prachtige poëzie deze week – in kwetsbaarheid veelal geschreven. dank aan alle dichters voor het insturen. een eerbetoon aan Ina Bot – Ina weer eens voor het voetlicht – en zo jammer van het dichterschap dat met haar leven verloren ging. niet echt een wedstrijd bij zo een thema. wel goud voor Max Lerou met zijn oproep aan haar – de vissersvrouw – het leven eindelijk in eigen hand te nemen – en zoals het een goed dichter betaamt – op zijn lerous – in onomkeerbare poëzie van harte Max:
stampt ze een vormpje vol en volgt een twee drie
in godsnaam keurslijf en al nog één keer
ziedend zwemmen in een zuigende zee

de magere school
buuf heeft een keuken vol
wortelen broccoli kolen
bonen in vele kleuren
kikkererwten en paddenstoelen
(helaas niet hallucinogeen)
en veel vergeten groenten
deze vrouw heeft ijzer in haar geheugen
man zaliger zijn leven lang gekotterd
het hangen aan de touwen de vissies
met dagelijks een smakelijk gepeuzel
nog was er geen manlief overboord
tot hij werd gedotterd
zo leuk de vissenvormpjes van de action
de blender ook daarin verdwijnt
met messiaans vermorzelen de vezel
uit een ver verleden – met een beetje bloem
stampt ze een vormpje vol en volgt een twee drie
in godsnaam keurslijf en al nog één keer
ziedend zwemmen in een zuigende zee
ml
–>
‘de vissenvormpjes van de action’ nu voor de gedotterde zeebonk hahaha. en hoe de woede uiteindelijk dan toch ook aan haar een aanvaardbaar gerecht brengt – zelf bereid. of waarom het in het leven gaat – neem het heft in eigen hand – en voel je vrij. dat je niet eerst hoeft te sterven om van jezelf te zijn.
- PETRA MARIA uit weemoed geboren
- FRANS TERKEN uit het leven gesneden
- CARTOUCHE zelden zat ik zo vol
- ANKE LABRIE blijf zijn naam herhalen
- MAGDA HAAN liefst ben ik maar stil
- VERA VAN DER HORST van alles verlaten
- MAX LEROU ziedend zwemmen in een zuigende zee
- RIK VAN BOECKEL stijgen wij in weemoed op
wie wint de enige echte virtuele “Het wil niet vlotten met de weemoed”- naar een regel van Ina Bot – op pomgedichten punt nl? deze week een meer dan bijzondere uitgave van de zondagochtendwedstrijd. dat we niet vergeten. dichters niet vergeten – laat u inspireren door de prachtegels van INA.
laat u inspireren door de regel van dichteres INA BOT die al weer een eeuwigheid geleden het leven heeft verlaten – of naar een andere regel van INA: ‘Zelden bezwijken muren
onder zoveel afwezigheid..’
welke muren bezwijken bij U – nog steeds – bij die enorme gevoelde of nog steeds te voelen afwezigheid? welke afwezigheid kan alleen maar beschreven worden in termen van aanwezigheid? mooie woorden trouwens aanwezig/afwezig – wezenlijke woorden. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
zou u willen weten wie INA BOT was lees dan de woorden van Lizzy:
LIZZY BUBBY SCHRIJFT:
Ina heette ze.
Ina Bot.
We speelden samen poezieliedjes, met Lisan erbij gingen we alle poeziepodia af, op zoek naar nieuwe dichters, we maakten teksten
door haar godvergeten talent. We lachten, huilden, een requim, nu
Toen ze dood was, na drie pogingen:
aspirines met chocoladepudding, uitgekotst in de vroege ochtend,
met vuilniszakken de oven het gas naar haar toe laten stromen, gefabriceerde luchtslang met afplaktape, net op tijd gevonden,
en toen, de in Frankrijk gewonnen pil die godzijdank het einde voor haar in zicht bracht
Ze kon niet meer
Ik zie nog de blik in haar ogen toen ze, na de eerste poging, wakker werd en lag in een steriel ziekenhuisbed, zo ontzettend gelaten…
Toen ze weg was en verdwenen kwam er een vlinder in mijn huis. Ze dwarrelde om me heen en als ik huilde kwam ze naast me op de muur rustig zitten. Drie dagen lang bleef ze. Toen heb ik haar naar buiten gebracht.
Ze verdween in de zonsondergang
LB
Bouwval
Zelden bezwijken muren
onder zoveel afwezigheid
kruipt het licht naar het achterland
velt het dak eikenbomen
valt het raam blind
klopt de kelder zijn doden uit
malen stoelen om vlees
vreten messen bederf
schrokt het glas de bodem
dan het hart opgevouwen en stom
het tuinhek door
het pad af
wat is opgericht
Volgt
Ina Bot
uit de bundel: ROOK EN AS (enkele gedichten)

weemoed
over hoe de nacht de stad in gleed
en jij dieper nog in mij
1000&1 verenigde
het was alsof
zo was het
alsof een koningin
het rokin te paard aandeed
Amsterdam van Breitner was
het hart van vroege lente weer
in zachte weemoed voelt
en deze stad herboren
pom wolff

als zwanen die spiegelen
dat is ook zo bedoeld
je draagt mij zorgvuldig
langs de levende leugens
van verandering
wat wij ook vasthouden
het is uit weemoed geboren
zoals wij nu het maanlicht
slechts nog door het bovenraam mogen
aanschouwen
zo donker is het
zo licht wordt het niet meer
Petra Maria
–>
prachtige gedichten bij de woorden van INA BOT. woorden die inspireren. gedichten die inspireren. over hoe kwetsbaar leven is of kan zijn. hier de weg van wij via een ik persoon terug naar wij beschreven. een spel van licht en donker – een persoonlijke ervaring van weemoed. de ware poëzie begint bij mij bij de laatste twee strofen – van daaruit mag het gedicht verder geschreven:
zoals wij nu het maanlicht
slechts nog door het bovenraam mogen
aanschouwen
zo donker is het
zo licht wordt het niet meer

Het zijn dagen van oud zeer
we zouden gaten kunnen dichten
met niet verwerkt verdriet
bijna vergeten moment opgediept
hoe je struikelde en viel
voor wie je vol in je hart sloot
de schaduw op je netvlies
van een onbereikbaar lief
het bracht een steen op de maag
haar koude handen
die een zwaar donker over je heen trokken
waar je mistroostig in achterbleef
dat je zocht naar een lichtpunt
niet de flikkering van een mes
waarmee je uit het leven gesneden
© FT 20.03.2021
–>
ook hier het licht en de donkerte. de zwaarte van het leven opgezogen in de ‘dagen van oudzeer’. de dagen van oudzeer bijna vergeten – mooi beeld – overschaduwd door het leven. de laatste strofe kwetsbaar particulier. heeft die functie maar voor de lezer heeft die geen meerwaarde. het gedicht ervoor is compleet genoeg.

O wee
Zelden voer ik het woord zelden, enkel gepast
en op zijn juiste plaats, bij voorkeur binnensmuurs
als zij steenkoud op je afkomt en alles spaak loopt
het totaal niet vlotten wil, het hoge woord
eruit stormt: pak je boeltje bij elkaar, flikker op
en ga, nu! geen minuut langer kan ik
om me heen verdragen
die mooie zogenaamd poëticale praatjes
uit lucht gegrepen frasen zonder handen en voeten
ze vullen geen gaatjes, een zweefteef ben ik niet
verbazen wil ik, mij in jou zien verdwazen
alleen koude grond en kale muren
kunnen ledigheid nog stutten, zwelgen
is wat ik verreweg het meest van alles haat
letterlijk alleen maar dromen kan – zelden
zat ik zo vol
greep jij me bij de keel
maakte me stom – zoals nu
20-03-2021
Cartouche
->
Cartouche zit in een flow van prachtig schrijven. de lessen op zondagochtend van de webmaster goed geleerd. niet teveel, niet over de top, en als je over de top dan ook echt over de top, geen verwijzingen, geen encyclopie-en, gewoon gewone taal bij bijzondere onderwerpen. en invoelend graag zo balancerend op de rafelranden van het leven. ik lees het gedicht als eerbetoon aan Ina. het woord ‘zelden’ hier uit haar werken genomen en gebruikt. zelden zo de laatste regels in een gedicht gelezen: door alles en iedereen uit weg te werpen leven – zo bij de keel gegrepen – ja zo vreselijk overmand. door haar woorden. zie daar onze cartouche.

zijn naam
als ik er niet meer op kan komen
zijn naam
en steeds meer vergeten zal
noem hem dan vele malen
haal herinneringen op
dwars door de gaten heen
herhaal ze eindeloos
ook als ik jullie niet herken
jullie zelfs uitscheld af en toe
blijf zijn naam herhalen
tot er een zachte glimlach komt
anke labrie
20-03-2021
–>
in welke vorm ook het zal toeslaan niet zonder hem – blijf hem voor mij herhalen – doet denken aan: en herhaal ze alle malen – asjeblieft voor mij voor hem. wat mij betreft is de laatste regel te veel. de oproep op zich is van de liefde. en liefde op zich is genoeg.

Achter ons liggen de valleien
warme lijven en natte kussen
overgoten door de zon
aan de zijlijn heb ik gestaan
van jouw schaduwspel
eenakters in geleende tijd
als zoutwater dat langzaam insluit
voor wie zou je moeten blijven
een dikke vinger voor iedereen
die het beter wist
vingerafdrukken liet je achter
een overvloed aan tranen
liefst ben ik maar stil
© Magda Haan
–>
ook Magda schrijft vandaag in mooie invoelbare woorden. om tot de conclusie te komen zoals neergelegd in de laatste regel. liefst toch maar de stilte en stil zijn. om de woorden te laten inwerken. en de geleden pijn – over de grond die te heet onder de voeten werd.

De aarde draait dol
liefde heeft hem verlaten
vloog naar venus of mars
naar z’n mallemoer
in leegte
zo stil en sacraal
weet ik ons alleen
door onze lichamen
gescheiden ben ik
als de man
die hangt aan het hout
van alles verlaten
roept om zijn vader
roep ik om mijn man
Vera van der Horst
->
jezus koeristus – en dan ook nog aan het kruis. ja dat voelt niet goed – door god mag weten wie en ook nog door alleman verlaten. ik kan niet zoveel met deze directe verwijzing naar JC aan het kruis – de directe verwijzing naar god heeft mij verlaten. ik zou juist blij zijn dat meneer een blokje om is. eindelijk vrij! zo zal Ina zich hebben gevoeld bij het afscheid van het leven: eindelijk vrij. jammer dat de dood een mens geen euforie gunt.
–>

Een eeuw en twee jaar van hier
ben jij naar de aarde gekomen
als baby van een Franse vrouw
en oer-Hollandse zakenman
mijn voorouders zijn schimmen
zonder wie dit gedicht niet was bewegende strategen uit de Napoleontijd
volgen DNA- wegen van de jaren
uit het vaderlijk hart stijg ik op
naar zinnen slagen en ritmes
in een voorouderlijke cadans
de eerste lentedag geboortetijd
een jaar na Wereldoorlog Een
het levenslicht voor herdenkingsgedicht
zingend uit vingers van de nazaat
handelend in linnen en katoen
een zoon wandelaar in zinnen
een zoon handelaar in schoenen
uit jouw zaak stijgen wij in weemoed op
tot onze eigen dankbare hoogtes.
Rik van Boeckel
21 maart 2021
(Voor Hans van Boeckel 21 maart 1919- 14 oktober 1998)
–>
ook rik laat zich inspireren en schrijft in zeer persoonlijke en kwetsbare woorden over leven liefde en de dood. ik ben dankbaar dat op deze site deze kwetsbaarheid kan worden getoond en dat de dichters het ook aandurven om kwetsbaarheden in vele vormen te tonen. en hap uit de tijd – een eeuw aan leven en werken – de ervaringen van een mens in relatie tot wie hem voortbracht, wie hem lief is en de dingen in de tijd van leven. in liefde en in weemoed opgestegen ‘tot onze eigen dankbare hoogtes.’ prachtig gezegd rik.
wij raken elkaar
als zwanen die spiegelen
dat is ook zo bedoeld
je draagt mij zorgvuldig
langs de levende leugens
van verandering
wat wij ook vasthouden
het is uit weemoed geboren
zoals wij nu het maanlicht
slechts nog door het bovenraam mogen
aanschouwen
zo donker is het
zo licht wordt het niet meer
petra maria
Uit de kuil
Het zijn dagen van oud zeer
we zouden gaten kunnen dichten
met niet verwerkt verdriet
bijna vergeten moment opgediept
hoe je struikelde en viel
voor wie je vol in je hart sloot
de schaduw op je netvlies
van een onbereikbaar lief
het bracht een steen op de maag
haar koude handen
die een zwaar donker over je heen trokken
waar je mistroostig in achterbleef
dat je zocht naar een lichtpunt
niet de flikkering van een mes
waarmee je uit het leven gesneden
© FT 20.03.2021