
uw webmaster kon het deze week niet laten om deze zogenaamde noodmaatregel ‘avondklok’ af te keuren. er ligt geen wetenschappelijk bewijs onder de maatregel. de maatregel is naar ik vermoed ingezet – niet om de corona te bestrijden – maar om een ander doel te dienen – lees het gebrek aan handhaving te verdoezelen – nee deze maatregel kan absoluut niet door de (juridische) beugel. je loopt nu eenmaal om 5 over 9 geen Corona op buiten als je die om 5 voor 9 daar ook niet oploopt.
Het verbod op détournement de pouvoir, gedeeltelijk Frans voor ‘machtsverdraaiing’ of (meer gebruikelijk in Vlaanderen) ‘afwending van bevoegdheid’ of ‘machtsafwending’, is een verbod voor bestuursorganen om bestuursbevoegdheden te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze gegeven zijn. In Nederland is dit verbod ontstaan uit jurisprudentie van de Hoge Raad der Nederlanden en is nadien gecodificeerd in art. 3:3 Awb
het besluit is onzorgvuldig tot stand gekomen, de werking is buiten proportioneel en juridisch gezien een draak. en laat u niets wijsmaken BOA’s mogen vooralsnog niemand qua corona bekeuren.
hoe dan ook we hebben altijd nog de poëzie. ik was erg gecharmeerd door de bijdrage van Antony Oomen – de eerste uit zijn serie Avondklok en door de bijdrage van Anke Labrie – zij relativeert wat ons wordt aangedaan op een wijze wijze. ik zeg tweemaal goud. en voor de vlinder die nog moet uitvliegen van Ien Verrips brons. van harte!

‘avondklok’
vanmorgen op mijn oefenrondje
moeizaam lopend met mijn stok
langs de struikelstenen
bij het Merwedeplein
zie ik haar beeldje staan
beschenen door de zon
in gesprekken onderweg
en op de bankjes om haar heen
waar ik even op adem kom
vang ik op dat het wel oorlog lijkt
maar elke vergelijking gaat hier mank
juist nu besef ik des te meer
hoe vrij ik nog altijd
langs deze struikelstenen lopen kan
anke labrie
–>
Anke keert de dingen om, de normen en waarden ook. en struikelt niet over de tekenen des tijds. de herinneringen aan vroeger die in geen verhouding staan tot wat ons in dit land bij deze regering tot lotgenoten maakt. dat als je lekker in je bed ligt te chillen dat je dan de straat niet op mag en als je weer wakker bent frisse lucht in vrijheid kan ademen. niet iedereen zal het met anke eens zijn. die genoemde zaken (de struikelstenen als teken van herinnering en de huidige avondklok) staan wat mij betreft ook in geen enkele verhouding tot elkaar. ik zelf kan het alleen niet hebben dat zo een blaaskaak als een grapperhaus die elk gezag verloren heeft – die zich zelf nergens aan stoort of houdt mij een beetje gaat vertellen waar ik wel of niet mag staan en wanneer in de buitenlucht. het gedicht geeft wel stof tot nadenken. dat we niet te snel onvergelijkbare grootheden zullen vergelijken. het zijn de wijze woorden van anke.

Avondklok
Zoals het klokje thuis klinkt
Zo klinkt de avondklok
Stilte gevuld met tik tok
Verduister uw ramen
Vermom uw korte-golfradio
Als hoedendoos of kloosterbrood
Luister en fluister
Radio Oranje op de tast
Buiten huivert het stilzwijgen
Wie komt er bij me schuilen
Onderduik op zolder
In mijn boekenkast
Alleen de vogels zwijgen niet
De vleermuizen
De sirenes en de dwazen
© Antony Oomen
20.I/2021
Amsterdam
–>
Antony stuurde aan pomgedichten punt nl deze week een drieluik in. de eerste ook geplaatst in de wedstrijd – nou ja wedstrijd – eigenlijk buiten mededinging – maar nogmaals geplaatst vanwege die prachtige laatste strofe. de andere strofen niet minder fraai. een mooi gedicht dat zich ook van onderen naar boven laat lezen. of de strofen kris kras door elkaar. elke strofe sterk als brokjes tijdsbeeld – een goed getroffen tijdsbeeld. met subtiele verwijzing naar verleden tijden.
- Antony Oomen – Alleen de vogels zwijgen niet/ De vleermuizen/ De sirenes en de dwazen
- Rik Van Boeckel – bomen zien mij niet meer
- Magda Haan – de laatste minuten in vrijheid
- Petra Maria – zet de wekker maar op sterven als je oud bent
- Frans Terken – In het licht van de lantaarns beweegt een vage schaduw
- Anke Labrie – langs de struikelstenen bij het Merwedeplein
- Cartouche – buiten de deur, alleen in het donker
- Ien Verrips – vlinders dromen
- Elisa Smit – Door het donker dolend
- Erika De Stercke – om me te verliezen

wie wint de enige echte virtuele -“Ga nu maar liggen liefste in de tuin…” maar niet na negenen!!! – trofee op pomgedichten punt nl?
“Ga nu maar liggen liefste in de tuin…” maar niet na negenen!!! ook pomgedichten punt nl kan niet om deze kleine politiestaat heen. een avondklok hoe verzin je het. de avondklok of de zinloosheid der dingen. een verzetje, het verzetten van de klok of wordt het een echt verzet. dichters aller avondklokken verenigt u.
alsof de tijd heeft stilgestaan. binnen bent u veilig, buiten loert het gevaar, alleen de hond zal u redden. de dichters Oomen en de Haan en van Boeckel stuurden al avondklokken in – ik kies de mooiste voor de ‘wedstrijd’ en voeg deze alvast toe – als de avondklok u ook roept stuur rustig in – u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
een juweel
weet je in alle dingen
ligt van het weten eigenlijk niets meer
dan we altijd al wisten
we nemen ze mee
en denken er zogenaamde betere tijden bij
al weten we wel beter
een dichter als babak zou hier in het gedicht
met iets onontkoombaars komen
een kostbaarheid die hij jou zou omdoen
jou en jou alleen
pom wolff

Het Ankerpark is mijn avondanker
de Leidse Haven de eerste etappe
de boten aan de Zijlsingel
begroeten mij met schilderachtige kleur
het avondommetje is ten dode opgeschreven
bomen zien mij niet meer
dragen geen takken virus over
op mijn licht snotterende neusvleugels
het avondklokkenspel zingt
de mutant neemt de macht over
zo verdwijnen de uren
om ‘s avonds rond te gaan.
Rik van Boeckel
20 januari 2020
–>
ook het gedicht van Rik buiten de wedstrijd ingestuurd deze week – Rik bewogen door naderend onheil zijn gedachten poëtisch vorm gegeven na een avondwandeling – toen de avondklok nog niet was ingesteld. ik lees “de mutant neemt de macht over” – de jonge en grapperhaus – willen wel eens even laten zien hoe ferm zij zijn. deze mutanten! van mensen die nog wél redelijk kunnen nadenken. goed dat er dichters zijn.

Het aftellen is begonnen
de laatste minuten in vrijheid
sluit de gordijnen
voor glurende buren
en zwerfhonden
hier staan de wijzers stil
de klepel is verstomd
laten we nu maar proosten
op autoloze straten
en stille nachten
de maan verlicht
dak en goddelozen
de stad is weer van hun
Magda Haan
–>
heel aardig deze aandacht voor daklozen en voor mij als goddeloze. maar magda het zijn niet alleen de zwerfhonden die vrijelijk na negenen hun behoefte op de straten kunnen draperen en door de straten gaan. het zijn ook de vrijgestelden met een touwtje in de hand die de afgelopen week de asiels plunderden en achter hondjes aanlopen twee weken lang na negen uur in de avond. om die beesten in februari weer te dumpen – over zwerfhonden gesproken.

en dacht dat de hele wereld mij zag
nu loop ik in de avond door verlaten straten
geen nood, ik heb een hond
ziet mij alleen de jas van thuisbezorgd
wie controleert de tijd
zet de wekker maar op sterven als je oud bent
lang geleden stond ik op een berg
en dacht dat ik de hele wereld kon zien
Waar is mijn berg?
petra maria
–>
‘geen nood ik heb een hond’ – schrijft ze – en wat voor een hond – met hondje kan petra maria de wereld aan – zoveel is zeker – een wereldverscheurend dier dat de avondklok aan flarden zal rijten/bijten. maar nu nog niet. het gedicht kent één wereldregel: ‘zet de wekker maar op sterven als je oud bent…’ deze regel verdient een beter gedicht om zich heen. je kunt ook zeggen deze regel doet alle andere regels in welk gedicht dan ook wegsmelten.

In het licht van de lantaarns
beweegt een vage schaduw
alsof hij speurt naar sporen
van een uitgelaten hond
een die in de kuiten van
avondklokkenluiders wil bijten
die de blaf binnenbeks houdt
om gerucht te voorkomen
de riem om de nek als zit hij vast
geketend aan de grollen van de baas
een gebod als voor ons – ‘af’ en ‘liggen’
dansen naar de pijpen mag nog net
© FT 23.01.2021
–>
de lichte kritiek op de avondklok van Frans deel ik – u las het al hier boven. die avondklok is nergens goed voor. levert alleen onrust op en verzet – bijzonder weinig mensen gaan de straat op in de regen en de kou als alle kroegen gesloten zijn en alle evenementen zijn afgelast. en daar komt bij dat de aerosolen besmetting nog steeds ontkend wordt blijkbaar. ga je naar buiten dan loop je nauwelijks risico op besmetting. waarom jongeren geen pleziertje gunnen in een verlaten park in de regen en de januari-kou? de schaduwhond van Frans gevangen en geketend door duistere regelgeving.

Blad
Ga nu maar, liefste
voor de avond valt dacht jij
mij het groene gras te zijn, ik was
niet meer dan die lege plek, die plak
jonge , die krul botergoud om de buik
te vullen toen de honger je overmande
dat vreemde uur tot waanzin dreef
de klok als een gek doortikte
maar die stil je niet
buiten de deur, alleen in het donker
van je eigen heim kun je een sprietje vinden
om je aan vast te houden, een sprankje kracht
stroom van een paneel om kleur te brengen
in een stuk verijsde aarde, die lege
plek terug – tot leven, ga nu maar
liggen liefste, schuif een eindje
dan kan ik jou naast gelegen
blad zijn , goud beschenen
23-01-2021
Cartouche
–>
het is weer een Cartouche in volle glorie- een romantisch gedicht in een adem uit te lezen – de woorden, als sneeuwvlokken als verlangen neergedaald op de liefste – maar wel in het zonnetje. een adembenemend gedicht waarin de dichter er van alles en nog wat bijhaalt om de liefste te bekoren. van mij mag het. natuurvergelijkingen met koplandwendingen – er vallen blaadjes, er krult botergoud – hoe dan ook de vraag blijft hier of zij wel op hem valt.

deze interval van tijd
tussen toen en dan
eertijds en later
hoe duiden wij dit vacuüm
dit stilgelegd leven zonder glans
hoe lang zal het nog duren
voor wij weer vlinders dromen
als wij dromen
Ien verrips
–>
deze vlinders bevallen mij wel omdat ze kunnen worden gedroomd als er wordt gedroomd voorlopig zijn ze nog niet aan de orde – de avondklok als vacuüm beschreven – ook wel mooi – ja Ien weet hoe je vlinders – normaal gesproken ongeveer het ergste – in poëzie aankondigt.

Ik ben nieuw met de site. Verzeild geraakt via Vera van der Horst. Geen idee hoe dit werkt, of ik gewoon kan insturen.
Ik dacht doe eens een poging voor een inzending rondom het onderwerp Avondklok.
Met vriendelijke groeten,
Elisa Smit (32, Eindhoven)
—————————————
Avondklok
Wist je dat
de bomen praten
als de stilte overneemt
ritselend en krakend
de dag vervreemd
Dat als de lucht
zwart kleurt,
licht valt
op andere zaken
Dat ik dan
luisteren ga
en ook al zijn
plassen aan het plonzen
ik luisteren ga
Door het donker dolend
met mijn trouwe joekel
klamp ik mij nu
aan zijn asbus
als ik luisteren ga
wanneer ik de nacht kus
Elisa Smit
–>
nee kind dat wist ik niet – praten ze dan die bomen? wat een onzin. misschien kunt u even met die afgetreden oranje prinses contact opnemen? zij zal u verder kunnen helpen. ik wil niet zeuren maar dt ligt hier meer voor de handt bij het woordt ‘vervreemdt’.
en ‘plonzen de plassen’? wat een gedoe he allemaal. kind toch. beste elisa – poëzie is niks voor jou – ga tekenen, schilderen, spreek een prinses aan, loop door de ‘plonzende plassen’ na negenen – allemaal goed. maar doe niet aan poëzie. daar is al teveel van. geen idee schrijf je hoe deze site werkt. nou zo dus.
Brief aan Elisa
Beste Elisa, in een mailbericht neemt Vera vd Horst het voor je op. ze schrijft mij: ‘Ze is zo n leuk mens en moet nog zoveel leren.’ ze schreef nog wel meer: ‘Pom, wat ben je keihard tegen elise, ze heeft pas poëzie ontdekt, is het ook veel aan het lezen nu en vreselijk enthousiast.
Ahhh, vind ik echt jammer dit en heb wel beetje spijt dat ik je site genoemd heb, was misschien nog iets te vroeg. Had op wat opbouwende kritiek gehoopt voor haar, niet dat ze helemaal afgebrand werd, Ze pikt best snel dingen op, dit was ook niet het het beste van haar, Ik voel me nu echt beetje schuldig. Liefs vera
Beste Elisa deze site is niet uitgevonden om op pedagogische wijze liefhebbers aan de poëzie te brengen. maar ja als Vera om opbouwende kritiek vraagt wie ben ik dan om dat te weigeren. regel 1 bij poëzie is – blijf achter je eigen werk staan – wat anderen ook zeggen. stuur je werk pas de wereld in als anderen jou niet meer kunnen beledigen. wat mij opvalt is dat je 3x als ik luisteren ga herhaalt. in een gedicht moet je niet herhalen bij hoge uitzondering als het functioneel is kun je dat een keertje doen. vragen stellen – je begint ermee – vragen om een antwoord – de lezer kan dat antwoord geven – ik gaf je ook meteen antwoord. stel voorlopig geen vragen in je gedichten. dan ben je meteen van de antwoorden af.
plassen plonzen donker dolend – dit soort vormen werken goed in de reclame, ook in een gedicht maar dan moet het subtiel gedaan worden – niet dat de spetters je om de oren vliegen.
je laatste regel ‘wanneer ik de nacht kus’ vind ik een mooie poëtische regel – vertel eens in een gedicht met die regel als eerste regel wat er vervolgens gebeurt, met jou met de nacht, met de dingen , met de wereld met de avondklok, met vera van der horst. en stuur me dan dat gedicht op – dan zal ik jouw gedicht met trots plaatsen. lieve groet, pom

samen
was ik een vlinder, zocht de zoete plekken
om me te verliezen in wat duizelen doet
nam je mee, niet één keer, om te behagen
telkens weer, om te plagen, een leven lang
Erika De Stercke
–>
oh no not me!!! een vlinder – nee he ze zal het mij toch niet aan doen? – maar ja hoor – ze doet het gewoon onze Erika – vreselijk al die vlinders die door een gedicht heen vliegen en wat ze allemaal meemaken die vlinders. je wil het niet weten. ik wil het ook niet weten.
Schaduwhond
In het licht van de lantaarns
beweegt een vage schaduw
alsof hij speurt naar sporen
van een uitgelaten hond
een die in de kuiten van
avondklokkenluiders wil bijten
die de blaf binnenbeks houdt
om gerucht te voorkomen
de riem om de nek als zit hij vast
geketend aan de grollen van de baas
een gebod als voor ons – ‘af’ en ‘liggen’
dansen naar de pijpen mag nog net
© FT 23.01.2021
lang geleden stond ik op een berg
en dacht dat de hele wereld mij zag
nu loop ik in de avond door verlaten straten
geen nood, ik heb een hond
ziet mij alleen de jas van thuisbezorgd
wie controleert de tijd
zet de wekker maar op sterven als je oud bent
lang geleden stond ik op een berg
en dacht dat ik de hele wereld kon zien
Waar is mijn berg?
petra maria