TON HUIZER in het openbaar vervoer: plaatsnemend naast een telefoongesprek, telt zijn zegeningen en de haltes.


Een rondje Rotterdamse Elektrische tram 

De lente aarzelt nog even. Een schrale wind verkilt de botten. Geduldig wacht ik bij een halte van de RET. Na een klein kwartiertje afzien komt het rollend materieel in zicht. Tempo bij het instappen: ‘We stappen sneller in en uit’ vermeldt een sticker aan de tramwand. En inderdaad, de klapdeuren vallen na een aantal seconden automatisch en onverbiddelijk dicht.
De straf voor achterblijvers blijkt redelijk mild. De valluiken gaan snel weer open, maar intussen heb je je eerste waarschuwing te pakken.

Vanuit de bestuurderscabine klinkt de lokale radiozender. Luid en duidelijk. Altijd gezellig, vooral de reclameblokken. Om me heen lijkt minstens de helft van de reizigers onderweg in een parallel universum. Gebogen hoofden boven mobiele telefoons zover het oog en oor reikt. De meeste zitplaatsen zijn bezet, dus neem ik onbevangen plaats naast een telefoongesprek.

Een jonge medewerker van een of andere sociale dienst doet luidruchtig verslag van een gesprek met een cliënt. Hij noemt de betrokken persoon, die hij even later ‘patiënt’ noemt, bij naam en voornaam en lijkt niet erg tevreden over de voortgang bij zijn integratie in het arbeidsproces. Prettig te vernemen dat er discrete hulp voorhanden is als je leven even dreigt te ontsporen.
Ik tel mijn zegeningen. En de haltes.

Door een venster op de wereld bekijk ik de nieuwbouwpsoriasis van mijn geboortestad. Ooit een bloeiend wingewest voor havenbaronnen. Nu voor projectontwikkelaars, met huisjesmelkers als kruimeldieven in het kielzog. Gestapelde betonnen hokken in een mist van onverschilligheid. Architectuur voor de een, gebakken lucht voor de ander.

Bij een halte zonder verhoging probeert een hoogbejaarde dame het voertuig te bestijgen. Ze plaatst haar rollator in de tram en trekt zich daarna moeizaam omhoog aan een handvat naast de ingang. Moeizaam en langzaam.
Te langzaam, volgens de regels van het reisbedrijf. De dichtklappende deuren persen de dame nog net niet uit het openbaar vervoer en het leven.

Een behulpzame passagier grijpt gelukkig in, stelt zich met gevaar voor lijf en leden op tussen het dreigende glas-in-lood en helpt de geschrokken vrouw naar een zitplaats.

In de voorste cabine begint de bestuurder intussen zijn radio en thermosfles in te pakken terwijl het 36 ton zware gevaarte piepend en knarsend een kruispunt passeert. De aflossing op het Centraal Station komt in zicht.

Bij het verlaten van de werkplek wordt het personeel  nog even aangesproken door een Aziatisch uitziende meneer met een rolkoffertje.
‘Is this going to the historic centre?’  ‘Yes sir, but it’s not finished yet’ antwoordt de conducteur op ernstige toon.

Ton Huizer

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter