VON SOLO met een ‘waar gebeurd’ verhaal


We arriveerden op een zonnige vrijdagmiddag bij ons jachthuisje in het Sallandse bos. Een houten bouwsel van rond negentienhonderdtien met een parmantig hertengewei boven de veranda. Ooit gebouwd door de toenmalig zaakvoerder van de Nederlandsche Olie Maatschappij. Binnen was alles gelambriseerd. De vloeren waren van hout en bijna alle ruimtes waren onderling verbonden. Overal stonden brocante meubelen. Mijn dochtertje zette op de pick-up in de eetkamer meteen een plaat op met hits uit de jaren tachtig. Het voelde alsof we in een andere tijd aankwamen. In de badkamer hing een wit onderjurkje in een kleine kindermaat. Met een onbestemd gevoel staarde ik er naar. We verdeelden de slaapkamers. Kinderen in de achterste slaapkamer en mevrouw Solo en ik in de grote slaapkamer met tweepersoonsbed. Onze hond, Orval, mocht bij de kinderen op de kamer slapen. De ramen beschikten niet over verduisteringsgordijnen. Wel over luiken aan de buitenzijde.
 
De eerste nacht sliepen we met de luiken open. We sliepen slecht. Dat gebeurt wel vaker als je ergens voor de eerste keer slaapt. Ik had in de slapeloze uren vooral in het duister naar buiten gestaard. Pas in het ochtendlicht vielen me nog een paar uur slaap ten deel. De volgende nacht sloot ik voor het slapen gaan de luiken. Na eindeloos draaien lukte het ook deze nacht niet bestendig de slaap te vinden. Temeer omdat half de nacht ons dochtertje kwam vragen of ze bij ons in bed mocht, omdat ze het raampje naast haar bed eng vond. We antwoordden kribbig van niet en probeerden de slaap weer te vatten. De volgende ochtend bekeek ik het raampje op de kinderslaapkamer eens wat beter. Er hing aan de andere kant een gordijntje voor. Het raampje kwam uit op een ruimte, waar we niet in konden. Vermoedelijk een meterkast, of een trap naar zolder of kelder. We besloten, dat mevrouw Solo op mijn dochters bed zou slapen en onze dochter die nacht bij mij op de grote kamer.
 
De dagen verliepen harmonieus. Alleen de hond leek niet helemaal op zijn gemak. Hij kon nergens in huis echt zijn rust vinden en sliep overdag hoofdzakelijk buiten. In de avond gingen we in gewijzigde formatie weer naar bed. Intussen had ik een muggenstekker verwijderd, waarvan ik vermoedde, dat dat de oorzaak van ons slecht slapen wel eens kon zijn. In de nacht schrok ik wakker en stond op om af te wateren. Ik hoorde mijn wat gerommel van de hond in de kamer naast ons. Op toilet hoorde ik een giechelende kinderstem buiten. Zonder er veel acht op te slaan ging ik weer naar bed en gleed verder weg in een ongemakkelijke halfslaap. De volgende ochtend werd ik wederom geradbraakt wakker. Mevrouw Solo gaf aan ook hondsberoerd te hebben geslapen. Ik vertelde haar van de stem in de nacht en we lachten er om in de zon op de veranda.
 
Die avond verdwaalde ik tijdens het uitlaten van de hond met mijn zoontje in het bos. We hadden het pad verlaten hadden om een ree te schaduwen. We waren vergeten hoe snel het duister in kan vallen en tot overmaat van ramp had ik mijn telefoon met GPS en zaklamp ook niet bij. Een ongemakkelijke stilte viel over het bos tezamen met de duisternis. Na wat beraad besloten we op kompas oostwaarts te gaan in een rechte lijn. Dit leidde ons weer naar een pad, dat gelukkig uit kwam op de provinciale weg. We konden geen straatnaamaanduiding zien en wisten niet waar we ons bevonden. We belden aan bij een boerderij en de boer bood meteen aan ons naar ons huisje te rijden. Onderweg gaf hij aan dat dit wel vaker gebeurde. Dat mensen verloren liepen. Die avond sliep iedereen wederom slecht.
 
Dit ging zo nog een paar nachten door voordat we besloten eerder naar huis te gaan. Niet omdat we het niet naar ons zin hadden, maar omdat we gewoon weer een nacht goed wilden slapen. Op de ochtend van vertrek kon de hond nog steeds zijn draai niet vinden, Hij lag zenuwachtig onder tafel en leek bijzonder blij de auto in te mogen. Toen we het bospad af reden en richting Deventer keerden, keken mevrouw Solo en ik elkaar opgelucht aan.
 
Mijn zoon heeft overigens wel goed geslapen. Hij sprak echter voortdurend Pools in zijn slaap vertelde mevrouw Solo me later.


Von Solo
www.vonsolo.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter