
Ze had zwart wild krulhaar. Het was op de schouders recht aan afgeknipt. Het liefst zag ik haar in een zwart, strak shirt met lange mouwen en een grote open hals die haar schouders bloot liet. Er liepen geen bh-bandjes over haar schouders. Haar nek was mooi. Strak, elegant, krachtig. Ze danste op een manier, die de overgang van haar brede heupen naar haar slanke taille benadrukte. Vandaar liep de lijn door naar haar schouders en explodeerde in een wild zwierende krullentooi. Het vreemde aan haar was enkel dat ze geen borsten had. Ook al had ze die gezien haar leeftijd al lang moeten hebben. Toen wist ik niet, dat het leven niet draait om zoeken naar die ene ware. Dat het niet draait om wat een ander ervan vindt. Ik wist helemaal niks. Idealen van liefde uit liedjes boden geen houvast. Als alles zo perfect is, zoek je uit twijfel de minpunten. Ze zat op de huishoudschool en rookte. De psychische drempel was gecreëerd. Het zaad van mislukking gezaaid.
Toch konden dergelijke obstakels niet verhinderen, dat iets in me haar op een gegeven moment aansprak. Of ze mee wilde naar het spookhuis? Een dichtgetimmerd blok tegenover de disco. Tot mijn verbazing wilde ze mee. Een meisje, dat alle jongens kon krijgen, zo kwam het mij voor, verkoos met mij op spooktocht te gaan. Gezien het spookhuis op de begane grond geen ingang had, hielp ik haar klimmen naar de eerste verdieping. Vandaar doolden we door het donker van de verlaten kamers, trappen en gangen. Onze jonge lichamen werden als magneten door elkaar aangetrokken. De spanning van de jacht en de nakende vangst zetten de lucht onder stroom. Mijn hand gleed langs haar verleidelijke lijnen en bereikten de plek waar haar borsten hadden moeten zijn. En zachte gekreun ontsnapte haar.
Niet eerder had ik zulke harde tepels gevoeld. Het was wonderlijk om mee te maken hoe het gebrek aan tieten gecompenseerd werd door de overdaad aan dierlijk magnetisme. Alles was hard aan haar. Hard en heet. We belandden in een kamer met een vuil bed met doorgezakte veren. Vastbesloten haar lichaam van kruising tot kruin lief te hebben, knoopte ik haar broek open en trok haar slipje naar beneden. Op het moment, dat ik toe wilde happen, werd ik een geur gewaar. Ze stonk daar beneden, echt heel erg. En ze wist het. Ze schaamde zich en verontschuldigde zich. De betovering was verbroken. En niet alleen dat.
Terug in de disco liep het niet meer. Om twee uur ging ik naar huis. Zij bleef achter. De volgende dagen volgden de berichten via de tamtam. Een maat van me had Corine plat weten te krijgen later die nacht. Dat deed zeer. Zeker omdat hij een lelijkerd en een opportunist was. En ik achttien en zinloos. De week daarop zag ik haar op zaterdag aan zijn zijde. Dat deed weer pijn. Diezelfde avond nog kregen ze ruzie. De week daarop hoorde ik van iemand, dat ze spijt had en met me wilde praten. Gekrenkte trots weerhield me hiervan. Ze moest er maar van leren. Ik heb ze nog zien huilen terwijl mijn vrienden haar op afstand hielden achter de kerk en ik me omdraaide en wegliep. Geen woord. Ze heeft me daarna nooit meer een blik waardig gegund. Ook niet als ik vol drank, spijt en geilheid weer probeerde.
Afgelopen week was het volle maan. In negenentwintig jaar had ik er niet één keer aan gedacht. En ineens voelde ik die tepels weer onder de zwarte ribbelstof van haar shirt. Alsof het gisteren was. Het moet zinsbegoocheling zijn geweest. Maar het hield me uit mijn slaap.
Von Solo
www.vonsolo.nl