Vera van der Horst dwaalt door heden en verleden: ‘Ze heeft een hele kamer voor zichzelf in mijn hart, maar ze kan me de weg nu niet meer wijzen, zoals ze vaak deed…’

Op leeftijd

Ik ben verdwaald. Dat is niets nieuws voor me want ik ben talloze keren verdwaald in mijn leven, zelfs in mijn geboortestad Utrecht, lukte het me onlangs nog om anderhalve kilometer van mijn moeders huis, waar ik logeerde, te verdwalen. Dat deed me denken aan vroeger, als ik flink op stap geweest was en op een mij onbekende plek ergens in Utrecht belandde en terug naar huis  moest lopen. Niemand die ik tegenkwam om de weg te vragen, op goed geluk maar weer een straat in slaan en dan ineens zag ik hem, de domtoren, mijn baken, waarvan de mooi uitgelichte torenspits me warm wenkte: kom maar meisje, kom maar naar mij, ik wijs je de weg, want vanaf die toren wist ik altijd de weg naar huis. Wat hou ik van die toren. Maar nu zag ik hem nergens, hoewel ik er echt niet ver vandaan was, gelukkig liep er iemand die mij de juiste kant op wees en toen ik wat dichterbij de dom kwam, zag ik dat hij in de steigers stond, herstelwerkzaamheden. Sorry meisje, leek hij in het halfduister te zeggen, ik moet even aan mezelf denken.
Geeft niet lieve toren, ik ben nu geen meisje meer, ik kom wel thuis.

Maar nu ben ik verdwaald in mezelf en deze plek komt me totaal onbekend voor. Hoe ben ik hier beland, maar belangrijker, hoe kom ik weer thuis en wat is mijn thuis.
Er was wel een weg naar deze plek toe. Drie jaar geleden is mijn beste vriendin aan kanker overleden, het was een lang afscheid dat vier jaar duurde. Ik weet nog dat we, na een bezoek aan haar, we een half uur in het kleine gangetje in een omhelzing stonden. Ik wil jou niet kwijt zei ik, ik jou ook niet, zei zij, meer niet. En tranen natuurlijk, veel tranen. Later toen het tijdstip naderde dat de arts de deur open zou zetten waardoor ze uit het leven zou stappen, zaten we met de armpjes over elkaar op haar bed. Ja,  zei ik, wat zal ik zeggen, goede reis, nee,  schudden we allebei het hoofd, nee, zei ze, ik ga nergens naartoe, alleen maar ergens weg en dan is er niks. Ja, dat geloven wij hé, wij ongelovigen en we vonden elkaar in een lach, waarna ze me aan bleef kijken en zei, ik heb altijd van je gehouden, ja, beaamde ik, liefde op het eerste gezicht, weer die lach, door de tranen.
Ze heeft een hele kamer voor zichzelf in mijn hart, maar ze kan me de weg  nu niet meer wijzen, zoals ze vaak deed.

Daarna is er weer een goede vriend aan kanker gestorven en eentje zit in een rolstoel en een andere vriendin heeft onlangs de mededeling gekregen dat haar kanker weer is terug gekomen. Ik moet de weg terug vinden, want ik wil dicht bij haar blijven, maar dan moet ik eerst weten waar ik ben en hoe ik hier ben beland. Ik heb me lang mijn werkelijke leeftijd niet voor kunnen stellen, maar nu steeds meer dierbaren om me heen wegvallen, moet ik de realiteit toch onder ogen zien.
Het is alsof ik in een bootje zat, geen vuiltje aan de  lucht en ineens klapt het grootzeil naar de andere kant, zelfde bootje, zelfde wind, maar ineens uit een totaal andere richting, een onbekende richting voor mij.
Alsof ik eerst leefde in een roman, die een  begin en einde heeft, de plot bekend is, de karakters vertrouwd, waar je af en toe eens door kan lopen en ergens naartoe kan en dan oja, zo was het bij kan denken, maar nu leef in een gedicht, daar is geen rechte weg waar je doorlopen kan, daar dans je alle kanten op, maar je komt nergens, alsof de dans zelf het doel is. Waar je de ene keer denkt te weten, oh ik ben hier, maar de andere keer de plek er totaal anders uitziet.
En de dom staat nog steeds in de steigers.

Vera van der Horst

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter