VON SOLO in SPIJKENISSE – “daar kom je anders nooit…”



Deel 359. De andere kant
 
Na mijn fiets in de bewaakte stalling gezet te hebben, zat ik om halfzeven aan een net te klein tafeltje bij de Ellis Gourmet Burger op het stationsplein bij Rotterdam Centraal. Een spa rood en een heerlijke chili burger. Met frietjes, mayonaise en een reep komkommer. Als ik dit op zou hebben, was het tijd om de metro te pakken. Iemand had me uitgenodigd en ik zou mijn eerste poëzie film uit 2013 gaan vertonen in Spijkenisse, daar kom je anders nooit.
 
De metro liep langzaam vol. Bij station Beurs liep hij weer een beetje leeg. En naarmate we verder naar het Zuiden reden zaten er steeds minder mensen in de metro. De verhalenbundel die ik aan het lezen was vorderde goed, daar het in het donker maar matig naar buiten kijken was. Na een dik half uur reden we halte Spijkenisse Centrum binnen. Het station deed denken aan een andere tijd en een andere plek. Beelden van Blade Runner kwamen me voorbij. Het zal de regen wel geweest zijn.
 
Het pad van het metrostation naar het centrum liep door een parkje. Er was niemand. Het water stroomde niet en de eenden zaten rustig aan de kant te slapen. Na een kleine vijf minuten bereikte ik het Stadhuis, alwaar ik de passage onderdoor liep. Schuin voor mij liep een dikke man. Ik schatte hem iets jonger dan mezelf. In de passage speelde een aangename R&B. Zo leek het tenminste. Toen we de passage uitliepen kon ik concluderen dat de muziek afkomstig was uit de jas van de dikke, die enkele malen achterdochtig achterom gekeken had naar mij.
 
Er was een plein, dat ik overstak, welk ingebouwd was door winkels in de stijl van eind twintigste eeuw. Boven over het plein stak een Eftelingtorentje uit, waar zich een appartement in bevond. De straat leek dood te lopen, maar aan het eind ervan bleek een roltrap te zijn en een conventionele trap. De dikke liep nog steeds voor me en pakte de roltrap. Ik niet. Boven aangekomen moest ik naar links en vervolgens naar rechts. Honderd meter verderop zag ik een overdekt steegje waar een Jupiler bord hing. Mijn Google maps gaf aan dat het daar bij benadering moest zijn.
 
Het Jupiler Bord bleek van het lokale rock café te zijn. Twee rolluiken verder trof ik de Ierse Pub aan waar de poëzieavond zich zou gaan afspelen. Tot mijn vreugde bleek de Vlaming Sven de Swerts aanwezig te zijn en Tim Albus verwelkomde me. Na me een pint Guinness te hebben laten inschenken, nam ik de zaak verder op. Op de muren wat bierreclames en een bordje waarop te lezen stond: ‘In God we trust, in cars we crash’. Er bleek bij tweede lezing te staan: ‘the rest pay cash’. Soms ziet het onderbewuste andere dingen dan er staan. Lees maar.
 
In de eerste ronde voordrachten waren er twee dichters die een bepaalde indruk maakten. De eerste had een serie liefdesgedichten waar me bij één van de gedichten opviel dat hij met de woordvolgorde had gespeeld om een zin te laten rijmen. Een techniek die ik erg kan waarderen. Hij was niet de enige die dat zou doen die avond. Het gedicht dat hij in het Duits voorlas had een hoog Rammstein gehalte en beviel me zeer. De andere dichter die me bijgebleven is, vertelde eerst een verhaal over Sinterklaas, onbedoeld kindermisbruik en de overmaatse piemel van Zwarte Piet. Het kan ook dat ik de tekst verkeerd begrepen heb. Daarna hield de betreffende een hakkelende redevoering van bijna tien minuten van zijn telefoon, te pas en te onpas meldend dat hij weer een stuk over zou slaan uit piëteit voor zijn publiek. Het stuk tekst ging over iets dat zich wellicht het best liet omschrijven als een Pernisser lustmartelmoord. Het was zo slecht geschreven, voorgedragen en van een zodanig twijfelachtig niveau, dat bij mij de handen er niet meer van op elkaar gingen. Sommige mensen klapten. Waarom was me niet duidelijk.
 
Van het tweede blok staat me niet veel meer bij, buiten een verrassend goede dichter, die alles uit zijn hoofd deed, waarvan ik me pas een dag later herinnerde, dat ik hem weleens in de Schouw had gezien. Na twee dichters startte Tim met het instellen van de beamer voor de film. Sven en ik zorgden dat het scherm op de juiste plek kwam te hangen. Het scherm was te smal, de beamer stond te dichtbij en het geluid moest door een microfoon bij de laptop te houden versterkt worden. De film miste kracht en na het moordgedicht eerder op de avond, zorgde ‘Dood aan de Powezie’, zoals de film heet, niet voor een positieve twist. Na de film werd me publiekelijk gevraagd om wat correlatie te verzorgen. Ik zag enkel de gezichten het publiek, terwijl ik wat weinig overtuigende zalvende woorden probeerde op te rakelen, en wist, dat dit niet in vruchtbare aarde was gevallen.
 
Hierna was het woord aan een meisje met tattoo’s, een felrode jurk en appetijtelijke, volle borsten. Ze had een gedicht gemaakt met daarin de mooiste momenten verwerkt van de bedrijfsdag van Shell Pernis. Een pure, ware lofzang over de glorie van Shell, het maatschappelijk belang, het politiek belang, hoe begaan ze zijn met de wereld, hoe goed ze voor hun personeel zorgen, hoe winstgevend ze zijn, en dat het nog maar eeuwen zo mag blijven. Op dat moment wist ik niet meer of alles nog echt was, wat ik meemaakte. Toen ze klaar was keek ik op mijn horloge en zag tot mijn schrik, dat het al kwart voor elf was. Excuses makend en enkele handen schuddend verliet ik de pub en spoedde me naar de metro.  
 
De weg die ik heen gekomen was liep ik nu weer terug. In het eerste steegje voorbij het rock café stond een deur open, waarachter een trap naar beneden liep, het duister in, als was het een teken. Ik spoedde me er voorbij, ging de hoek om, zag het Eftelingtorentje, stak het plein over en concludeerde dat ik om moest lopen, omdat de passage bij het Stadhuis voor de nacht met een hek gesloten bleek.
Door het parkje lopend bleken de eendjes nog steeds op hun plek te zitten. Op het perron aangekomen zijnde, hoefde ik slechts tien minuutjes op de metro te wachten. Deze bracht me in dezelfde tijd, die de IC Direct nodig heeft om naar Breda te komen, veilig terug naar Rotterdam Centraal.
 
Daar aangekomen moest ik enorm plassen. Ik beende de hal in richting de toiletten en werd aangehouden door een jonge dakloze vrouw met een beugel. Ze sprak me vriendelijk doch speedy aan. Ik pakte mijn portemonnee en gaf haar twee euro twintig, daar dat al mijn kleingeld nog was. Ik wilde snel door naar de wc, maar ze stond erop dat ik nog een boemerang kaart zou uitkiezen. Mijn keuze was er één waar een burlesk danseres op stond. Ze zei dat de meeste mensen die kozen. We namen afscheid en ze wenste met terwijl ik wegliep, dat God met me was. Dat bevreemde me enigszins. De roltrap op rennend bereikte ik de toiletten op het moment dat het rolluik door twee Kaapverdische vrouwen en een man naar beneden gelaten werd. Wanhopig vroeg ik, waar ik dan zou kunnen plassen. Ze smoesden even samen en vroegen toen of ik echt enkel hoefde te plassen. Ik knikte en zij knikten terug, dat ik dan maar snel onderdoor het rolluik moest duiken. In de steriliteit van de lege toilethal leek het wel of er geen eind zou komen aan de klaterende stroom. Het witte licht, de witte tegels, de witte pot, de spiegels, de stilte en de tijd die stilstond.
 
Soms zou je vergeten hoe het is, om aan de andere kant te staan van alles.


VON SOLO
DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST
www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter