Anke Labrie wint de enige echte virtuele – ook van appels schil je soms wat poëzie – trofee op pomgedichten

  • Petra Maria – laten we de groene appels
  • Frans Terken – zie fruitvliegjes op appels landen
  • Rik van Boeckel – de appels vallen graag
  • Ien Verrips – toen ik nog appel was
  • 2 berichten uit de gewondenboomgaard: Anne Borsboom – Behalve dat er vd auto niets over is, ben ik zelf ook nogal beschadigd geraakt.
  • Jako Fennek – we hadden honger en aten van de appel
  • Lisan Lauvenberg – Er vallen appels uit de boom.
  • Anke Labrie – de kleur van vele appels
  • wedstrijd gesloten

ik kies deze week voor de eenvoud – geen opsmuk – geen verhaal – geen mooipraterij – ik kies voor de de lichte touch van enkele woorden en een appel in poëzie getekend om geschilderd te worden en vereeuwigd. alsof de beschreven appel een schilderij is zo is de beschrijving hier getekend. het (de) goud (renet) voor Anke Labrie! van harte. en ik bedank natuurlijk alle dichters voor de heerlijke appels die we hier mochten genieten.

https://www.ankelabrie.nl

schilderijtje van een appel
 
hoeveel gingen er vooraf
voordat hij ze ruiken kon
ze zo van het doek kon pakken
 
de lichtjes op de juiste plek
de kleur van vele appels
uiteindelijk in die ene
 
zelfs het vermoeden
van een klokhuis
 
anke labrie


–>
de beschrijving van de inspanning om de ware appel die alle appels in zich bergt te treffen. dat ze van het doek vallen klaar om op te eten tot aan het klokhuis toe. mooi beschreven deze tekening.

wie wint de enige echte virtuele – ook van appels schil je soms wat  poëzie –  trofee op pomgedichten?
ik geef toe een schrale opbrengst – een mandje appels uit mijn tuin – 2 appelboompjes zonder netje –  de eksters pikten ook een aantal appels  leeg – en ze laten zich niet met peren vergelijken. éen appeltaart is er van gemaakt. maar zelden voelde ik mij zo trots. eigen appels door een stadsmens gekweekt – en hij groeit! riep ik met trots uit. vervolgens de appeltaart van deze appels gebakken. heel holland plakt en anders mijn keuken wel – vogels natuur appels taarten en de boven alles uitstijgende trots – ergens  ziet een dichter hier toch wel iets van poëzie in. wie wint de enige echte virtuele – ook van appels schil je soms wat  poëzie –  trofee op pomgedichten? u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

snel goed was het niet

nu ik toch aan het schrijven ben
kan ik jou ook wel noemen

lag er ergens een verdwaald appeltje op de grond
dan sprak jij over een milieuramp –  over vuilstort,  mesthoop en vuilnisbelt

zaten ze in kisten nog
dan was het al snel guantanamo bay
marteling, eenzame opsluiting en vernedering


nee snel goed was het niet
de wurgseks wel


pomwolff
Yes, zondag appeltaart
ik ben fan
wel een laagje poedersuiker nog



vrije velden

laten we de groene appels
de klokhuizen ver weg
naar vrije velden

we lopen jouw
voetstappen

tussen grassen
en lange uren
zoals de eerste dag

de laatste dag
waar we opgroeiden
de bomen al zo hoog

laten we de groene appels
in vrije velden

petra maria



–>
petra keert in de poëzie toch altijd nog even terug naar het verleden dat zij in haar draagt en een plaats heeft gegeven –  het is alsof het lichaam de tijd heeft opgeslokt en een plaats heeft gegeven om weerom te keren. dat ze precies weet waar ze moet zijn. daar waar de bomen hoog zijn daar – die laatste dag ook – en de tijd van opgroeien ook – daar nog preciezer:  die lange uren van de eerste dag – daar loopt ze weer  met de geliefde waar ze met de geliefde liep. en wij wij mogen even meelopen – een gedicht lang.
 

Dichter bij de dorst

Wilde ik nog een vers appeltje schillen
trok jij het mes uit mijn hand
en legde het weg in de la

om er kwijlend de tanden in te zetten
een ongeschonden exemplaar
zomaar belagen ging me toch te ver

ik fietste een volle fruitmand in beeld
trok de ene na de andere beurse vrucht
eruit en wierp die op een hoop

een kluwen als na een valpartij
in de ronde van Frankrijk
die aan het vertrek staat

zo dorst ik naar de aankomst
zie fruitvliegjes op appels landen
als beweging in het peloton


© FT 28.08.2020


–>
wie nou precies kwijlend het fietspad van frans terken kruist. een hondje? die precies de beste exemplaren uit het dichterlijk mandje aanvreet. duidelijk geen anderhalve meter aangehouden – de tanden in het verse appeltje. de dichter fietst moedig door in een entourage van de tour op weg naar – daar waar hij naar ik vermoed – vermoedde dat een  appeltaart gebakken zou worden. tevergeefs – zij trekt het mes uit zijn hand lezen we in de eerste strofe – ik kom er niet echt uit. in ieder geval toestanden in de tour en in de boomgaard van dichter terken. en het appeltje is de klos zoveel is hier zeker.
 
Appelgaard

Voor de dorst eentje maar
ver van de boom gevallen
tikken de eksters hem tot moes

geef appèl roept oppermuis
knaag hier en daar
tot aan dit gulzig klokhuis

de minstreel van eeuwen
heeft velen reeds versleten
eksters verjaagd en vergeten

ze keren terug nu de baby groeit
tot appel Sientje roept
ze zijn te laat en vliegen weg

de appels vallen graag
ze dorsten naar elke keel
van groene gaard naar taart.


Rik van Boeckel
28 augustus 2020


–>
bij Rik krijgen we vandaag een grappig  lesje woordspeling. totdat de appels veilig in een taart zijn opgeborgen. daar waar ze horen. al die beesten ook in de tuin die ongevraagd op de vruchten afkomen. eksters muizen – je krijgt ze er gratis bij (de boom/ de appeltaart). Rik is een kenner.



Hoi Pom,
Blij dat het zondagochtendritueel weer start.
groet, Ien



toen ik nog appel was
werd ik gezien bewonderd
om mijn gladde huid
mijn wangen deden blozen
van verlangen
 
              zet je tanden in mijn rijpe vlees
              laat je tong proeven van het glanzend vocht
              beleef de smaak van ’t paradijs
              vergeet het goddelijk verbod
              zo scrabreus kan hemels zijn
 
geschild ben ik ontdaan
gescheiden van mijn kern
in reepjes kwijn ik weg
verschrompelend tot afvalschil

Ien Verrips


–>
och gossie toch kind – kom hier – mijn eerste reactie na het lezen van al deze droevigheid. over verlangen en teloorgang – Ien weet het leven te leggen in een appeltje.
 
Maar: en passant benoemt ze zich zelf toch nog maar even – net voor de teloorgang – tot een goddelijk paradijs waarin het heerlijk snoepen was. NET TE LAAT dat heb ik weer! gelet op de laatste strofe zijn we allemaal te laat – mogen we de boel van het IENfeestje in de tweede strofe opruimen. en madame maar genieten – zij de lusten wij de lasten. en dan ook nog een beetje zielig gaan doen op het eind.
Waarde Pom,
Hittegolven, watergolven, coronagolven en andere golfslag achter ons latend, duiken we de poëzie weer in. Wat een heerlijke afwisseling! Zelf krijg ik op mijn ouwe dag de baard in de keel. Komt omdat het nat scheren steeds moeilijker wordt en de baard nu naar binnen goeit. Drukt nu op mijn adamsappel. Geen goeie tijding voor dit thema.
Heb het goed vandaag, Pom, weer of geen weer. Lieve groet van Jako.


oordeel
 
we hadden honger en aten van de appel
tot we onze naaktheid ontdekten
en schrokken
 
van het vruchtvlees maakten we moes
van onze blootheid poëzie
we dansten en droegen voor
op het ritme van sonnetten
 
het verschuilen van onze geslachten
achter vijgeblad hielp kortstondig
tot een stem ons riep
we naakt en wel – het vonnis geveld
uit tuin en akker werden verdreven
 
ik zal tot mijn dood moes moeten eten
zij krijgt slechts syllaben te slikken
en zal poëten moeten baren
die appel in bladerdeeg braken
in de voren van de akker van eden
 
jako fennek


–>
bijbelse notities bij het leven en in de eerste strofen ook vooral het welzijn van jako fennek. in deftige woorden beklaagt de dichter zich – nou ja dat is mijn vermoeden – dat er niet heel veel van haar over is gebleven – het wordt behelpen. de poëzie is er een beetje uit – voor zover ik jako ken laat hij het oordeel hier aan de poëzie en binnen de wereld van de poëzie –  doet hij zich in het echte leven  echt wel tegoed aan de jonge scheuten die elk jaar opnieuw weer  zijn ogen verblinden. gelukkig maar.
Lieve Pom, Eerst gefeliciteerd met het opaschap. Veel geluk, en inderdaad jullie lijken op elkaar. Nu een mnd geleden had ik een ernstig autoongeluk. Behalve dat er vd auto niets over is, ben ik zelf ook nogal beschadigd geraakt. Al het breekbare onder de veiligheidsgordel brak en er zijn teveel snijwonden om te noemen. Wel ben ik herstellende, maar over de appels die hier op mijn nachtkastje staan kan ik niet meer zeggen dan dat ik ze graag zou willen schillen. Gebroken vingers beletten dat. Zodra de dokter het toelaat zal ik weer lopen, schillen en schrijven. Liefs, Anne
–>
we schreven en ik neem aan namens heel veel mensen hier: ai ai anne – dat moet je niet te vaak hebben – wil je ervoor zorgen dat alles weer goed aangroeit en heelt – want we kunnen een gebroken anne niet hebben hoor. de wereld is al breekbaar genoeg. heel veel sterkte en beterschap XXX
Appeltijd & afscheid

Ze wilde niet rennen,
terwijl haar lange benen
gemaakt waren voor de wind.

Ze had dat hele maisveld 
door willen hollen om
weg te komen van die plek.

Om haar heen vielen 
de appels al uit de bomen
en binnen was hij begonnen

uit het leven te verdwijnen 
zonder ooit nog zijn handen
deeg te laten kneden. 

Zoals hij dat kon.
Met enorme pret.  
Er vallen appels uit de boom.
Maar zij heeft hem niet gered. 

© Lisan Lauvenberg



–>
bijna iets van de mystiek deze beschrijving. de appels die als bommen om haar heen vallen – zij op de vlucht op weg naar binnen – naar hem – te laat – de handen deeg ‘laten kneden’ – hoe doe je dat eigenlijk? hoe deed ze dat eigenlijk. een duidelijk maar niet te vatten, niet te kneden gedicht.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Yes, zondag appeltaart
    ik ben fan
    wel een laagje poedersuiker nog

    vrije velden

    laten we de groene appels
    de klokhuizen ver weg
    naar vrije velden

    we lopen jouw
    voetstappen

    tussen grassen
    en lange uren
    zoals de eerste dag

    de laatste dag
    waar we opgroeiden
    de bomen al zo hoog

    laten we de groene appels
    in vrije velden

    petra maria

  2. Dichter bij de dorst

    Wilde ik nog een vers appeltje schillen
    trok jij het mes uit mijn hand
    en legde het weg in de la

    om er kwijlend de tanden in te zetten
    een ongeschonden exemplaar
    zomaar belagen ging me toch te ver

    ik fietste een volle fruitmand in beeld
    trok de ene na de andere beurse vrucht
    eruit en wierp die op een hoop

    een kluwen als na een valpartij
    in de ronde van Frankrijk
    die aan het vertrek staat

    zo dorst ik naar de aankomst
    zie fruitvliegjes op appels landen
    als beweging in het peloton

    © FT 28.08.2020

Laat een reactie achter