PETER BERGER en de lifter: ‘Ik probeer met Van Gogh, Vermeer en Rembrandt het gesprek gaande te houden maar de goede man heeft niks met gestorven beroemdheden…’

Vaak zie je ze niet meer. Langs de weg. Kleumend met de duim omhoog. Ik heb er een zwak voor. Lifters. De man heeft zo’n fel oranje hesje aan. Inclusief reflecterende bies. En dat helpt want de nacht is pikzwart. Oplichtend zilver. Wel zo veilig. Zodra ik in de berm tot stilstand ben gekomen duikt ´ie de greppel in om er even later, zwaar hijgend, met een bundel van die grote supermarkt tassen onder de arm geklemd, weer uit te kruipen. In zijn kielzog een kleine hutkoffer zeulend. Wankelend op te kleine wieltjes.

Op een rafelig stuk karton staat z´n bestemming: bijna om de hoek is het. Een dorp eerder dan het huis. Mmm. Mijn VW bestelbus, Grietje genaamd, is nokkie vol. De plastic tassen zullen het probleem niet zijn maar dat ding op wielen? Ik leg hem, wijzend op z’n wankelkar, uit dat het kiele kiele wordt. Dan kijkt hij met priemende kraaloogjes toe hoe ik het kreng met kunst en vliegwerk toch in de laadcabine weet te proppen.

Onverstoorbaar. Eenmaal plaatsgenomen op het bijrijdersbankje blijkt de lifter, een ietwat gedrongen kalende veertiger, over een lachwekkend hoge piepstem te beschikken. En hij piept alsof zijn leven ervan afhangt. Hilarisch. Dat maakt de conversatie moeilijk omdat ik me moet inhouden om niet steeds in een lachbui te verzuipen. Desondanks blijft hij stug volhouden van de Lage Landen en haar inwoners te houden. Piep. J’aime les artistes Hollandais. Piep. Piep. Hij riekt zurig als natte sokken uit mijn laarzen. Piep. Piep. Piep. Stilte. Ik probeer met Van Gogh, Vermeer en Rembrandt het gesprek gaande te houden maar de goede man heeft niks met gestorven beroemdheden. ¨Ils doivent être vivants,¨ zegt ´ie en ik geloof zelfs even dat ik ´em echt begrijp. Hij vraagt vervolgens of ik André Rieu ken. Wie kent hem niet? Werkelijk? Persoonlijk? Nee: gewoon van de TV. De andere namen die hij in rap tempo oplepelt zeggen me niks. Niet zo raar want ik versta niet eens wat hij zegt. En met die piepstem klinken Nederlandse namen met een Frans accent absurd. Weet ik veel waar die man van houdt.

Denk na: Katja Schuurman? Piep. Mieke Telkamp kan niet want die is dood en van S10 zal de goede man wel nooit gehoord hebben. Pieperdepiep. Ik zwijg en kan ternauwernood een lachsalvo onderdrukken terwijl de reeks aan onuitspreekbare namen eindeloos uit z’n mond blijft druipen. Hoor ik hem nou Marc-Marie Huijbregts zeggen? Heus? Met bijbehorende stem die meteen blijft steken in m’n hoofd. Ik proest het inmiddels stilletjes uit. Geen houden aan. Dan blijft het stil tot ‘ie aangeeft dat ´ie d´r uit wil. Dat is zo gepiept. Merci! Even nog en dan fikkie steken. In de haard.

Peter Berger

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter