Goedendag poëten en anderen,
Het zijn enerverende tijden. Niet alleen trekt een Tweede Kamervoorzitster zich geknakt terug in de Kamerbanken, valt een gelauwerde dichteres van een podium, bezetten de barbaren Geldermalsen, wordt een Eijlders-jubileumboekpresentatie een maand uitgesteld, zitten er haarscheurtjes in een Belgische kerncentrale, maar meldt ook nog ’s tot overmaat van ramp Von Solo af te willen zien van monogamie. Waar moet het heen met de wereld!
En dan heb ik het nog niet eens over de Amsterdam Light Parade die zaterdag boeren en buitenlui in verrukking zou brengen. Een optocht van feestelijk verlichte boten door ons culturele erfgoed; wij stonden en masse te popelen. Tenslotte is het al weer maanden geleden dat we bij de Gay Pride Canal Parade of hoe heet dat in goed-Hollands, stonden te juichen. Maar helaas. Het winterse lichtevenement is gecanceld. De hemel mag weten waarom. Heeft u een brief ontvangen? Ik ook niet. Men doet tegenwoordig maar!
Of wij veel missen is de vraag. Ik heb mij tijdens het eerste Amsterdam Light Festival nog in een bootje gewaagd om alle lichtkunst vanaf het water te bewonderen. Maar daar waar ik het meest enthousiast zat te juichen bleek het om reguliere kerstverlichting te gaan.
Intussen is het bijna kerstmis. Want de feestdagen der moederkerk trekken onverbiddelijk voorbij, ‘come rain or come shine’. En ze volgen elkaar steeds sneller op. Vanaf september staan de oliebollenkramen op hun plek. Sinterklaas en de kerstman staan op het punt te fuseren. Over participatie van de paashaas wordt nog onderhandeld. En wat het dezer dagen geboren kindeke Jezus van dit alles vindt, weet zijn vader alleen.
Neemt niet weg dat uw columniste al enige uren tot aan haar dijen in de mini-kunstkerstboompjes en lichtornamenten staat teneinde het huis in kerstsfeer te brengen. Opnieuw weigeren voor het merendeel de kaarsjes te branden, ligt de vloer bezaaid met scherven van ballen en kerstengelen, zijn alle extra stekkerdozen ook dit jaar weer onvindbaar en blijven de led-verlichte kerststerren en rendieren niet plakken op de ramen. Zachtjes zingt uw columniste met de moed der wanhoop een van de oeroude, onvergankelijk kerstklassiekers voor zich uit: ‘Jesuke is geboren in een bakske met stro’ (Urbanus van Anus). Het gaat tenslotte om de sfeer.
Het is met kerst als met de lente: ondanks onszelf sluipt er iets van verwachting het brein binnen en tast het verstand aan. In de lente wordt dit teweeg gebracht door alleen al een vleugje voorjaarslucht, zo’n briesje dat van alles belooft en zelden waarmaakt. In de kerst zijn het de verlichte straten en winkels, de kerstbomenhandelaren op elke straathoek, de stemmige kerstmuzak in de winkels. Vrede op aarde, laten wij maar rustig gaan slapen.
Met hartelijke groet,
Uw DinLin.
Kerstvers
Die dag baarde zij een tweeling:
haar kind en zijn heilloos lot.
Een leven in naam van
een misverstand met een
elftal verdwaasden geleid.
Drie koningen brachten hun gaven
en zetten de toon voorgoed,
verdwenen toen tussen de schapen,
geen herder die ze nog vond.
Aanbidding was hier geboden
maar Herodes ontstak er in toorn.
Wie hoort nog de zoonloze moeders,
elk slagveld geploegd en opnieuw
als vruchtbare akker gerooid.
En de laatste stal van de
herbergier is gesloten,
de os en de ezel geslacht.
Maar geen eind aan de
kindekes op aarde
in doeken gehuld en
met alle hun ledekens bevend.
gl


de koningin van tafeltje drie aan het woord