VON SOLO – In het leven zijn er mensen, waarvan je hoopt, dat ze er altijd zullen zijn.



Elke keer neem ik me voor minder te drinken als het feest is. De volgende dag is dat meestal niet gelukt. Het begint met één onschuldig drankje. Dat smaakt dan goed. Na twee drankjes komen mijn sociale gevoelens boven en wordt het gezellig. Er wordt gepraat en praten maakt dorstig. Weer open ik een koude pils of schenk ik een smaakvol glas zijn in. Het smaakt steeds beter en ik voel me steeds beter. Ik wil dat het feest nooit meer ophoudt. Dan ineens word ik moe. Ik drink door om bij de les te blijven. In een wanhopige poging alles nog even te rekken. Dat lukt dan. Ik trek op een gegeven moment de laatste open. En dan nog één. De volgende dag staat me dat allemaal niet meer helder voor de geest. Het feest is voorbij. Ik beloof mezelf dat ik de volgende keer niet zoveel meer zal drinken. 

In het leven zijn er mensen, waarvan je hoopt, dat ze er altijd zullen zijn. Dat begint als je jong bent met je ouders. Zelf wordt je op een gegeven moment ouder. De mensen van vroeger, takelen af en lopen het risico te sterven. Als de dood nabij komt houden zij zelf, maar ook zeker de mensen om hen heen wanhopig vast aan het leven. Alles om het nog even door te laten gaan. Om toch nog even bij elkaar te kunnen zijn. Dat moment nog even te laten duren. Alsof we al het waardevolle willen distilleren in de laatste korte tijd. Het is als het einde van een feest, waar je je op de been houdt, door er nog ééntje te nemen. De volgende ochtend is er niets meer. Het leven is net als een feest, het blijft niet duren. Wat je ook probeert.

En dan het kapitalisme. Het moet door. Grootser, gaver, sneller. Het festijn kan niet stoppen. Het is te groot om te falen. Alles is gerechtvaardigd om het aan de gang te houden. Blijf er maar brandstof in stoppen. Naar de instortende economie wordt gekeken als was het grootste feest ter wereld. Naar een zieltogende bank wordt gekeken als was het één van je ouders, die op sterven ligt. Het mag niet ophouden, hoe hoog de prijs ook is. Ten koste van alles, de wereld, de natuur, de medemenselijkheid. Het perverse circus moet door. En steeds gekker. Het is als een feest, als een verslaving, als het leven zelf. Je kunt het ver voor je uit duwen, of denken dat de nacht nooit eindigt. Maar uiteindelijk gaan dezelfde regels op. Ooit komt de kater. Ooit komt het eind. 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl




https://youtu.be/K72skS5JCGk?si=CpXvSl1TLToZbrvP

Zo af en toe denk ik nog wel aan hem. aan Ger Belmer. Niet eens aan de persoon maar aan wat om hem heen hing. Wat hij om zichzelf heen gehangen had. Die bonte mengeling van een soort ranzige lol, cynisme en dat hele precieze op de taal en daarbij die diepe tragische blik achter dat sjonnie jordaanbrilletje. Ik ontmoette hem in de laatste 10 jaar van zijn leven door de poëzie – oa in Purmerend, in Cafe Eijlders. Hij was trots op zijn songteksten die hij oa schreef voor de overleden zangeres Conny vd Bosch, lang geleden. Zijn journalistieke loopbaan in Noord Holland. In zekere zin leefde hij in dat verleden. Buiten Purmerend zat natuurlijk niemand meer op een gepensioneerde Ger Belmer te wachten. Zo af en toe stuurde Ger Belmer in op pomgedichten – light verse – zijn ding – en hij won de zondagwedstrijd op die site ook nog wel eens tot zijn grote verrassing. Prima gedichten.
Rond zijn 70ste levensjaar maakte Ger Belmer een eind aan zijn leven. Ik las over drie dochters en een scheiding. Waarom hij het leven stopte weet ik niet, hij had er geen zin meer in – zag de zin van het leven niet meer. Zoiets moet het zijn geweest. Ik heb er vaak over nagedacht. Ik kan het niet begrijpen. Je staat 70 jaar in het leven – je stapt er 70 jaar NIET uit en dan stap je er toch uit.
Alsof het leven zin heeft – anders dan het leven te leven. En met drie dochters heb je al helemaal geen klagen – alsof er in het leven meer te halen valt dan drie dochters – ja vier vijf dochters maar ergens houdt dat ook op – om het vervolgens op een heerlijk zuipen te zetten in een zalig nietsdoen en om nog zoveel mogelijk ander levensgenot uit de samenleving te trekken. (te geven zeggen de socialen onder ons – ook goed.)
pom wolff 22/8/2019

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter