
Zondag zaten mijn zoon en ik op de bovenste ring van de Arena Hal in Deurne (BE). Beneden op de mat werden de kwalificaties voor het WK full contact karate uitgevochten. Achter ons in de catacomben zat een jongen in de karatebroek gehurkt. Hij had een zwarte capuchontrui aan, de kap ver over zijn hoofd getrokken. Om de zoveel tijd hoorden we, dat hij aan het warmdraaien was. Korte uitademingen bij elke welgeplaatste stoot. Even later zat hij daar dan weer met zijn rug tegen de muur. Niet lang nadat we waren gaan zitten, kwamen we al tot de conclusie, dat we in het Oekraïense vak zaten. Veel blauw en geel. De meiden, die als support mee waren gekomen hadden allemaal lang en steil haar. Eén at er een pak gerookte zalm met haar handen. Een jonge vrouw uit Nederland zou zoiets nooit doen. Op de T-shirts stonden afbeeldingen van persoonlijke vrienden, die aan het front gestorven waren voor de vrijheid van de hun volk. Jongens, die net als de jongen boven hier in de ring hadden kunnen staan.
Het toernooi werd gedomineerd door vechters uit Georgië, Azerbeidzjan, Litouwen en de Oekraïne. Vooral bij de kampers uit de Kaukasus viel de rauwe vechtlust op. Weinig verfijnde techniek, maar hoe vermoeid ook, blijven gaan. En keihard. De jongen met de capuchon was intussen verdwenen uit de catacomben en was verschenen beneden bij het strijdperk. De finalerondes waren begonnen en hij mocht in de eerste wedstrijd aantreden. Mannen, gewichtsklasse onder de zestig. Hetzelfde postuur als mijn zoon en naar schatting hetzelfde gewicht. Hij vocht een mooie match tegen een Azeri en wist hem te verslaan op technisch knock-out. Er viel duidelijk een last van hem af. Het vak waar we zaten joelde van blijdschap in een taal die wij niet konden verstaan, maar wel begrepen. Wij juichten enthousiast mee. Toen hij weer boven kwam, nam hij waardig alle hartelijke felicitaties in ontvangst en ging daarna rustig zitten tussen zijn vrienden op de tribune, om te kijken naar de volgende wedstrijden. Hij glimlachte nog steeds niet, maar straalde rust uit en was daar heel even op zijn plek, zoals het had moeten zijn.
Vanochtend las ik in de krant een verhaal over de zoveelste geslachtsveranderende operatie. Zo’n verhaal dat eigenlijk niet tot het nieuws gerekend kan worden, maar eerder tot verkapte propaganda. Over het eigenlijk al zo lang weten, en er toch maar mee zitten de hele tijd, zo erg, dat je er een posttraumatische stress stoornis van oploopt. Want ja, iedereen heeft wel een trauma als we Gabor Maté mogen geloven. Dat de seksuoloog middels een aantal hippe woorden waaronder iets met panseksualiteit vaststelt, dat het allemaal goed komt als…nou ja, zo dus. En hoe een zogenaamd vrij en tolerant land zo intolerant kon worden voor koemelk, gluten, fietsen op fietsen zonder trapondersteuning en zwarte pieten. Hoe de democratie verworden is tot een mediacircus waar de grootste paljas de dienst uitmaakt. En niemand nog ergens in gelooft, we ons verzuipen in havermelk, de Tesla op autopiloot, zo snel mogelijk naar de yoga, voor innerlijke rust. Wat ze in de Rusland Westerse decadentie zouden noemen.
Zondag was ik heel blij voor het Oekraïense team. Ze zouden twee dagen later weer teruggaan naar een land waar de raketten dagelijks inslaan. Waar de oproep voor actieve dienst elke dag in de bus kan vallen. Waar je vrienden en familie verliest, voor idealen en vrijheid. Waar als er ooit vrede komt, een half land zal leiden aan posttraumatische stress. De echte. En er niemand is, om daar mee over te praten. Niets, dat het oplost. Dan zal vrijheid veel goed moeten maken. Dat ze hun vrijheid dan in wijsheid koesteren. Slava!
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl