Mirjam Al en Merik van der Torren bij het overlijden van de dichter Tito de Vries: ‘je donkere Indische ogen, je rasta-vlechten, O, Tito,…’

je donkere Indische ogen, je rasta-vlechten,
O, Tito,

Tito de Vries, dichter, muzikant, beeldend kunstenaar;
Merik: “Hoe heb je Simon leren kennen?” Tito: “Ik kende Simon al heel lang, al sinds 1954. Van mij waren toen een aantal cartoons gepubliceerd in Vrij Nederland en bij de eerste ontmoeting met Simon, vroeg deze of hij een interview met mij mocht afnemen om in de Haagse Post te plaatsen. Ik heb daarna steeds contact gehouden met Simon. In 1983 kwam ik hem op de hoek van de straat tegen en zei hij tegen me: ‘Ik ben een schrijfworkshop begonnen, heb je zin om mee te doen?’ Zo ben ik bij schrijfworkshop De Klus gekomen. Toen Simon na tien jaar ophield met het voorzitten van de schrijfgroep, heeft hij De Klus nagelaten aan Yermac de Wit en mij. Tot de dag van vandaag draait De Klus door. Iedere maandagavond komen vijf, zes, soms wel tien of twaalf schrijvers bijeen om aan de hand van thema’s, gedichten en verhalen te schrijven.”

Hoi Pom,

Gisteren bereikte me het droevige bericht dat vriend Tito is overleden, beeldend kunstenaar, dichter, muzikant en sportman en vooral voorzitter van Schrijfgroep de Klus, die wekelijks bij elkaar kwam om aan de hand van thema’s te schrijven. Zowel Mirjam Al en ik schreven een afscheidstekst voor hem.


Adieu, Namasté,
 
Tito, meester in de poëzie,
de muzikale grappen,
de gamelan en het voetballen,
de honden, jij dierenvriend,
met de planten, de aapjes, de schilderijen,
uitgever, altijd naar de anderen toe,
zacht-goddelijke fluister
in je meesterlijke teksten,
de geinige glinstering in je
donkere Indische ogen,
je rasta-vlechten,
O, Tito,
ik heb er geen woorden voor,
alleen de liefde voor altijd.
 
Dit is voor Emmy,
de hartsvriendin van onze Tito:
dank voor je niet-aflatende zorg,
dank daarvoor.
 
Er is een lege plek in de tuinen van Buitenzorg,
na al het lachen wat we deden.
 
 
4 januari 2021, Mirjam Al

Voor Tito de Vries

De stad staat vol huizen,
de wind waait om de hoeken,
burgers spoeden zich naar elders.
 
Maatje Betty gaat uit wandelen met mij,
snuffelen aan alle grassprietjes,
die rare doos, een grote boodschap.
 
Dat ik mij kan vollopen,
al ben ik een vergiet
met verdriet uit allen gaten,
want je bent er niet, vriend,
met je grappen en grollen
en poëzie voor het slapen gaan.
 
Volgens mij zweef je op een schapenwolkje,
vleugeltjes aan naar wie je liefhebt
waar je vandaan kwam,
die je koesterde als je het koud had;
Eigenlijk ben je er wel met een laatste gedicht,
zon en regenboog.
 
Zie je nog steeds op die stoel bij het raam,
filosofische boeken lezen,
brieven schrijven,
Schrijfgroep de Klus voorzitten.
 
Wat is het thema ?
 
 
4 januari 2021, Merik van der Torren

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter