Peter Posthumus en Lisan Lauvenberg winnen de enige echte virtuele – vrij naar slauerhoff – ook in mijn geheimen kan ik wonen – trofee op pomgedichten. Petra Maria brons.

  • Peter Posthumus – ‘my secret life’ op zondagochtend
  • Petra Maria – een vrouw weet dat
  • Magda Haan – het stille weten van…
  • Ditmar Bakker – “Geheimen zijn er om uit de doeken te doen”: alles over de limburgse vormdichter Frits Criens
  • Frans Terken – over de vormdichter Ditmar Bakker: ‘In Leidse krochten huist een kakker…”
  • Erika De Stercke – Geheimen vloeken zich tot leven
  • Ton Huizer – in Café Timmer
  • Rik van Boeckel – wachtend op het licht dat verblindt
  • Anke Labrie – rozen op zijn graf
  • Ien Verrips – na ‘t stervensuur volgt troost
  • Cartouche – hoe dan kan ik, kunnen wij
  • Lisan Lauvenberg – het verdwenen zijn van jou
  • wedstrijd gesloten

lieve dichters dank jullie wel voor het insturen. mooie werken deze week. en van alles wat maar bij iedereen intens. schimpdichten van frans terken en ditmar bakker. invoelende poëzie van petra maria en lisan lauvenberg. afwijkende poëzie van ton huizer. cartouche en erika de stercke maakten poëzie van het thema. de indringende schets van Anke Labrie in een paar regels. maar voor mij waren er deze week drie die boven alle andere werken uitstegen. die prachtige laatste regel van petra maria, de harde onvermijdelijkheid van peter posthumus en wat zo ongelooflijk weg zal blijven in het voorjaar, door lisan beschreven. hoe te kiezen? petra maria brons – doe ik twee keer goud voor peter en voor lisan. te mooi die gedichten voor zilver. van harte!

Bijna voorjaar

Uit de donkere aarde spruit 
voorzichtig het nieuwe leven.
Bevend en trillend als je 
het van dichtbij zou aanschouwen. 

Zo kijken we vandaag niet
we kijken naar wat niet meer
wat nooit meer tevoorschijn. 
Wat ongelooflijk weg blijft. 

In de donkere aarde woelt 
aangrijpend en voor altijd
het verdwenen zijn van jou.

Dit voorjaar kleurt de dagen
en buiten spettert het leven
het missen in mijn hart. 

©LIsan Lauvenberg 
16 februari 2020

een aangrijpend gedicht – de emotie aangrijpend verwoord in pure poëzie: wat ongelooflijk weg blijft/we kijken naar niet meer/ het verdwenen zijn van jou. mooi, mooi, mooi. de pijn doorvoeld de pijn doorgegeven aan de woorden, de pijn door de woorden heen opgenomen in de woorden. zo is het bijna voorjaar zo houdt het voorjaar ook een verleden zijn in.
‘my secret life’ op zondagochtend

laat me mijn geheim over de onvermijdelijkheid 
van het lichaam
over de traagheid van
de wegsijpelende tijd

laat me mijn geheim
dat ik zucht onder de
open hemel
in de leegheid van
het landschap

laat me al die zinnen
die ik uit de weg ga

mijn geheim is wat jij
is wat je afdoet
is vluchtig en terloops
is de eenvoud van een kogel
in een korte bijzin

Peter Posthumus

–>
terwijl Dennis over de noordelijke nederlanden raast buiten – hebben we gelukkig binnen nog de poëzie van Peter Posthumus. laat me laat me – in ramses shaffey termen – in een soort smeekbede zingen de begin  regels van het gedicht de lezer tegemoet. in de laatste strofe van het gedicht het grote geheim: ‘geheim is wat jij afdoet…. is de eenvoud van een kogel in een korte bijzin’. zo doe je dat in poëzie – eenvoudiger kunnen de zaken niet gezegd of beschreven – maar wat er staat is een blijft een mysterie  waar we de hele stormachtige dag bij stil kunnen staan om het mysterie toch niet opgelost te krijgen. waar het gedicht met een smeekbede begon – met een terugtrekkende beweging – slaat het einde als een stormvlaag in je gezicht. als een kogel in een korte bijzin. mooier kan een geheim nauwelijks beschreven. een hard geheim dat is het.


wie wint de enige echte virtuele – vrij naar slauerhoff – ook in mijn geheimen kan ik wonen – trofee op pomgedichten? in welk geheim kan een dichter wonen – in welke liefde, in welk verlangen, in welke dood, in welk leven?

de stelling dat elke dichter een geheim bij zich draagt – of met zich mee torst – kan deze week hier bevestigd of ontkend. natuurlijk lezen we graag welk geheim het dichterlijk gemoed beroert maar dat mogen we niet van u verlangen. wel of en hoe de geheimen gedragen zijn –   geen makkelijk thema. in welk geheim kan de dichter wonen – in welke liefde, in welk verlangen, in welke dood, in welk leven? (een eerbetoon aan leonard cohen in poëzie mag natuurlijk ook)-

u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


misschien is het grootste geheim
het geheim dat op den duur ook
bij je blijft, het vuur ingaat

een leven lang gekoesterd
en bebroed
warm als de zon


behoed voor het daglicht
met verlangen gevoed
elke dag


elke nacht


pom wolff
een vrouw weet dat

‘du moment’ dat ik je zag
het zit nog
in de plooien van mijn jas
diep in de zakken
als een niet zo vaak gelezen
dichtbundel
met ergens in het midden
dat ene gedicht
en dat gaat altijd over jou
mijn verlangen
mijn geweten
mijn niet te vatten waarheid
de weg naar groot geluk
de weg naar
verdoemenis desnoods
maar wel geleefd
gevonden
maar wel het ware

petra maria
–>
de pracht en de kracht  van het gedicht zit in de laatste regel – zit in het woordje  ‘maar’ – het herhaalde en volkomen overbodige woordje ‘maar’ in de slotregel. hoe het ook allemaal is, hoe de dichter het ook formuleert, in welk gedicht in welke bundel en waar dan ook verstopt, hoe het ook tot de ik persoon kwam, in welke jas toen ook gekleed – het werd gevonden en het werd geleefd, van seconde tot seconde – en het was het ware. de lezer de mond gesnoerd – het oordeel op welke manier ook geformuleerd het maakt als het ware niet uit –

het was en het is, het is wat het is en het is wat het was  – maar wel het ware. maar wel het ware. op zijn kouwenaars bijna. deze mantra wil vandaag mijn hoofd niet meer uit.
Dag Pom
In welk geheim kan een dichter leven, misschien leeft hij door het geheim en leeft hij zolang het geheim leeft.



ogen spreken verlangen
liefde waar geen woord voor is
we spelen buiten de lijnen
harten breken en tranen vloeien
we balanceren op schaarse momenten
in zwijgende geheimen
het kaarslicht is gedoofd
we spoelen ons af en drijven weg
het stille weten van…


© Magda Haan

–>
magda houdt het kort. en dat is goed. aan  ‘het stille weten’- dat is mooi gezegd in woorden van poëzie –  te lezen in de laatste regel vult de dichter in met grote woorden in de eerste 8 regels van het gedicht.  wat een geheim in een mens teweeg kan brengen. het zonder meer benoemen van emoties (liefde/ ogen verlangen/ harten breken/ tranen vloeien) maakt een tekst nog niet tot poëzie. de dichter zou in  een gedicht dat gevoel als uitgangspunt kunnen nemen. op de laatste regel na – die de eerste zou kunnen zijn in een gedicht – moet het gedicht hier nog geschreven.



OP EEN FLIKKER


God schiep AIDS, ALS, en kanker. Ziens
dat zulks goed was zou Hij zich voorts vergissen
want, zo blijkt, die gedachtegang vernissen
creërend iets oneetbaars doch boviens

dat luisteren moest naar de naam “Frits Criens”.
In Limburg kan elk mens zich vergewissen
-als u de geur volgt, kunt u het niet missen-
van dat bestaan in ruitjesshirt en jeans,

zijn intellectuele ijdelheid
zo strelend als de vaak doorvoelde meid
die hem een idolate zoon zou werpen

als parel voor het beest. Tot harer spijt;
ze wist nog niet dat hij de de meeste tijd
al fluitend loftrompet blies voor Euterpe.

Ditmar Bakker

–>
goede morgen Nederland Ditmar Bakker heeft het woord! de dichter Criens uit het limburgse – een soort benny neyman zal het willie alfredo zijn –  maar dan van de vormpoëzie wordt vakkundig aan ons lezers geserveerd. moeders erbij als toetje – zoonlief van haelen op tafel geworpen –  ijdeltuit genereert ijdeltuit. het ruikt, het stinkt, het giert door Limburg – met zuidwesterstorm passeert die lucht gelukkig 020, leiden ook. houden we de glimlach, de grimlach over. zo een aanval uit het niets. uw juryvoorzitter vindt het geestig. het verheven taalgebruik en de gekozen poëzievorm werken goed mee. het past als altijd Ditmar Bakker.


Kaatsebal

In Leidse krochten huist een kakker
die intellect showt in ‘t Latijn of Italiaans
hem begrijpen kost zo’n drie uur gaans
voor elke eenvoudige koekenbakker

hij beschouwt je zeker niet als makker
zijn kam staat daarvoor te veel des haans
ziet bidden voor ‘n gelijke als te kapelaans
dat is ook meer voor een arme stakker

die niet als hij in het verhevene gedijt
het kost hem vast een vermoeiende strijd
boven ieder uitstijgen is hoogstaand werk

en vraagt inspanning gedurende lange tijd
maar het brengt beloning – dat is een feit
het lidmaatschap van een geheime kerk

© FT 14.02.2020

–>
en zie hier het lik-op-stuk-beleid in sonnetvorm door de dichter frans terken vormgegeven. het is niet erg rustig in het Leidse. dat mag gezegd hahaha. ditmar bakker zorgvuldig en grondig onder het mes van terken uitgebot en uitgesneden. frans beschrijft hoe de eenling altijd eenling zal blijven. zijn eeuwige vaak onbegrepen strijd voert. een geheim genootschap op zich zelf is. de wedstrijd van vandaag draagt heel veel elementen van de poëzie. de etaleerde  kracht van de woorden, het verwoorden van emoties, de zwarte romantiek en de oorlogsvoering – heerlijk! in de poëzie is het nooit rustig – stormt het elke dag binnen en buiten – de woorden met vlagen – goed gericht als kogels – de messen geslepen. dag en nacht en op een zomaar zondagmorgen.


Facade 


In dozen van verlatenheid woon ik.
Gordijnen scheuren verder open.
Er zijn barsten in het pleister.

Bankrekening leeg onder een stilte 
gekweekt met kaarslicht. Ik pluk
spinnenwebben, draai kaders om

blaas het stof de hoogte in alsof 
het zeepbellen zijn. De sleutel beeft
en valt naast het slot.

Geheimen vloeken zich tot leven
hoe een mens ademt met afgeknipte
vleugels op een rottend vlot.

De lift krijgt zijn kuren. Schokkend 
daal ik mee naar mijn valse vrijheid.
Het huisnummer op een nette muur.


Erika De Stercke  

–>
geen rustige dag in huize De Stercke – als erika in zich zelf keert dan woedt de storm. en de storm houdt niet op – het ene nog erger dan het andere – barsten in het pleister, de bankrekening ook nog op nul, bevende sleutels, vloekende geheimen – het is echt over de top – maar dat maakt het geheel wel erg (mogelijk onbedoeld) geestig. ojee de lift doet het ook al niet. aan de buitenkant het huisnummer op een nette muur. van buiten zie je er allemaal niets van. de titel verklaard. een kloppend geheel. dit gedicht. om er hartkloppingen van te krijgen.

Een moorkop in het verkeerde keelgat
Dag Pom,
Hierbij een riedeltje voor je
weekendcompetitie.


Emancipatoir

Café Timmer vrijdagavond
pijpenla, bomvol
richting bar voor een biertje
dame in gesprek

doorgang geblokkeerd
mag ik even achterlangs?
vroeg ik beleefd
ze draaide zich om

met een eerlijke glimlach
kijk
daarom hou ik nou
van blanke vla

Ton Huizer

Groet, T.

wat er geheim aan is hier ontgaat mij een beetje. wel fijn dat dichter ton huizer een gedicht instuurde. hij stelt de actuele discussie rond moorkoppen en blanke vla in een poëtische situatie aan de orde. ton wil bij de dame achterlangs – de dame keert zich meteen en onmiddellijk om – hahaha – ja zo ontstaat ook uit het niets pöezie – buiten elke thema om. blanke vla om je vingers bij af te likken. ton groet de dingen die aan hem voorbij gaan in de ochtend. poëzie ligt op straat, van van ostaijen tot aan huizer. en als de poëzie niet op straat ligt is zij wel in de kroeg te vinden.

Orakels van tijd

De tafel gedekt bewaart leven
stoelen zijn er als de dood voor

op hen zitten orakels van tijd
wachtend op het licht dat verblindt

dat pas komt als de klok slaat
geheimen met liefde laat stralen

ze zijn verborgen achter muren
schilderijen verhullen de waarheid

vertellen verhalen van spijt
in een opgediende werkelijkheid.


Rik van Boeckel
14 februari 2020

–>
Rik wikkelt de problematiek op ICT achtige wijze met nullen en enen af. de tafel, de dood, de tijd, het licht, de klok. en dan komt waar het vandaag om draait – de geheime liefde en voorts weer de afwikkeling: het geheim verborgen en opgenomen in schilderijen, in verhalen – verhalen van spijt.
mooi gezegd – de geheime liefde plaats gegeven en plaatsgenomen in verhalen van spijt – hier in een gedicht – aan tafel!….. zou die nieuwkerk zeggen.



kluis
 
een zware marmeren steen
 
met een glimlach
legt ook zij weer rozen op zijn graf
 
ze weet van wie de andere zijn
 
anke labrie

anke brengt ons in vier regels, een beeld, een situatie, een plaats en zij brengt mensenlevens bij elkaar – hoe het was en hoe het gezegd kan worden met bloemen en vooral ook door wie. we komen als lezer van het geheim niet te weten. zo hoort dat ook – de poëzie is er om aan te duiden, om het ongezegde aan te raken – niet om het te verklaren of te benoemen.

Beste Pom,
Ik ben een op zijn tijd best een goedmoedig mens, maar niet met Leonard Cohen. Die man zit totaal in mijn allergiezone.  Brrr.

groet en een fijne zondag
Ien



Geheim
 

  als koude kloten
op bevroren gras
verlangend naar verlossing
ongehoord taboe
gekoesterd door de fluisteraars
die door ranzigheid verlucht
’t verborgene onthullen
 
na ‘t stervensuur volgt troost
of een slagveld vol venijn
 
 
Ien Verrips
feb 2020

–>
Ien neemt duidelijk afstand in niet mis te verstane woorden. of leonard cohen hier nou met koude kloten op authentieke zaanse wijze wordt geserveerd – we weten het niet. na de dood woedt het leven voort op het door de overledene achter gelaten slachtveld.  Ien op oorlogspad. en we zullen het weten. van mij mag het – de  ranzigheid benoemd en (na)gefluisterd  – ik heb toch het angstige vermoeden dat de zachtgezongen  woorden van leonard cohen Ien dreven tot deze woede uitbarsting. weer eens een ander geluid.

Stel

het is waar dat doen en denken
gescheiden werelden zijn
twee hemisferen verbonden
slechts door bruggen van lucht
bogen boven stammen in een bos

en willen en kunnen dubbel
hartig waarbij tussen de kroon boven
geen weet is van wat binnen de bast
hoe dan kan ik, kunnen wij waarlijk
nog voelen wat echt, tastbaar is

weten van gespleten
draagt ons dichters alleen
in lood gegoten valt te leven
ons heimelijk te bewonen
te bewaren in een paar
 
woorden van troost
birmaan en siamees
 
Cartouche
15-02-2020

–>
het is het een of het ander vandaag bij Cartouche – doen en denken, willen en kunnen, voelen en weten – echt en onecht – de grote thema’s in het gedicht. en dat er dichters zijn die van het gespleten weten.  wel fijn dat ie weer meedoet aan de wedstrijd onze cartouche. staat altijd garant voor goedbedachte poëzie – zeker vandaag –  en soms stijgt ie uit boven alles en iedereen – zweeft hij als een groot dichter ergens boven ons taalgebied in een niet te evenaren gedicht. maar dat is vandaag niet het geval.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. een vrouw weet dat

    ‘du moment’ dat ik je zag
    het zit nog
    in de plooien van mijn jas
    diep in de zakken
    als een niet zo vaak gelezen
    dichtbundel
    met ergens in het midden
    dat ene gedicht
    en dat gaat altijd over jou
    mijn verlangen
    mijn geweten
    mijn niet te vatten waarheid
    de weg naar groot geluk
    de weg naar
    verdoemenis desnoods
    maar wel geleefd
    gevonden

    maar wel het ware

    petra maria

  2. Kaatsebal

    In Leidse krochten huist een kakker
    die intellect showt in ‘t Latijn of Italiaans
    hem begrijpen kost zo’n drie uur gaans
    voor elke eenvoudige koekenbakker

    hij beschouwt je zeker niet als makker
    zijn kam staat daarvoor te veel des haans
    ziet bidden voor ‘n gelijke als te kapelaans
    dat is ook meer voor een arme stakker

    die niet als hij in het verhevene gedijt
    het kost hem vast een vermoeiende strijd
    boven ieder uitstijgen is hoogstaand werk

    en vraagt inspanning gedurende lange tijd
    maar het brengt beloning – dat is een feit
    het lidmaatschap van een geheime kerk

    © FT 14.02.2020

Laat een reactie achter