
Eigenlijk ging je niet nu, maar verloren we je lang geleden. Wat begon als een droomreis naar het dak van de wereld, was eigenlijk je afscheid. Je wilde alleen en kreeg alle ruimte van je man die je met liefde liet gaan, niet wetend wat er komen zou. Het dak van de wereld beleef je min of meer alleen lees ik ergens over deze bucketlist ervaring. Mensen thuis zullen niet begrijpen wat je ervaren hebt. Een tekst die ongetwijfeld een dubbele lading voor je moet hebben gehad.
Na terugkomst van deze geweldige reis was je anders en al gauw kwam het hoge woord eruit. Je wilde scheiden. Niemand begreep hier iets van, maar als enige antwoord kreeg eenieder te horen “Ik ben verliefd geworden op de gids in Nepal” Je man dacht, dit kan gebeuren, we zijn al zolang bij elkaar, ik geef je de ruimte het komt wel goed, maar jij pakte je spullen en ging overal heen, behalve terug naar Nepal. Je verdween uit beeld bij mij en je broers en ouders, wat bij sommigen een gevoel van boosheid losmaakte en uiteindelijk onverschilligheid.
Alleen, hoe alleen moet je je voelen als je voor eenieder vervaagt voordat zij voor jou vervagen. Leek het je makkelijker om te verdwijnen, voordat men door had dat de ware jij verdween. Dat je nooit die moeder zou kunnen worden, dat je de namen van je kinderen als ze er kwamen, man en broers zou vergeten en boos zou worden als dat besef er even zou zijn. Hoe alleen…?
Je regelde wat er geregeld moest worden. Zorgde voor een goede opvang, mocht het moment daar komen dat het nodig zou zijn en leefde je leven met nieuwe mensen om je heen die van die harde diagnose Alzheimer met kans op jong overlijden wisten. Eigenlijk had niemand het ooit hoeven te weten tot het moment daar kwam dat je moeder op jonge leeftijd overleed aan de gevolgen van Alzheimer. Na veel moeite was je gevonden en wilde je afspreken, alleen vergat je op de dag van de afspraak met je broer dat je hem zou zien en liet hem een paar uur wachten tot hij boos naar huis ging met de vraag waarom moet dit zo. Het uiteindelijke antwoord sloeg harder in als een bom, maar deed alle puzzelstukjes samenvallen.
Gelukkig zijn er nog een paar mooie jaren geweest, maar toen het moment kwam dat je een straat verder boos werd dat je sleutel niet op de deur paste wist je wat te doen. Het huis ging op naam van je huidige vriend en zelf ging je naar een mooie rustige opvang met een eigen ruimte.
Toen kwam corona en het ging snel, te snel voor een euthanasieverklaring. De herinnering glipte als zand door de vingers en de boosheid daarover op heldere momenten was enorm en maakte het nog moeilijker voor de mensen die je dit eigenlijk allemaal had willen besparen door te verdwijnen voordat je verdween.
Deze week ging je als helder in een slaap, zacht knijpend in de vinger van je broer als hij zei dat hij er was en vond je rust op 55 jarige leeftijd. Het is een kutziekte. Voor mij zoveel erger als kanker, misschien wel erger dan wat dan ook, om te vergeten en alles kwijt te raken. Niet alleen het geheugen, maar ook de lichaamsfuncties. Het zet mij met beide benen op de grond en doet me nogmaals beseffen hoe fantastisch ik het eigenlijk heb, ongeacht de tijd die ik heb, maar vooral hoe veel jij van de mensen om je heen gehouden moet hebben om dit eigenlijk allemaal alleen te willen doorstaan. Deze week rouwen we een beetje als familie, maar vieren vooral het leven. En ik denk vol verlangen nog even terug naar die verlangenweg waar ik laatst over schreef en de aardbeien die we samen plukten en de fietstochten in het bos, oneindig rustig, stil en ver, Voor ons gevoel naar het dak van de wereld.
Yvonne koenderman