Jij vindt het fucking fijn dat ik verdomme naar de klote ga je bent zo koud, zo stout je bent de irritante bromvlieg in mijn oor je bent de klont die ik nog poepen moet je bent een iglodiner een verpeste browser een kapotte harde schijf
in mijn woede ga ik jou te
lijf ik kan je bloed wel drinken je zuigt me scheef als er iets te
vieren valt ben je zo van de partij maar als mijn lichaam bedelt ben je
me niet nabij
ik kan volgens jou niets schrijven je snapt niets van
mijn gedachten ik ga dit keer niet op je wachten totdat je me weer eens
belt jij denkt alleen maar aan diploma’s en een flinke tas met
geld
vannacht hang ik als een klamme vampier aan je raam de maan is
vol, ik zou maar wakker blijven ik kom en ik zal hier nog wat blijven en
dan zal ik je gruwelijk verminken. je zult na je verdwijning onmiddelijk
gaan stinken.
DE JURYVOORZITSTER SPREEKT: Ik heb de gedichten met plezier gelezen maar niet altijd meteen goed begrepen. Soms komt dat begrijpen later ineens maar dan is het geen zondagochtend meer. Over de edelmetalen was enige innerlijke strijd, daar ik iedereen de, door Paul bezembinder aangeboden, bundel gun. Gefeliciteerd met je bundel trouwens Paul. Het besluit is als volgt:
Goud Anke Zilver Jako Brons Cartouche en Lisan
vier mei
elk jaar om deze tijd legt zij de schroevendraaier binnen handbereik
zij durft het niet nog altijd niet
in de krant en op tv zelfs enkele keren op de dam zij leeft echt wel mee
maar in haar eigen hoofd blijft alles veilig vastgeschroefd
anke labrie 4-05-2019
pom:Paul Bezembinder komt de eer toe de schroevendraaier te bevrijden uit de donkere gereedschapskist en een plek te geven in de wereld van de poëzie. waar je als schroevendraaier beter uit bent moet de schroevendraaier nog even afwachten. en wij ook natuurlijk – als straks de commentaren van jeanine hoedemakers – de juryvoorzitter van deze week ons zullen bereiken – aan de poorten van pomgedichten worden geschroefd. ik had er eerlijk gezegd een hard hoofd in – zoveel schroevendraaiers las ik niet tot nu toe in de gedichten. maar we kregen prachtige schroevendraaiers aangereikt- dank aan alle dichters – in tal van soorten en maten. over een mooie en indringende 4 mei schroevendraaier lezen we bij Anke Labrie. in 10 eenvoudige regels weet anke de beklemmende, de toch altijd ook een beetje dreigende sfeer van een herdenkingsdag op te roepen. ik houd van de eenvoud, ik hoop de juryvoorzitster ook.
jeanine hoedemakers:
Wat een mooie manier om de schroevendraaier in te zetten. Zelfs als je het thema niet kent lees je door, simpelweg omdat een schroevendraaier binnen handbereik leggen best apart is. Als lezer wil je weten waarom dus je moet wel verder lezen. Wat verdrongen/ weggestopt is oproepen, tranen en herinneringen de vrije loop laten? Nee, toch maar niet. De schroevendraaier blijft liggen waar hij ligt.
de wedstrijd is gesloten – juryvoorzitster moet om 1100 uur zelf optreden – dus heeft de commentaren aangeleverd – kon jako OOK NOG net meenemen – én lisan – alle dichters wil ik danken – zo een schroevendraaier een gedicht in duwen is niet echt een alledaagse bezigheid – maar zie hieronder hoe de schroevendraaier zich een plaats wist te veroveren in de poëzie. dichters dank jullie wel.
Anke Labrie elk jaar op 4 mei…..
Frans Terken met koevoet en schroevendraaier
Marc Tiefenthal aan de handenarbeid
Rik van Boeckel dansend langs moeren
Petra Maria van den E de dood is jong, het leven oud
Cartouche – je aandraaien zo hard ik kan
Jolies Heij met de taal als schroevendraaier om ongerijmdheden des levens vast te zetten
Erika de Stercke met een blikopener
Lisan Lauvenberg bij die schier onmogelijke klus
Jako Fennek met moker en beitel
Paul Bezembinder meldt: “Als je dat een goed idee vindt, dan stel ik graag een exemplaar van mijn bundel als prijs voor de winnaar beschikbaar.” – graag aanvaard natuurlijk.
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. juryvoorzitster the one and only jeanine hoedemakers beter bekend als bregje zonderland. commentaar als altijd verzekerd.
wie wint de enige echte virtuele schroevendraaier (Paul Bezembinder trofee)
– trofee op pomgedichten?
de hele dag waren wim en ik vandaag in de weer met tangen, schroevendraaiers ook – stortbakken kunnen lekken zoveel is zeker – MAAR zijn er eigenlijk wel gedichten met schroevendraaiers? of tangen? erik-jan harmens was zeker ooit een specialist in schroevendraaiers maar erik-jan is nu van de proza. Hebben we gelukkig de dichter Paul Bezembinder nog –
deze week dichters lezen we graag over een schroevendraaier in uw gedicht – een oude tang mag natuurlijk ook – hoe dan ook dichters !!! handwerk gevraagd.
‘erg he van pappa’
hoe jij toch altijd weer met van die kleine steeds dichter toegeknepen ogen als ze niet zo lief keken zou je zeggen steek er een schroevendraaier in
én met van die hele kleine knikjes en als ze niet zo subtiel zouden zijn zou je zeggen iets uit de wereld van SM met zwepen, vleeshaken ook waar ze vroeger mensen aan ophingen in kelders
én die woordjes van je die zo onschuldig kunnen klinken uit je mond van leugenleer
dat jij mij dan toch liet weten dat je voor mij gekozen hebt en we alleen nog even moeten wachten totdat hij zich met zijn dronken kop te pletter heeft gereden
en dat ik je op de crematie troosten moet en tegen je kind ‘erg he van pappa’ moet zeggen
pw
Kruiskoppen
Dat je je omringd weet door maffe gasten die halfgaar met schroefjes los de buurt lopen te jennen je bent je dagelijks leven soms niet zeker als het weer op hun heupen slaat
hoe ze met die heupen beter swingen of de koppen streetwise draaien op beton zie ze uit hun materiaalgordel koevoet en schroevendraaier trekken en wat met moeite vastgezet is losbikken
als het even kan onder de arm naar huis getild waar de zooi al niet te overzien is tussen kruiskoppen en platbekken kruipen multibits verloren rond als zoeken zij een warme hand met gevoel voor het ware van een vak
de gasten zouden in oude tijden aan het kruishout geschroefd wij dragen het kruis van een zotte kliek
FT 03.05.2019
pom: de schroevendraaier leent zich wonderwel om verzet te plegen of om een aanklacht te schrijven tegen het de dichter omringende geweld. frans laat deze gelegenheid niet voorbij gaan: een aanklacht tegen een maffe zotte kliek in een wereld van multibits. en wij zitten op de blaren – dragen het kruis – lezen we in de laatste strofe. als frans zich boos maakt dan spatten de vonken uit de taal. fonken de regels.
jeanine:
Al die dieven en bandieten ook. Koper en brons zijn niet veilig maar bushokjes en geldautomaten ook niet. Ook wij zijn niet veilig. Hier wordt het gereedschap ingezet op een manier die ons een bijzonder onveilig gevoel bezorgt. We hebben hier de schroevendraaier van Anke nodig om ons te verweren.
Handenarbeid
Het valt makkelijk mij voor te stellen een schepper die jou uit klei draait en keert, een schroefje vastdraait, een veer vastknijpt, met zijn handen woelt, tot je vorm krijgt en met zijn adem
Ik woel en handel je, vlees geworden, kneed, draai met mijn vingers, ontlok aan je adem het geluid dat los komt als je vrij wordt en je je opent.
Was de schepper ook zo door drift bevlogen en bevangen?
marc tiefenthal
pom: hier wordt op gebouwd en nog net niet afgebroken – wel worden er vragen gesteld bij het edele handwerk dat wordt beschreven. het thema handenarbeid pakt tiefenthal op zonder de gereedschapskist aan te raken. voor mij had het gedicht met het bouwwerk mogen eindigen – zonder de laatste vraag in de laatste strofe. dan krijg je als lezer waar voor je geld zonder storende vragen achteraf.
jeanine:
Ineens klinkt er een melodietje in mijn hoofd; ik weet nog goed hoe ik geboren werd, met schroefjes en met moertjes in elkaar werd gezet….. Ik moet tekst en zangeres ervan opzoeken, ik denk dat het van Martine Bijl is maar weet het niet zeker. Enfin, hier doet je gedicht me aan denken. En de schepper, als we daar toch eens antwoord van kregen. Bevlogen en bevangen. Je gedicht glipt niet soepel naar binnen maar volgens mij is het doodgewoon een liefdesgedicht. Soms is het jammer dat de dichter een rookgordijn van taal opwerpt terwijl … Joh!
Schroevendraaiers ballet
Hamer en aambeeld op oevers van de tijd
schroevend de jaren een draaiend deja vu
dansend langs moeren steeksleutels in pirouette
het schroevendraaiers ballet links los rechts vast
houten plank in boekenkast zal zinnen dragen woorden vragen
kaften lezen tot de nacht valt de maan haar licht op boeken schrijft.
Rik van Boeckel 4 mei 2019 – Ibiza
pom: rik van boeckel laat op Ibiza de schroevendraaiers dansen – zo worden de jaren aan elkaar geschroefd – wel bijzonder hoe rik altijd weer met elk thema de wereld, de tijd, de locaties om weet te toveren tot een ritmisch dansend geheel van universele spiritualiteit. hier gaat een boekenkast helemaal uit zijn dak totdat de maan tot kalmte maant.
jeanine:
De dichter zit tijdens het schrijven te dansen, dat kan bijna niet anders. Hij schuift naar voren, gaat even staan, weer zitten, schuift naar achteren. Neemt een slokje van het een of ander en wiegt het hoofd. Geinig plaatje dit; steeksleutels in pirouette. Kaften lezen tot de nacht valt….
HET VALIES
zijn ogen hameren vuur en vlam althans dat voelt zo, aan de telefoon de wimpers krullen als een hanekam ach, waarom niet gewoon
gelukkig, beiden gevangen achter eigen tralies ze bellen dagelijks en zagen urenlange gesprekken uit hun valies
hij snijdt zijn ergernis in scherpe lege zinnen dat ze hem niet op zijn blauwe ogen, zo’n gemis houd je tranen binnen
kan geloven op zijn woord dat hij van haar houdt en als hij straks verreist naar een blauw met wit oord stromen alle tranen, want de dood is jong, het leven oud
Petra Maria
pom: ouderwets woord: valies. hij houdt van haar zoveel is hier zeker. maar zij wil er niet aan – wilde er eigenlijk nooit aan. een variant op – tot de dood ons scheidt – maar het leven had ‘ons’ al doen scheiden. de tragiek hier verpakt in een oud koffertje met leed. waar de schroevendraaier toch gebleven is?
jeanine:
En zagen urenlange gesprekken uit hun valies, wat een mooie regel is dit. Trouwens valies is een erg mooi woord, deftiger dan koffer. Door valies te gebruiken zet je meteen ook een toon in waaraan de lezer niet ontkomt. Dat is nog eens spijkers met koppen slaan zou ik willen schrijven maar helemaal vatten doe ik het gedicht niet. Is hier sprake van een soort doodsstrijd tussen twee geliefden? Een liefde die afloopt…?
Wegzingen
Jij hebt zeker en vast een schroef los haperende draaischijf, lied op repeat als ik jou zo zie en hoor, zei zij de vrouw uit de hoogte, mijn lieve, luister nou eens
doe me een lol en houd in godsnaam op met dat geklop, gerammel aan mijn poort daar zit een sticker – reclame : non blatare sed polire, niet lullen maar poetsen dus
laat mij maar – ouwe tang in jouw ogen – je hand en oog leiden naar mijn kist met het blinkendste gereedschap de kruiskopschroevedraaier
– jouw hoofd tussen mijn knieën – je aandraaien zo hard ik kan dat jij me mag wegzingen likkebaarden en naaien
zonder einde
04-05-2019 Cartouche
pom: toestanden weer in huize Cartouche. alles zit los daar en moet – mogen we begrijpen – worden aangedraaid. nou dichter cartouche laat zich dat geen twee keer zeggen en draait en draait dat het hem een lust is. mij duizelt het een beetje – draaischijven, vrouwen, ouwe tangen – alles maar dan ook met alles lijkt in het gedicht aan elkaar genaaid, geschroefd – of draait de dichter een beetje door? zou dat het zijn. een echt bregje zonderland gedicht.
Jeanine:
Wat een heerlijke vaart en dan als domper op de vreugde die laatste twee regels. Het gedicht wordt er voor mij als lezer ineens erg plat van, terwijl ik aanvankelijk rechtop ging zitten en nog eens las en weer. Het zijn voor mij zelfs de laatste drie regels die weg mogen. Ja, dan blijf ik als lezer achter op het puntje van mijn stoel en denk, met Cartouche kun je beter geen woorden krijgen. Voor je het weet pakt hij zijn kruiskopschroevendraaier erbij.
de redenaar die verhult dat hij taalpurist is
hij wil woorden vermorsen op ieders graf al is hij anders en trekken aubades hem meer
dan de mooiste vrouw, taal is de schroevendraaier waarmee hij de ongerijmdheden des levens vastzet
hij wenst geen fijne dag aan werklieden die rotzooi bouwen noch aan blokhoofden die met stenen gooien
bij stukjes verplichting denkt hij aan de taart die minutieus tot op de kruimel wordt opgedeeld
hij is scrabblekampioen en kruiswoordpuzzelaar ineen zegt van boven als hij van onderen bedoelt
krijgt tranen in de ogen van foute vrienden en vakjargon maar houdt het droog bij misbaar
buitenbaarmoederlijke werken omarmt hij rederijkers hebben zijn zegen, ezelsbruggen bouwt hij hier en daar
zet het taalkundig epicentrum tot elastieken acrobatiek aan zandlopers kunnen hem niet uitstaan, hij beitelt letters in cement
nog liever dan het kofschip is hem de trein en de noodrem dat iedereen zwijgt terwijl hij de coupé vult met stopverf en slijm
Jolies Heij
pom: 19 regels – op de rand van 20. steeds maar weer die voorspelbare 2 aan 2 regels vorm. HET LEEST NIET LEKKER! en het leidt af. dichter lijkt geen rekening te houden met de lezer. ja op het laatst schrijf je alleen nog voor jezelf. maar dat terzijde. ik haak af na 2 strofen – pak ik wel nog even die ene wereldregel mee: ‘taal is de schroevendraaier waarmee hij de ongerijmdheden des levens vastzet…’ – kijk ze kan natuurlijk wel schrijven onze jolies.
jeanine:
Jolies gaat los, ze kan gewoon niet ophouden zo lijkt het en ik begrijp dat ook wel, dit gedicht laat zich soepel, strofe voor strofe aan elkaar breien. Volgens mij had het nog veel langer kunnen worden want zelfs ik als lezer schrijf na de laatste strofe automatisch nog even door. Echter, de meest intrigerende strofe vind ik deze: krijgt tranen in de ogen van foute vrienden en vakjargon maar houdt het droog bij misbaar
Foute vrienden en misbaar , deze combinatie doet mijn brein kraken en piepen maar het gedicht is in feite in zijn geheel een aaneenschakeling van hup en hop en doe er iets mee lieve lezer.
Op losse schroeven
Onze ogen draaien zenuwachtig rond een baan van aftasten.
Ze peuzelen weetjes los jij van daar ik van dichterbij.
Het lawaai werkt als stoorzender in een café zonder tijd.
Op een viltje volgt een nummer in hanenpotengeschrift.
Je gaat weg een blikopener op rust.
Ik blijf achter met verroeste verlangens.
Erika De Stercke
pom: bij erika moeten we het van de titel hebben – en erika geeft in het gedicht de titelverklaring. eerlijk gezegd val ik er niet van achter over. verroeste verlangens – losschroeven maar kind is mijn advies. zie het leven als een feestje van steeds maar losser zittende schroeven. en laat de schroevendraaiers dansen! lees rik van boeckel hierboven. past de ene schroevendraaier niet neem een andere. erika schroeft leuk gevonden woorden en gevoelens aan een gedicht vast waar ze eigenlijk beter de boel los kan wrikken.
jeanine:
Wat een uitnodigende openingsstrofe en die tweede strofe sluit er uitstekend op aan. En dan weet ik als lezer waar we zijn. Achterblijven met verroeste verlangens, nee dat is niet geweldig. En die ogen maar draaien, ik weet dat het niet je bedoeling is maar ik zit hier echt even te gniffelen. Gelukkig staat er een nummer op het bierviltje.
Bevrijding.
Er valt altijd weer wat vast te draaien aan de kermis in haar hoofd. Niemand had beloofd haar te helpen bij die schier onmogelijke klus.
Zo stuitert ze verlegen door het leven bloost van elk onvertogen woord. Heeft nooit gehoord van tegenspraak die je bevrijdt en dapper maakt.
Haar kleuren zijn nog niet vervaagd zijn gelaagd en tonen de barsten niet die ze in haar wildernis moet schragen.
We zien haar wel, we zien haar scheuren en wat ze heeft moeten verduren, maar vinden geen toegang in haar verdriet.
pom: sonnetterig gedicht met een zekere ritmiek over de kermis in haar hoofd. enige oude woorden als schragen en onvertogen vallen op. hoe dan ook dichter weet de woorden te plaatsen – hoe de HOOFDpersoon ook stuitert door het leven – dichter weet de woorden binnen de gekozen vorm te houden en vliegt nergens uit de bocht.
jeanine:
Mooi gedicht met wat schoonheidsfoutjes waar de dichter nog even naar kan kijken. Een voorbeeldje; de tweede regel in de een na laatste strofe, ‘ze ‘ zijn gelaagd…. Hier en daar stoort de opbouw, in de laatste strofe bijv. , we zien haar wel, we zien haar scheuren en wat ze heeft moeten verduren. Zelf lees ik hier steeds schuren in plaats van scheuren maar bovendien zeg je er, met de eerste twee regels in deze strofe, ook al mee dat ze heeft moeten doorstaan.
Een gedicht om nog eens goed naar te kijken. Gereedschap vind ik niet in het gedicht, wel de noodzaak ervan. We willen soms helpen maar het gaat niet altijd. Graag gelezen.
hoi pom, een nachtmerrie, die schroevendraaier. jolies rende me, met zo’n ding in haar hand, achterna over een bietenakker, schreeuwende ‘geilsoldaat, ik krijg jou wel’, frans stond me bij de kerk op te wachten met een schroevendraaier achter de rug, cartouche zat onder een lindenboom een gedicht te schrijven, zoals mensen koudbloedig bij een zwaar ongeluk met hun mobieltje de doden staan te filmen. nee, dit is geen goed thema, maar ik doe toch maar mee, groet van jako.
dubieuze levens
zijn moker en beitel zijn als vuisten daarmee slaat hij stukken van de steen graveert hij namen van doden in het gepolijste oppervlak
schroevendraaiers, zagen en lijmklemmen kent hij niet zijn dagen bestaan uit grafzerken en viooltjes
zo ziet hij het leven ook stijfgestreken plooijurken of kaalgesleten dijen van lichtkooien
jako fennek
jeanine:
Aha, een nieuwe invalshoek. Helder neergezet, ik kan enkel schrijven dat ik het las in één ruk en toen herlas om me ervan te vergewissen dat ik niets over het hoofd zag. Stijf gestreken en kaal gesleten, dat zijn twee door de dichter samengevoegde woorden waar ik bij stil sta omdat ik ze niet nodig acht. Een karakter- en beroepenschets ineen. Knap gedaan.
pom: Gedicht loopt als een trein tot voorbij de laatste wissel. Een oprecht gevoel in een waardig rijm neergelegd. Bijna zou je willen sterven om dit gedicht voorgedragen te krijgen op je crematie.
roop: lisan lauvenberg of het gedicht oprecht is of niet, doet er niet zo veel toe: oprechtheid kan een gedicht net zo goed helpen als vernietigen. het lijkt oprecht en voor poëzie is dat genoeg, want het maakt dat het gedicht niet te lijden heeft onder woorden als afscheid, dierbaar en verleden. mooi ritme in een mooi gedicht, waarin subtiel rijm het melodieuze karakter nog eens extra versterkt.
We waren in de Algarve in Portugal en hoorden het bericht over de dood van Komrij via een vriend uit Nederland. En dan gebeuren er vreemde dingen met de waarneming, De dode verschijnt steeds weer, levendiger dan ooit, in alle honderden kleine herinneringen verschijnt hij steeds weer opnieuw.
Hoe het fabeldier verder leeft.
Je zweefde op het strand voorbij niet een keer maar in honderden gedaantes van je geboorte tot je sterven
het was alsof ik tussen zee en hemel jou pogingen tot overleven zag
Een laatste kans om woordeloos te bewijzen dat het genoeg en voor eeuwig was.
Wist je toen je op sterven lag dat je vermenigvuldigd zou worden in woorden en in liefde.
Dat geven we je nu mee hoe geliefd en gezien je was. We vinden je steeds opnieuw in je woorden, bij de zee en in ons hart.
Het gevoel van halfslaap dat
overgaat in een lichte vorm van bewustzijn. Tot doordringt wat er gebeurt.
Pulserend ontlaadt het lichaam zich en zaad bevlekt lakens. Midden in de nacht.
Je probeert het te vergeten en terug door te gaan met slapen. Maar langzaam
ontwaak je in het duister. De wekker geeft een tijd aan tussen drie en vier
uur. Alles is stil, behalve een ademhaling naast je in bed. Je wankelt naar de
badkamer en plast. Buiten is er geen licht meer aan, in de woningen. Het is een
eenzaam moment. Wakker worden uit een natte droom.
Chemie veroorzaakt bij de mens
een verlangen naar orgasmes. Het schijnt erbij te horen. Maar ik vind het maar
een eenzame aangelegenheid. Je doet het altijd in je eentje. Het is iets dat je
nooit echt kan delen. Je kan tegelijk met een ander klaarkomen en dat heeft dan
wellicht iets verheffends. Maar dan nog steeds zijn het twee mensen, die apart
van elkaar klaarkomen. De Fransen noemen het een kleine dood. Ik denk dat
klaarkomen inderdaad hetzelfde lamento herbergt als sterven. Zeker bij mannen. Al
dat verspilde zaad dat door handen sijpelt jaar na jaar. Zaad spuiten is een
bezigheid die je leeg en eenzaam achterlaat. Volgens pornoregisseurs is het heel
belangrijk. Zelfs zo belangrijk dat het beter buiten de vrouw, dan daarbinnen
moet plaatsheeft. Maar hoe de porno acteur zich daarna voelt, dat vraagt nooit
iemand.
Hoe het orgasme bij een vrouw
is, weet ik niet. Ook zij doen het klaarkomen zelf. Al mag je daar als man dan
bij zijn, of zelfs deel aan zijn in de uitvoering tot de aanloop. Maar van het
moment dat de heupen schokken, tot het manen te stoppen, gebeurt er iets, dat
een enigma blijft. En toch zit daar dan wellicht nog enig nut.
Het is iets dat de één bij de
ander kan veroorzaken, in een bijzonder spel. In een ontdekkingstocht, die
nooit exact hetzelfde pad volgt. Het hoogtepunt is daarmee misschien nog wel
belangrijker voor de veroorzaker, dan voor degene die het ervaart. Kortom, als
je klaarkomt, kun je maar beter zorgen dat er in ieder geval nog een ander van
geniet. Dan heb je het niet voor niets gedaan.
De vogels kwinkeleerden dat het een lieve lust was. De tuin stond vol anjers, rozen, tulpen, margrieten, paardebloemen, maar ook veldsla, rucola, basilicum en radijsjes die liefdevol door het servokroatische leraresje werden begoten. Op de patio zat de natuurgenezer in de schaduw van de palmboom, fris geschoren met een hagelwit tuniek aan en een rieten hoed op zijn gekortwiekte energetische knot. De bulldog wroette met haar neus in de aarde en hapte in een aardappel. Nee maar, riep ik verbaasd uit, heb je het leraresje toch maar weer in het tuinhuis opgenomen, Radovan?
Nou ja, grijnsde hij, aangezien mijn geilsoldate nog steeds de gort op is met die boef van een Arkan die mij tijdens de oorlog al dwarszat door dorpen en steden uit te moorden terwijl ik als de vredesduif die ik ben get Servendom langs diplomatieke weg probeerde te verspreiden en gij toen uit wraak ook al achter mijn geilsoldate aanging, bijna gad gij gaar mantelpakje opengerukt en gaar doorboord met zijn speer, maar nu geeft zij zich vrijwillig naar zijn roversgol begeven en zit ik nog steeds zonder guisgoudster. En get leraresje miste gaar ouwe vriend zo erg, dus ach… Moet jij niet levenslang achter de tralies zitten, Radovan? gaf ik scherp. Welnee, ik mag gier rustig blijven, glimlachte hij, er is toch geen land dat mij wil opnemen. O? gaf ik verbaasd. Ik meende dat je weer voortvluchtig was, het leraresje had je een paar weken geleden bij de Biltsche Hoek gespot, waar jij duister praktijk hield in een martelkelder, billen aan flarden slaand om boze geesten uit te drijven.
Zijn ogen schoten plots vuur. Dat was ik niet, dat was mijn dubbelganger! Sinds jouw column is de natuurgenezerij ongemeen populair en wil iedereen mij zijn. Ze laten gun baard en energetische knot maar staan alsof get niets is, alsof daar een magnetische uitwerking vanuit zou gaan, maar get is gard werken, jaren van studie gaan erin zitten om de juiste drukpunten te kunnen vinden en de energiebanen de juiste kant op te leiden. Is al goed, suste ik, ik ben blij dat jij het niet was. We maakten ons al zorgen, want die figuur leek danig in de war. Natuurlijk was gij in de war!
Dat word je wel als je je voor mij uitgeeft zonder je in de natuurgenezerij of mijn persoon te verdiepen. Wat ik al niet geb uitgestaan met oorlog, bezetting, onuitstaanbare leiders en diplomaten, vervolging, processen… Maar nu ben ik weder opgestaan, ik voel mij als gerboren. Zoals je ziet geb ik een moestuin aangelegd, dat doen wij allemaal op de Balkan nadat we de buurman van zijn land gebben afgeknald. Er is niets rustgevender dan met je ganden in de aarde wroeten en toe te kijken goe de plantjes groeien. O? gaf ik. Ik zie nu anders het leraresje in haar eentje wroeten. Get is ook geel rustgevend om naar gaar kontje in de strakgespannen denimbroek te kijken, grijnsde hij, en ik oogst de plantjes als ze volgroeid zijn. Geel zen. Zou jij ook moeten doen. Ik vind het heel rustgevend om over vertaalproblemen na te denken, gaf ik leunend met mijn kont tegen het hek rond de patio, aangezien de natuurgenezer me nog steeds geen stoel had aangeboden, ik vertaal regelmatig werken uit jouw taal. Dit leek hem te interesseren.
Kun jij dan ook mijn gedichten vertalen? Alleen als je me een stoel aanbiedt. Hij wees uitnodigend naar de zetel naast hem en de rest van de middag brachten we keuvelend in de schaduw van de palmboom door. Ik ben net terug uit het Zeeuwse, vertelde ik. We hebben een rondreis gemaakt van Goes door de tunnel naar Zeeuws-Vlaanderen naar België en kwamen door plaatsjes met poëtische namen als Philippine, Posthoorn, Maagd van Gent, Sas van Gent en Assenede. Dat vind ik nou zo fijn aan jou, glunderde de natuurgenezer, ik kan nergens heen, maar dankzij jou kom ik overal.
mozes door de westerschelde
dit is een schaal uit wind met verre randen het dak bestaat uit zilt nat waarin hier en daar
ijsvogelblauwe gaten dat de populieren bekladt met gifgroen, hier bestaat geen kilometerteller
alleen de borden schrijven op de weg en in de lucht we zijn vogels op de vlucht in een nauw lijf
we pikken met onze snavels in doorzichtige zijde vergeten dat er glas tussen zit, laat de doornstruik maar branden
de schoolslag kennen we niet noch het drijven, de gewichtloosheid verleerd zuigt de kleigrond zich snikkend aan ons vast
de doodsklok reikt ver, het café is alleen op vrijdag open de accordeonist is versteend, de tijd staat fier rechtop
als waterwanden van klokken zonder harteklop, de wijzers gekruisigd, hier ben jij ver, je vergeten gezicht blanco in de ruit
er is maar één weg terug, die voert onder het wier en de vissen door, je graaft je een doorgang door het zwart
in die onderwatercapsule, complimenteert de tollenaar aan de overkant, mevrouw, nooit was er een
mooier kattegat en een gestroomlijnder tunnel dan die van u bedankt dat u aan het einde het licht opgehangen hebt
ons aller karin beumkes is er voor ons allemaal – op de maandag verzorgt zij Mens&Melodie – deze week voor alle geliefden, voor alle dromers, voor alle meisjes, voor alle vlinders, herfstlichtjes, nou ja voor velen:
Voor geliefden
Voor als je droomt: kom terug bij mij terug naar het meisje dat ik ben geweest met mijn vlinders in de buik van vroeger met mijn duizenden herfstlichtjes in najaarshaar met mijn open handen waarin een visitekaartje gemaakt van humusblad met mijn schaterlach uit zee en diepe wouden waar de krekel kakelt waar de stilte is en is en is.
Anneke Wasscher sluit dit prachtige item met een eerbetoon aan VASALIS
Max Lerou eert Heer Campert
Pom Wolff eert Menno Wigman
Marc Tiefenthal eert Rein Bloem/Hans Faverey
Petra Maria eert de dichter bij de IJssel
Frans Terken eert Herman De Coninck
Merik van der Torren eert Simon Vinkenoog
Cartouche eert Hugo Claus
Paul Bezembinder mist Joseph Brodsky
Max Lerou eert een hematoloog en broedt nog op Campert
Jeanine Hoedemakers eert Rutger Kopland
weerspiegeling (bij ‘appelboompjes’ van Vasalis – Literatuurmuseum, Den Haag)
ze gaf haar bloesem aan gedachtegoed het dichterswoord won aan betekenis
ze vlocht de beelden van een jaargetij door taal die steeds de eenvoud zocht
haar pen gaf richting aan de dunne inkt bescheiden letters schetsten een bestaan
in spiegels van elk nieuw seizoen zie ik hoe bloei al met verval verbonden is
het lot van groei is de verandering een blad verkleurt en laat dan los
vitrines waken over iets dat tijdloos is de levensloop die hier gelezen wordt
lichtinval weerkaatst voor mij de zin ik vind mezelf in appelboompjes weer
Anneke Wasscher
en wie doet Campert? Max lerou eert heer Campert:
heer campert
voor mij op tafel staat een doos met letters wat ze waard zijn staat beschreven ze zijn in elk geval belangrijker dan seks en gelukkig er mag wel vermenigvuldigd worden
liep dat maar zo met po we zie – helaas de mensen vreten wel maar kopen niet des dichters plank behoeft geen brood laat staan wat kruimels satisfaction
poor starv’ling bard, how small thy gains! how unproportion’d to thy pains! in den haag – u welbekend zeggen we nog altijd hagt voah wènag en dat het went
je begint als dichter zoekt al snel een wilg en dan de kat die je op de tramhalte van het leidseplein een list verkoopt maak er een verhaal van – powezie verbindt
t-is waar – de mensen raken snel verliefd op woorden maar gulzig zijn ze heer ze willen altijd meer schrijf ze af en toe een boek dat houdt ze even bezig het gemene volk en dat u weer ruimte heeft en tijd
om te dichten en te feesten tot de flessen leeg dan tikt u weer (u krijgt er al wat lol in) een volgend boek – zo zal het gaan tot in de eeuwigheid jan mulder heeft het zelf gezegd
ml 28 04 2019
deze week geen wedstrijd – wel is er dit weekend plaats voor een gedicht van uw hand voor DE door u geliefde dichter – vrouw/man of dichter zonder hokje. zeg maar een eerbetoon voor de dode of de nog levende: uw favoriete dichter. de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – stuur svp in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst
bij wijze van afscheid
dan zie ik je weer menno ik zie ik zie wat jij niet meer dan een filmpje op youtube
hoe jij over je moeder over je zus en weer over je moeder
met je gewichtige hand hoe noemen ze dat gesticulerend vermoed ik
de andere hand statig langs het lichaam dat jou los liet langs het leven dat jij los liet
kapot als mijn moeder zou jij zeggen en je zou 2x knikken met die rechterhand op kapot
pom wolff
fotografie: Viane Bloem
Pom, kan jij de vreugde ten hier huize voorstellen? Eindelijk kies je een thema dat naadloos aansluit bij een gedicht dat ik net schreef. Het onderstaande kwam tot stand en tot mij bij het fietsen en heb ik op de telefoon ingesproken en daarna uitgeschreven. Voor de goede verstaander zijn de twee namen uit Amsterdam overbodig, je kan het gedicht zonder die referentie volmaakt lezen, op voorwaarde dat je het surrealisme eigen aan deze beweging in acht neemt. Prettig gestoorde zondag verder
Constructivisme In memoriam Rein Bloem en Hans Faverey (uittreksel uit mijn memoires van mijn leven als boom)
Er kwamen twee mannen op mij af. De een droeg een pot chrysanten en een roeispaan.
De andere, een pak ouder, droeg een pot Franse lelies.
Ze keuvelden gezellig, zetten de zaken uit hun handen aan mijn voet en gingen dan naar links met afgemeten stappen.
Ze hielden halt, kwamen terug, gingen naar rechts met evenzeer afgemeten stappen.
Opnieuw hielden ze halt op bekwame afstand van de volgende boom.
Toen gingen ze, nog altijd met afgemeten stap, verder naar een andere boom toe, hielden halt, draaiden zich om, kwamen terug en tot slot stonden ze stil aan mijn voet.
De oudere sprak tot de jongere: ‘Kijk, als jij niet hier niet bij was geweest, was ik ongetwijfeld gek geworden.’ — marc tiefenthal dichter essayist / poète essayiste Sint-Niklaas
Pom: Op enig moment woonde hij in de lumeijstraat in Amsterdam west. draaide buster keaton daar op de muur van zijn kamer voor zijn studenten. reden we met zijn achten met hem mee in zijn renaultje-klein. smeedden we plannen voor de democratie. Hij leerde ons van suspense in de film, van hadewych en haar sappen, van polleke van ostaijen en zoveel meer.
hij de levensgenieter die kon vertellen als de beste. alsof het allemaal geen moeite kostte. En het kostte hem geen moeite. Hij moet een zeldzaam hoog iq hebben gehad en een goed geheugen. doceerde daaruit slechts wat van waarde was en bijzonder. hij wist alles van alles. wist van records in de atletiek, de bergen in de tour, de elementaire deeltjes van heel veel vrouwen en altijd voor de avant garde uit. hij was gehaat en geliefd. rook rechte harten pleegde verzet tegen onwaarachtigheid waar hij kon. Vertrok niet ongemerkt met een rel maar van hier tot ginder als het klimaat hem niet beviel – met het gelijk aan zijn zijde. Werd vervolgens vanzelfsprekend binnengehaald met alle egards bij mensen die wisten wat goed was en voor de troep uit.
zo anders dan kruithof zijn collega op de lerarenopleiding – die toegewijd en serieus – rein was een dichter en jacques was dat niet – deze rein bloem die vol van leven het literaire leven doorgaf, maar met precisie, puttend uit enorme kennis. Ik zie hem nog steeds in een renaultje door amsterdam scheuren. de gebogen rug en twee armen over het hele stuur – dat was rein bloem. faverey zijn liefde in de poëzie:
Laat de god die zich in mij verborgen houdt mij willen aanhoren, mij laten uitspreken, voor hij mij met stomheid slaat en mij doodt waar ik bij sta, waar jij bij staat.
Hans Faverey, laatste gedicht, laatste regels in ‘Het ontbrokene’
DICHTER BIJ DE IJSSEL
wat ik ben daarover zwijg je en spreekt slechts van het voor jou zo vreemd aanwezig zijn
als juist alles in mij wacht op de steelse blik ligt het moment al vast
als hier en nu betrapt in de hunkering ooit jouw gedicht te zijn geweest
als de dood ons aantikt leg ik alles af het kleed van boete heb ik niet geweven
niet om jou mijn lief dan rest ons slechts verlies
en in de laatste adem zucht de schoonheid van besef
jij staat in mij geschreven
Petra Maria
Goedemorgen Pom, een poging om deze dode dichter bij me te houden. Dat het weer een memorabel weekend mag zijn. Dichterlijke groet, Frans
Plek voor Herman
Niemand die zo lenig van liefde schrijft dat ik hier ‘schreef’ zou moeten zeggen is me nu nog te scheef voor woorden –
woorden die jij in alle eenvoud aan het papier vertrouwde en zo aan ons gaf je ziet dat ik meeleef in wat verleden is –
het is bij je lezen hoe poëzie helpt ‘als de hand op het hete hoofd van een ziek dochtertje’ hoe je erin gelooft dat het je beter maakt
hoe je ons leert te zien en te zorgen om hier iets achter te laten als je de plek bereikt van sterfelijkheid
jij in de armen van Anna met Hugo bij je in Lissabon oh Lisboa ziel van saudade waar je hart het veel te vroeg begaf
hoe ik je nodig heb – en niet kan missen het verdriet van je stem niet meer te horen je gedichten zijn en blijven het grote geluk
de gedichten dagelijks nog beduimeld omdat ik er de vinger op wil leggen
hoe je me dan bij de hand neemt langs woorden die ik sluit in het hart
FT 27.04.2019
Hoi Pom,
Dit tekstje schreef ik na het heengaan van Simon Vinkenoog. Simon was een liefhebber van whisky, maar uitsluitend van het merk Jameson en dan in een glas half water half whisky,
Groet,
Merik
Daar ga je
Op een zonnige dinsdagmiddag in juli zie ik Simon Vinkenoog zitten schrijven in zijn Eden, Adam in Eva uit.
Morgen koop ik een fles whiskey, merk Jameson en schenk in, half water, half whiskey.
Daar ga je, Simon
Buitenzorg, 13 juli 2009, Merik van der Torren
Voor de opening van het Simon Vinkenoogtheater , Tuinpark Buitenzorg, 16 juli 2011
Ode aan Simon
Je ademt vurige poëzie In het dansen van de bloemen Seringen en Oost-Indische kers En de bomen van Vlieghenbos tot Zamenhofstraat.
Je ruime adem in het groen blaast Steeds maar weer tobberige muizenissen Hersenschimmen als spinnenwebben Van de probleemkern weg.
Ik voel weer hoe Op die druilerige zondagochtend Aan de oever van het Ij Je eigenlijk zonder dag te zeggen Ging wandelen over de wanden van het bos De wolken over
En de bomen en bloemen Wiegen en ruisen je lied van licht en liefde
De geest die waait Door de woorden van dichters Door de klanken van muziek
Merik van de Torren
Hommage aan Hugo
alle dagen raak en licht verdorven deze wereld keer op keer in alledaagse vragen vangen
‘mijn vrouw, mijn heidens altaar dat ik met vingers van licht bespeel en streel, mijn jonge bos dat ik doorwinter, mijn zenuwziek onkuis en teder teken’
je moet er niet aan denken de eeuwigheid te bereiken stel je voor almaar door geest voorgoed, nee zo dwaas ben ik niet
‘het eeuwige geluk wordt ook dodelijk vermoeid en ik heb geen huis geen bed voor jou niet eens verjaardagsbloemen
ik schrijf je neer op papier terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit’
alom ligt stof het stuk is uit en ik ik ben, ik was niet meer dan even slechts
de claus
Cartouche 27-04-2019
Beste Pom, Is er een plekje op jouw site voor onderstaand eerbetoon?
Dat het gevoel geïncarneerd te zijn niet doorbreekt, Iosif, is niet werkelijk jouw fout. Als abstractie en scholastiek een uitweg bieden als het ongeluk verstoppertje spelen wil met de pijn, so be it. Velen worden geestesziek nadat het ziektebeeld is vastgesteld. ‘Een parasiet.’ Er wordt niet bijverteld wat verder de verwachtingen nog zijn. Jij overleeft het, Joseph, gaat publiek, wordt een socialite of sorts en laat jouw duizelingwekkende acrobatiek een stug verlangen naar de verte zijn. En nu jij voorgoed vertrokken bent, nou missen we jou en je vreselijke enjambementen, jouw smartelijke sjamanenstem, je gedichten, je pijn.
Paul Bezembinder
ik broed nog op campert – de wereld zal het voorlopig met pom wolff moeten doen love you buddy x hematologie volgens pom wolff
wanneer ik bloed ruik vreet ik daaruit het ijzer het staalt zo lekker de po we zie waarmee ik alles zeggen kan
de harde woorden kneed ik tot ze van de liefde zijn zoals gesteente soms zacht of de nacht verlicht
dan zijn er nog de mooie woorden die niemand zal begrijpen totdat ze eenmaal uitgesproken voor altijd weer tot zwijgen zijn gebracht
ml 27 04 2019
Voor Rutger Kopland
brief aan een meester de punt van mijn potlood breekt al bij de aanhef
Er was een lange stilte, want met open ogen genoot ik van de lente. En de lente genoot van mij.
Er was een jonge man met rode krullen en lichte ogen die flirtte met mij, terwijl we beiden bloeiende planten uitzochten voor ons balkon. Ik had hem zo in een doosje willen doen om er af en toe voorzichtig naar te kijken, zo mooi was hij, zo aardig ook en jong, zo jong dat je op slag vergeet hoe oud je zelf al weer bent.
Er was een man met een olijke blik en een slechte bril, of lelijke bril, dat was het een lelijke bril, die met me flirtte op de Nieuwmarkt bij de aprilfeesten. Ons koor zong daar en nog veel meer leuke, grappige en ontroerende koren. De bekendere liedjes werden door de hele tent uit volle borst meegezongen. Ook Shaffy was veelvuldig aanwezig, al dan niet prachtig vertolkt of vreselijk vals gezongen. Maar ondertussen flirtte deze heer met mij, olijk en zo te zien verbaasd over zichzelf dat hij dat durfde en ik giechelde ervan, als een jonge meid en mijn koorleden zagen het ook en riepen dat ik sjans had, wat het nog grappiger maakte. En ik voelde me zo jong, onder zijn aandacht, zo jong als ik al lang niet meer ben.
Er was een oude man met een sik en pretlicht in zijn ogen, die voor me boog en me vertelde dat ik zijn dag goed had gemaakt, door voor hem op straat te verschijnen in mijn mooie bloemetjes jurk en hij vroeg me of hij even een stukje met me mee mocht lopen. En ik zei ja en hij flirtte met mij, bood me wat te drinken aan in een kroegje verderop, maar dat sloeg ik vriendelijk af. En hij boog nogmaals en zij dag mooie vrouw en ik voelde me mooi en jong, zo mooi en jong als ik allang niet meer ben.
Er waren jonge blaadjes aan de bomen, die me blij maakten, die flirten met mij in het stralende zonlicht bewogen ze als talloze ogen, met een schitterende kleur.
Er was jonge prei, die ik in de aarde stopte, door met een vinger een gaatje te maken en er dan zo’n dun iel sprietje in te laten glijden met de wens dat hij groot en lekker zal groeien.
Er was ook jonge sla, trillend in de wind, in een hun net natgemaakte bedjes. Ik dacht aan dat gedicht over ontroerend jonge sla. En voelde me weer jong en ik lachte erbij.
De vuilnisman die net voorbij reed, trapte op zijn rem en sprong uit zijn grote vrachtauto en ontvoerde mij, naar mesthopen en vuilstort, terwijl we lachten en dachten, dit nemen ze ons niet meer af, deze voorjaarsdag, dit leven, deze lach.
hoe het was ooit – het onontkoombare realisme terug in de poëzie – daarvoor moeten we bij Peter Posthumus zijn – wat zijn we blij met zijn tweewekelijkse bijdrage aan pomgedichten. dat we weer weten hoe het was en weten hoe het is nu – het leven in doorgeschoten logica.
Ik groeide op in het ijle licht van lege straten met verderop braakliggend land
dat alles nu is in beton gegoten gevat. in doelgerichte dwangmatigheid vergruist, in doorgeschoten logica
soms gruwel ik er nog eens rond over het astfalt tussen het afgepast hermetische geweld van de in steen gestolde tijd tussen de bastions aan onontkoombaarheid
dan weet ik weer hoe ik hier ben verdwenen hoe ik ben zoek geraakt