Berlijn item met gedichten van Jolies Heij, Frans Terken, de jonge Martin Aart, Wibo Kosters, Pom Wolff en… Petra Maria, en… Rik van Boeckel, en… Anke Labrie

een U Bahn door uw woning? of door uw kelder? roept u maar – in Kreuzberg Berlin is alles mogelijk – deze week geen zondagochtendwedstrijd – wel de uitnodiging om uw berlijn gedicht toe te voegen aan dit Berlijn item. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.


Berlijn
 
er was vast een ramp gebeurd
mijn moeder huilde nooit
 
haar lievelingsbroer
zou ze nu nooit meer zien
voorgoed achter die muur
 
mijn vader troostte haar
hij was een optimist
(helaas heeft hij de sloop
niet meer meegemaakt)
 
en ik  had geen benul
een onbekende oom
alleen wat anekdotes
uit haar kindertijd
en een gemeden onderwerp
hij was vast ‘fout’ geweest dacht ik

wat later op de dag
kwamen pas mijn vragen
en vage antwoorden alsnog
iets met Franco
 
vanaf die dag had ik een held als oom
 
anke labrie


————–

de oude dame in Berlijn


Berlijn is vrij en zij ook
haar gezicht spreekt
van verhalen
niemand kijkt nog mee
haar gedachten zijn de hare

ze wijst de weg en glimlacht
we hoeven niet de vragen
naar haar kant van de stad
van de muur
ze fonkelt van het leven

jaren later nu
denk ik aan haar
de zekerheid in haar ogen
dat het nooit nooit
nooit
nooit meer

dan daagt het besef
waar en wie ze ook is
deze dag, deze stad
ze loopt er
met opgeheven hoofd

helemaal vooraan

petra maria

—————–
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is berlin2020.jpg
hoi pom
kijk ik op de site tref ik daar allemaal gedichten over mijn geliefde berlijn aan; dan mag ik natuurlijk niet achterblijven….



berlin alexanderplatz

in deze krater dit huis
zonder dak dit uurwerk
zonder wijzers deze gevangenis
zonder muren deze toren
zonder kraaienest deze grond
zonder littekens deze pleisterplaatsen
zonder vuur deze muren
zonder oren deze kamers
zonder ogen deze dagen
zonder uur deze nachten zonder spiegels
alleen het zwart van het achterhoofd
deze ogen zonder blik

waar vind ik jou, mijn biberkopf?


Jolies Heij




———-


berlijn – oberbaumbrücke


Iemand bedacht zeven manieren om een rivier
over te steken en maakte daar werk van

in mijn dromen kruip ik elke keer
uit een nat pak over een vloer van beton
om het angstzweet van het lijf te spoelen

de kou walst in brokken door me heen
alsof het resten van de muur zijn
waar ik onafgebroken tegenaan loop

zonder brug is geen andere kant te bereiken
het water kruist de weg in een schuimende goot

in alle gaten aan de overzijde zoek ik een lief
kniel neer om in kleine letters op de muur te lezen
“sie blickt aus dem Fenster während in ihrem Rücken die
letzten Blaschen des Seifenschaums zitternd vergehen”

mag ik er een in mijn hand vangen
om haar te bewaren die onze ruimte bewaakt


Frans Terken



————-


Over het Berlijn van de Liefde.

Liefde was ver te zoeken
dicht bij onze muur stonden
we te lezen over de zones
van het geheel aan ons
gewijde westen.

Aan de andere kant
was een verloren
ruimte. We aten
daar. Luisterden
naar de verhalen maar
werden verliefd
op het serveerstertje
dat onze ogen stal
en vragen stelde
hoe het was
zoals ze wist dat het
toch zijn zou moeten
om niet te hoeven
fluisteren
behalve in het oor
van je geliefde.

Zijdezacht gaf ik haar
antwoord. Ze belandde
op mijn bord. We kusten
in vrijheid ik lustte haar

als parelhoen in wijnsaus
We rekenden nooit af.

Hoeveel is genoeg voor liefde,
wat maakt ons nog vrij

de eeuwen nestelden in jaren.

jassen hielpen ons
in de regen.

In negentiennegenentachtig
kwam je vrij. Moeder was je
en prachtig. De wereld
was een open wond
die heelde.

Ik zag je terug in alle
beelden, we kusten
door de schermen heen.


Martin Aart de Jong




————–
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is berlin2020.jpg


Todesfuga der Liebe

10 jaar later:
verwacht je ergens te zien
tussen wodkagrauwe Krakauhoeren,
misschien nog rooted to the spot bij Checkpoint Charlie.

maar er zijn alleen ex-Stasimannen/vrouwen
met koolsoep achter hun oren, die
graag een brokje echte muur verkopen.
het gefotokopieerde certificaat van echtheid
betekent dat het geciseleerde stuk beton in de kofferbak
van de Lada nooit jouw gezicht kan hebben.

opzichtige flashback:
de Ghanees die je koffers verbasede onder een brug
vond je authentiek,
dat was de grote stad.
ik voorzag dat je romantiek mijn Weltschmerz aan zou tasten
en liet je achter bij een groep Japanners.
heb je lang op me staan wachten?


Wibo Kosters



————-


Pom, nu in Geer, België, na mijn tijd in de Vogezen en Normandië reis ik door jouw thema in gedachten van Parijs naar Berlijn. Want als je echt reist kun je ook nog in gedachten reizen. Groeten uit Geer van Rik 


Reis van Parijs naar Berlijn


Van Parijs naar Berlijn
is het moment van ontelbaar zijn

onzichtbare muren in de tijd verzonken
laten woorden dansen in vrijheid

van Centre Pompidou naar Berlin Alexanderplatz reist de tijd zo vrij

standbeelden van Marx en Engels
verbeelden het ommuurde verleden

Kreuzberg en Montmartre dansen
zichtbaar op ritmes van culturen

graffiti kunstenaars bevolken het oosten
met spoed na de Grote Val

de brokstukken van het verleden
opgestapeld in de krochten van wat viel

zo dendert de reis door de ziel
zo spelen de steden met de tijd.


Rik van Boeckel
22 augustus 2020

————



berlijn de bar het blonde meisje


daar vielen doden voor in mijnen
ze groeven gaten in de grond
moesten naar beneden toe
om zwart te worden
loon naar werken longenstof
weet je nog wat kolen zijn
sommige als eieren
en deftig heette antraciet
dat grijs zag je elders niet

én kolenbrander baadde zich raakte aan haar l’occitane
na elke werkdag opnieuw in lavendel van provence

een oude film met ratelbeelden
op een rood fluwelen bankje
berlijn de bar het blonde meisje
wafelhaar en alle warmte antraciet
geluid van schillenboeren
houten wielen hoe ver terug –
heffen wij de hel voor even op
laten we hem maar kolenbrander noemen
noemen we haar zijn antraciet


pomwolff








Share This:

VON SOLO: ‘Hij vroeg me hoe vaak ik en mijn vriendin het deden. ‘Tweehonderd keer per jaar,’ antwoordde ik. Dat heb ik ooit geleerd van Derrel Niemeijer, altijd tweehonderd zeggen. Of het feitelijk klopt, doet er niet toe.’


‘Je mag ook wel op je zij gaan liggen, als dat minder vermoeiend is,’ zei hij. Ze antwoordde: ‘Schiet nou maar op en kom nou maar, ik doe dit echt niet voor mijn lol, maar puur voor jou’.
Starend in de ogen van mijn vriend was ik even met stomheid geslagen, maar het was nog niet alles. Hij vertelde me dat de vagina van zijn vrouw al vijf jaar niet meer geproefd had. Dat hoefde voor haar niet zo nodig. Het lukte hem niet haar te beminnen, ze liet het niet toe. Ook zoenen was een lastig punt. Ze verweet hem altijd te veel nattigheid en tong. En als dat het niet was, dan was haar mond wel te droog of haar lippen. Het had een gekleurd beeld kunnen zijn van hun intieme omgang, maar de feiten waren zo weinig verbloemd en ontdaan van emotie, dat de conclusie toch was, dat dit het was. Hij keek me vragend aan.

Of ik…en wat daarvan te vinden…en wat zou ik dan. Ik had geen pasklaar antwoord. Ze waren al bijna vijftien jaar samen. Echt gespetterd had het nooit op dat gebied. Verder was alles wel in orde. Een gezin, een huis, goed werk, gelukkig. Een blank middenklasse modelgezin. Zo uit de boekjes. Een huis met een prachtige gevel, zo uit de Lonely Planet. Het was niet dat ze het nooit deden, maar wat ze laatst had gezegd, had hem anders geraakt dan alles daarvoor. ‘Maar alles went,’ probeerde hij zichzelf en mij uit te leggen. Ja, alles went.

Maar wat heeft dat dan te betekenen. Onder de streep klopte alles. Alleen van een intieme lichamelijke band kon je niet spreken. Hij vroeg me hoe vaak ik en mijn vriendin het deden. ‘Tweehonderd keer per jaar,’ antwoordde ik. Dat heb ik ooit geleerd van Derrel Niemeijer, altijd tweehonderd zeggen. Of het feitelijk klopt, doet er niet toe. Weer die blik. Ik vertelde hem, dat ik de oplossing ook niet had. Hoeren, vreemdgaan, Second Love, ik kon hem niet vertellen wat hij moest doen. En alle adviezen uit de Viva en andere vakbladen had hij al geprobeerd.

Dit is nu allemaal vier jaar geleden. Ze zijn nog steeds samen en zijn voor velen in hun omgeving nog steeds een voorbeeld. Hij komt wat rustiger over dan toen. Graag had ik hem gevraagd hoe het nu is, maar dat zijn het soort vragen, die je niet makkelijk stelt. Zelf begint hij er ook niet over. Ik zwijg nog steeds, maar achter mijn blauwe ogen liggen woorden verscholen, die ik niet spreek. Toen niet en nu niet. Dat ik het antwoord wel heb, maar hem dat niet kan vertellen. Misschien weet hij het gewoon al wel.

XV

Beste groet,

Von Solo

www.vonsolo.nl

Share This:

Merik van der Torren zondag te bewonderen in de Rebellenklup van Alfredex op Ruigoord – onder vele anderen

ALFREDEX BERICHT:
Het sprookjesachtige dichtersgezelschap De Rebellenklup presenteert a.s. zondag 23 augustus op het terras van Ruigoord kerk: De 1.5 Meter Sessie.
Poezie, rap, muziek en impro onder de blote hemel, van 16 tot 18 uur, voor groot en klein, van 16 tot sixties+++
Het sprookjesachtige dichtersgezelschap De Rebellenklup presenteert a.s. zondag 23 augustus op het terras van Ruigoord kerk: De 1.5 Meter Sessie.
Poezie, rap, muziek en impro onder de blote hemel, van 16 tot 18 uur, voor groot en klein, van 16 tot sixties+++

MERIK BERICHT:

Hoi Pom,
 
Onlangs kwam het boek “Stad van tranen” uit. Het speelt zich hoofdzakelijk af in Amsterdam. De titel bracht bij mij een stroom van associaties op gang.

Amsterdam

Stad van tranen
stad van stranden
strand van dranken
stad van nomaden en trawanten
strand van tranen
stad van naakten, zelfportretten
landschapjes en abstracte objecten
stad van de Grote Boodschap
hondenstrandje
kattevlooi-werkplaats-stad
stad van lachjes
stad van ijsjes
vurige tongen-strand

Merik van der torren

Amsterdam

Stad van tranen

stad van stranden

strand van dranken

stad van nomaden en trawanten

strand van tranen

stad van naakten, zelfportretten

landschapjes en abstracte objecten

stad van de Grote Boodschap

hondenstrandje

kattevlooi-werkplaats-stad

stad van lachjes

stad van ijsjes

vurige tongen-strand

Share This:

briefje op de dinsdag van de jonge ANNE van WALRAVEN

Ik vond een oud dagboek wat ik was vergeten.
Ik was wel gecharmeerd van mijn denken van vroeger. 
Dagboek poëzie voor morgen dus. 


Mensen vinden domme dingen belangrijk, 
ze zijn vergeten te kijken naar binnen. 
De deur zit op slot. 
Arme mensen, 
ze zijn altijd boos. 

Anne van Walraven (tien jaar geleden) 

Share This:

Karin Beumkes en Ditmar Bakker maken van deze maandag een wel zeer bijzondere maandag – op pomgedichten punt nl – met gorgelwater, spoken én sterren in de lucht

Bonjour Pomme!
Hier dan weer een van mijn magische tragische anarchistische tropische gedichten.
Wees geen appel en gedraag je
Karin


Gorgelwater

Mama went gelukkig aan de oude papageuren
jenever oude motor slapen met de teddyberen
oksels in de avond.

Zij moeten lachen om de bandenpech van gisteren
en daarna het verboden glaasje draaien
zij heeft geroepen in de nacht
hij wilde dat het overging.

Zo komen spoken in dit huis heeft hij gezegd
hij bond een bosje knoflook aan de deur
spoelde bij de kraan zijn mond met gorgelwater.

Een ouija-bord veranderde in scrabble
en in het draaiglaasje goot hij een drankje
daar was dat glaasje voor bedoeld.

Karin Beumkes

Muziek: Iron Butterfly – In a gadda da vida https://youtu.be/UIVe-rZBcm4

Huil niet, zo jij ten grave liep:
ik ben daar niet, noch mij versliep.
Ik ben het briesje in de zon,
die schitter toen de sneeuw begon.
Ik ben het stralend licht op ’t veld,
de regen door de herfst voorspeld.
Wanneer jij ’s morgens wakker wordt
ben ik de gang van het cohort
van stille vogels’ cirkelvlucht.
Ik ben de sterren in de lucht.
Huil niet waar aarde mij omsloot.
Ik ben niet daar. Ik ging niet dood.

Ditmar Bakker
(“Do Not Stand At My Grave And Weep”)

Share This:

Frans Terken wint de enige echte virtuele – in een heerlijk soort vrijheid mogen wij leven – trofee op pomgedichten – Rik van Boeckel zilver

  • de finalisten:
  • Frans Terken: in jouw ogen al de open zee
  • Rik van Boeckel: de lucht ademt weelde uit
  • Petra Maria: dat onverhoopt het leven toch weer

wie wint de enige echte virtuele – in een heerlijk soort vrijheid mogen wij leven – trofee op pomgedichten?
 
niet dat ze het zal lezen – het bruggenmeisje met de zwarte hoed en de blote voeten – gisteren gefotografeerd op de brouwersgracht in 020 – in een heerlijke soort vrijheid gezeten – een gedichtje waard. tot waar brengt dit meisje de dichter?, en tot welk gedicht? – over de vrijheid – over het vrije zijn dat zij uitstraalt?
u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor maandag . stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
Dichter bij het water

Hadden we de rivier niet
we zouden niet verder komen
we trekken grote handen aan
en drinken het water als leeftocht

peddelen op de stroom
tussen zachte oevers en weilanden
vogels die ons zingend begeleiden
richting monding en meer

niet de grond onder de voeten
maar dobberen op de deining
en niet weten waar we landen

een vinger een hand hoog in de lucht
om een zuchtje wind te voelen
in jouw ogen al de open zee


© FT 15.08.2020
een wel zeer geslaagde ‘dichter bij…’ van Frans – deze week. het is alsof we mee wiegen op de woorden op het water stroom afwaarts. dichter bij het water is bij frans hier dichter bij de natuur – de lezer meegevoerd in het roeibootje van de dichter en elke strofe een roeislag verder naar die prachtige slotregel, zowel letterlijk als figuurlijk. de open zee in haar ogen. lezen we het gedicht terug ook dan voelen we de deining van de woorden. van de open zee terug naar een staat van niet weten waar te landen – het dichtersbootje, ergens tussen de zachte oevers op weg naar de monding én naar (haar) meer. zo lezen we zowel heen als terug van de liefde. strofen van liefde ja dat is dit gouden gedicht.

Rotspaden van vrijheid

We deinen naar beneden
langs rotspaden van vrijheid

de lucht ademt weelde uit
beeldende inzichten gehouwen in kliffen

ezels lonken naar ogen
op weg naar de ruig ruisende zee

we dansen over kiezels in de glorie
van een Normandisch verleden

de Atlantik Wall hield vrij zijn niet tegen
we ademen lucht en licht in met vreugde.


Rik van Boeckel
Étretat
16 augustus 2020 –

Rik bijna in een euforische beschrijving van de grootheid van de natuur. en inderdaad de rotsen van etretat hakken in mensen heugnis. als rik de smalle rotspaden beschrijft voel ik me ook weer staan daar aan het einde van de wereld en voel ik ook weer de ruimte en de kracht van de natuur – de nietigheid van mensenbestaan – de wilde frisheid van de woeste lucht. een van alle kanten bruisend zilveren gedicht. als de golven op de rotsen van etretat.


ik zag je over de rivier
je zweefde bijna

zij kabbelde met kleine golfjes
als het rozegrijs
achter het kerktorentje

gisteren nog
de wind en het water
spoelden genadeloos
langs mijn stilstand

alles heeft gewacht
en daar houd ik zo van
dat onverhoopt
het leven toch weer
zijn keer neemt

petra maria – het woord stilstand detoneert een beetje hier – het is een te direct woord precies waar dichters indirect de wereld dienen te raken. stilstand is van de proza niet van de poëzie. nou weten we wel dat petra maria nooit zelf stilstaat dan hoeft het ook in haar gedichten niet. eigenlijk kan dit gedicht met veel minder om zoveel mooier te zijn. zou ik poëzieles geven ik zou dit gedicht als voorbeeld nemen om te tonen dat minder zoveel meer is – kan zijn:

ik zag je over de rivier
je zweefde bijna

zij kabbelde met kleine golfjes
als het rozegrijs
achter het kerktorentje

alles heeft gewacht
en daar houd ik zo van


herman

de brug is ver
het zijn geluiden
de stad
het was de wiegbrug toen
moest altijd wachten
zag de schippers
zag een klomp
zag een touw
zag ze zwaaien
er waren muntjes
herman

moet altijd denken
dan maak ik er maar weer een gedicht van
in de ochtend
tik tik tik
ze waren er wel de eerlijke woorden
maar daar doorheen
sla
sla
tik tik

een sienjaal
herman
zo een laatste moment
ben je toch alleen
ik weet nog hoe je op me wachtte toen
ik was met haar herman
ik kon niet anders

ze weet vast de schelde nog
hoe bang ze was om te vallen
later dansten haar hoge hakken
een lange hoge hakken mars
er was muziek
piano’s
we moesten zoenen
zoenden als de golven
herman

wat was ze blond
half blond
vissenogen
ze had gekropen zei ze
door zwarter bloed
door het zwartste bloed
we dronken antwerpen
tot aan onze voeten
de travestiet zong mooi

later speelde een gitarist een liefdesliedje
ik kan zo mooi kijken
als ik verliefd ben
dan spelen ze liedjes
dan zingen ze
ik kon niet anders herman
we keken water
soms sturen ze nog kaartjes
uit een ver land
schrijven ze een goed jaar

wat rest is de brug
waaraan de kleine floriade
onkruid groeit
door stalen hekken roest
en ergens nog iets stroomt
dat op een rivier lijkt

dan lopen ze door herman
dan lopen ze door

pomwolff


Share This:

Een poëtische groet van Rik van Boeckel uit Normandië – met de vissersboten van Claude Monet

Een poëtische groet van Rik uit Normandië

Ochtend in Étretat

De kliffen klimmen uit zee
met zon en ontij zo gedreven

mooie huizen aan de Avenue des Maisons
ontwaken uit een Normandische roes

de vissersboten van Claude Monet
schilderen zo passé de tijd zo gedwee

mondkaprijk Frankrijk tekent het heden met verve langs de Boulevard de Étretat.

Rik van Boeckel
Étretat. Normandië

Share This:

de boekenkast van de weduwe schaller: de boeken dwars geplaatst – als de karakters van de hier gestapelde dichters en schrijvers

het blijft toch een bijzonder plaatje. de weduwe schaller aan de brouwersgracht in amsterdam gisteren avond weer eens bezocht. even kijken hoe het met haar gaat. inmiddels op leeftijd. heerlijke geuren van nicotine en witte wijnen in het grachtenpandje als vanouds. de boekenkast ook als vanouds. ooit zijn de boeken in de boekenkast geplaatst. ‘het is wat moeilijk zoeken maar ik vind altijd wel wat ik wil hebben.’ de weduwe aan het woord. de boeken niet op alfabet – je denkt het kunstwerk van kienholz in het stedelijk museum 020 te betreden – als je de huiskamer van de weduwe binnen treedt. de boeken dwars geplaatst – als de karakters van de hier gestapelde dichters en schrijvers – voeg ik er voor de lezer generaliserend aan toe. ergens kregen ook mijn dichtbundels een plaats toegewezen in de kast van de weduwe. je kunt er een avond over doen om ze her te ontdekken. (en dat alles te bezichtigen in het nicotinebruin dat over de boeken is neergedaald.) hoe maak je van een boekenkast een ademend kunstwerk. ZO!

Share This:

VON SOLO: ‘Pas op mijn zesenveertigste realiseer ik me, dat ik er met open ogen ingelopen ben. Nou ja, open ogen…’

Mijn ouders en schoolmeesters hebben mij in het verleden perfect opgevoed om te passen in het systeem dat nu, met steeds rassere schreden de wereld naar de kloten maakt. Maak je school af. Ga werken. Trouw met een leuke (lees betrouwbare en zorgzame) vrouw en plant je minimaal één op één voort, zodat er na jou minimaal voldoende consumenten zijn om de groeiende stroom wegwerp producten aan te schaffen. Ik ben opgevoed in een zuiver kapitalistisch verdienmodel. En ik heb me er naar gevoegd en gedragen. Pas op mijn zesenveertigste realiseer ik me, dat ik er met open ogen ingelopen ben. Nou ja, open ogen…

Men neme een doorsnee zaterdagochtend in pakweg het jaar negentienhonderdvierennegentig. Wankel sta ik op. Mijn tong voelt als leer. De kamer geurt zoetig naar verschaalde gistproducten. Op een matras wat verderop ligt nog iemand. Wanhopig open ik de kamerdeur en loop de trap op naar de keuken. In de koelkast is niets meer te vinden. Als ik terugkom is de ander ook wakker. Het is rond half een in de middag. We lopen naar de Aldi en kopen een tray Schultenbrau. Nog voor we terug thuis zijn zit er een lauwe halve liter in mijn maag. Ik begin me al wat beter te voelen. Bij de tweede wordt het nog beter. De volgende ochtend is de Aldi dicht. Het bier bij de kiosk van het nabijgelegen station is eigenlijk te duur. Maar je doet wat je moet.

Toentertijd hadden we nog het geluk dat dergelijke ochtenden de temperatuur niet boven de dertig graden steeg. De laatste tien jaar is dat met stijgende lijn echter schering en inslag geworden. Vanochtend was in de krant te lezen, dat de verkoop van airco’s door het dak gegaan was. In een ander artikel was te lezen dat het energieverbruik door koeling en airco’s een ongelofelijke piek kende. En je vooral maar niet afvragen waarom het in de eerste plek zo warm is. Het is pervers. Alle mensen om me heen hebben een figuurlijk kater en lopen als zombies lauwe Schultenbrau te drinken.

Blijkbaar hebben die jaren Schultenbrau me toch geleerd, dat er iets fundamenteel mis was. En wel dat ik het probleem dat ik veroorzaak, niet moet bestrijden met exact de wijze waarop ik het probleem veroorzaak. Natuurlijk kan ik honderd smoesjes verzinnen, waarom een airco geen kwaad kan. Dat kan ik met die after-kater drinks exact zo. Ik leef uiteindelijk toch ook nog…niet dan? Het is belangrijk, dat je erin gelooft.

We zijn opgevoed als verslaafden in de dop. Verslaafd aan onze maniertjes, spulletjes en wegwerpmentaliteit. Je kunt je daar aan proberen te onttrekken en voordat je het weet, verval je in een andere verslaving, omdat verslaving het patroon is, dat is aangeleerd. Verslaafd aan normaliteit. Dingen oplossen met meer of nieuwigheid, nooit met echt beter of anders. Karl Marx sprak al van opium voor het volk. Als Jezus ooit weer de tafel omverwerpt, dan zal hij net als toen, ook weer gewoon een gekkie zijn, dat zich uitstekend leent voor een stukje ‘storytelling’ en ‘branding’, ten dienste van het economisch groeiscript.
Heeft u het warm, dan zorgen wij dat u een airco kan kopen, bij voorkeur op afbetaling. Ons systeem verwordt steeds meer tot een alles omvattende religie.
Verlossing zal echter nooit te koop zijn.



VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

Merik van der Torren droomt van staalblauwe grasmatten – dichter door koortsdromen bevangen


de amsterdamse dichter van der torren hebben we leren kennen als een vredelievend en natuurvriendelijk mens. ook in het hondenasiel wordt er vrolijk op los geblaft als merik weer eens een hondje komt uitzoeken voor de soep. zo gauw er besjes aan de struiken groeien hanteert de dichter de knipschaar – wel struiken geen besjes lijkt het motto van de dichter. merik met zijn kappersverleden spreekt liever over ‘opknippen’. niet menselijks is deze dichter vreemd. toch lijkt het erop of de hitte de eiwitten in het hoofd van de dichter heeft bereikt en dat – zoals professor scherder ons heeft uitgelegd – de verbindingen enigszins verstoord zijn geraakt. schrik niet als u de poëzie van dichter van der Torren vandaag onder ogen krijgt op pomgedichten punt nl – dichter keert zich tegen het groene gras waar dichter volledig op uitgekeken is. in het hoofd van van der torren zal de wereld nooit meer zijn zoals de wereld van het gras was en zoals wij de wereld hebben leren kennen. het is wel even wennen.

Hoi Pom,
Hierbij een uitgeschreven droom-beeld. Voor pomgedichten. In de bijlage, groet, Merik


Droom 10

Voor mij strekt de eindeloze grasmat zich uit,
staal-blauw, eigenlijk kunst, abstract.
 
Hij moet opgerold
voor het volgend seizoen.
 
Daar is zat tijd voor,
Rob zal het doen.
 
De oude oprollen en
de nieuwe plaatsen,
even staal-blauw.
 
Dan is de klus alvast geklaard,
een hele geruststelling.

Merik van der Torren
 

Share This: