mooie subtiele poëtische werken bij die lelijk om zich heen grijpende virus. het land toch inmiddels in rep en roer. door de italiaanse toestanden ontstond gisteren alarmfase 1 – de mensen liggen daar in die laars te kreperen. nederland ligt op dezelfde ramkoers. zien we aan de grafieken. de asoos plunderen de winkels, je zou ze in hun gezichten corona-en. hoe dan ook mooie subtiele werken. van Ien Verrips, van Petra Maria en van Ton Huizer. ook Cartouche wist de jury weer voor zich te winnen. ik kies na wikken en wegen voor de tekenen van invoelende vrouwelijkheid in tijden van crisis. goud deze week naar Ien Verrips en naar Petra Maria. dichters dank jullie wel voor het inzenden – voor de troostwoorden in bange tijden – Petra Maria en Ien Verrips van harte gefeliciteerd met het gedeelde goud.

wat doe je ons aan
luiken dicht en de knijpkat weer
op het nachtkastje
VRAAG
mij gisteren wat ik mis
laat de geschiedenis herhalen
tot zij klopt
vertellen we dan elkaar
dat toen en toen
het leven zo lichtvoetig was
laat mij vandaag weten
dat alles opnieuw begint
want het is maar een dag
een zachte lentedag
petra maria
–>
vanaf de vraag een prachtig gedicht waarin we meegenomen door de dichter kunnen dromen weg uit die kolere corona werkelijkheid – ik kan het niet nalaten de derde strofe – die net teveel detoneert aan te passen – ik wil als ik droom in een gedicht blijven dromen en vanuit het gedicht verder en verder ongestoord mijn droom inzeilen – vandaar de volgende versie:
VRAAG
mij gisteren wat ik mis
laat de geschiedenis herhalen
tot zij klopt
vertellen we dan elkaar
dat toen en toen
het leven zo lichtvoetig was
laat mij vandaag
van de lente weten
van een zachte lentedag
Petra Maria

corona
als sara ongelovig
lach ik een beetje
nerveus ben ik bang
voor het ongewisse
ik vrees de klank van
je innemende naam
sociaal gehandicapt drink ik
alleen
door mijn benauwdheid heen
Ien Verrips
–>
hmm Ien houdt het voelen heel persoonlijk maar op een wijze die erg invoelbaar is – een gedeelde onzekerheid troost ergens de lezer, al blijft het allemaal van de onzekerheid. de beklemming en de steeds verder om zich heen grijpende beklemming in enkele woorden gevangen. mooi.
- Ton Huizer – oma’s lichaam is nog warm
- Frans Terken – ik kies voor thuiswerk en tik met een vingerhoed op de toetsen
- Rik van Boeckel – Honderd kinderen dansen door de schone lucht
- Magda Haan – opa’s en oma’s worden vermeden
- Petra Maria – laat mij vandaag weten dat alles opnieuw begint
- Ditmar Bakker met een ‘sonnet du coude’ – crack in de ellepijp
- Ien Verrips – bang voor het ongewisse
- Cartouche – teruggeworpen op je zelf

wie wint de enige echte virtuele – handelen naar bevind van zaken – o corona we hebben u best ook wel een beetje lief – trofee op pomgedichten?
back to de basis
we handelen naar bevind van zaken
we laten ons niet meer opjagen
door geen virus
door de regen niet
niet door de tijd
door niemand niet
we hebben geen haast
en wat lig je hier toch lekker vurig
pomwolff
wie wint de enige echte virtuele – de back to de basis – o corona we hebben u best ook wel een beetje lief – trofee op pomgedichten?
een thema om nog alle kanten uit te kunnen in het huidig tijdsgewricht – in tijden van hamsteren, van handen wassen, van virus, van onrust – in tijden wellicht ook van terug naar de basis, van nog effe lekker in bed blijven liggen. het is weer rustig op straat – het jakkeren en het jagen voorbij – geen manifestaties meer, geen voetballers, geen miljoenendansjes, (ja op de beurs) – geen openbaar vervoer, geen files meer – geen vliegtuigen – geen rolkoffertjes – o corona wij hebben u best ook wel een beetje lief. u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

Stille lente
Iets of iemand
blies de pluisjes op de wind
de laatste laatste adem van
een verre Dracula
de luchtstroom van een
vlinder of een hoestbui van
een kind
de kleintjes drommen samen
oma’s lichaam is nog warm
niets wijst op haar
verscheiden
slechts een klein blauw plekje
van de griepprik op haar arm
Ton Huizer
–>
oma neergelegd in een verstild beeld – de rotterdamse dichter huizer pluist elk gegeven thema uit en verhuist het naar een door hem vormgegeven eigen wereld. oma heeft het niet gehaald, de kinderen en kleinkinderen hebben het ook net niet gehaald. oma net niet gehaald. het is stil en net nog warm in het gedicht. geef de dichter ton huizer een vierkante centimeter ruimte in de taal en je hebt een gedicht met alles erop en eraan – met pluisjes, windvlagen, families, griepprikken, met de dood en met het leven en met een jaargetijde zoals deze vandaag ook in 010 op straat zich manifesteert.

Hoe het zich onderhuids ophoopt
van binnen blaast en stormt het
als in gure hoogwatertijden
taal die dringend naar buiten wil
dromt samen voor op de tong
en hoe hier greep op te houden
ik kies voor thuiswerk en tik
met een vingerhoed op de toetsen
boor met de elleboog letters aan
wijs woorden met de ogen hun plaats
haal mijn neus op voor opstandigheid
als ze op het beeldscherm gaan dansen
onverwachte vondst in zelfbedachte zin
stiekem door een virus besmet
© FT 13.03.2020
->
dat zelfs de taal besmet kan raken in dichtershuizen – en dat het aan de dichter is om een en ander maar vooral ook de corona te voorkomen. frans neemt zijn maatregelen. geen besmetting – svp – hier wordt met de vingerhoed getypt! met de elleboog gegroet en met de ogen de letters een plaats gewezen. de corona zet alles bij iedereen en overal op zijn kop – ook in dichtershuizen – moeten we concluderen. als de dichter van huis is dansen de letters op het scherm. zo worden nieuwe spreekwoorden geboren.

Sluwe slag
Honderd kinderen dansen
door de schone lucht
een slaakt een zieke zucht
boven de Afrikaanse woestijndrum
de reiziger leest en leert ritmes
om beter dan zichzelf te worden
geeft die Slobminister
een sluwe slag om de oren
hij ontspringt glimlachend de dans
het virus krijgt bij hem geen kans
hij geeft geen les aan onbewuste jeugd
economie is zijn zoete deugd.
Rik van Boeckel
13 maart 2020
–>
rik voorzag meteen al italiaanse toestanden. geen goed woord van zijn kant voor de effecten van het virus. voor twee procent wereldbevolking van de door angela voorspelde 60 procent heeft hij gelijk. als je longen het begeven is er nog weinig lucht over voor de poëzie in al haar verschijningsvormen. en onze bruins trekt de boel zeker niet uit arie slob. hoe dan ook de dichter plaatst het onderwijs – morgen de scholen dicht – de economie en de politiek in een corona ritme – een op de honderd wordt ziek en slaat het leven dood.

het leven is gescheiden
in oud en jong
opa’s en oma’s
worden vermeden
en sterven alleen
Rebellen en Dwarsdenkers
weten het beter
hamsterkoorts gedempt
door goud belegd wc papier
nieuwe woorden
geheven vingers
ontstaan in razernij
Magda Haan
–>
magda voegt de belangrijkste elementen en de belangrijkste uitwerkingen van de corona bij elkaar in haar gedicht. het verdichten van de werkelijkheid hier in een notendop gedemonstreerd – dood-leven-boekenweekthema-gekte en razernij en hamsterwoede in een paar regels bijeen gebracht.

Dido zag Aeneas gaan, haat in hare ogen,
Achilles doodde Hector, onmin in zijn hart.
Den broedertwist van Kaïn, Abel, ongelogen,
slechts om ‘dat rode daar’ den toorn van Esau wart.
Deed ’t menschdom Eva’s lust op Godes wrok steeds bogen,
zoo Davids snarenspel Sauls vete heeft gestart,
oh, dat zoo ’n vijandschap hier toch voorbijgaan moge,
edoch is ’t wraaklust die mij daag’lijks weder tart.
Och! Want gelijk men wel den homofiel bekijkt
(indien den kijker dan afkomstig is uit Urk)
zoo is ’t dégoût hetwelk dit schrijven vergelijkt:
nooit zag het Griekenvolk met méér wrok naar den Turk,
dan ziedend’ boosheid in mijn moeders ogen prijkt
zoo ik reeds in den uchtend aan den crack-pijp lurk.
[D.B.]
–>
het gedicht in de aankondiging al samengevat: Ditmar Bakker met een ‘sonnet du coude’ – crack in de ellepijp … en lurken maar. de mens in al zijn verschijningsvormen getekend van het paradijs tot in Urk – wat is zo gezien een rondvliegend virusje nou wel eigenlijk? – de sonnettendichter zal het een urkse biet zijn – haat, wrok en vijandigheid waren altijd al aan de orde van de dag – crack overwint alles – zelfs je ouwe moer of oma.


ik vind de tweede en derde strofe de leukste – ik wou dat ik twee hondjes was – er nog in geschreven erg aardig – de wending in de derde strofe ook helemaal ok – dat we weten wat de dichter elke dag moet doorstaan als hij/zij op zichzelf teruggeworpen is. heerlijk hoe een wereldwijd thema hier wordt teruggebracht tot één persoon – tot cartouche – tot de dichter. dat noem ik nou eens echt ‘verdichtung’- daarvoor hebben we de eerste strofe hier niet nodig. de gegevens in de eerste strofe lazen we al in de krant – zijn wel algemeen bekend – de ‘verdichtung’ begint in de tweede strofe en is zonder meer briljant uitgeschreven.
Achter de elleboog
Hoe het zich onderhuids ophoopt
van binnen blaast en stormt het
als in gure hoogwatertijden
taal die dringend naar buiten wil
dromt samen voor op de tong
en hoe hier greep op te houden
ik kies voor thuiswerk en tik
met een vingerhoed op de toetsen
boor met de elleboog letters aan
wijs woorden met de ogen hun plaats
haal mijn neus op voor opstandigheid
als ze op het beeldscherm gaan dansen
onverwachte vondst in zelfbedachte zin
stiekem door een virus besmet
© FT 13.03.2020
ach corona
wat doe je ons aan
luiken dicht en de knijpkat weer
op het nachtkastje
VRAAG
mij gisteren wat ik mis
laat de geschiedenis herhalen
tot zij klopt
vertellen we dan elkaar
dat toen en toen
het leven zo lichtvoetig was
laat mij vandaag weten
dat alles opnieuw begint
want het is maar een dag
een zachte lentedag
petra maria