VON SOLO op zijn hondjes


Deel 368. Diversiteit
 
De biodiversiteit in kantooromgevingen beperkt zich tegenwoordig tot bacteriën, virussen, schimmelculturen en mensen.
 
Mevrouw Solo wil al jaren een hondje. En nu de kinderen wat groter zijn, we een nieuw huis hebben dat redelijk af is en de jaren toch gaan tellen, lijkt de tijd hier stilletjes aan rijp voor te zijn geraakt. Zelf ben ik ook een hondenliefhebber, dus van mijn kant geen bezwaar. En alle begrip dat ons nieuwe gezinslid, dan soms ook onder de zorg van ondergetekende mag vallen. Nu staat deze echter nogal op zijn flexibiliteit en vrijheid, en vindt het navenant niet zo makkelijk om een dag in de week thuis te plannen, om dan onze kleine viervoeter tussen de middag te kunnen vertroetelen en zijn gerief te laten doen in één der nabij gelegen, daartoe bestemde zones. Dit was dan ook de aanleiding de vraag maar eens te stellen of ons nieuwe hondje gewoon een dag per week welkom zou zijn op kantoor. Afgelopen week stelde ik op het intranet van mijn werkgever de vraag of dat mogelijk was. Het is nog niet eerder voorgekomen dat ik zoveel goed- en wellicht ook minder goedbedoeld advies heb gehad op een zo simpele vraag.
 
Gezien ik bij de afvaltak van ons bedrijf werk, grapte er iemand dat dat alleen mocht als het om een vuilnisbakkenras ging. Dat soort humor valt te waarderen. Maar al snel werd het oordeel bureaucratisch, snel en kil geveld met de woorden: ‘Nee, huisregels.’ Dat soort zaken kun je wel aan de beleidsmakers van de facilitaire dienst overlaten.
Ook werd allergie nog geopperd. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik allergisch ben voor een hoop menselijke collega’s, omdat ze uit hun muil rieken of goedkope eau de wc dragen. Of gewoon voor hun gedrag. Maar dat neemt ook niemand serieus.
 
De meest tragische reactie was echter de volgende:
Hele lastige vraag dit. Er zit namelijk een implicatie aan. Stel dat je aan al je collega’s op de afdeling vraagt of ze het in orde vinden, en er zitten mensen tussen die “nee” zeggen. Dan bemoeilijkt dit wellicht de samenwerking tussen jullie in de toekomst omdat die “nee” niet leuk was. Of het geeft hen in ieder geval een opgelaten gevoel om jou je hondje te ontzeggen.
Of dat er mensen zijn die geen nee durven te zeggen, maar het eigenlijk niet leuk vinden dat het hondje daar rondloopt. En dan toch maar “ja” zeggen omdat ze niet als “dwarsligger” willen worden gezien. Die voelen zich dus ongemakkelijk.
Persoonlijk zou ik mijn collega’s niet in een positie willen brengen om die keuze te maken en het hondje gewoon thuislaten, hoe schattig het beestje ook is.

 
Aha, de vraag is lastig omdat er een implicatie aan zit. Nou, op dat moment ben je mij al rijkelijk kwijt. Maar dan de hele redenering die volgt. Eén opeenstapeling van bijna stuitende, menselijke onzekerheid. Alsof alles benaderd moet worden als een sociaal dilemma. Of iemand zich ongemakkelijk voelt, zal me worst wezen. En de ‘persoonlijke’ mening die erop volgt interesseert me uiteraard geen reet. Die impliceert enkel dat zijn mening de juiste is en dat daar maar beter naar geleefd kan worden, wat ook zijn moge.
 
Ik had ook nog een kleine poll toegevoegd waar dit de uitslag van was:
Zijn er regels over honden op de werkvloer, of is dat gewoon in onderling overleg:
·        Als de collega’s het in orde vinden          49 stemmen
·        Het mag in geen geval                              98 stemmen
·        Er is beleid op vastgesteld                       27 stemmen
 
Korte analyse leert ons dat twee op de zeven mensen het wel in overweging zouden willen nemen. Vier op de zeven stellen duidelijk dat het niet mag en één op de zeven zich verschuilt achter beleid. Vanuit democratische beginselen zal de uitkomst dus zijn dat we onze ruimte niet gaan delen met dieren. Maar wel met een cohort mensen waar we wellicht ook niet mee opgescheept willen zitten, maar waar we dan blijkbaar ‘toe veroordeeld zijn’
Het verklaart de groei van steden en de volledige rechtvaardiging van habitatvernietiging van soorten. De meerderheid vindt het belangrijker dat er ruimte is voor mensen. Veel mensen. Het leven en voortbestaan van de mens als soort voor alles. Uiteindelijk is er zo maar één einduitkomst mogelijk. De biodiversiteit in de wereld zal zich beperken tot bacteriën, virussen, schimmels en de mens.
 
Wanneer ons hondje komt, ga ik één dag in de week thuiswerken. In onze eigen diverse biosfeer. Een goede sfeer.

VON SOLO
DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST
www.vonsolo.nl

Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter