamelde Wigman geschonken. En vanwaar die jaloezie? Als je van me houdt als mens, moet je me ook m’n dichterlijke pleziertjes gunnen. Ik wil gewoon niet dat jij vreemde mannen pijpt, mokte hij, als je mij ook niet pijpt. Ten eerste is Peter geen vreemde, ten tweede laat jij je niet pijpen en wilt mij niet eens een handkus geven en ten derde heb je op mijn verjaardag verstek laten gaan.

Wat geeft dat ermee te maken? riep hij woest. Je weet toch dat ik sinds mijn levenslange veroordeling aan get tuinguis geketend ben. Hoezo? Ik zie geen handhaving, noch bewakers met rinkelende sleutelbossen, of zijn ze soms even hun behoefte in het duinpan gaan doen en hebben zich aan een konijn vergrepen? Bovendien is dat in dit digitale tijdperk geen uitvlucht meer. Ik geb wel degelijk aan jou gedacht, zei hij, kwam uit de fauteuil en verdween naar de keuken om met een fles kruskovac terug te keren. Asjeblief, een perenrakija, da’s goed voor jouw libido. Drink gem maar samen met Postgumus, dan stijgt jullie poëzie vast naar ongekende googte. Niks ervan, gaf ik. Maak maar open, ik drink ‘m alleen met jou. Ach, m’n libido is toch al naar de filistijnen, verzuchtte hij. Dat libido kan me niks schelen, gaf ik, je weet toch dat ik van je hou zoals je bent. Bovendien heb ik veel te vertellen, dus kom op met dat spraakwater.

Ons podium AmersWoord heeft de vuurdoop doorstaan en het was een klaterend succes. Alleen zijn we vooralsnog weer dakloos. Dan bied ik get tuinguis aan, sprak de natuurgenezer minzaam, ik wil best al die gitsige dichteressen ontvangen. Niks ervan, ze zouden maar verstrikt raken in het helmgras, bovendien heten we AmersWoord en niet Duinoord.

Ik heb ook nog furore gevierd in Ommen in het verre Salland. Waar ligt dat nou weer? vroeg hij met een opgetrokken wenkbrauw. Diep in het overijsselse land, antwoordde ik. Het is er bepaald schilderachtig. Het is een voormalige Hanzestad, de grootste gemeente van NL en de mensen zijn er gesteld op poëzie. Hoewel er in de Herberg meer tekenaars dan poëten present waren. Ik heb nageborreld met de moeder van juf Ank. De andere wenkbrauw schoot de hoogte in. Juf Ank? Is dat soms get alter ego van get servokroatische leraresje? Welnee, dat is de juf uit de Luizenmoeder, van de TV, weetjewel. Toch denk ik dat get servokroatische leraresje zich gewoon vermomd geeft, hield hij vol. Ik geb gaar al tijden niet meer gezien. In feite ben ik blij dat jij er bent, want ik zit gier maar alleen met mijn bulldog en alle bezoekers worden tot op get bot onderzocht door de bewakers, zelfs in gaar aarsje gebben ze gekeken.

In ieder geval, zei ik, gaf de moeder van juf Ank me een compliment, ze zei dat ik de dingen bij de naam noem en vond het bewonderenswaardig dat ik het over masturbatie durfde te hebben. Daar sta jij om bekend, glimlachte de natuurgenezer, jij maakt van get gart geen moordkuil. Jij zegt openlijk dat je van mij goudt terwijl ik maar een armzalige oorlogsmisdadiger en mislukte dichter ben. Waarom kom jij toch steeds terug? Ik keek eens diep in het glaasje. Liefde laat zich niet verklaren, verzuchtte ik. En toen we de fles geledigd hadden verzonken we in een vredige sluimer, de natuurgenezer in de fauteuil en columniste op de divan.

uitgestelde thuiskomst


de bomen dragen bladgoud in dit tranende seizoen, geen plaats
zo klein of je kunt verdwijnen tussen de straatstenen

waaruit het onkruid hoog opspruit en je per abuis
in de drontermeertunnel geraakt, het applaus klatert nog na

maar je bestaat gewoon uit bloed en water, aangelengd
met eigendunk, je wilt dolgraag droog aankomen

de liefde van je leven in de armen sluiten, na alle
onzwervingen is de coupé een genadeloze kamer

waar neon huid signeert en de dictatuur van de stilte
heerst, zo denderend na het woord dat je hoopt op

een verstorend belsignaal, je bent op de terugweg vanuit
het salland, op handen gedragen door luizenmoeders en juffen

niemandsverdriet, maar de weg is gebeiteld in omleidingen
het lege hart de kelk waaruit je al te gretig roem dronk

al was het in gezelschap van buitenlui, dichters voor de nacht
je moet altijd terug, het is jouw gezicht dat ik me

herinner, jouw geur die me opdrijft en hoe ver ik ook
omreis, in jouw land kom ik altijd wel ergens uit

Jolies Heij

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter