IEN VERRIPS wint de enige echte virtuele – we vallen allemaal wel een keer in katzwijm – trofee op pomgedichten – Jako Fennek zilver en Frans Terken brons

Ja ik denk het vandaag wel te weten. de bijzondere en zo subtiel gebrachte eenvoud van Ien Verrips stijgt deze week boven alles en iedereen uit. van harte gefeliciteerd met het gewonnen gouden gedicht. de aangepaste versie van jako fenneks gedicht – het prachtige verhaal van opkomst en ondergang van de grote overweldigende liefde – levert hem zilver op passend bij de grijze haren die hij dagelijks zo prachtig weet en door de decennia heen wist te cultiveren. frans terken brons met de aanklacht tegen de domheid van dat mens van zwagerman. ik dank alle dichters voor de inzendingen – een heerlijk begin weer van de week.

we hadden van alles wat en mooi dat het was meneer wolluf roept bettie hier op 8 hoog in de VU opgetogen. en dat dat mens van zwagerman de corona ken krijgen! zo is het bettie zei ik tegen bettie. jij hebt altijd gelijk. maar gelukkig hebben we IEN VERRIPS nog en haar gouden gedicht – krijg ik ook zo een IEN VERRIPS zoen van jou bettie?


toen we elkaar voor de 3e of misschien
de 4e keer ontmoetten -ik weet het echt niet meer-
was het logisch in de zin van
dat het niet gek was of
eigenlijk heel gewoon en
lag het in de lijn der verwachtingen want
zo doen we dat nu eenmaal en
al helemaal in onze scene dus
dat we elkaar zouden begroeten met een kus nou
dat heb ik geweten

Ien Verrips

–>
ja het is toch de eenvoud die hier raakt en binnenkomt. het is ook geraffineerd. het woordgebruik, de spanning die de lezer naar die laatste regel leidt, naar die eenvoudige constatering die een leven lang mee gaat. een leven lang neergelegd in die ene kus.
 
  • Elbert Gonggrijp – Dat jij nooit meer over zou gaan
  • Frans Terken – over ‘het blond gansje zwagerman dat je vol op de mond spuugt…’
  • Petra Maria – wat verlangen was is nu ochtendlicht
  • Erika De Stercke – zijn vintage vaas op het bijzettafeltje
  • Cartouche – Nooit was ik zo smoor als toen in Smeerenburg
  • Rik van Boeckel – Catharina o bailerina met jouw Deense huid
  • Ien Verrips -toen we elkaar voor de 3e of misschien de 4e keer
  • Anke Labrie – soms vallen ze te hard die jongens
  • Magda Haan – de wereld lag open
  • Jako Fennek – de vrouw die je zal gijzelen tot het einde van je dagen
  • wedstrijd gesloten


wie wint de enige echte virtuele – we vallen allemaal wel een keer in katzwijm – trofee op pomgedichten?
 
een eerbetoon – een liefdesverklaring aan een onbereikbare liefde – voor wie of wat valt de dichter in katzwijm – valt de dichter  bijna om – een soort van liefde – een soort van liefde op het eerste gezicht – zo over de top dat de dichter ervan wel schrijven moet – o wat lezen we U graag deze week. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

 
ghislaine o ghislaine
 
o ghislaine plak
ik ben geen gek
geen boer of maniak
geen etterbak

ik zoek geen vrouw
maar hoor ik jou
jouw stem die naam
ghislaine plak
dan springen hier spontaan
de rozenknoppen open

you know die ronde
wat best heel raar is
omdat er nooit rozen
in mijn kamer staan
noch in mijn kamer stonden
 
pom wolff

NEIGING
 

Zo middenin mijn zin begon ik jou vol lof voordat ik je
daadwerkelijk kende. Je was zo iedereen. Eerder had ik je
niet in de gaten dat jij mogelijk in al mijn straten had
gelopen –  nog onbewust en onbevangen.

Ik huilde mij dikwijls in slaap bij liefdesliedjes en had
jou vreselijk te ontberen. Je ontbrak mij, jij was een groot
crescendo van het dagelijks jou te moeten missen.
Totdat ik je zeker wist, van jou bestaan.

Dat jij nooit meer over zou gaan – lief en leed in
een nieuwe gedaante. Jij zou zo vanzelfsprekend
zijn dat ik er bijkans van zwijmelde – een heel
leven lang met ons beiden –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 17 april 2020

–>
hier lezen we wat het jongetje elbert allemaal bij elkaar dacht in zijn bedje net voor het slapen gaan. nooit meer zou ze over gaan. én wat hij aan liefdesliedjes bij elkaar zong – dat ze maar in zijn leven zou verschijnen. zo lees ik het gedicht – mogelijk is een andere lezing mogelijk. op de een of andere manier is in dit gedicht de woordkeus niet de mijne: ‘bijkans’, ‘ontberen’ gevolgd door ontbreken, ‘onbevangen’. het is net niet helemaal over de top – en toch over de top maar dan van wolligheid en onnodige herhaling – het gedicht kan zeker zonder. het gedicht wil zichzelf zijn maar verdrinkt in de eigen woorden. zo kan het ook:
 
 
Dat jij nooit meer over zou gaan –
 
Zo middenin mijn zin begon ik jou vol lof
voordat ik je daadwerkelijk kende.
Eerder had ik je niet in de gaten
dat jij mogelijk in al mijn straten had gelopen – 
 
Een groot crescendo
van het dagelijks jou te moeten missen.
Dat was jij.

Ha Pom,
Dat ik soms in katzwijm val, maar dan toch anders dan je denkt, had ik gisteren en vandaag. Het verklaart ook (de titel van) mijn bijdrage.
Kon ik even niet omheen ?
Levendige groet, mooi weekend toch!
Frans



Dichter bij het hout

Dat onverwacht de waakvlam
oplaait en groter nee hoger groeit
niet eerder zo hevig het vuur gezien

op geijkte afstand gloeit en krult het
als grijpt het je bij kuiten en polsen
het likt je warm aan de borst

dat je dan voor dor hout gehouden
goed genoeg voor de kap of
erger zelfs vuur in een korf

blijkt het blond gansje zwagerman
dat je vol op de mond spuugt
ze tracht je te verleiden met valse tong

jij nog bereid haar gore bloed te drinken
wordt gered door een dreun van de gong

© FT 17.10.2020

–>
haha een jolies heijtje roepen ze hier in de redactiekamer. het is ikke ikke ikke en de rest ken stikke. en ikke heet hier marianne zwagerman. bijna te veel eer voor zoveel domheid. ‘dor hout’ ze heb het over der eigen moeder krijst bettie hier op 8 hoog in de VU. en ze lijkt zo op der moeder meneer wolluf voegt bettie aan haar woorden toe. maar nou moet ik weer naar de IC meneer wolluf. daar krijgen ze geen adem meer maar als ze het halen dan zullen ze die zwagerman niet vergeten. meneer terken heeft mooi geschreven hoor, hij is terecht  boos geworden en meneer terken wordt echt niet vaak en zeker niet zomaar boos. als meneer terreken vanavond de open haard aansteekt meneer wolluf dan weten we wie wordt opgestookt.
MET JOU

het leven is niet
bang meer
de adem wasemt
geruststelling

alle poriën
van ons
omringend groen
druppelen jouw licht

wat verlangen was
is nu ochtendlicht
dat zich verbaast
in tere schoonheid

waar jij stilstaat
wonen vlinders
buigt het sterke riet
spiegelend in regendrup

wat belofte was
is nu ontwaken
met jou
heb ik alleen vandaag

Petra Maria

–>
ik heb het gedicht liever kleiner en zonder uitleg – de twee vaststellingen in de strofen 3 en 5 zijn sterk genoeg om de gedachten kracht bij te zetten. lees hier de geladen inhoud zonder meer – zonder vlinders of regendruppen ze hoeven echt niet:
 
wat verlangen was
is nu ochtendlicht
dat zich verbaast
in tere schoonheid

wat belofte was
is nu ontwaken
met jou
heb ik alleen vandaag






Vleugels

Nu de avond mijn ogen sluit
lig ik wakker. 

Hoe schouders zich aan jaren 
van stilstand vasthaakten. 

Ik knutsel de dagen aan elkaar
veeg het speelse naar binnen

in dit huis waar zijn vintage vaas
op het bijzettafeltje staat. 

Als begin van een vrolijkheid 
na de eerste afspraak. 


Erika De Stercke  

->
tsja het is weer anders dan anders in huize De Stercke, waar ze vorige week het goud wist binnen te slepen, strompelen de woorden nu bijna het huis uit. er is iets speels, zo speels dat dichteres de boel nog net naar binnen veegt. ze knutselt wat, ze ligt wakker, ze sluit haar ogen. er is geen touw aan vast te knopen. ‘vleugels’ luidt de titel en inderdaad de woorden vliegen alle kanten uit.
 

Sneeuwvrouw
 
Nooit was ik zo smoor
als toen in Smeerenburg die winterdag
zo stervenskoud dat ik bijkans omkwam van
huidhonger jou zag staan in je blanke pels
jagersjas en rendierlaarzen daar aan de wal
 
jij voorstelde op walvisjacht te gaan
hoe we ons samen op weg begaven en ik
met traanogen jou de harpoen ter hand zag
nemen, een slinger geven en in weke delen
drijven midden in een hart van vlees
 
terwijl ik zoekend was naar dat ene
 
woord voor sneeuw dat elke eskimoman
altijd paraat heeft als hij zijn iglo verlaat
naar wat hem voeden, hem warmen kan
om bij thuiskomst zijn neus te wrijven
aan de zijde van die van zijn metgezel
 
als ritueel en teken
van liefde – hoe ik slechts stamelen kon
me een rilling beving die me nooit verliet
 
18-04-2020
Cartouche

–>
ook hier net als bij elbert gonggrijp dat oerlelijke  woord “bijkans” van stal gehaald. BAH. en ik wilde eigenlijk openen met de juichende woorden – we hebben de oude en vertrouwde Cartouche weer in ons midden. godzijdank dichter heeft er een paar weken over gedaan om terug te komen op zijn oude nivo – en zie hier we kunnen genieten…geniet van die meer dan briljante opening van zijn gedicht:
 
Nooit was ik zo smoor
als toen in Smeerenburg die winterdag
zo stervenskoud….

 
om dan bij  die drie regels te komen die het hele gedicht – en ook het eremetaal – naar de filistijnen helpen:
 
ik bijkans omkwam van
huidhonger jou zag staan in je blanke pels
jagersjas en rendierlaarzen daar aan de wal…

 
wat een lelijkheid – hoe krijgt ie het zijn pen uitdat vieze woord ‘huidhonger’ ook – zo een driesrioolvinkwoord, zo een wim daniëlsdansje, bah bah en nog eens bah. en wat jammer toch bij die prachtige slotregels hieronder die zonder meer goud hadden opgeleverd:
 
terwijl ik zoekend was naar dat ene
 
woord voor sneeuw dat elke eskimoman
altijd paraat heeft als hij zijn iglo verlaat
naar wat hem voeden, hem warmen kan
om bij thuiskomst zijn neus te wrijven
aan de zijde van die van zijn metgezel
 
als ritueel en teken
van liefde – hoe ik slechts stamelen kon
me een rilling beving die me nooit verliet
 

Catharina bailerina

Zuinig schuimt de zee
zo dans jij er uit
Catharina o bailerina
met jouw Deense huid

zo valt op het strand
het land van Sjaelland
ver van de rozenknop
in wateren van liefde

geborgen in het kleed
dat katzwijm heet
dansen onze tenen
langs het brandingzand

in Christiania wordt het feest
vanuit de Egeïsche tempel
op de drempel bekroond
met liefdesliplezende kusjes.

Rik van Boeckel
18 april 2020

–>
de deense vrijstaat christiana bezongen in alle toonhoogten het is rik van boeckel wel toevertrouwd. hij zal er ooit vertoefd hebben lees ik zomaar in dit gedicht dat in euforische en woeste herinneringen nog steeds de zee – hier een woordenzee – doet schuimen en laat opspatten.
 

Ha Pom,
Van het woord ‘katzwijm‘ uitgegaan, niet zulke romantische associaties, wel een mooi woord.



jongens
 
zij vallen in het water
of van hun skateboard
of hun mountainbike
 
‘in katzwijm vallen’
nooit van gehoord meneer
we googelen het wel even
o iets voor meiden
 
soms vallen ze te hard
die jongens
in het snelle mes
van een andere jongen
 
geen klopjes op de wang
geen glaasje water meer
alleen een simpel woord
googelen is niet nodig


anke labrie

–>
anke wil wat zeggen maar wat precies is me niet helemaal duidelijk. ze laat het themawoord ‘katzwijm’ associatief  los tussen jongens en de meisjes. google weet raad. de jongens vallen hard terwijl de meisjes willen zwijmelen. waar wil de dichter de lezer brengen? naar hoe het was, naar hoe het is. ik weet het niet. en waar blijft de transgender in dit verhaal meneer sonnenberg?
droog water

beestachtig
gespeeld met vonken
en laaiend vuur

de wereld lag open
in bossen gewandeld
vol sprokkelhout

driemaal bijna verdronken
door droog water

vermalen, gekauwd
maar het knispert nog


©Magda Haan


wel vier keer gelezen magda maar ik kom er niet uit. ik kan me heel weinig bij droog water voorstellen. de wereld lag ooit voor het kind open – er was vuur en er waren vonken, een zee aan vonken – sprokkelhout. er wordt bijna verdronken en er wordt gekauwd. ik moet op dit gedicht ook nog tijdje kauwen. met excuus magda.

Hallo Pom,
het vechten met mijn lijf geeft me geen mogelijkheid trouw mee te doen, maar
vandaag liep het mee. Hekkensluiter natuurlijk.
Fijne dag en groet, Jako

 

trilling

 
als je oversteekt steekt ook zij over
je voelt op afstand dat ze de vrouw is
die je zal gijzelen tot het einde van je dagen
 
je grijpt de reling van de brug
je zweet en trilt, je klemt je vast
je wil haar blikken wijken, je staart
de boten op de amstel na
 
haar loop klinkt als een dreunen in je hoofd
je ruikt haar geur, gelooft
beroering van haar arm te voelen
 
als dan haar stappen sterven
keer je uit je trillen terug, kijkt op en ziet
hoe aan het einde van de brug
haar rug steeds vager wordt
 
jako fennek

–>
ha fijn jako weer eens onder de dichters met een compleet verhaal – en een mooi verhaal. het hakmes zou er her en der doorheen kunnen maar dan hebben we ook wat – heerlijk en zoals het is – hopen we jako weer vaker hier te verwelkomen – de versie met het kapmes:
 
als je oversteekt steekt ook zij over
je voelt op afstand dat ze de vrouw is
die je zal gijzelen tot het einde van je dagen
 
je grijpt de reling van de brug
je zweet en trilt, je staart
de boten op de amstel na
 
haar loop dreunt in je hoofd
je ruikt haar geur, gelooft
haar arm te voelen

als dan haar stappen sterven
zie je hoe aan het einde van de brug
haar rug steeds vager wordt

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Dichter bij het hout

    Dat onverwacht de waakvlam
    oplaait en groter nee hoger groeit
    niet eerder zo hevig het vuur gezien

    op geijkte afstand gloeit en krult het
    als grijpt het je bij kuiten en polsen
    het likt je warm aan de borst

    dat je dan voor dor hout gehouden
    goed genoeg voor de kap of
    erger zelfs vuur in een korf

    blijkt het blond gansje zwagerman
    dat je vol op de mond spuugt
    ze tracht je te verleiden met valse tong

    jij nog bereid haar gore bloed te drinken
    wordt gered door een dreun van de gong

    © FT 17.10.2020

  2. MET JOU

    het leven is niet
    bang meer
    de adem wasemt
    geruststelling

    alle poriën
    van ons
    omringend groen
    druppelen jouw licht

    wat verlangen was
    is nu ochtendlicht
    dat zich verbaast
    in tere schoonheid

    waar jij stilstaat
    wonen vlinders
    buigt het sterke riet
    spiegelend in regendrup

    wat belofte was
    is nu ontwaken
    met jou
    heb ik alleen vandaag

    Petra Maria

Laat een reactie achter