VON SOLO over de doden in zijn telefoon: ‘Natuurlijk kan ik de namen ook wissen, net zoals je een graf kan ruimen. Maar ook dat doe ik dan weer niet uit een vorm van respect…’


Er zitten dode mensen in mijn telefoon. Toen ze er in eerste instantie in terecht kwamen leefden ze nog. Ze hebben daar een tijd lang vertoefd en ik belde ze wel eens. Zij belden mij ook soms en dan kon ik in mijn display zien dat zij het waren. Als ik hen nu zou bellen, zou er niemand meer opnemen. Of iemand zou onbegrijpend opnemen en zeggen, dat ik het verkeerde nummer heb gebeld. Dat veronderstel ik tenminste. Want ik durf ze niet meer te bellen. Ik zou kunnen zeggen, dat dat uit een soort piëteit is, maar dat is niet de reden. De doden boezemen me angst in. Omdat ze in dezelfde contactenlijst staan, waar ook mijn eigen nummer in staat. Als je mij belt, neem ik op, als je geluk hebt.
 
Mensen zullen mij ook regelmatig in hun digitale telefoonboek zien staan. Daar zullen ze dan bepaalde gedachten bij hebben. Ook al bellen ze me niet. Of ze hebben er geen gedachten bij en bladeren zo over mijn naam heen, zonder, dat het verder implicaties heeft. Tot het moment, dat ik er niet meer zal zijn. Dan ineens, valt mijn naam op in hun lijst. Want de naam staat er wel, maar het heeft geen zin meer om me te bellen. Zouden ze dan dingen denken als: ‘Ik weet nog goed, dat hij me vertelde, dat een goed brood bakken of op de juiste wijze aardappels koken in hoger aanzien staat dan haute cuisine. Goede aardappels en goed brood, daar valt niet op af te dingen. Dat onthouden mensen.’
 
Het zijn wel het soort dingen die ik denk, als ik door mijn telefoon loop en de schimmen zie. Natuurlijk kan ik de namen ook wissen, net zoals je een graf kan ruimen. Maar ook dat doe ik dan weer niet uit een vorm van respect. Of is het gewoon, omdat ik ze eigenlijk niet wil vergeten? Klik, swipe en weg. Zo simpel zou het kunnen zijn. Cremeren is ook zoiets. Een urn kun je makkelijker in een kast verstoppen, dan een zerk. En als je de as uitstrooit, dan is er weinig tastbaars meer om op terug te vallen. Dan draag je ook die last niet meer. En hoef je ook niet te verlangen, dat anderen zich gedwongen voelen die last te dragen. Dan kan het grote vergeten beginnen.
 
Met dode mensen in je telefoon is de verbinding verbroken. Ik kan nog hopen, dat ooit mijn telefoon gaat hun naam weer in de display knippert. Maar zal ik dan de moed hebben om op te nemen? Ik wacht met ingehouden adem, stilletjes hopend dat de beltoon wegsterft. En dan opgelucht uitademen. Alsof ordening van de kosmos nog steeds in orde is.  
 
 


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter