
Blij dat ik rij. In een pickup want die heb je wel nodig in de jungle. Het wegennet hier steekt overigens verbazingwekkend goed in elkaar. Een paar prima onderhouden highways van asfalt op dik beton. In Wallonië is het met de staat van onderhoud slechter gesteld. Enkelbaans zijn de highways. Dat wel. Als een provenciale weg. No problemo. Er is nauwelijks verkeer. Stoffige zijwegen verhard met brokken kalksteen vertakken in kronkelige zandwegen van niks. Heuvel op. Heuvel af. Woeste schoonheid all over. Lifters in de laadklep is hier heel gewoon. Toeristen in een pickup wat minder. Maar het werkt. Twee of drie tegelijk is geen uitzondering. Men heeft niets. Dus men loopt. Van heel ver. En terug. Een lift wordt daarom altijd geapprecieerd.
Dag vier: op zoek naar een Maya cave waar je alleen wadend en zwemmend komen kan. Door de rivier. Op een steenworp afstand van de kaarsrechte grens met Guatemala. Ooit met een pennenstreek getrokken door de Britten. Belize: voorheen British Honduras. Men bracht er slaven offers. De Maya. In die grot. Offervlees. Next to that underground river. Gisteren op bezoek bij een Brits gezin dat het in de bewoonde wereld voor gezien hield. Hun antwoord? The Chaos Oasis. Autobanden. Beton. Bogen. Gewelfde plafonds. Sprookjespaleis. Een betoverend lichtspel van kromme muren gemetseld met wel duizend kleurige glazen wegwerpflessen. Evenzoveel verhalen. Over een jaguar die hun Duitse herder te grazen nam. Kansloos. Split his skull. About a school teacher advising their youngest daughter to not read too much: for books can drive you crazy. Over de inspirerende stilte bij de Maya ruïnes om de hoek. Over van alles. Maar beter nog: kijk zelf. Onlangs op TV geweest. Schijnt. Floortje Dessing. Uitzending gemist? Hilarisch vinden ze het. Surprised I didn’t watch it. WTF. How did you get here? And why? Weet ik veel. Zat in Mexico. Dan weet je nergens van toch? Google? De lunch smaakt prima. Witte wijn van ananas? Rode bessen port? Ronduit heerlijk. Smaakt ver weg naar het rauwe starnakel makende brouwsel van mijn vorig jaar overleden Franse voisin. Appels. Peren. Bramen. Bessen. Troebel borrelend bocht uit een blauwe plastic ton geschept met een grauwig witte koffiemok. Dit spul is honderd keer beter. Wat een plek. Off the grid. Totally. Deze mensen zijn de vindingrijkheid voorbij. Amazing people in an amazing place!
Het jochie in schooluniform met scheve tanden achterin klopt op de carrosserie ten teken dat ie eruit wil. Vlakke hand. He lives with grandma. Zijn wandelschoenen vertellen dat het een flink eind lopen is. Van en naar school. Hij wijst naar het house at the corner. Na enige twijfel: ¨I come with you,¨ besluitend. Gedecideerd. Ongevraagd springt ie weer in de achterklep. Op zoek naar gewoon een spannend avontuur. Finding the Cave he never heard of. We rijden een kilometerslange hobbelige zandweg af. Slakkengang vereist. Kuilen. Greppels. Dwars door de jungle. Het joch balanceert als een pro op de zijrand van de laadbak zittend. Zoals die lui op de kermis in de rups. Waaghalzen. Compleet verlaten is het. Op een Amish na. Met paard en wagen zoals het hoort. Rechtstreeks uit Youtube. Inclusief strooien hoed en zo´n belachelijk blije Huis op de Prairie blik. John Boy in het echt. Strohalm in de juiste mondhoek. Hij groet meer dan vriendelijk. Niks gezegd. Het karrepad wordt steeds smaller en is dan plots geen weg meer. Het gaat nog maar net. Zo smal is het. Heel even nog maar. Daar moet het zijn. Zegt Google. Vijf minuten en een stugge afdaling later is het lopen geblazen. Einde doodlopende weg. Een stevig stalen hek. NO TRESPASSING. Staat er. Klimmen maar. Want het pad loopt stiekem toch nog verder. Het ventje twijfelt opnieuw maar volgt behoedzaam. Hop! Prima klimmer. Vertelt met trots al zestien jaar te zijn en AC te studeren. AC? Airconditioning. Vandaag laatste schooldag. Fijne vakantie? Nah. Op zoek naar werk moet ie. September pas weer verder leren. Een metertje of vierhonderd nog. Dan opeens een werkelijk majestueuze boom. Op een open plek rechtstreeks uit Avatar inclusief bijbehorende sloom neerdwalende vlokkenpracht. Het geheel badend in schitterend zonlicht. Magisch is het. Eva woont hier. Zoveel is zeker. Zoveel schoonheid. All over the jungle. OMG. I´m lost in love. De weg kwijt.
Men is hier flink in de Here. Bijbelspreuken op houten staken. Te over. Amish. Jehova´s. Jezuïeten. Mennonieten. Weetnietwatters. Enzovoort. Er zijn wel veertien smaken en in ieder dorp slaat men elkaar de kop in wie gelijk heeft. Heb ik van horen zeggen. En mind you: de meeste jungledorpjes hebben nog geen honderd inwoners. Satan is er een woord dat dagelijks in de strijd geworpen wordt. Bekeert u tot het enige juiste geloof eer het te laat is. Gezellig! What´s new in this world? Naast deze fanaten woont er van alles. Zwart. Wit. Alle mengkleuren. Alle windstreken. En Chinezen uit Kanton. Die beheersen alle supermarkten. Overal. Allemaal. Mind you. Economics. Hoe heet dat ook weer?
Het pad slaat rechtsaf; de cave is rechtdoor. In de juiste richting rest slechts nog een nauwe doorgang dwars door de jungle. Vers gekapt. Slangen. Insekten. Weet ik veel wat. Het kruipt, krioelt en fluit er. En het zingt er onbekende dierengeluiden. Je hoort zelfs de kapmessen nog zoeven als het ware. Worstel op teenslippers verder. Slim! Uitstekend schoeisel. Maar ach, het kan: de Maya deden het blootsvoets. Ze waren talrijk hier want het stikt overal van de ruïnes. Tien procent van de bevolking trouwens is nog immer volbloed Maya. Maar hun cultuur is verwoest door de Spanjaarden. Met zwaard en bijbel. Cortez. Cortez. Ik hoor Neil Young het zingen: nasaal, net niet vals en ijl als jungle mist. Fantastisch album: Arc Weld. Live met Crazy Horse. So sad. Verdwaal bijna in m´n eigen tranendal. Tweehonderd meter nog. Zegt Google. Vijftig meter verder stopt alles: het einde van de wereld. Geen gekapt paadje meer. Ondoordringbaar is het. De begroeiing. Als een dichte dense groene muur. Het ventje op wandelschoenen zegt met een klein stemmetje dat z´n grootmoeder inmiddels wel ongerust zal zijn. Hij heeft gelijk. Respect the law of the jungle. Mission aborted. Straks slapen in zo´n houten huis op palen. Alles tropisch hardhout. Binnen strak in de lak. Hoogglans. I love last minutes. Thank you airbnb. Maar eerst wat eten in San Ignacio. Indiaas vandaag, bij een onooglijk klein tentje. Heb zin in pittig. Zeer smaakvol. That cave? Morgen weer een poging. Maar dan via de andere kant van het dal. Daar is de toeristen ingang. Google weet alles: Taking a journey into the Mayan underworld at Actun Tunichil Muknal will be one of the most enlightening, epic, and unique experiences of your life. Zegt de website. Als dat maar goed gaat.
Change of plans: geen geheimzinnige grot maar de ruïnes van Xunantunich. Op aanraden van een bejaarde duitstalige taxi driver in Belize City een kleine week geleden. Onderweg naar de autoverhuur. Berooid en belazerd door Belizian women naar eigen zeggen. ¨Vorsicht ist besser als nachsicht,¨ waarschuwt hij indringend. Z´n routebeschrijving was dermate gedetailleerd dat je door de bomen het bos niet zag. Pruisische woordenbrei. Desondanks het pontje gevonden. Dat viel nog wel te onthouden: een pontje aan kabeldraad met de hand bediend. ¨It will take you and your car to the other side.¨ Met zo´n lelijk scherp German accent. Hup naar de overkant. Na een kilometer of twee omhoog de parking. Er staan welgeteld vier autos. Van het personeel? Dan een minuut of wat de heuvel op. Er zijn geen woorden voor. Het ding is massaal. Nobody out there. Mexico? Hoezo contrast? Eenmaal op de top geklommen val ik stil. Completely. Het uitzicht? Hier woonden Royals. Fantasie slaat toe. Ik zie een gouden draak hunkeren naar mensenvlees. Hurkend op het gebouw aan de overzijde van het grote plein. Tienduizenden juichende mensen. Drie reuzen op hun stenen troon. Trommels. Roaring flying saucers. Wild dancers. Techno music. Stilte. Angst. Een moment later likt de draak hectoliters bloed van stenen trappen met treden hoger dan een mensen stap. Ja, ik weet het: imagination. Compleet verbrouwereerd maak ik zowaar snel nog een paar kiekjes. Nothing compares. Beauty.
PETER BERGER