Het is een ritje voor plezier. De singels rond. Zijlsingel. Herensingel. Maresingel. Enzovoort. Je kan het rondje ook lopen maar dan heet het Singelpark. Dat is hier de afgelopen jaren met veel passie aangelegd. Prima trekpleister voor wandelaars overigens; dat park, maar vandaag gaat mijn voorkeur uit naar de fiets. Het asfalt is er rood. Voor fietsers op de Leidse singels. Maar alleen daar waar het druk is. En dat is het.
Een slome sliert zomerse meiden trapt traagjes richting Noord, maar draait bij de Zijlpoort plotsklaps links de brug op. Richting centrum. Op naar waar vertier lonkt. Daar gebeurt het. Midden op die brug. De sliert zwabbert, knikt en breekt: drie dames op hun gat. Kedang! Trapper tussen spaken? Zoiets. Opzet? Zenuwachtig gegiechel smoort in jammerlijk klagen en luidruchtig gemor. Dan wordt er verbaal flink van leer getrokken. Hoezo luidruchtig? Een zwerm ontaarde spreeuwen is er niks bij. Gekrakeel. Vloekende ziektes. Wapengekletter. Verwensingen. Meisjes toch! Zelfs de goden krijgen het er benauwd van. Met het schaamrood op de kaken. Opzet? Jaloezie? Liefdesdrama! Zoveel is inmiddels duidelijk.
Dan richt de ontredderde kluwen zich plotsklaps op en slingert de sliert onbekommerd de stad in. Smachtend naar avontuur en ledigheid. Moeiteloos maar toch enigszins ontluisterd trap ik me haastig naar een paar straten verderop. Ik snak naar dat eerste frisse biertje. En daarna rondjes rijden met Max. In Monaco.
pomgedichten een weekendje stil -als een eerbetoon aan gerrit van schuppen van SAGE – gerrit en saskia bijzondere mensen – zoals ook te lezen is hieronder – de woorden die saskia aan gerrit meegaf. altijd bijzondere dingen, bijzondere uitingen, bijzondere kunstuitingen in woord en beeld – voor beginnende en voor gearriveerde dichters ook – het was een feest om SAGE mee te mogen maken – door de jaren heen.
SA&GE het was Mooi&Mooi
Schiedam, 23 mei 2023 Lieve Gerrit
We wisten dat het een keer zou gebeuren, maar dat het al zover was daar hadden we geen van beide rekening mee gehouden. Oké de laatste maanden was het weer eens afzien, maar we begonnen langzaam weer onze weg te vinden om er mee om te gaan en zagen uit naar de zomer we zouden weer op stap gaan. Want verdomme wat hebben we een avonturen beleefd.
Nee we maakten geen verre reizen, maar deden Nederland en omstreken. Avonturen op de vierkante cm en oh wat hadden we een lol. Samen konden we de wereld aan. Onderweg en thuis in het atelier. Heel serieus aan het werk, maar ook grote onzin bedenken. Ik bladerde van de week in de vakantieboeken die we maakten, de ideeën die ontstonden, de dingen die we zagen, jou uitvindingen en trucs, die mij nooit lukte en al jouw grappen waar ik serieus op inging ze staan er allemaal in. In woord en beeld ons medium. We voegden onze kennis en kunde samen en werden SAGE, ja als taal een groot deel van je werk is dan is zo’n naam een cadeautje. Hij staat vereeuwigd op mijn schouder.
En nu??? Wat moet ik zonder jou? Jij had daar zo je ideeën over, maar ik weet het nog zo niet. Voorlopig zit ik in een doe modus en sta ik nog redelijk op mijn benen wel vol tegenstrijdige gevoelens. We zullen zien. Het is KUT enorm KUT dat je er niet meer bent. Dat was niet de afspraak, je zou wakker worden en het zou een van onze verhalen worden; Hoe ik je op alle mogelijk manieren geprobeerd had wakker te maken en jij maar slapen, slapen, slapen totdat…
Maar nee, je werd niet wakker, het huis stroomde vol vreemde mensen, burgerhulpverleners, brandweer, politie, ambulancemensen. En het duurde en het duurde en het duurde En jij werd niet wakker. En hoe ROT ook, het is goed. Dat had je ook niet gewild en dat begrijp ik lieverd. Zondagavond een week later heb ik je voor het allerlaatst omarmd, mijn hoofd als gewoonlijk op je schouder gelegd, je gekust en tegen je gepraat. Gisteren met de gordijnen en alle ramen weer open schreef ik deze tekst.
Vandaag sloten we je kist en spreek ik voor al deze mensen, je had eens moeten weten wat een reacties jij en ik de afgelopen dagen hebben gekregen. Zelfs Kor schreef een In Memoriam voor de krant. Dat had je niet gedacht hè. Zoveel aandacht, zoveel liefde. Dag lieverd, dag jongetje, dag rotzak Het was fijn, het was goed, het was mooi met jou.
Begin jaren tweeduizend waren mevrouw Solo en ik ooit op het Schaapscheerdersfeest in Nisse (Zeeland). In die tijd ging je naar dat soort evenementen om te ontdekken of er nog wat te ontdekken viel. Vaak was er wel iets van een vlooienmarkt en er was altijd wat te drinken. Het was zonnig en na een rondje om de kerk hadden we een plekje gevonden aan een tafeltje. We begonnen rustig te drinken. Veel bier later, viel me op hoe er binnen ons blikveld kinderen aan het spelen waren. Een jongetje speelde met een autootje in het zand. De zon gaf het plaatje een gouden gloed. Hij en zijn zusje lachten. Toen brak ik in tranen uit. Mevrouw Solo had geen idee wat er aan de hand was. Tussen mijn snikken door probeerde ik ze uit te leggen, dat ik dat kinderen zo erg gun. Gewoon gelukkig zijn. Heel simpel. Onbezorgd spelen. Het tafereel raakte me zo op dat moment.
Onlangs zat ik in de auto naar België. Op Studio Brussel speelde een nummer. De eerste zin greep me meteen bij de keel. ‘I hurt myself today, to see if I still feel’. Het was de stem van Johnny Cash. Een hele oude breekbare stem. En toch ging er nog een dodelijke dreiging van uit. Ik kreeg er kippenvel van. Het nummer ging verder en ik luisterde. Zwaar ademend moest ik mijn tranen bedwingen. Toen het nummer voorbij was, was de weg er nog steeds en mijn wagen reed nog steeds gestaag in het rechterspoor. Er was iets geraakt in me. Iets wakker gemaakt of geworden. Iets heel ouds. Iets wat nog niets aan actualiteitswaarde had verloren.
Ik zou soms bijna vergeten, dat mijn leven wordt gekenmerkt door zwarte periodes van leegte. Dat is al zo lang ik me kan heugen. De leegtes worden gevuld met duistere gedachten. Vanaf mijn tienertijd leerde Hemingway me dat het leven niet anders was. Bukowski leerde me de leegte aan te vullen met drank. Wat mijn schrijvers me leerden was ook, dat ophouden net zo zinloos was als stoppen. Dat maakte me voor de buitenwereld een vreemd, maar bij vlagen acceptabel verschijnsel. Een beetje vreemd, een vleugje cynisme en boze buien, maar verder wel in orde. Niet bijzonder opvallend in de jaren negentig van Nirvana en Metallica. Ik haalde goede cijfers op school, dus daar kon het niet aan liggen.
Intussen weet ik, dat de terugkerende neerslachtigheid een naam heeft. Ik weet ook hoe ik me erdoorheen heb gevochten. Ik weet dat het nooit meer over gaat. Ik weet ook, dat elk goedbedoeld advies, hoe professioneel ook, niet gebaseerd gaat zijn op meer dan een labeltje dat een diagnose aan een uniek complex hangt. Niemand kent mij goed genoeg om te weten. Dus daar pas ik voor. Want vaker gaat het goed. Steeds vaker. Mijn hele leven al. En zelf weet ik wel hoe het uiteindelijk afloopt. Maar dat duw ik rustig voor me uit. Als een kinderwagen met mezelf erin. Zoals ik eigenlijk had moeten zijn. Met een gelukkig leven voor me.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
o ja interessant, erg interessant! en dan in je tasje gaan rommelen of zeggen interessant en meteen een ander onderwerp aansnijden of ja knikken én heel geil naar een ander kijken interessant ja
of heel traag het woord interessant spellen en daarna van achteren naar voren om te concluderen dat je heel goed in staat bent geweest om het woord interessant te spellen en niet alleen van voren naar achteren om het daarna nog een keer te doen en dan zeggen dat iemand naar zoveel onzin kan blijven luisteren en dan niets meer zeggen zoals ook bij boeren aan een tafel niet gesproken wordt
maar dat laatste wél zeggen na verloop van tijd zoals ook bij boeren aan een tafel niet gesproken wordt en er schattig aan toevoegen en zeggen wat een vreselijk geile man staat er achter jou en dan weer in je tasje rommelen
“Gister was ik sacherijnig. Niet omdat het gedichtendag was en ik zonder gedicht zat. Ook om veel andere redenen niet, niks Brexit of zo, gewoon een stom ikding. Vandaag is de laatste dag dat ik naar mijn werk ga en daarom was ik gister knorrig. Nutteloos knorrig. Na vandaag nog een maandje vakantie van de baas en dan maar niets en meer niets tot het grote niets erop volgt.”
de vulkoek (lees hieronder) blijkt dus toch lulkoek te zijn. in die zin dat onze jacob echt niet alles kan verdragen zoals in het gedicht is beschreven. jacob de bruin een echte dichter die alles aan elkaar liegt als het hem uitkomt. het gedicht VERSE VULKOEK is eindelijk – eindelijk – een echt gedicht geworden. geen autobiografisch schetsje naar kopland. leve de vulkoek van jacob de bruin en lang leve de lulkoek.
Verse vulkoek
Alles kan ik verdragen: het verkruimelen van spritsen, gebroken bokkepoten, het kaakje bij de thee daar kan ik met droge ogen mijn tanden in zetten, daar ben ik werkelijk hard in.
Maar vulkoek met het nootje uit het midden, vers nog uit het pak net, nee.
Vispasta moest het worden. Een beetje als bolognaise maar dan lichtroze van room en met shiitake voor die verre smaak van hazelnoten. Tijd dus voor een rondje markt. De derde viskraam op de Nieuwe Rijn: coquilles, crevettes en kabeljauw. Dat soort zaken. Er schuifelt heel wat volk voorbij. Een jongedame met stevige kuiten wiebelt op hoge hakken in haar wit gebleekte katoenen cocktailjurkje. Haar metgezel heeft moeite met zijn evenwicht en bedient zich van wartaal om zijn punt te maken. Geen vis in ieder geval. Vanavond geen vis. Zoiets. Zegt ´ie. Een strak aangelijnd hondje, met roze strik, likt verlekkerd de vet geworden klinkers af en slikt nog snel een snipper kibbeling weg voordat ze de sjokkende massa wordt ingesleurd.
Vispasta dus? Ik wandel eerst nog maar eens langs de overkant want daar ligt tomaat enzo. De menigte is er fluïde en vreet mij op. Nothing but blue skies. Plots wordt mijn blik erdoor gevangen. Asperges! Polsdik als van een baby en sappig als zomerfruit. Drie euro per pond? Ja! Gister nog heb ik ze bij de Appie zien liggen. Een beetje schamel waren ze, beginnend bruin en nog een euro duurder ook. Jakkes. Graaiflatie. Dat was duidelijk een no go. Maar deze kans laat ik niet lopen. Zo dik. Achterham. Eieren. En boter om te smelten. Met kruimig gekookte krieltjes. Zo gepiept. Morgen soep van de schillen.
met dank aan Cartouche voor de opbeurende woorden – zoals deze hieronder door hem zijn geformuleerd – altijd fijn dat medeleven met webmaster en graag genoteerd – los daarvan de definitieve uitslag – tot half elf konden nog wondertjes van poëzie worden ingezonden – maar zoals gezegd als de defintieve uitslag geldt IEN VERRIPS goud en PeterM van der Linden zilver. Peter omdat ie zijn gedicht naadloos liet passen in het gevraagde thema ‘waar dan ook of hoezeer..” en voorts een werelddierendagregel toevoegde aan de rijkdom die ze poëzie noemen:
Op camping El Torres aan de zee De dieren dragen ons op pootjes Het bevalt hier prima Wij zijn oké olé olé olé!
– van harte! PeterM. en IEN Verrips draagt vandaag het goud. twee wereldregels mochten we in haar gedicht lezen en noteren:
in wie hij was en wat hij onbedoeld geworden was/ een weten dat het over is dat de tijd gekomen is
van harte Ien! dank ook aan alle dichters die instuurden. zo is de zondag mooi – waar dan ook of hoezeer.
moordenaar
de koude blik een strakke mond ik was gewaarschuwd de vlakke stem maar strelend zacht als babydons ik liet me vangen in zijn woorden in wie hij was en wat hij onbedoeld geworden was
de weldaad van het steken van zijn mes dat soepel binnenglijdt de ogen die verglazen het warme vlees dat openrijt dan hoe het lichaam zich gewonnen geeft willoos wordend zachtjes omvalt als een moeie boom
de kou die binnentrekt de kou die altijd binnentrekt een weten dat het over is dat de tijd gekomen is
april 2023 – Ien Verrips
twee wereldregels maken dit gedicht – afgezien van het verhaal – zeg maar de bloedparty van verrips – ik geef me altijd over als ik van die regels lees die eigenlijk boven alles en iedereen uitsteken – regels die in de hoogste regionen van de poëzie thuishoren en in lezers hoofd kortsluiting veroorzaken door de intrinsieke schoonheid en tegelijkertijd sporen van een mysterie in het taalvermogen van de lezer achterlaten. soms weten dichters een zo een regel te tonen – Ien doet er gewoon maar even twee:
in wie hij was en wat hij onbedoeld geworden was een weten dat het over is dat de tijd gekomen is
ANSICHTKAART
Mocht men zich afvragen waar alle musjes zijn gebleven Die zitten hier aan de Costa Blanca mocht men zich afvragen waar zwangere zwerfpoes Donna Kebab is gebleven Die zit hier Met nog een zestal katten Net als wij Onder een zon Bij een veranda Op een camping Wij geven dieren namen en eten Zo maken wij vrienden De musjes heten hier Manuel en Susanna Wij heten Peter en Andrea Wij geven dieren namen Brokjes water en brood Donna Kebab gaat bevallen Wellicht vandaag of morgen Of pas als we zijn vertrokken Volgende week We hebben geen idee Hier is voor ons momenteel overal Wij geven dieren namen Op een camping bij een veranda Wij zijn Peter en Andrea Mocht men zich afvragen Waar we zijn gebleven Wij zijn hier onder andere met Donna Kebab Op camping El Torres aan de zee De dieren dragen ons op pootjes Het bevalt hier prima Wij zijn oké olé olé olé!
Peter M. van der Linden –
nou zeg maar rustig waar dan ook en hoe zeer deze bijdrage van de belgisch kampioen slammer en allesvreter – deze uit poëzie opgebouwde dichter die toch maar even een wereldregel met deze site deelt: wolfje pom voelt zich aangesproken:
‘De dieren dragen ons op pootjes…’
en zo is het ook – wensen wij van hier pjotrM en zijn andrea mooie dagen.
Rik van Boeckel – het balkon kijkt uit op vijftigers/het raam kijkt uit op tachtigers
Ien Verrips –een weten dat het over is dat de tijd gekomen is..
Frans Terken –een haven van oeverloos aankomen
LEES het verhaal van de boze zeg maar rustig withete CARTOUCHE
wie wint de enige echte virtuele – waar dan ook of hoezeer – trofee op pomgedichten punt nl?
de zondagochtendwedstrijd op de pom – de wedstrijd die geen wedstrijd is – zoals de poëziekenners weten – is weer aanstaande – een vrij vrij thema deze week: gedichten gevraagd met een welluidend waar dan ook of hoezeer geluid – de echte dichters weten er wel raad mee – we lezen het/ U graag en gaan genieten waar dan ook of hoezeer. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd. de vrijdag of waar dan ook
stel dat jij het antwoord bent op mijn ongestelde vragen lig ik dan vannacht al in je bed?
of moet ik wachten en eerst iets anders schrijven? dat je altijd om jezelf huilt bijvoorbeeld en niet om een verleden
om een lege morgen?
of over al die feestjes van hiep-hoi-hallo én hoe-gaat-het we moeten weg we gaan maar weer de smak-smak vrolijkheid van een overreden duif die nog wat na fladdert?
pom wolff
Rob Mientjes
Protesten 2.0
dagelijks nemen we ze voor lief protesten om het eender maar de mijne zijn niet negatief gelabeld ze lokken positieve aandacht uit testen slechts het pro ben nou effen eerlijk
wie is er niet voor pro protegenstanders versus protagonisten de antagonist legt het loodje
laat mij het pro maar testen gelijk een provo 2.0
te beginnen met promillage het kan niet hoog genoeg zijn in mijn bloed welteverstaan tot kokend toe zo pro is mijn promillage ik ben ook voor probleem waar dan ook of hoezeer
Rob Mientjes
leuke vondsten: provo, probleem en protest. het is natuurlojk taalspielerei – en je moet er maar zin in hebben – maar van robs teksten spat heel vaak het plezier richting lezers. de wereld wordt er niet beter van – maar van de echte protestgangsters ook niet heel vaak.
De liefdevolle tijd van het woord
De tijd onderneemt gedachten uren staan er wagenwijd voor open het huis van de dichter is een zin elk woord een kamer vol keukenpoëzie het balkon kijkt uit op vijftigers
de liefdevolle tijd van het woord laat sommige gedachten langzaam los in de kamer van volle zinnen op kasten vol boeken en poëzie het raam kijkt uit op tachtigers
de kamer van het woord vervuld met verzen van schone weemoed woorden spoken door het hoofd leggen de weg af naar de tong weerklinken in een zaal vol liefhebbers
Rik van Boeckel 20 mei 2023
ook hier best wel geestig – het opnemen van vijftigers en tachtigers in het gedicht. het lijkt op een volkomen uitgeschreven zeg maar afgewikkeld geheel. de tijd onder de loupe van de tijd. spoken words worden woorden die spoken. ook in dit gedicht spat het plezier af van het taalspel door de dichter gespeeld.
Well
Hoor het water van de Leith dat glijdt en onze contouren spiegelt dan breekt bij de waterval niet dat het geluid alles overstemt maar geen verkeer hier dat er bovenuit
zachter nog onze voetstappen op de cadans van de stroom door stenen gebroken in versnelling
niet dat wij ons haasten maar het meebewegen dat automatisch gaat zoals we in dat ritme hier heuvel af heuvel op tot hoog op de rots boven de oude stad
wacht ons aan de monding de kust een haven van oeverloos aankomen zwierige weg vanaf de bron
de laatste strofe doet me aan de ouwe aachenende denken – aan susteren – of waar dan ook – dichter terken zoekt het iets verder. mooie overgang van het alomvattende en de overweldigende natuur in de eerste strofe naar het meer lieflijke en de kleine voorzichtige stappen in de tweede en derde strofe.
Meer dan dubbel
dat complimenten aan jezelf meer dan dubbel mogen tellen jou als leidmotief nemen is de bal aan de voet je tegenstander de verkeerde kant opsturen omspelen, op het doel afgaan en scoren geen kunst maar slechts vermaak een schijnvertoning – jij zelf de taaiste tegenstander in een leven lange opgave het gedicht te schrijven dat al omvat, alle andere overbodig maakt doorgronden wie je bent, waar je staat een wedstrijd niet te winnen – vrede om je heen kun je enkel stichten door sneven op het veld van eer zo alleen door me aan jou te geven val je weet ik je – voor mij te winnen
06-05-2023 / Cartouche
dat je zelf je grootste tegenstander bent leren we van de dichter en dat slechts in totale overgave de geliefde te winnen valt – maar pas nadat je dood is ingetreden – dat is dan wel weer jammer. probleem is dat ik altijd moet oppassen bij Cartouche met mijn commentaar omdat dichter lichtgeraakt kan reageren. beter gezegd dichter accepteert geen enkel woord van en uit mijn commentaren op zijn gedichten haha. toch het volgende: het lijkt hier of we te maken hebben met een allesomvattend gedicht. maar het is geen gedicht – het is een tekst met goed toegepaste elementen van de retorica. alles werkt de dichter naar die prachtige slotscene toe in de slotstrofe. maar de de vier inleidende teksten/strofen – zijn op zich zelf staand gelezen van bijna onleesbaar proza –
dat complimenten aan jezelf meer dan dubbel mogen tellen jou als leidmotief nemen is de bal aan de voet
zo een tekst – de eerste strofe – als voorbeeld kunnen we echt niet tot de poëzie gaan rekenen. we lezen hier eigenlijk een soort toespraak van obama – misschien kan Cartouche tekstschrijver worden van – ik noem maar wat – Charles de III – dan komt de koning beter over. dat wel.
CARTOUCHE: “dichter accepteert geen enkel woord (sic!) van en uit mijn commentaren op zijn gedichten” , welk een boude uitspraak, lelijke bewering, een onbewezen en onbewijsbare stelling commentaar kan ik verdragen, maar van deze, bovenstaande “humor”, ver onder Normaal Amsterdams Peil, ben ik niet gediend
stel dat jij het antwoord bent op mijn ongestelde vragen lig ik dan vannacht al in je bed?
of moet ik wachten en eerst iets anders schrijven? dat je altijd om jezelf huilt bijvoorbeeld en niet om een verleden
om een lege morgen?
of over al die feestjes van hiep-hoi-hallo én hoe-gaat-het we moeten weg we gaan maar weer de smak-smak vrolijkheid van een overreden duif die nog wat na fladdert?