prachtige inzendingen deze week en hele bijzondere. dank aan de dichters! 2 eervolle vermeldingen – Ton Huizer met zijn ode aan de wonderlijke man jules deelder de best geklede dichter rotterdammer 020 hater en spartaliefhebber en het gedicht ISAAC van Jako Fennek – deze wonderlijke overgrootvader die vandaag jarig en in euforie bij de geboorte van zijn achterkleinzoon (wie bereikt die status nog tegenwoordig) nog steeds de poëzie erkent als een van zijn beste maatjes – 2x heerlijke poëzie. gaat het goud in de zondagochtendwedstrijd naar jeanine hoedemakers – die op dichterlijke wijze de wonderlijke visboer op een troon heeft gehesen door hem een vragend vermogen toe te dichten dat weinig visboeren in den lande zullen bezitten. in ieder geval niet beschreven in enig gedicht. van harte Jeanine en dank voor de visboerregel en natuurlijk het gedicht.

Ik danste met de visboer
als je danst, vroeg hij
denk je dan dat je over de zee loopt
of door een korenveld
dans je alleen of dans je met mij
en ik zei
als ik dans
dan waan ik me op een plein
in een dorpje
een jongen zingt een liefdeslied
en een meisje hoopt dat het voor haar is
Jeanine Hoedemakers
Ik danste met de visboer – zij wel – hahaha – inderdaad een wonderlijk beroep en een wonderlijke man. een man die lieve indringende en toch zeer bijzondere vragen stelt. de antwoorden zijn gewoner – dat krijg je ervan als je danst met wonderlijke mannen die boeren in vis.

mijn waarde pom,
één keer in het jaar ben je jarig, één keer in je leven heb je de kans 84 te worden. dat is vandaag en ik schreeuw het van de daken, want gisteren is mijn eerste achterkleinzoon, met de naam isaac, geboren. daarom mijn gedicht gewijd aan isaac. dit alles erg ik-betrokken, er is niets aan te doen. het is een wondercadeau, waarmee je ineens overgrootvader bent.
petje af, mutsje op
we blijven steeds een beetje wonderlijk
dansen zolang de benen willen
vannacht zal ik springen
op de dekens van mijn bed
als overgrootvader nu, kersvers
want de komst van isaac
heeft mijn status opgekrikt
we blijven steeds een beetje wonderlijk
ik heb voor hem een konijn gekocht
van extra zachte stof
waarover in de winkel
mijn vingers maar bleven strelen
het is een beetje wonderlijk
ik kreeg een isaac als cadeau
voor dit keer wel uitzonderlijk
jako fennek – 03.02.2024
allereerst wensen wij overgrootvader Jako een mooi nieuw levensjaar toe en dat zal lukken met de nieuwe en levenslustige baby ISAAC – zijn gisteren geboren achterkleinzoon! van harte voor de hele familie – en natuurlijk gaat alles voor ISAAC aan de kant – een speciale vermelding voor overgrootvader Jako hier in 020 (amsterdam feest mee) en vandaag op de pom – en ISAAC wel later ook gedichten gaan schrijven hoor!!! en feliciteer hem maar vandaag met de speciale vermelding voor zijn ISAAC gedicht.


Dag Pom
Kon het even niet laten. Jules, een man apart. Een Rotterdammer.
Dat wel natuurlijk… Iemand moet het doen, en ook hij deed zijn
best.
Ger Sax was zijn vaste maatje op de sax. Ook al dood. Morsdood.
Zelfs zijn stamkroeg, café Ari, vernoemd naar de dochter van Jules
is inmiddels op de fles. Het gaat fijn met de gezelligheid en de
horeca in ons dorp.
Tramlijn 8 van de RET spoort naar een kasteel. Het kasteel van
Sparta. Zijn Sparta. Staat er gelukkig nog.
Dikke groet,
Jules
Zag Jules vannacht
in lijn acht
richting Spangen
zwartrijdend
in een lege tram
ik liep naar hem toe
maar het gangpad
werd langer en langer
ik schoot geen meter
op
de tram wel
voor de poort van het
kasteel stond Ger Sax
van Voorden
zijn saxofonist
ze liepen naar binnen
zonder op of om te
kijken
de verlichting was aan
er klonk muziek
John Coltrane ‘A Love
Supreme’
uit de wekkerradio
Ton Huizer
prachtige bijdrage dank je wel Ton – we kunnen Deelder natuurlijk niet aandoen de zondagochtendwedstrijd in 020 te winnen – zullen we ook niet doen. uit respekt voor de meester, voor sparta en Ger. een echte huizer mogen we hier lezen – en wat er allemaal op een zaterdagavond in zijn hoofd huist, speelt & rondspookt. laten we zeggen geen goud maar wel een speciale vermelding. en dat AZ vandaag van feijenoord mag winnen.
- overgrootvader JAKO FENNEK – ISAAC
- Ton Huizer – Jules & Ger Sax van Voorden & Coltrane
- Rik van Boeckel – De man is altijd een kind
- Rob Mientjes – Alles mag
- Frans Terken – dat wonderen bestaan
- Ingrid E. Noppen – je zit zo stil op dat terras
- Jeanine Hoedemakers – een jongen zingt een liefdeslied
- Erika De Stercke – je bent de man die gromt als een hond
- Cartouche – ver-wonde-ring

wat is dat toch met die in beeld
door tijd gestolde meisjes
die zo mooi kunnen bewegen
wat is dat toch met dichters
die in een gedicht aan zich zelf
vragen stellen
is het dan toch de moeite
met de winter meer dan ik vermoedde
of weten wilde
de kou die begint door te werken
het gebrek aan licht
en de loterij die maar niet vallen wil
pw

als ik tijd heb
maak ik voor ons vandaag
met deze regel een gedicht voor morgen
dat morgen toch weer iets van poëzie zal krijgen
dan moet er wel gedanst
zoals alleen geliefden dansen
en weet maar dan
hoe wij morgen samen wij
én ik er altijd naar heb verlangd
dat het nooit voorbij zou zijn
pom wolff

Mooi om dat filmpje van Herman van Veen te zien. Ik heb hem ooit gezien in de Haagse Schouwburg. Hij kwam op met een trommel op zijn rug. Wellicht heeft dat mij toen onbewust geïnspireerd om zelf te gaan trommelen. En nu tot dit gedicht!
Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel
Van kind tot vader
De man is altijd een kind
in zijn wonderlijke leven
rond meisjes in vele kleuren
met sexy geuren en dansende genen
het kind dat zich ook in ouderdom bevindt
is de wonderlijke man met oude benen
wandelend door de vliegende tijd
die hem naar de toekomst lijdt
hij zingt het lied dat het verleden verliet
zijn stem klinkt luid in de natuur
in de nabije straten vol herinnering
in de stad van zijn herkenbare hart
hij deelt woorden met geliefde vrouwen
hun tijd zal komen na echte dromen
de ringvinger wijst naar de eerste baby
het kind dat later een vader zal zijn.
Rik van Boeckel
2 februari 2024
we gaan op zoek naar een wonderlijk mens – maar dan een in poëzie gekleed persoon. rik beperkt zich niet in zijn min of meer filosofisch exposé tot een wonderlijke man maar neemt voor het gemak alle mannen tegelijk maar even mee de poëzie in – haha – als kinderen zijn ze leren we van de dichter – om weer vader te worden van kinderen. wellicht wordt hier de waarheid aangeraakt.

Dag wonderlijke man
Man man man
Nam nam nam
Mij bij de lurven
Met zijn grimas
Zijn kinderlijke lach
Dat ik het vermag
U clown te noemen
Met biggels over mijn wang
De triestheid van een clown
Op zijn Ben Cramers
O was hij die clown
Die stoute dingen doet
Omdat het mag
Mag mag mag
Alles mag
Zolang het maar in beeld is
Beeldig dus
Wat verbeeldt hij zich
Wonderlijke man
Rob Mientjes
rob mogelijk geïnspireerd door het vaak clowneske optreden van herman van veen bedient zich van clowneske taal om de clown in een aantal hoedanigheden te beschrijven – de nog net niet overleden ben cramer kruipt ook nog op zijn laatste benen het gedicht in – zo wordt het gedicht bijna een hospice tehuis. man man man. ach er zijn slechtere plaatsen om te sterven dan in een gedicht.

Ja, een wonderlijke wereld, al die mannen,
geef mij maar de dichters en zangers.
Weekendgroet,
Frans
Wonderman
Een wereld vol wonderlijke mannen
macho’s die hun ego doen gelden
over jou en mij de baas willen spelen
zoals geleerd in de kinderkamer
maar dan de mannen die kind gebleven
het dansen niet hebben verleerd
en verhalen blijven vertellen als
over een fakir op een vliegend tapijt
zij stijgen boven de mannenmeute uit
weten van wonderen werk te maken
zingen van en schrijven het wonderlijkste
op muren en ramen of op papier
laten ze je in hun woorden zien
en geven het op een briefje
dat wonderen bestaan
© FT 03.02.2024
frans neemt snel zijn toevlucht in een wereld van vreselijke mannen tot de mannen die schrijven van wonderen of van wonderen zingen. een sympathieke gedachte – strelend ook voor dichters en zangers.

BESPIEDING
Je zit zo stil op dat terras
waarschijnlijk in een peinzen
een leeggedronken bierglas in je hand
en op je tafeltje een uitgevouwen krant
alsof in ouderwetse brilcream
je haarkuif kleefvast opgestijfd
gelijk die van een nozem uit verleden tijd
pensioenrijp omsluiten laarzen je voeten
je leren jack toont zelfs bejaard
en eigenlijk lijk je ver overjarig
voor de outfit die je draagt
vanaf de halte van de tram
bespied ik je als tijdverdrijf
toch fascineert mij ergens ook
dat uitgedoste van jouw lijf
je zit zo stil op dat terras
Ingrid E. Noppen
dat leren jackie dat doet het hem. veruit de leukste passage in het gedicht en mooi uitgeschreven in de slotstrofen. die laatste regel lazen we toch al in de eerste? een gedicht is geen liedje noppie! en de titel hoeft ook niet – dat bespieden lezen we ook al in het gedicht – (bespieding en het woord rijp – vreselijke woorden in de poëzie!!!) maar dat gezegd hebbende – houd ik op met zeuren en is de conclusie toch – een erg aardig gedichtje – leuk om te lezen hoe de dichter deze wonderlijke man langzaam maar zeker uitkleedt – je kunt ook zeggen tot het bot ontleedt. het had ook alleen het jackie mogen zijn dan krijg je een gouden gedicht:
Je zit zo stil op dat terras
waarschijnlijk in een peinzen
een leeggedronken bierglas in je hand
en op je tafeltje een uitgevouwen krant
je leren jack toont zelfs bejaard
en eigenlijk lijk je ver overjarig
voor de outfit die je draagt
vanaf de halte van de tram
bespied ik je als tijdverdrijf
toch fascineert mij ergens ook
dat uitgedoste van jouw lijf

bloemen
het vroege opstaan bijt in jouw humeur
gelukkig staan de deuren open
je bent de man die gromt als een hond
bij huiselijke karweien
rommel blijft doelloos achter in de keuken
badkamer om van de living te zwijgen
één opmerking en het kookpunt is bereikt
de kaken slaan van drift rood uit
je bent de man die grenzen overschrijdt
neerploft net een leeggezogen ballon
met spiegels van zelfkennis in de armen
knijp je in jouw tijd van spijt
een ruiker bloemen en gebak zeggen wat
woorden kunnen verknallen
het verleden duw je in een vuilniszak weg
de dag krijgt vergevende vleugels
Erika De Stercke
ja is dit wel een wonderlijke man of meer een gewone man die op zijn vrije zaterdag liever niks aan zijn hoofd heeft. dat verleden dat in een vuilniszak wordt weggeduwd – is meer een wonderlijke en prachtige regel van een dichter die toch nog wonderlijk mooie regels weet te plakken op zo een uitgebluste gromhond.

Verwondering
welk een weelde van een woord
bij ontleding kom je tot een drie-
of vierendeling, ver-wonde-ring
wat een wonder een en al- hij
de ring die over je wezen schuift
pleister die over wonden glijdt, zo
dat ze toegedekt en uit het zicht
het raadsel dat in de verte ligt
naar je toe kan halen
de oorsprong van al
het leven, een begin van poëzie
gong en grondslag van de kunst
hetgeen je van diep vanonder
de grens naar boven haalt
heft en aanzet tot een vorm
van een wonderbaarlijk iets, ja
een man een man – al weet hij
als ik maar half wat hij is, vermag
een woord een woord
en het is alleen – de ander
jij, de vrouw in ons in mij
die hem schatten kan
doorziet al wat hij niet
Cartouche / 03-02-‘24
Cartouche analyseert voor ons vandaag het titel woord raak in verwondering en komt uiteindelijk aan de kern van het woord toe – het wonder van de liefde prachtig beschreven in de laatste strofe. ook Cartouche schroomt niet om alle mannen op een hoop te gooien en beperkt zich niet tot één wonderlijk tiepje.