ABRAHAM VON SOLO: Op zo’n moment weet je, dat je samen in een schuitje zit en met één peddel probeert de kant te halen, …


Deel 371. Schuitje
 

God schiep de dag en wij sleepten ons erdoorheen.
(Dimitri Verhulst, ‘De helaasheid der dingen’)
 
Vanochtend ging de telefoon. Aan de andere kant van de lijn de stem van de man, die namens mijn werkgever is aangesteld mijn hiërarchisch leidinggevende te zijn. Hij belde over een email die ik een half uur daarvoor had verstuurd. Het was me al opgevallen, dat ik de afgelopen dagen wat kort in de kar was geweest en wat scherper in bepaalde kwesties zat dan anders. Waarschijnlijk een bijgevolg van al dat zagende nieuws over een heel griezelig griepje.
 
Nu weet ik wel, dat het geen zin heeft op een werkvloer mails aan een goegemeente te sturen. Mensen die dat doen, veracht ik en hun mails lees ik ook helemaal niet. Zeker niet als het tien aan elkaar geplakte berichten zijn over hoe alles in een bureaucratie in het honderd loopt en dat er geen enkele betrokkene in de aan- en afzenders zit die zich betrokken genoeg voelt om het probleem op te lossen. En nu was ik zelf zo iemand geworden. Ik had een reply-all verstuurd met toevoeging van nog een ploegje management.
 
Mijn manager is dan tenminste wel zo iemand, die als hij aangeschreven wordt, het ook ziet als een verzoek om betrokkenheid. En daarom belde hij ook. Ik legde hem uit dat ik iedereen al –tig keer had uitgelegd dat ik het probleem niet ging oplossen en dat ik eenieder al menig maal de weg tot de oplossing had geadviseerd. Maar dat ik eenvoudigweg niet meer accepteerde de geadresseerde te zijn inzake dit probleem. Ik liet mijn emoties de loop en bond weer in. Luisterde en boog mee als bamboe en koos dan weer het offensief in de derde persoon. Het mocht allemaal niet baten. Nog voor hij het uitspraak, tikten mijn vingers al een afspraak in de agenda met de falende verantwoordelijken, mijn manager en ondergetekende. We zouden niet het voortouw nemen, maar de verantwoordelijkheid juist beleggen.
 
Op de werkvloer liep ik in de middag een slachtoffer van de situatie tegen het lijf. Ik vertelde hem dat ik een mail had verstuurd en nog een vermanend gesprek gehad had met mijn chef over mijn wanhoopspoging beweging in de zaak te brengen. En dat ik dat dom vond van mezelf. Hij keek me met een open en dankbare blik aan en zei dat er nu in ieder geval wat in beweging gebracht was. Op zo’n moment weet je, dat je samen in een schuitje zit en met één peddel probeert de kant te halen, die enkel maar verder weg lijkt te liggen elke keer als je weer kijkt. En toch ga je door. Omdat de mens in basis zo in elkaar zit.



VON SOLO
DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST
www.vonsolo.nl

Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter