PAUL BEZEMBINDER – DUIZELINGEN – de nieuwe bundel: een adembenemende harde landing in de wereld van de eenzaamheid – en steeds is het alsof de tijd is uitgevonden om persoonlijk verlies te bevestigen.

PAUL BEZEMBINDER – DUIZELINGEN – de nieuwe bundel: een adembenemende harde landing in de wereld van de eenzaamheid – en steeds is het alsof de tijd is uitgevonden om persoonlijk verlies te bevestigen.

Voor mij ligt “DUIZELINGEN” de nieuwe bundel van Paul Bezembinder – prachtig uitgegeven november 2022, Uitgeverij Leeuwenhof, Oostburg  – ongeveer 60 gedichten die allemaal alle ruimte krijgen in deze bundel. Gedichten van 2 regels, gedichten van 3 regels, gedichten van 4 regels, van 6 regels, van 8 en van 10 in  het hoofdstuk ‘vaudeville’. De bundel besluit met 18 kwatrijnen in het hoofdstuk ‘kwatrijnen’

En we krijgen meteen ook  bij de bundel bijgeleverd een leeswijzer: “Als kleine vliegjes dansen de gedichten van Paul Bezembinder boven de bodemloosheid van de wereld. Maakt de dichter de sprong naar iets dat ons en hem substantiëren kan? En zo ja, slaagt hij daarin of valt hij in de afgrond van zijn eigen spel? Lees Duizelingen en ontdek het zelf.” We zijn met de bundel in de hand aangeland in een  dichterlijk spel, het spel van Bezembinder – zo mogen we concluderen, gelet op  de leeswijzer.

We zoemen als het ware met de dichter mee – als een vliegje – wellicht  als een dichterlijke drone  – boven een  onpeilbare wereld – wellicht ook boven het onuitputtelijk dichterlijk materiaal van Bezembinder. Een vliegbewijs is niet nodig – dichter houdt rekening  met crash en afgrondgevaar. De titel van de bundel  levert lezer en dichter al meteen ‘Duizelingen’ op – we moeten dus  oppassen, we weten waar we aan beginnen als we een Bezembindertje doen, maar gelukkig –  we kunnen nog ontkomen maar dan moeten we wel ergens kunnen  landen in de poëtische ‘vaudevillewereld’ van Bezembinder op vaste grond – én ‘substantiëren’.

Op de een of andere manier moet ik bij het lezen van de gedichten van Paul Bezembinder in het hoofdstuk Vaudeville (de 1e 45 gedichten)  steeds denken aan de oude meester en onlangs overleden dichter Jacob Aachenende. Zijn terugblikken in de tijd, in een verlaten verleden,  bij Aachenende was het SUSTEREN: ligt daar – op zijn verroeste rails – te baden in de laatste stralen van de zomerdag -het verlaten rangeerstation Susteren. (J.C. Aachenende).

Bij Bezembinder wisselen het toen (oa het filmhuis en de date van weleer) en het nu zich af – lezen we vooral ook over een zoektocht naar verbinding  – naar de verloren band tussen dichter (persoon) en de wereld. Lezen we over het verval in een relatie tussen dichter en een geliefde. En steeds is het alsof de tijd is uitgevonden om persoonlijk verlies te bevestigen. En Bezembinder zou Bezembinder niet zijn als hij als dichter – natuurkundige de afwezigheid en teloorgang  van samenhang, samen gaan en samen zijn niet in termen van een gebrek aan chemie zou beschrijven.

Bezembinder opent in het nu:

Bloesemblad

Tragischer dan het bloesemblad

zijn de rokken van de knoflook

dwarrelend in mijn vuilnisvat.

De toon is gezet – de duizeling begonnen. We dwarrelen door de tijd en we lezen vooral van de dwarrelingen van de dichter Bezembinder boven de in de gedichten gesignaleerde fenomenen – steeds ook even terug naar het verleden – bittere tonen – zoete tonen – lichte vliegbewegingen. We lezen over haar, over een houtvuur, over Tilburg, over “Een vrijdag in Brabant”: ‘Je koopt gesmoorde vis en roomse saus…’’ Over meesterschap en (dicht)kunst, over de laatste nacht. Over een oude foto: “…ik blijf jong van geest doordat ik lijd aan wie ik ben geweest.”

En over hoe zij werkelijk  was “Op kamers”:

(…)

Maar is haar orchidee als leliën obsceen,

dan is ze vlezig, furieus, onstilbaar haast,

dan is zij plotsklaps als een alien gemeen,

geen vlieg is veilig, nooit grijpt zij ernaast.

Dwarrelt onze Bezembinder een keer een kamer in – om eindelijk vaste grond onder zich te voelen – krijgt ie dat. Nee grapje. Vanaf pagina 37 houden de spielereien op.

Op pagina 37 lezen we het titelgedicht Duizelingen. Een prachtig gedicht.  De dichter is vanaf dat gedicht daadwerkelijk in de wereld  geland – maar wel in eenzaamheid. Het thema eenzaamheid is een dingetje in deze bundel. En ja de tijd lijkt inderdaad uitgevonden om persoonlijk verlies te bevestigen. We lezen over het schrijversleven, over een keerpunt, over afscheid en dementie. Vanaf pagina 37 wordt hard gevallen in de bundel – vindt een – voor dichter en zijn lezers – adembenemende harde landing plaats. Plaats van landing heet eenzaamheid. En als lezer vallen we onontkoombaar mee in de woorden van Paul Bezembinder. Zo worden we dan toch in dichters woordenspel genadeloos meegenomen. Hebben we wel nog – Bezembinder zorgt uiteindelijk goed voor zijn lezers – in het laatste gedeelte van de bundel 18 kwatrijnen – poëtische eenhapscrackers – om weer een beetje op adem te komen.

november 2022 – pom wolff

13 november: de presentatie te Eindhoven

19 november – 1400 uur: de landelijke presentatie – Poëziecentrum Nederland te Nijmegen

Share This:

IEN VERRIPS lekker aan het duizelen vandaag: ‘dat ik me voel alsof ik door te lezen het leven geef aan wat geschreven is.’ – recensie DUIZELINGEN van Paul Bezembinder aanstaande

dat ik me voel alsof ik door te lezen
het leven geef
aan wat geschreven is.



woorden die wenken
ik volg laat me meenemen
de parallelle wereld van het
het verhaal dat me beetpakt
losschudt neerknalt
me koestert als de eerste lentezon
die kus van toen weet je nog
of me meesleurt zoals die scooter 
die op me inreed hard
de butsen daarna

ik bevind me daar en ben ook hier
toeschouwer ben ik van het verhaal
bij tijd en wijle deelnemer maar soms
krijgt de schrijver het gedaan
dat ik me voel alsof ik door te lezen
het leven geef
aan wat geschreven is.

Ien Verrips


het lijkt erop – lees wel het lijkt erop – of Ien de nieuwe bundel DUIZELINGEN van Paul Bezembinder al heeft kunnen lezen – dan wel een antwoord heeft geformuleerd op de nieuwe indringende poëzie van Paul Bezembinder. lees vanmiddag hier DE RECENSIE! om 1500 uur.

Share This:

Karin Beumkes over de WOBBEGONG: ‘Vandaag laat ik haar of hem een feestje beleven op jouw website, en dat hij daar voor even gezien wordt, nu op de drempel van onsterflijkheid…’

Dear Pom,

Op deze druilerige avond heb ik besloten dat ik je mijn Wobbegong toe stuur.Het is een gedicht van een jaar oud toen Roop en ik op de Mookse heide verbleven
Bij thuiskomst zetten we een documentaire aan die over een haaiensoort die in Japanse riffen voorkwam en echt een heftige vis is.
.Ik werd er bijkans zo verliefd op dat ik ereen gedicht over schreef.
Een Wobbegong is een fraaie vis heb ik gezien in de documentaire maar ook helaas een zeer bedreigde diersoort.
Vandaag laat ik haar of hem een feestje beleven op jouw website, en dat hij daar voor even gezien wordt, nu op de drempel van onsterflijkheid.

Als altijd mijn liefs,
Karin


Wobbegong


Stil in het water
lig ik mijn lichaam te herinneren
ik bekijk hoe het licht eruit vloeit
uit mij gezogen wordt.

Vroeger was ik een vis
ik spartelde met prooien
kauwde op hun ingewanden
liet sporen achter
ik at vlees.

Ik at meer vlees
en liet het absorberen
in mijn koele maag
die nat van waanzin  was.

Nu zijn mijn tanden oud
ik wentel me tegenwoordig in plastic
als ik de taal van de wapens
in mijn mond niet meer kan begrijpen
laat me dan maar sterven.

Ik kan de riffen in de zee niet meer bezweren
en ik kom nooit meer thuis.


Karin Beumkes
Muziek: Sigrid – Home To You 

https://youtu.be/fvUmrVnqLV0

Share This:

Frans Terken wint de enige echte virtuele ‘het is allang verleden tijd…’ trofee op pomgedichten punt nl – Rob Mientjes zilver – Ien Verrips&Vera vd Horst brons

laat ik beginnen met alle dichters te bedanken voor de prachtige bijdragen aan deze site deze week. het verleden herbergt een schat aan poëzie zoveel is zeker. en dat we allemaal ieder voor zich in de tijd onze eigen liedjes hadden waarin we leefden en lief hadden – dat we ze meedragen is wetenschap van algemene aard. erg geestig is dat de nieuwe vader van Pinkeltje deze week niet heeft kunnen slapen omdat het liedje ONDERWEG van ABEL zijn oren bereikte en hij deze niet meer uit zijn hoofd wist te poetsen. Rob Mientjes pakte vol uit bij het gegeven thema – ik zeg zilver voor zijn gouden opsomming. de dames Verrips en van der Horst brons voor hun lieve bijdragen. kom ik toch uit bij het gedicht dat er deze week voor mij uitsprong – het gedicht van Frans Terken – elke regel, elk woord raak! een van harte voor de winnaars dank aan de dichters.


Het oude liedje


In  dat rokerige van die bruine kroeg
wij deinend op de zang van Van de Man
jij mijn Brown Eyed Girl
mijn Tupelo Honey
‘heb ik je gezegd dat er niemand boven jou is’


en hoe mooi dat dat groeide 
met ‘mijn engel van de eerste graad’
we dansten een halve eeuw van liefde in
tot ver in de grijze en witte haren
reiken we elkaar de hand


dat dat daar begon
op die kale houten vloer
krakend van het zand en
onder het gewicht van
wat wij in elkaar zagen


de diepte in de ogen gekeken
door de jaren heen gezongen 


© FT 05.11.2022

een werkelijk prachtige tekst met niet teveel en niet te weinig – met zoveel wat wel net niet weggelaten kon worden en zoveel wat niet telde en of niet telt en wel weggelaten kon worden – alleen met wat er vanaf het begin aan was en zou zijn en zou blijven. op de klanken van Van – die ook al een leven lang meegaat. prachtig.
  • Etwin Grootscholten – dat actuele leven dat er was…
  • Rob Mientjes – Met dank aan.. Rob Mientjes
  • Frans Terken – dat dat daar begon op die kale houten vloer
  • Rik van Boeckel – het verleden gaat langzaam stuk
  • Peter Posthumus -wie slaapt er nog met een eerste liefde in een hooiberg
  • Ton Huizer – we zochten handen
  • Ien Verrips -jouw lach alleen voor mij
  • Cartouche – naar boven werd gejakkerd – geblakerd
  • Vera van der Horst – zo gelukkig je kon zijn
  • Miranda Mei – Nu verbleekt mijn rijkdom zoetjesaan…
  • wedstrijd gesloten



wie wint de enige echte virtuele ‘het is allang verleden tijd…’ trofee op pomgedichten punt nl? ach wellicht kent u nog ook de oude liedjes bij welke u aan uw grote liefde – liefdes terugdenkt – of misschien zucht u bij andere dingen, zaken, mensen: “ach ja het is al lang verleden tijd”. met
lichte weemoed. of echte pijn – misschien.
we blijven natuurlijk onderweg – hoe het ook gegaan is. we lezen het graag: u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



weet je elke dag
was anders toen
 
de dagen
wat zijn ze op elkaar gaan lijken
 
de dagen in november
helemaal
 
die dagen
die donkere dagen
 
dragen alle dagen
de herinnering aan jou
 
 
pom wolff
 

Titel: 21 jaar. ingestuurd door Etwin Grootscholten

tsja tsja – ik heb de tekst een paar keer gelezen – ik weet niet zeker ook of de tekst door grootscholten is geschreven – hij heeft de tekst ingestuurd – zoveel is zeker. is het proza – proza zonder leestekens –  is het poëzie – pöezie in de vorm van proza gegoten. de tekst hangt ergens tussen proza en poëzie.
de inhoud: een terugblik op een relatie – in de tweede strofe wordt het persoonlijker – zij was verder dan hij – de terugblik heeft iets pijnlijks – de oppervlakkigheden kwamen inderdaad aan de oppervlakte – er viel niet meer samen mee te leven – is het zoiets? in wezen houd ik van directer – ik houd minder van omzichtig beschreven pijn. maar hier wordt wel mooi omzichtig pijn beschreven. dat wel.


Titelsong met kleine corrector

Eén nacht alleen
Twee reebruine ogen
Ik tel tot drie
Wel vier zomers lang 

Vijf pils geleden
Met zes vrouwen
In de zevende hemel
Om half acht ’s morgens

Negen levens
In tien seconden
Met kerels na elf uur
Op twaalf vierkante meter

Meisjes van dertien
Keren de veertien billekes
Vijftien lentes lang
Net zestien jaar

Ach, was ik nog maar zeventien
Roepen mensen van achttien
Tegen homo van negentien-toen
Met twintig kleine vingers 

Met dank aan:

Doe Maar
Selvera’s
Guus Meeuwis en Vagant
Dirk Meeldijk

Drukwerk
Vader Abraham en Piet Paulsma
Jimmy Frey
Jules de Corte

Xander de Buisonjé
Acda en De Munnik
Willeke Alberti
Frans Halsema

Paul van Vliet
Johnny Hoes
Iris Penning
Imca Marina

De Marlets
Wim de Craene
Paul de Leeuw
De Annabella’s

Rob Mientjes

Ja als we het over oude liedjes hebben dan is deze tekst van Rob  wel heel leuk. erg aardig ook wordt omgesprongen met de 20 regels – regel hier op de pom. Iris Penning toegetreden tot de klassiekers – ze zal trots zijn dat te lezen. dat we rob in de volgende wedstrijden terug zien!

dat dat daar begon
op die kale houten vloer

https://youtu.be/QGkQ4mPiyoU

Goedemorgen Pom. Hier mijn bijdrage aan ‘het is allang verleden tijd’.
Met dichterlijke groet
Rik


Vervlogen liefdeslied

Een droom wordt snel werkelijkheid
de nachtmerrie een lang geleden tijd

het leven was een carnaval
we dansten salsa in de straten van toen

zoenen gaf je mij met compassie
tot de tijd van samen zijn eenzaam werd

liefdesliedjes vlogen weg met engelen
naar het vagevuur van verborgen leed

zo wordt werkelijkheid een wereld van spijt
tijd haalt zichzelf zichtbaar in

het verleden gaat langzaam stuk
van geborgenheid naar verdreven geluk

Rik van Boeckel
5 november 2022

met lichte weemoed het leven en de voortgang – en het onderweg zijn – beschreven – hoe het was en de ik persoon in dit gedicht verging – hoe we allemaal wel iets van dit soort ervaringen hebben gekend en hebben opgeslagen in de tijd.
Goedemorgen Pom

Hier nog een video van het lied waarop ik
met mijn lief toen salsa heb gedanst. 
Celia Cruz: La vida es un carnaval. 

https://m.youtube.com/watch?v=0nBFWzpWXuM

Met dichterlijke en muzikale groet
Rik


Dat verleden met die overvloed aan leven
en wat er mogelijk was
wie slaapt er nog met
een eerste liefde in een hooiberg


pvas, stikstof, uitgestorven dieren
praten, praten, beware us
en kijken door lenzen zonder brandpunt
door een lekkend plasmascherm


voor wie iets doet, sorry,
geen pardon zijn er de tralies
doen dat doen we later
en nemen nog een slok
van dat heerlijk heldere
Dordrechts water


Peter Posthumus

ok –  op de een of andere manier wekt de strengheid in constateren een lach op bij mij. gelukkig wordt er aan het einde van de opsomming aan ellende in de tweede strofe toch geklonken in de laatste strofe. een beetje meer samenhang  in de tekst zou mogen – mogelijk had de dichter er al een paar op bij aanvang van schrijven van de eerste strofe.


Verdreven

Er was geen tijd meer
dagen vertraagden
achter een sluier van
verval

we zochten handen om
niet te verdwalen

vervingen verwachting
door berusting
lazen ogen waar geen
woorden meer waren

zo dreven we samen
met onze vleugels op de
wind

Ton Huizer

je hebt van die teksten waarop je als lezer meedeint – dit is zo een tekst. van verwachting naar berusting – dat is een van de wijsheden die je het leven je brengt na verloop van veel tijd – van teveel tijd.


de liefde oud maar niet verjaard
de woorden lijken sleets
ik  hou van jou zo vaak gezegd
verankerd in  jouw blik
jouw lach alleen voor mij
door mij alleen verstaan
jouw open armen die mij wachten
alsof ze hoopten dat ik kwam
die mij omvatten laten weten
dat ik thuisgekomen ben 

nov 2022 – Ien Verrips

ja zo is het met de liefde – het kan niet beter het kan niet uitgebreider gezegd  – hoeft ook niet. meer is niet nodig – zo is het en is het heel veel.

https://youtu.be/xWOnGRr7Vms


Mijn land. hier hellen de straten lichtjes
kreunend op hun ondergrond van leem, van krijtzee
en carboon – leven op vindersloon, een oud patroon –

naar velden en grove dennen geschind in eeuwen
lange knokenarbeid tot aan de grens van onze zelkant
bodem voor zware kost, kaas, eieren, spek en bonen

breukvlak en beweging voelbaar in de zetting
van de voet, de trilling in de onderlaag waarin
gitzwart gestapeld goud bijeengegaard

naar boven werd gejakkerd – geblakerd
als moedwillig aangestoken brand om de wereld
weer op te stoten in de vaart van een volkenbond.

torenhoge bergen kool en steen zijn in jouw loop
opgegaan in groen gelobde landschapsplooien
een verleden in antracietgrijze stof geschreven

op het corps van een fanfare als de blues van
twee oude bovengronders – altsax en trompet
die ons de hemel in het lijf willen blazen

walmt zij nog – nietwaar mijn schat
als carbonara adem diep in onze longen na

*******
[zoals in “witste nog, koempel – weet je nog, maatje
d’r lètste deet de lamp oet” – de laatste doet het licht uit
(van Carboon) ]

5 november 2022 / Cartouche

 
ik vind de liedjes prachtig – in de zin dat ze mij bij mijn opa limburg brengen – 1960 mijnwerker in heerlen –  zuid limburg  – in de liedjes proef je zuid limburg – het limburg toen van de mijnwerkers – de stoflongen –  het limburg met kapelletjes, met de kroegen tegenover de kerk – maar op de een of andere manier lees ik mijn opa helemaal niet terug in cartouches tekst.

https://www.youtube.com/watch?v=D75ZieJskB8

https://www.youtube.com/watch?v=4WXeVkH9ZXQ

https://www.youtube.com/watch?v=N4COLMoo1Kg


Weet je nog

als je viel stond je op,
klopte lachend af wat er aan je was
blijven hangen, danste

zo gelukkig je kon zijn, zo ongelukkig
en altijd kon je naar de overkant
of weer terug om weer opnieuw

tot ergens
terug te ver was
en tevredenheid dichtbij


Vera van der Horst

In weinig woorden de gehele gedachtengang van de observatie door de jaren heen. weliswaar met iets van eenzijdigheid. dat het leven een op en neer is moge duidelijk zijn op alle fronten aan alle kanten – opkomst en neergang is ook zoiets – oorlog en vrede niet anders. lees 9 regels van Vera en je kunt dikke boeken laten staan.
Vergaan

Ik liet mij grote tatoeages zetten,
felgroene, gele, rode en blauwe
vuurspuwende slangen, een roos, een hart, een kruis
en een anker aan een schip in mouw

en in de bloei van mijn leven
steeg mijn aanzien dus met stip
met mijn bonte armen uit m’n hemd
en de kuiten onder de rok versierd.

Nu verbleekt mijn rijkdom zoetjesaan
de roos en de slangen liggen onder het wier
nog even, dan zinkt ook mijn schip,
ik er trek er steeds meer kleren bij aan.


Miranda Mei

het was dacht ik ruurdsje als ik het goed spel – welkom in de wedstrijd die zoals altijd geen wedstrijd is. het thema ‘verleden tijd’ heel persoonlijk gemaakt – bijna op het lijf geschreven. in deze tijden trekken mensen kleren aan om de gas en licht rekening te matigen – ons ruurdsje heeft nog een reden – de witte friese vrouw is aan het verbleken geslagen – dan maar onder de kleren – zeggen ze in friesland blijkbaar – haha – een hele aardige bijdrage – op dichterlijke wijze uitgewerkt verval. knap gedicht.

Share This:

Seraphina Hassels over de oorlog bij de buren

Oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen vertelt het verhaal van de mensen achter de oorlog in Oekraïne. Vanuit Kharkiv, waar hij op zoek ging naar de vader die de hand van zijn overleden dertienjarige zoontje twee uur lang vast bleef houden na een aanval door de Russen. Na het lezen van hun verhaal schreef ik het gedicht: Dima , mijn zoon. 


Dima, mijn zoon


Jij dansend kind
stralend in de ochtendzon


nu roerloos
in een klap
neergeslagen 
deze rode vlinder
de snelle voeten bewegingloos
je warme hand 
te stil in de mijne


wervelde jij net nog 
lichtvoetig door het leven
nu een gevallen pion 
op een speelveld
wat niet het jouwe is
eindigt dit schaakspel 
plotseling


Ik bid, ik bid je
omhoog
god, laat hem vliegen
hoog en hoger
ver weg van dit inferno
waar vaders breken en
geen kind bloeien kan


Seraphina Hassels

Share This:

VON SOLO in 2016, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!! Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.

pansolo
POMgedichten presenteert de donderdag column:

VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!
Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.

Pan. De classici onder ons denken dan meteen aan de zoon van de god Hermes en de nimf Penelope. De god van het vee en het dierlijk instinct. En uiteraard de uitvinder van de Pan-fluit. Hij scheen redelijk rap aangebrand te zijn. Aan zo een pan heb je niet altijd even veel. Nee, dan de onze…

 

Deel 114. Pan

Gisteravond had ik een pan in mijn handen. Met daarin nog een kliekje zelfgemaakte curry van de avond tevoor. De betreffende pan is zwart. Ruw en mat. De pan is oud en lijkt nagenoeg onverwoestbaar. Hij heeft geen standaard antiaanbaklaag, maar schijnt grondig geëmailleerd of anderswijs gepantserd, maar is niet zwaar. Een hoge rand en een deksel. Het is een pan die meestal gebruikt wordt voor gehaktballen, éénpanners en stoverij. De pan heeft ons nog nooit in de steek gelaten. En wij de pan ook niet. De pan is uit het studentenhuis van mevrouw Solo meeverhuisd naar het appartement waar we daarna jaren hebben gewoond met een aantal oud-studenten. Toen we een huis gingen kopen en wederom verhuisden verhuisde de pan mee. Ik kook af en aan al zeker vijftien jaar in die pan.

Gisteravond moest ik ineens aan alles denken dat de pan meegemaakt moet hebben. Alle maaltjes die er in bereid waren geweest door ons. In koude arme tijden. De nasi uit zakjes met één kipfiletje om het goedkoop te houden in de oude keuken van het studentenhuis. Of vol met stoverij op basis van tot wel zes ingekookte Westmalle dubbels, toen we het beter hadden. Tot eergisteren mijn eerste zelfgemaakte curry zonder E-nummers. En dat was dan enkel nog maar een zeer summiere schets van wat wij met de pan meegemaakt hebben.

De gedachte die door me heen ging toen ik de pan in mijn handen had was dat die pan meer gezien moet hebben dan de meeste mensen in een heel leven doen. Wie weet wat voor leven de pan heeft gehad voordat hij afgedankt in het studentenhuis belandde? Landgoederen en kastelen? In welke keukens de pan allemaal gewoond heeft. In welke fabriek die al lang niet meer bestaat hij gemaakt is door welke arbeider al lang overleden is. Welke mensen er allemaal al in die pan gekookt hebben. Wetenschappers en beroemdheden intussen? En hoe al deze mensen aan deze maaltijden zullen terugdenken. Van de vreselijkste misbaksels tot de heerlijkste maaltijden. In voor- en tegenspoed, in diepe wanhoop of grootste euforie. De pan was erbij. En wie weet waar de pan nog allemaal gaat belanden. Want de pan had ons ook zo maar gevonden en is nu even mee op reis door de wereld met ons. Maar wij zijn niet de eersten en zullen ook vast de laatsten niet zijn.

Als de Apocalyps ooit komt en dan ook weer een keer over geraasd is en over honderden jaren nieuwe beschavingen de wereld zullen bevolken. Dan zullen ze de pan vinden. En hem in een museum plaatsen. Naast een Grieks beeldje van een sater en een aardewerken fluit. Onze god van de keuken. Pan.

 

pansolo
Deel 88. Intergalactisch
Deel 89. Wild horses
Deel 90. Eeuwige liefde
Deel 91. Boze Buurman
Deel 92. Het leed dat sociaal zijn en camperen heet
Deel 93. Carnaval Festival
Deel 94. Yes, we can
Deel 95. Het grootste geluk
Deel 96. Vluchten kan niet meer
Deel 97. Suicide Solution
Deel 98. De Afvallige
Deel 99. First time right
Deel 100. Haarfijn
Deel 101. Bukken
Deel 102. Womanizer
Deel 103. Onmogelijk
Deel 104. Quetzal
Deel 105. #zeghet
Deel 106. Waar zijn ze gebleven
Deel 107. Valt een eend van een flatgebouw en zegt…
Deel 108. Te vreten
Deel 109. Rugtasje
Deel 110. Relatie 2.0
Deel 111. Treurig
Deel 112. The Dark Side
Deel 113. Autocratie

http://www.vonsolo.nl

 

 

Share This:

pom wolff – weet je…



weet je elke dag
was anders toen

de dagen
wat zijn ze op elkaar gaan lijken

de dagen in november
helemaal

die dagen
die donkere dagen

dragen alle dagen
de herinnering aan jou


pom wolff

Share This:

Merik van der Torren bij de krakers

Hoi Pom,
Een fantasietje over heren die het altijd juist hebben. Voor pomgedichten, groet, Merik



Heren !

“Juist, juist.”
“Juist, volkomen juist.”
“Zeker, zeker.”
“O, absoluut !”

De heren in het kraakpand waren het eens.

De verhuizing kon beginnen.


Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus over ‘die weldadigheid dat je er bent geweest…’

Hoi Pom, hierbij een wat nagekomen vreemde gedachte:

Ooit dat spel gespeeld
dat je er bent
en dan weer niet


zonder geraamte, zonder zeis
nee niet dat Russische roulette
maar dat je aan het
einde van de dag
door slaap wordt weggehaald


eenvoudig weg
niet meer dan dat
de tijd die blijft
voor wattie was
die weldadigheid dat je er bent geweest
even dan
als een hapering in de tijd


Peter Posthumus

Share This:

de oude heer Aachenende is overleden – I.M.

zojuist wordt vanuit zijn stamkroeg Eijlders over zijn heengaan bericht gedaan. paul lokkerbol schrijft over zijn werk: ‘Gedichten met als onderwerp natuurlijk de liefde, het alledaagse, een geschiedenis of het Parijs waar hij zich zo thuis voelde. Soms een advies en vrijwel altijd met humor.’

de ouwe aachenende is dus op 90 jarige leeftijd overleden. prachtige bundels, prachtige gedichten, altijd een perfect optreden – laten we zijn lieve vriendin loes essen condoleren – zij was altijd zo begaan met de ouwe aachenende. hieronder een brief aan mij waarin hij 15 jaar geleden mij bekend maakte met zijn wens om deel te nemen aan de Haarlem slam – toendertijd met juryvoorzitter F. Starik – inmiddels overleden. het werd een briljant optreden van de ouwe aachenende. toch wilde Starik de 75 jarige niet laten winnen. ” Ja zeg als ie het nou nog niet kan…” waren de legendarische woorden van Starik.
voor mij was het volgende gedicht van de ouwe aachenende het goudste uit zijn oeuvre. elke keer als ik hem ontmoette vroeg ik hem dit gedicht asje asjeblieft nog een keer te doen – en hij deed het graag nog een keer:
de ouwe aachenende was een bijzondere man, een bijzondere dichter en een bijzonder mens – ooit zag ik hem voorbijgaan aan een elkaar ontzettend innig liefhebbend paar – hoorde ik hem luid en duidelijk ‘GOED ZO!’ roepen. Aachenende gaf zelf ongeveer 5 bundels uit met zijn werken. in 2014 gaf uitgever Kees Godefrooij 13 van zijn beste gedichten uit – als kennismaking met de poëzie van de dichter J.C. Aachenende.

de ouwe aachenende is niet dood – hij kan gewoon niet kapot – hij leeft gewoon door in Susteren, in de PC Hooftstraat, in Cafe Eijlders en ook op pomgedichten punt nl.

Share This: