VON SOLO: ‘En ik hoor al mensen denken: ‘Je weet niet hoe goed je het hebt en je moet niet zeuren.’ Waarmee ze bedoelen dat je je smoel moet houden, anders zetten ze je buiten het systeem…’

Toen ik twaalf was, las ik een boek over de nasleep van een kernoorlog. Op een boot dwaalden overlevenden door een zone zonder dodelijke straling. De straling kroop echter steeds naderbij tot er geen plaats meer was, waar overleven nog mogelijk was. Ze gingen allemaal langzaam dood.  Een jaar later las ik ‘1984’ van George Orwell. De beklemmende sfeer van de alomtegenwoordige controle greep me aan. Dat er geen plek was, waar je heen kon vluchten. Dat zelfs gedachten niet meer vrij waren. Het gevoel niet meer te kunnen vluchten hield me nachtenlang uit mijn slaap. Het heeft me nooit meer losgelaten, alsof het een waarschuwing was. Een les.
 
Mijn verdere jeugd heeft het niet bedorven. Ik leefde in een vrij land en stommiteiten werden niet op camera vastgelegd en oplossingen dienden zich lokaal aan. Landen als Chili en het de Sovjet-Unie, daar moest je niet zijn. Daar verdwenen mensen in kelders of werden uit vliegtuigen gegooid. China was toen nog helemaal geen land van belang, dus bestond in onze beleving ook niet. Het was een zorgeloze tijd, waar de wereld er nog op wachtte om ontdekt te worden en regels er nog waren om omzeild te worden. Toen ook de muur nog viel, was de dreiging van de koude oorlog voorbij en konden we onszelf in slaap soezen in een oneindig tijdperk van hedonisme.
 
Die schijn had het tenminste. Want op een gegeven moment vlogen er een paar vliegtuigen een gebouw in. Ik weet nog wat een vriend van me zei over de telefoon: ‘Moeder aller aanslagen, hier wordt geschiedenis gemaakt’. En toen kwam de machine op gang. Microchips werden sneller en (Chinese) sensoren goedkoper. Overal was er internet. Alles globaliseerde En alles mocht afgeluisterd worden, want terrorisme. Het heeft Theo van Gogh niet kunnen redden. Alhoewel hij in de tegenwoordige tijd ongetwijfeld toch gecanceld zou zijn geweest. Intussen genoten we van onze zelfjes op onze steeds nieuwere, onmisbare toverspiegeltjes. Terwijl we dronken, dansten en de wereld over vlogen om ‘alles’ te doen, spinde de controlespin verder haar web. Er was geen hoorbaar of effectief protest. Alles voor het grotere goed. Alles beter, dan dat daarvoor.
 
Twee jaar geleden brak er een virus los, dat de wereld tot bijna vandaag in haar greep gehouden heeft. Ons antwoord daarop vonden we in technologie en de markt. De overheid diende te zorgen voor het digitale administratiesysteem en de kapitalisten voor de farmacie. Een vruchtbare samenwerking die de wereld er weer bovenop heeft geholpen. We staan weer op de skipistes, liggen op de stranden van Ibiza en vliegen weer naar Thailand. Daarvoor hebben we enkel een digitale toestemming van het systeem nodig, gebaseerd op voor de gezondheid intussen overbodige farmaceutica. Onder het mom van ‘vooruitgang’ worden stiekem alle achteruitgangen geblokkeerd. Een systeem zonder noodstop. Een wereld zonder nooduitgang. Maar dat nemen we voor lief. Alles voor een betere wereld. Alles beter dan daarvoor.
 
En ik hoor al mensen denken: ‘Je weet niet hoe goed je het hebt en je moet niet zeuren.’ Waarmee ze bedoelen dat je je smoel moet houden, anders zetten ze je buiten het systeem.
Maar ik denk, dat deze mensen óf het gevoel hebben, dat het hun tijd wel zal duren, of een eindeloos vertrouwen hebben in ‘de vooruitgang’. Onze waakzaamheid is verworden tot gezapigheid. En onze gezapigheid tot het grote gelijk van de deugdzaamheid. Ongetwijfeld deugen de meeste mensen. Maar op de 8 miljard die er rondlopen, deugen er dus statistisch een heleboel niet.  Als je de focus altijd op de vijand buiten je grenzen richt, dan kan het zijn, dat je je niet realiseert, dat de andere vijand al binnen is en zaagt aan je stoelpoten. In mijn geval zal het mijn tijd niet duren. En die van mijn kinderen al helemaal niet.
 
Ik weet nog goed hoe het voelde toen. In dromen, dat gevoel, nergens meer heen te kunnen. Het besluipt me. Dat er een moment komt, dat iets anders onverbiddelijk beschikt over mijn hele wezen.
 
Vluchten kan niet meer. Vechten kan nog wel.
 
https://youtu.be/sE2yz-L64ag

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter