
Geachte poëten en anderen,
Zo probeer ik, in het prille begin van een jaar waarin roofridders in toenemende mate de wereld naar hun hand trachten te zetten, de losgeknipte draad van mijn Pomverhaal weer aan elkaar te knopen.
Tijdje weggeweest lieve poëten, ouder en nog steeds niet wijzer geworden. En met argusogen bezie ik de wereld, waarin wij in toenemende mate kwetsbaar rondploeteren.
Het grote verhaal kennen we uit de krant. De autocraten die plotseling van onder stenen vandaan gekropen komen. En die ruim baan krijgen van een morrend, verongelijkt volk, dat gelijk Mozes’ Israëlieten in de woestijn, om het gouden kalf wenst te dansen. Ondankbare honden! Goed te begrijpen dat Mozes de stenen tafelen met tien geboden aan gruzelementen smeet. Ben benieuwd hoe het eenentwintigste-eeuwse volk de trekken thuiskrijgt. Het zal zelf een en ander aan gruzelementen moeten smijten om de wereld weer leefbaar te krijgen, vrees ik.
Maar nee, dat verhaal kennen we. We hoeven de krant maar open te slaan.
Daarin staat ook regelmatig het verhaal van dapper strijdende burgermoeders. Een Femke Halsema, een Sharon Dijkstra en sinds kort een Carola Schouten werken hard om hun rumoerige, multiculturele stad tot harmonieus paradijs op te stoten. Ga er maar aan staan, die kolkende massa van tegenstellingen, die desondanks, wat de boven ons gestelden ook mogen beweren, meestal functioneert.
‘Laten we vooral niet bang zijn’ , sprak Halsema in haar nieuwjaarstoespraak. ‘Laten we elkaar ontmoeten, laten we elkaar treffen, ook als we denken dat we niet zoveel met elkaar te maken hebben.’ Prachtig! Ik heb groot respect voor Femke Halsema!
Femke for president!!
Intussen ontploffen er wel explosieven her en der, vindt een argeloze voorbijganger nogal eens een al of niet verwarde messentrekker op zijn pad en moeten jonge uitgaande vrouwen zich naar huis laten begeleiden vanwege ongure types die de straten afschuimen.
En dit onder een regering die…… nee dat is te erg.
Dan liever even wat goed Nederlandse gezelligheid. We mochten er onlangs weer van genieten, de kerstvreugde. Lange tafels met zichtbaar genietende mensen aan de dis. De gebraden ganzen danwel kalkoenen vliegen ze zo de mond in. Zijn die overigens ook te krijgen in de voedselbank?
Huisdieren, hamster of hond, kijken vergenoegd toe en als het even kan barst men los in kerstsamenzang. Niet lang erna gevolgd door het opvlammen van een oude vete waarna de familie slechts door bemiddeling van de EO weer samen aan tafel kan.
Onlangs kwam ik de bovenbuurman tegen met zijn nieuwe vriend, een Vlaming. We babbelden even en per ongeluk ontviel mij de uitroep ‘gezellig’. De Vlaming bekeek mij met afkeer en riep, de trap afdalend: ‘Die Nederlanders altijd met hun gezelligheid!’
Maar je moet toch wat, in gure tijden?
Met hartelijke groet,
uw DinLin.