PETER BERGER op reis: ‘Dat is geweldig natuurlijk, dat Cantabrische, jammer alleen dat de bedden er maar een meter zestig zijn. En dan heb ik het niet over de breedte…’


groeten uit Cantabrië

Buiten beweegt alles. Blauwe bagage treintjes. Fuel trucks. Catering cars. Een schaarlift. Transportband. De airco brult; de radio zingt. Na een klein uur vertraging catapult het vleugelding zich alsnog de lucht in. De wereld verstomt zodra je wordt losgerukt van moeder aarde. Het blijft een raar gevoel. Dat moment. Heel even. Weg. Eenmaal erboven schitteren de wolken witter dan wit. Alles anders. Destinación: Santander. Het is er Spaans. Vooral Spaans. Dat mag je niet zeggen hier want het is Cantabrië en dat is echt iets heel anders. Middeleeuws nauwe steegjes en een parkeergarage waar je kont niet keren kunt. Laat staan je waggie. Het appartement riekt naar kelder en boenwas. Dat is geweldig natuurlijk, dat Cantabrische, jammer alleen dat de bedden er maar een meter zestig zijn. En dan heb ik het niet over de breedte. Daar valt echter prima mee te leven, dat bed, want om de hoek struikel je keihard over duizend pintxo cantinas. Jammie! McDonald’s is er prijzig bij. Good food? Good life! Dormir met de kuiten over de rand dan maar. Geen punt. De nacht is vochtig warm. Buiten de stad is het ruiger. Woester. Hobbelige rotsen. Alsof de goden het landschap met liefdevol geweld als een stel priemende spijkertieten uit de poriën van de aardkorst hebben getrokken. Aan het strand surfers. Goud zand. Ik denk meteen aan Mexico. Maar dan anders. Het is mij hier toch te gecultiveerd; het mag best een tikkie schraler. Een tikkie of twee mag ook. De kustweg. Morgen. West all the way.

PETER BERGER

Share This:

Frans Terken wint de enige echte virtuele  naar leonard cohens – in my secret life –  of de waarheid is echt te erg – of naar bjorn – ik had een droom maar ik mag niks zeggen – trofee op pomgedichten.nl


Om te huilen

Dat waarheid om te huilen is
lees de krant en je schiet al vol
nu is zij weer ziek en hij bijna dood
nog net niet begraven

iemand die zijn of haar leven geeft
voor een betere wereld
een goed en mooi mens
dat je met liefde aan het hart drukt

je staat stil bij wat ons overkomt
van welke bloemen hij of zij houdt
een boeket van smaak en kleur
voor een hart onder de riem

soms iemand waar je
geen traan om zal laten
nog geen graftak die er wacht
sla je de bladzij doodgemoedereerd om

© FT 23.09.2023

zo na een avondje amstelveen met harde rock klanken op een feestje zonder andré hazes muziek – hij was verboden – en gelukkig ook geen S10 gejammer&geklaag of andere overgangsellende&gejank van een wende of andere froukjes met al hun persoonlijke ditjes en datjes – nu dan weer de heerlijke en soms genadeloze stilte in van de poëzie. moeilijk thema – leg je geheimen maar eens op een site als pomgedichten op of voor het voetlicht. daar is moed voor nodig. echte dichters weten overal een eigen draai aan te geven – hun weg in te vinden – liegen zich er wel poëtisch doorheen zeggen sommigen – dank aan de dichters die instuurden!

frans terken pakt de ochtendkrant en leest van lieve mensen en van de ander voor wie hij  geen ‘graftak’ zal bestellen. hahaha mooi woord graftak. in het programma ‘vandaag inside’ zouden ze al snel bij S10 over ‘dat graftakkenwijf’ spreken. de poëzie van Frans Terken blijft subtieler. we komen niet te weten voor wie frans niet eens een graftak bestelt. mooi gedaan –

ik zeg goud! je pakt een krantje en je weet van de mensheid en de mensen om je heenFrans van harte!
 
  • wedstrijd gesloten
  • Frans Terken – Dat waarheid om te huilen is…
  • Cartouche – mijn verweer ligt verscholen in de kleren van een
    vrouw
  • Etwin Grootscholten – naar het zwarte strand
  • Anke Labrie – zo rauw
dichters leven altijd al op gespannen voet met de waarheid – het voertuig poëzie kent weliswaar de  waarheid als brandstof maar de waarheid maakt het voertuig ook meteen onbestuurbaar – poëzie kent eigen wegen – soms en soms vaak ook geheime wegen. neem ons mee asjeblieft – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



ach ja je hebt van die dagen
dat de poëzie je overvalt
bij je binnenvalt – een ongenode gast
 
ik heb jou niks te zeggen – zeg je
ik wil alleen maar mooie muziek
en mijn gevoel om te huilen
 
dan wil ik denken
aan wie aan mij voorbij ging
en wil ik ze mooier dan mooi
 
ik wou dat ik schilderen kon
met witte bloemen vergezichten
en roze decolletés
 
weet je dat je in een gedicht
nooit het woord huilen
mag gebruiken
 
dat zeiden ze tegen mij
toen ik begon met dichten
maar soms moet ik echt huilen
dacht ik – weet ik nu
 
pom wolff
 
Mooi thema deze keer: geheim leven de staat waarheid en recht van spreken. Daarbij is Leonard Cohen de juiste man, ook hier op zijn plaats en inspiratiebron.
 De waarheid liegen of niet, dat is en blijft de vraag



Een dichter moet dood

Nu is het stil in de zaal van het gerecht, maar wie bekent, wie is oprecht
Is het waar van jouw verraad? Het antwoord is ja.
Dan lees me de lijst van mijn misdaden voor
Ik zal vragen om de genade, die jullie zo graag neerdalen laten
En alle vrouwen worden nat en de rechter kannie anders dattie
Een dichter moet plat voor de leugen in zijn stem

En ik dank jullie voor het doen van je plicht,
Jullie pachters van waarheid, bewaarders van pracht
Jullie visie is juist, de mijne fout,
Pardon voor het bevuilen van de lucht met mijn woord

O, de nacht een en al mist, mijn verweer ligt verscholen in de kleren van een
vrouw, die ik graag vergaf
In het gekrinkel van haar zijde, in de spil van haar dijen
Waar ik te bedel moet onder de dekmantel van schoonheid.
O goedenacht, goedenacht, mijn nacht na nacht
mijn nacht na nacht, na nacht na nacht, na nacht na nacht

Ik ben zo bang dat ik naar jullie luister
Je gezonnebrilde beschermers die doen dat met je
Het is hun manier van gevangen houden, hun wijze van te schande maken
hun knie in je ballen, hun vuist in je gezicht.
Ja lang leve de staat, om het even door wie gemaakt
meneer, ik heb niets gezien, ik kwam alleen laat thuis

23-09-23 / Cartouche
New Skin For The Old Ceremony ℗ 1974
A Singer Must Die · Leonard Cohen
Sony Music Entertainment


https://www.youtube.com/watch?v=u4B6kiillRw
https://www.youtube.com/watch?v=j072ve1E5EU
(in deze latere versie is door hem nog een mooie ‘grafstrofe’ toegevoegd)


waar Cartouche de inspiratie ook vandaan haalde – een song van leonard mogen we begrijpen – het levert prozaïsche poëzie op – op de ultieme poëziestrofe na waarin het geheim verscholen ligt – en de dichter naast haar – de derde strofe – een mooie om graag te herlezen en mee te wiegen –
 
O, de nacht een en al mist, mijn verweer ligt verscholen in de kleren van een
vrouw, die ik graag vergaf
In het gekrinkel van haar zijde, in de spil van haar dijen
Waar ik te bedel moet onder de dekmantel van schoonheid.
O goedenacht, goedenacht, mijn nacht na nacht
mijn nacht na nacht, na nacht na nacht, na nacht na nacht



voor wat betreft het gevraagde thema – my secret life –  zouden deze regels al genoeg kunnen zijn.  dichter vergeeft het de vrouw in kwestie – hahaha – de omgekeerde wereld fijn getroffen. het zijn die vrouwen ook altijd die verantwoordelijkheid dragen tenslotte voor de geheimen die de mannen met zich mee moeten dragen in en bij hun geheime liefdes.

de auto rijdt
naar het zwarte strand
waar ik nooit ben geweest

er ligt een monster
er gaat geen geigerteller tikken
ik neem het mee

en ja hoor het was zo
het bleek geen lava
en ik was niet actief


Etwin Grootscholten

waar dichter grootscholten mee bezig is in dit weekend – hij is ondoorgrondelijk. in de eerste strofe lijkt de dichter op weg naar een geheime afspraak – maar de date valt behoorlijk tegen mogen we wel constateren na lezing van de tweede strofe hahaha – terug dan maar weer de auto in op weg naar huis – de derde strofe – het was wat het was – niet veel soeps  – of de auto op benzine reed of elektrisch werd aangedreven blijft hier geheim. en hoe monsterlijk het monster ook. zo zie je maar weer van elk gedicht van die grootscholten is wel wat te maken.
Ha Pom,
Hopelijk sluit het aan op het thema; in een ‘eigen lied’ zitten meestal genoeg geheimen merk ik vaak.


verdriet 

hoe in het begin
als het door begint te dringen
zo rauw nog nooit  

niet weten of de tijd wel heelt 
soms onverwacht dat lied
aan het einde van een film

zo rauw niet meer als toen 

op den duur de woorden vinden
voor een eigen lied

anke labrie 
(23-09-2023)

dichter Labrie buigt het thema om en we lezen in heel weinig woorden een proces van verwerking – het is alsof zij het leven na het verlies en de beetjes geluk die weer gevonden zijn nog niet durft te verwoorden. voorlopig zingt de dichter zachtjes en voor zichzelf het nieuwe lied – een lied met nieuwe woorden.
 

Share This:

DITMAR BAKKER vertaalt! 17 weken de reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ van Millay – 7

in ’t maken van wat lelijk was weer mooi:
de zwartberoete pannen,

De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen. Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet! Liefs! D.


VII.

Ze kende één manier de geest te doven,
verlossing van verzorging als emplooi;
er lag decente redding, als van boven,
in ’t maken van wat lelijk was weer mooi:
de zwartberoete pannen, die steeds weer
zo lang boven het vuur hadden gebrand;
kranen en kandelaars, zo vies-verweerd
dat je ze op blijft wrijven; chic als kant
laat je papieren placemats tafels kleden
(nieuw plastic kleed eronder voor ’t rotte),
’t fornuis tot blinkens poetsen, en ten slotte,
wanneer de nacht valt, pijnlijk rug en leden
en nieuw de keuken, stralend als een weide,
een annonce, te mooi om een diner in te bereiden.


One way there was of muting in the mind
A little while the ever-clamorous care;
And there was rapture, of a decent kind,
In making mean and ugly objects fair:
Soft-sooted kettle bottoms, that had been
Time after time set in above the fire,
Faucets, and candlesticks, corroded green,
To mine again from quarry; to attire
The shelves in paper petticoats, and tack
New oilcloth in the ringed-and-rotten’s place,
Polish the stove till you could see your face,
And after nightfall rear an aching back
In a changed kitchen, bright as a new pin,
An advertisement, far too fine to cook a supper in.

Ditmar Bakker vertaalt

Share This:

VON SOLO: ‘Er is geen plek, waar het kwade zich beter verstopt, dan in het goede. Het is de welbekende wolf in schaapskleren.’


Steeds meer streven we naar en leven in een wereld, waar slechte dingen tot het verleden behoren. We halen de standbeelden van abominaties uit het verleden neer. Herschrijven boeken tot braaftaal en verwijderen ongewenste elementen uit onze beleving. Het enige dat overblijft is het goede. Een brave nieuwe wereld. Een plek waar je kinderen veilig buiten kunnen spelen en opgroeien. Waar vrede de norm is en consent de toestemming voor de liefde. Een wereld, waar we allemaal ‘ja’ op kunnen zeggen. Het is wat het dichtst bij het paradijs komt. 

Je merkt in de sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen, dat er nog nooit zo’n motivatie voor het goede is geweest als nu. Deugdzaamheid is weer hip. Gehoorzamen aan de regels is weer bewonderenswaardig. Daar tegenover staan de tegenstemmen, die steeds meer gemarginaliseerd worden, ook al zijn ze met nog zo velen. Je sluit gewoon geen snelweg af! Dat doe je gewoon niet! Weet je wel hoeveel mensen daar last van hebben in hun klein leed? Liever staan we in de file en aan de benzinepomp onze tijd en belastingcenten in te leveren. Daarvan zal niemand zeggen dat het slecht is. 

Het slechte wordt verondersteld ook gewoon zichtbaar te zijn, net als het goede. Je hebt toch niets te verbergen? We streven toch allemaal transparantie na? Dus als je alleen goede dingen ziet, dan zijn er geen slechte meer. Er zal ook geen strijd meer zijn. Geen streven naar een balans tussen goed en kwaad. Want alles moet goed zijn. En dat is uiteraard het mooie. Er is geen plek, waar het kwade zich beter verstopt, dan in het goede. Het is de welbekende wolf in schaapskleren. De tweezak, de Janus. Maar ook dat is iets, dat we liever ontkennen

Schurken zijn personages uit sprookjes en films. Ze kunnen niet in het echt. Daarvoor zijn ze te onbegrijpelijk.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

VON SOLO: “Ik kan als het eropaan komt Sartre niet vaak genoeg aanhalen: ‘De hel, dat zijn de anderen.’”



Er is een slopende ziekte bij je vastgesteld. Je hebt niet lang meer te leven. Van binnenuit wordt je lichaam verteerd door kwaadaardige cellen. De pijn is zo hevig, dat alleen morfine nog soelaas biedt. Je organen verliezen hun werking en je hoest bloed op. Er wordt een besluit genomen. Het einde wordt ingeleid en je sluit je ogen voor de laatste keer.

Aan je bed zitten mensen, die bij leven van je gehouden hebben. Het zijn de laatste uren van je doodsstrijd. Niemand weet wat er in je om gaat. Of er nog wat in je om gaat. Ze kijken naar je. Ze luisteren naar je stokkende ademhaling. Ze denken hulpeloze gedachten. Wachtend op die finale doodsrochel.
 
Uit ervaring kan ik meedelen dat er voor de toeschouwer niets romantisch aan is. Niets heroïsch. In een ziekenhuisbed, gekluisterd aan slangen, wegkwijnen terwijl de monitor steeds minder piept. Toch is het dagelijkse kost. Honderdvijfentwintig keer per dag gemiddeld in Nederland. In meer of mindere mate zoals zojuist door mij geschetst. Dat is dagelijks vergelijkbaar met wat COVID-19 veroorzaakte tijdens de piek in april 2020. Maar dan elke dag. Elke week. Elke maand. Elk jaar. We zijn er aan gewend geraakt. Zo zijn er ook nog hart en vaatziekten. Die eisen dagelijks rond de honderd doden.
 
De situatie die ik beschreven heb, beschrijf ik niet graag. Maar ik voel me genoopt het toch te doen, als ik in de krant weer een tweetal artikelen zie over ‘onnodige, onschuldige slachtoffers van het virus, die de strijd verloren hebben’. Artikelen met een verwijtende toon, die lijken te insinueren, dat het niet zo had hoeven zijn. Gebracht als journalistiek worden de casussen beschreven, waarin oude mensen sterven aan ‘het coronavirus’. Wat vooral te lezen valt is hoe erg het allemaal is. Dit nooit meer! Als ging het over een door de mens veroorzaakte oorlog of rampspoed. Met als adagium tussen de regels: ‘U allen zijd verantwoordelijk.’
 
Het valt op dat ik diverse mensen spreek, die allen dezelfde ‘huil’- of ‘horror’-verhalen uit de media aanhalen. Deze verhalen ook te vuur en te zwaard verdedigen. Het lijken wel of ze er martelaren van willen maken. Religieuze iconen, die ons bijstaan in ons geloof aan de heilige regels van het RIVM en het Outbreak Management Team. De stralenkrans met doornenkroon rond het hoofd van minister De Jonge wordt per dag zichtbaarder. Er wordt geappelleerd aan de kudde. Democratie naar christelijke traditie. En terwijl in de marge van de samenleving standbeelden worden neergehaald, steeds meer historie verdwijnt, elke tegenstem wordt verketterd, sterft de laatste generatie die nog onvrijheid heeft meegemaakt en wordt een heilige schrift herschreven. Een leidraad met een nieuwe religie en nieuwe parabels. De tien geboden worden grondig geglobaliseerd. Een nieuwe overtuiging die zich niet alleen schraagt op zijn leefregels, maar ook op een juridische basis, nietsontziende controlemechanismen, verstikkende sanctionering en een hersenloos handhavingsapparaat.
 
Nu u een kijkje in de nieuwe afgrond hebt mogen nemen, geven zij u de hemel.
Of kiest u toch zo nodig zelf voor de hel? Met een voet al tussen de deur wordt u aangestaard. U voelt de schuld wegen op uw schouders en buigt het hoofd.
 
Ik kan als het eropaan komt Sartre niet vaak genoeg aanhalen: ‘De hel, dat zijn de anderen.’

VON SOLO/ 25 juni 2020
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

erwin olaf dood – zo bijzonder zo groot

Share This:

Merik van der Torren en Betty steunen de partij vd dieren bij de algemene politieke beschouwingen

Hoi Pom,
Een activiteit van Betty in  de late uurtjes, groet, Merik.



In Bar Baut

Dat bij de borrel van de
Groen-Links-deelraadfractie
of die van de Faculteit Politicologie
van de Universiteit van Amsterdam
Betty naast de stoel van de
voorzitter van het gebeuren
een vergeten patatje bespeurt
en opsmikkelt,

een manifest van de
Partij van de Dieren.

Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS wacht weet luistert en…


de minnaar speelt en lacht
neemt zijn tijd
hij zoekt haar wezen
zij glanzend loom wachtend
weet dat het lichaam
luistert volgt en overneemt

waarna daarna zij beiden zuchtend
de ogen brekend 
elkaar niet vinden

aug 2023/ Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER en de jurk – “Smakelijk!” schatert de jurk. “Alleen een walvis kan het tij nog keren.”…



“Geloof maar niet dat het nog uitmaakt,” pruttelt een doffe meisjesstem uit een prachtlijf dat gehuld is in iets wat je geloof ik een mannelijke jurk zou kunnen noemen. “Stemmen.” Het standpunt meteen helder: “We gaan naar de klote.” Met hoofdletters. Hoe dan ook. Niemand! Over links of over rechts. Goede bedoelingen. Kamerclowns. SOS. De koers is gezet. Paniek. Waterval. Volgens.

Nou kom ik in de nachttrein wel vaker ondergewaardeerde psychoten of andere onbestemde profeten tegen, maar deze helderziende raakt een heikel punt. “Het politieke bestel staat bol van uitgesmeerde macht. Wie waarover gaat is volstrekt troebel. Een beetje zoals destijds met die rommelhypotheken, weet u nog?” De jurk beweegt, de lippen strak. “Ik weet dat je van haar houdt. But no worries! Eva redt zich wel.” What the fuck? Eva? Liefde? Dat is een mondvol. Overrompeld door dit statement vraag ik wat Eva in godsnaam met politiek te maken heeft en haar er voortaan buiten te laten. Een vrolijke schaterlach klatert van de zachtroze lippen. “Tout. Et rien.” 

Keynes. Marx. Nietzsche. Hawking. Bohr. Einstein. De hele mik komt in een razende lawine voorbij. Godsdiensten erna. Woordenbrei. Pffff. Dan suist de deur open: Station Leiden. Salvation. Ik heb trek in een kroket. Goulash of saté. Hapklaar uit de muur. Pinnen. Hoge hakken klikken voorbij. “Smakelijk!” schatert de jurk. “Alleen een walvis kan het tij nog keren.” Het is de piep in mijn oren. Dat doffe.

Peter Berger

Share This:

Rob Mientjes wint de enige echte virtuele – verzoent u zich  met  het afnemen van de betekenis der dingen – trofee op pomgedichten punt nl

dank aan alle inzenders voor de mooie gedichten ingezonden naar aanleiding van de publicatie Alja Spaans prachtbundel  – het langzaam voorovervallen – de zondagochtendwedstrijd genereert prachtige gedichten – het thema vanuit vele kanten belicht waarbij de esthetiek en het activisme niet worden geschuwd zijnde ook functies van de poëzie. ik kies deze week voor de taalkracht die Rob Mientjes in zijn woorden heeft gelegd. op indringende wijze weet hij van proza poëzie te maken. van een zakelijke tekst – een oproep – een dichtwerk met sprankelende taalkracht – van harte! goud voor Rob Mientjes.


Goedenavond Pom,

Verzoening met de afname van de betekenis van dingen een trieste zaak. Het raakt mij als kei. Immers zo voelt het, de verlorenheid. Hard,  rotslos en door alle goden verlaten. Een sirene die niet loeit maar huilt.


Betekenisvol leg ik de hand onder mijn kei. Emoties mogen never nooit niet afnemen. Mijn Elvis huilt glitters en ik juich tranen. Kom op zeg, bekijk het eens even. Zie, luister,  tast, ruik, kus en zoen. 


Vrij vrij en aard aardig. Laat de dingen met rust. Het zijn zijn, het onverklaarbare onverklaard. Ding niet naar dingen. Noch intrinsiek noch excentriek. Laat muziek muziek. 


Het enige ding dat telt, niet zo moeilijk, is uiteindelijk de liefde. Toch?


Groet,
Rob Mientjes

we lezen een indringend en zeer indrukwekkend en voor zijn doen ook helder in ieder geval zeer krachtig betoog van Rob – poëzie moet en kan ook een daad van verzet zijn – en dat is het hier zeker. ik vind het een prachtig poëtisch betoog – dichter legt zich niet neer bij het afnemen van de betekenis der dingen – ik lees hier bijna de levenslust en de aanmoedigingen het leven en het lieven te vieren van een Simon Vinkenoog terug. op deze wijze kan poëzie ook zijn waarde bewijzen in de kracht van de woorden het leven in vuur en vlam.
  • Rik van Boeckel – Laat het leven duren
  • Erika De Stercke – dat er hoop is 
  • Frans Terken: alsof het tasten is in het donker 
  • Rob Mientjes: de verlorenheid
  • Anke Labrie: de woorden wankelen 
  • Vera van der Horst: de veerman, het licht de horizon
  • Paul Bezembinder: die noodlottige decemberdag
  • Ditmar Bakker: als alles minder wordt. buiten deelname wedstrijd
wie wint de enige echte virtuele – verzoent u zich  met  het afnemen van de betekenis der dingen – trofee op pomgedichten punt nl? laten we ons deze week inspireren door de thematiek in de nieuwe prachtbundel van ALJA SPAAN:  ‘het langzaam voorovervallen’

laat ik Alja nog een keer kort citeren: “Dames de B.  en Z. zitten in de hal al te wachten, handen in hun schoot. Mevrouw de B. zou later zeggen dat ze geen idee had waarop…” – of hoe de tijd genadeloos inwerkt op de mens – trofee.

hoewel de trage teloorgang van een mens al door alja prachtig is verwoord wellicht zweeft er ergens nog iets van poëzie rond die we zo graag leggen op de tijd, op het leven of op de teloorgang van de mens en de  dingen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

 

voor haar

ik zal haar troosten als ze verdrietig is
een dekentje over haar heen leggen
als ze slaapt in haar stoel

alle stekkers weer in het stopcontact doen
de wc ontstoppen als ze de kattenkorrels weer

ik zal op tien plaatsen hetzelfde briefje neerleggen
elke dag voor haar koken en haar geheugen zijn
en ik zal chocola kopen omdat ze dat lekker vindt
 
pom wolff


Het licht van de toekomst

Laat het leven duren
jaren nemen langzaam toe
bitter of verwonderd

muziek maakt jou jong
danst met de tijd mee
verfijnt komende maanden

herinnering zingt het heden
naar de oorsprong van verleden
ademt beelden van nu en toen uit

verwonder om de hoek zo luid
dat de gang nimmer verzaakt
de toekomst stilaan licht aanraakt.

Rik van Boeckel
16 september 2023

een bijna onmogelijk thema, nouja nogal moeilijk door mij verwoord – de teloorgangtrofee is aan de orde en wie wil daar nou aan? het verbaast mij niet echt dat het Rik lukt om de woorden in een dimensie van tijd en ruimte te plaatsen – we lezen een beetje shaffys – huil, bid lach, werk en bewonder – rik van boeckel kiest altijd de aangename optimistische kant van het leven en biedt de levenslust alle ruimte. hoe en waar en wanneer dan ook.



leeftijd 

heb jij het leven in handen 
laat het einde op de metalen 
instrumenten achter
gun ze geen traan of woord
al hoort het bij het bestaan

zeg
wat we willen horen  
in een onverbloemde taal
dat er hoop is 
de wereld nog kan ademen   
vermoedens kunnen slapen

Erika De Stercke 

onze Erika wil er niet helemaal aan lees ik in dit mooi kort gehouden aansprekende gedicht. ze geeft goede raad op hoopvolle wijze – roept op sterk te zijn in de eerste strofe – gun ze niks die doktoren – laat de wereld met jou daarbij ademen in de tweede.



Dag Pom, 
el een overgang, van ‘verwachting’ naar het ‘langzaam voorovervallen’.
Maar mooi om bij beide thema’s stil te staan.
Zo wordt ook een gedicht ‘geboren’.
Weekendgroet, 
Frans


Onmacht

Zie ik hoe jij de lippen krult 
maar woorden je ontvallen 
in de schemer van je achterhoofd

een begin van leegloop
die gaandeweg in je neerdaalt
bij zoeken naar wat kwijtraakt

alsof het tasten is in het donker 
hier en daar nog iets vinden
maar niet meer weten wat het is

flarden opvangen die ergens nog 
naar herkenning ruiken
een vleug van een oude geur

aarzelend een handgebaar 
waar je je even aan vasthoudt

dat het bij zwaaien blijft
de onmacht van uitzwaaien 


© FT 16.09.2023

Frans beschrijft vrij natuurlijk en precies de toestand waarin we komen te verkeren – bijna een eindpunt – een gedicht over wat allemaal verloren gaat en over het beetje aan beweging wat ons na verloop van tijd dan nog rest. hoe lichaam en geest in harmonie aan het slotstuk beginnen. en inderdaad na onze gedichten over de tijd vol verwachting en de geboorten van Liva en Fiene – ook in de teloorgang worden gedichten geboren.


het hijgend hert voert haar
door het gewiste 
landschap van haar leven

hoog gaat ze 
dan weer laag 
de woorden wankelen 
de klanken binnen 

de melodie 
verweven met haar kinderjaren
is vastgeklonken aan haar geest

versleten op haar schoot 
de plattegrond
een zwart gekafte bundel
goud op snee

anke labrie 

het hijgend hert doet mij denken aan de horeca in bloemendaal waar je met je vader na een fietstocht een flesje limonade met wat zoetigheid op verantwoorde wijze voorgeschoteld kreeg. in ieder geval iets van vroeger -(het toeval wil dat op de zuil enige horecawoorden te lezen zijn) – maar dat terzijde – ook anke kiest voor de beschrijving van de teloorgang en kiest daar een paar sprekende voorbeelden voor uit. je kunt over 1000 dingen schrijven het is aan de dichter te kiezen – anke kiest voor mooie taal die ze op een persoon legt zacht en met liefde.

De dood en de weg erheen
klinken meestal zo mooi in poëzie
de veerman, het licht de horizon
de berusting en sluiks verlangen

De pijn en angst, klinken nooit rauw
en worden zelden met naam genoemd
maar behoedzaam ingestopt
in wollige metaforen

Ik voel me bevoorrecht dat ik
dichters ken en vraag aan hen
mij te laten sterven
in hun mooiste woorden.

Vera van der Horst

Vera schreef in een begeleidend schrijven dat het gedicht nog maar en idee is en verder uitgewerkt moet worden – dat ben ik met haar eens – fijn als mensen meteen hun eigen recensie toevoegen aan hun eigen gedicht haha. van de strofen een en twee moet nog poëzie gemaakt – strofe drie niets meer aan doen die is perfect. die strofe kan ook prima alleen een gedichtje zijn. ze moet uitkijken dar ik die niet aan haar graf…



Baadster

Was hij als jongen uit zijn lood
toen hij haar zomaar baden zag
en heel zijn leven voor hem lag,

meer nog uit zijn lood stond hij
op die noodlottige decemberdag
dat hij zijn zieke echtgenote zag.

Hij zag niet hoe, hij zag niet wat.
Een zuster hielp haar net uit bad.

Paul Bezembinder

een kleinood, in de zin van kostbaar taalmateriaal gekneed en gevormd door de dichter – prettig lopend rijm en in een achttal regels het thema getroffen en de lezer.

Ditmar B
10:48
ingezonden helaas na de deadline


DE LIJSTER

Die zanger is bekend bij iedereen;
midzomers vliegt hij luid door bossen heen
en doet de stammen ronken als voordien.
Hij noemt ’t blad oud, zegt ‘qua bloei, verhoudt weer
zomer tot lente zich als één tot tien.’
Hij zegt—de vroege bladerval geschiedt
in peer- en kersenbloesemregens neer
op dagen dat men haast geen wolkje ziet.
Hij zegt, bij neergang die ook najaar heet,
dat ’t stof der wegen al bedekt, compleet.
Hij zou als elke vogel zijn, en stil,
wist hij niet, zingend, wat aan zang toch schort.
De vraag, die men in woorden vatten wil,
is wat te doen als alles minder wordt.

Ditmar Bakker

Share This: