welkom in de wereld van VON SOLO, nooit meer die…”Die zich dag in dag uit in hun auto’s naar kantoren, bouwplaatsen of fabrieken rijden. Als vals gemotiveerde of afgedraaide werkmieren hun rol als radertje in een ziek systeem vervullen, dat onder de streep enkel gericht is op lineaire ‘economische groei’. …’





‘Hoe borgen we de kennis als ‘die ene medewerker, die alles weet onder de tram loopt’? Wat een vraag! Niet wéér met één of ander flutsysteempje, mag ik hopen?! Wat wel de oplossing is, zijn androïden. Dat zijn robots die menselijke trekken vertonen. Als je iets wil weten, dan werkt het net als bij Siri. Je stelt gewoon de vraag en krijgt in menselijke maat uitleg over wat je wil weten. En ze herinneren zich alles. Door kunstmatige intelligentie, kunnen ze al deze kennis ook in context plaatsen. En het grote voordeel is, dat ze na een jaar niet gaan jobhoppen en hun op dat moment nog beperkte kennis meenemen en een leegte achterlaten die weer door de volgende passant wordt ingenomen. Een androïde kan makkelijk vijftig jaar in functie blijven. En het mooie is, dat ze in principe voor een jaarsalaris van een schaaltje dertien al te koop zijn. Dat bespaart aardig op personeelskosten. En ik hoor sommigen nu lachen, maar dit meen ik! Jullie vragen een oplossing. Dit is de oplossing. Je kunt er voor kiezen te blijven hangen in je op Lotus 123 gebaseerde, statische database systemen met alle kwetsbare koppelingen en blijven zwammen en dromen over ‘Big Data’, ‘blockchain’ en ‘Internet of Things’. Maar dat is achterhaald. Stop er mee en maak nu de stap naar de toekomst. Als je dit tenminste echt wil.’

Daarmee eindigde ik mijn korte interventie. Er viel een stilte in de vergadering. Hakkelend werd nog geprobeerd om toch nog even te praten over een systeem om kennis in vast te leggen. Ik hield mijn mond maar. Voor mezelf was het al lang zonneklaar. Van de twintig deelnemers aan deze teams vergadering was zeker tachtig procent rijp voor de zachte droomwereld. Alles mooier en beter en vooral leuker. En niet te ontwrichtend. Sentimenteel hopend op een soort menselijke wereld waar wel alles goed gaat. Achterhaald gewauwel. Later die avond herhaalde ik mijn betoog tegen een wetenschapper en gaf aan, dat ik mijn huidige werkzaamheden op niet al te lange termijn zou willen laten doen door een mailbot, een chatbot en een androïde. Dat zou moeten kunnen. Wat voor mij dan over zou schieten, zou het bewaken van de morele en ethische principes van mijn digitale onderdanen. De ethicus is de manager van de toekomst. Dat klonk al te hoopvol.

Vanochtend onder de douche dacht ik er aan, hoe ik al die (onbekende) mensen om me heen niet uit kan staan. Al die neo-utopische peuterbreinen, die zich de toekomst wel zullen laten overkomen. Die zich dag in dag uit in hun auto’s naar kantoren, bouwplaatsen of fabrieken rijden. Als vals gemotiveerde of afgedraaide werkmieren hun rol als radertje in een ziek systeem vervullen, dat onder de streep enkel gericht is op lineaire ‘economische groei’.
 
Afgelopen weekend keek ik met mijn zoontje van twaalf ‘The Matrix’ weer eens. Hij snapte er niets van. Wat mij vooral bijbleef, was de opmerking van Agent Smith, dat de mens het best vergelijkbaar is met een virus, een woeker. Die opgebruikt, vermenigvuldigt en koloniseert, zonder enig ander doel dan het stillen van een hersenloze vraatzucht. Er is geen enkel bewijs hiertegen aan te voeren, tenzij (valse) intentie tegenwoordig ook geldt als rechtvaardiging. Ik denk werkelijk, dat we een groot deel van de mensen, die nu ‘werken’ beter zouden kunnen vervangen door androïden. Ik denk ook, dat veel van deze mensen zich veel beter zouden thuis voelen in een virtuele wereld, waar ze het aan niets ontbreekt. Ik denk zelfs, dat er nu al velen zouden zijn, die er voor zouden kiezen, als ze nu vandaag de keuze zouden krijgen. Kijk zelf maar op uw telefoon. Oh wacht, dat doet u al.
 
Het viel me in, dat niet God, maar de Duivel de mens naar zijn evenbeeld geschapen moet hebben. En dan te denken, dat we dachten, dat zijn slimste truc was, de mens te doen geloven dat hij niet bestond. En daar bungel ik dan. Ergens aan een verkoolde wortel onderin de hel van mijn geest.  Ik zal niet rusten tot ik de androïden binnengeloodst heb. Als mijn  zendingswerk gedaan is loop ik de zee in en kijk niet meer om.
 
Of luister nog eens:
https://youtu.be/fHiGbolFFGw

Von Solo
www.vonsolo.nl

 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter