dichtersvrienden onder elkaar – Jose kok, Peter M van der Linden , Pom Wolff

foto: Lynn@greenawayphoto and/or on FB: Lynne Greenaway or Lynne Brok-Greenaway

Pom Wolff:
josse
josse kan alles tegelijk
de liefde bedrijven
zuurkool in de gaten houden
flirten met de buurvrouw door het keukenraampje
stof afnemen, collega’s beffen
al wil het ramenlappen er nog wel eens bij inschieten
én josse is makkelijk in de omgang
wat je ook zegt, het is altijd goed
 
pw
 


Peter M. van der Linden:
Er is nog immer de collega dichter die spermavlekken op zijn wiebelend voordraagpapier wegmoffelt met kruidenbotersmoezen. De dichter die de ene na de andere poetry slam wint. Poetry slam betekent een wedstrijdje matige poëzie voordragen voor juryleden die naar biefstuk ruiken.
 
Pom Wolff:
als je peter m op straat ziet liggen
dan weet je – ik ben weer in dordrecht
wat een bende al die afgeschoten stadsdichters
en ze leggen er meisjes bij tegenwoordig
aangeschoten meisjes – je verzint het niet
waarschijnlijk om de boel op te vrolijken
 
pw

Josse Kok:

tompoezen of strotten
zijn hem om het even
zijn waarheid zo naakt
zuster mag het gordijn dicht
schaapskleren ho maar
geen kudde is veilig
je ziet die koontjes en weet
die komt net van de hema

Josse Kok

Share This:

ALJA SPAAN tegen het vergeten – het gedicht van de week: ‘(…)hier wonen wij. Hier trekken wij sporen die we later terugvinden, (…)



Alja Spaan opent met NIETS – we zien en horen Alja de gedichten ‘ rechtop’ en ‘lege bomen’ voorlezen op Youtube – en deze twee elkaar opvolgende gedichten tegen het vergeten roepen wij hier uit als gedicht van de week!

en zo begint Alja’s verhaal: “Er is dat niets.” begrijpt u wel DAT NIETS. Dat allesomvattende niets, dat overal aanwezige niets, dat niets dat door de hele bundel en  door het hele verhaal heen kleur krijgt, geschiedenis kent, warmte geeft – gretig een woord van Alja Spaan –  haar tot in alle staten van geluk en genot heeft gebracht – en natuurlijk in wezen niets meer is en niets meer kan zijn – DAT NIETS dat onontkoombare existentiële niets wordt in de gedichtenbundel TEGEN HET VERGETEN EN VOOR DE BEHOEDZAAMHEID behoedzaam aan de lezer meegegeven – uiteindelijk toch ook als een soort troost – dat er toch ook met niets te leven valt. Dat we het nemen zoals het is, het verlaten en het verlaten zijn, maar weten nooit verlaten te zijn – van wat was.
In de woorden van Alja:

dat er niets vergeefs is, dat er altijd gehoord wordt,
dat er opnieuw en steeds weer vergeven wordt, opkomt,
terugkeert, verwacht wordt, toegedekt wordt zodat het

slapen kan.

Share This:

pom wolff goed bij het hoofd – verbeterde versie

foto: Lynn@greenawayphoto and/or on FB: Lynne Greenaway or Lynne Brok-Greenaway


goed bij het hoofd
 

het hoofd het dacht:
van jou houd ik meer
dan ik kan leven
 
het hoofd het dacht:
dat er niets is dat anders hoeft
alles kan zijn zoals het is
 
het hoofd het dacht:
ook aan haar
bewerkelijke onuitputtelijke lichaam

het hoofd het dacht:
alles rook goed
en alles naar haar


pom wolff

Share This:

Karlijn groet de vrijdag: “en toch”


en toch

het kan niet zoals het nooit
toch hou ik niet maar nog
 
straatkinderen rennen
als er gedeeld moet
 
-en wat is praten meer dan dat-
 
bang voor armoede 
hoe die vermeerdert
als je met meer mensen deelt
 
maar dat dat ook
voor liefde geldt
 
 
Karlijn Groet

Share This:

pom wolff – ze staat er nog


je staat er nog

hoe de een toch altijd weer boven de ander tracht
je weet van de natuur houd ik niet
al heeft het een niets met het ander
en vinden sommige mensen van wel
ik vind dat niet

je staat er nog – je tracht
ik schrijf je – blijf je elke keer weer schrijven
hier op oud en gevonden papier

maar de mooiste regels waren al geschreven
ik heb ze nog een keer aangeraakt
de dagen die niet over gingen
de dagen die een leven werden
ik dacht ze zo vaak


pom wolff

Share This:

VON SOLO: Ik weet dat ze een leren broek aan heeft. Dat heb ik een keer gezien toen ze instapte. Geen nep-leer. Ook geen wetlook legging. Nee echt kalfsleer, gelooid.

 

POMgedichten presenteert de donderdag column:

VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!

Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.

Fietsend op een willekeurige plek in de stad passeer ik haar. Meestal haal ik ze in, omdat ze niet vooruitkomt. Soms passeert ze mij. Meestal sta ik dan net stil. Elke keer als ik ze zie, dan wordt er in mijn hoofd een knopje ingedrukt, dat knopje doet een lichtreclame in mijn achterhoofd oplichten. Daar staat dan in neonletters geschreven: ‘Geil wijf’.

Deel 217. Range Rover

Het is de vrouw in de Range Rover. Of in de BMW X5, JEEP Commander of een Mercedes SUV. Meestal is ze tussen de dertig en de veertig. De wagen beschikt over een overweldigende airco, want ze draagt een jas met een bontkraag. Dat bont is echt, want ik zie het logo van Canada Goose op haar mouw. Soms zie ik geen logo. Dan weet ik dat de jas nog veel duurder was. Ze heeft een zongebruinde huid. Dat zie ik zelfs door de licht getinte glazen van de wagen. Ze is natuurlijk net terug van Ibiza. Ja, Ibiza….(zwijmel). Ze heeft haar zonnebril nog op zelfs. Daardoor kan ik haar ogen nooit zien. Maar dat doet er niet toe. De zonnebril maakt alles goed. De glans van het montuur. De bolling van de grote lens. De spiegeling en de transparantie tegelijk. Betoverend. Ik weet dat ze een leren broek aan heeft. Dat heb ik een keer gezien toen ze instapte. Geen nep-leer. Ook geen wetlook legging. Nee echt kalfsleer, gelooid. Goed gestikt en strak. Retestrak. En haar blik herken ik uit duizenden. De rechte streep van haar mond. De getuite, ik hoop een klein beetje opgespoten, lippen, die geen enkele emotie of empathie verraden. Zo mysterieus.

Ik fantaseer hoe het moet zijn om haar vriend te zijn. Dat ze dom is, en de hele dag in de Range Rover rondrijdt, van winkel naar winkel. Van muntthee naar muntthee. Terwijl haar vriend of man dat allemaal betaalt. En dat hij haar periodiek een onbezielde veeg geeft, omdat hij niet beter weet. En hij haar toch al lang zat is. En met de auto het liefst zou mee verkopen. Maar de auto moet eerst nog een beurt hebben, en zij ook. Maar dat is natuurlijk pure jaloezie. Zij is met de Range Rover onderweg naar hem. Of komt thuis en gaat ontvankelijk in het satijn klaarliggen tot hij van het werk komt. En dan vrijen ze uren, passioneel. Daarna leest ze hem gedichten van Remco Campert voor. En lacht beminnelijk, zoals je om een klein kind lacht, wanneer hij de gedichten niet helemaal begrijpt. Maar ze houdt van hem. Haar kleine doediepoepel.

En ik ben een zure klootzak op een oude rottige fiets die stiekem op haar geilt. Eigenlijk wel bizar. Want ik houd helemaal niet van grote auto’s. En ook niet van jassen met bontkragen. En al helemaal niet van wijven met een sacherijnige kop. De enige conclusie die ik kan trekken is dat ook ik blijkbaar programmeerbaar ben. Dat als je voldoende elementen op een hoop gooit, dat automatisch in de oplichtende letters ‘Geil wijf’ resulteert. En veralgemeniserend durf ik te stellen dat dat bij velen niet anders is. Door onze aangeleerde maniertjes en impulsjes kan het daardoor best eens langer duren eer we dingen herkennen voor wat ze zijn. En dat is jammer van de tijd. We laten ons blijkbaar liever makkelijk voor de gek houden, dan een beetje moeite te nemen en gewoon onbevangen op schatzoektocht te gaan. Dingen die we nog niet kennen, zelf van een waarde te voorzien. Een echte waarde, die het voor ons in ons diepste wezen heeft. Iets met liefde of zo.

Share This:

VERA JONGEJAN – ‘en ik – ik zou uit schilderen gaan…’ – vandaag de droom verwezenlijkt


vandaag De Special Vera Jongejan – hier en hieronder leest u waarom! – haar tweewekelijkse bijdrage aan de pomgedichten site – is een – en dan nog vandaag zal ik ‘de Zaan afzakken’ om het schilderij – te bewonderen – dat is twee – waarop dichter en kleinzoon staan afgebeeld – een droom verwezenlijkt.


Droom

Onwennig onder zeil gegaan
met drank verwarmd,
de schipper hopeloos verlopen 
en verward
gevallen uit de mast .

En ik, in eigen droom verwikkeld 
ik zou uit schilderen gaan, bezield
de Zaan afzakken als Monet 
door het golvend licht betoverd
langs oevers met houten bouwsels, 
gespiegelde prieeltjes, 
tinten groen 
voorbij de grenzen van de hemel varen.

Helaas, het regende die nacht
in vocht lag ik verpakt,
de ochtend smaalde en ik droop af.

Toch bleef die droom.


VERA JONGEJAN

Share This:

Rob Mientjes gemoed huilt tranen uit de lucht.


Wolkendekmantel

Ik eer de wolken. Maar zijn ze nu wit, blauw of roze? Of zijn ze Mondriaan? Alle hens aan dek voor de wolken. Voor de boeg mag ook. Zolang je het maar met je handen doet. Ik pluk ze uit de lucht, de wolken, gelijk een wolkewietje, dromerig op mijn rug in het warme gras. 


Alle vormen nemen ze aan, van Afrika tot Kamtsjatka. Beesten zie ik verschijnen en rare waterpijpen. Waar drijven ze naartoe? Wollig, wattig, vormen ze mantels in mijn gedachten, boa’s van stoa. 


Bij donker weer wordt het een ander verhaal. Wolken als dekmantels voor de zon, halen de hitte onderuit. Dromen worden nachtmerries en de regen gaat weldra vallen. Mijn gemoed huilt tranen uit de lucht.



Rob Mientjes

Share This:

Ien Verrips – ‘zo leefden wij…



zo leefden wij
samen maar zonder wij
voor ons geen ons –
alleen jij en ik
meer konden wij niet
verdragen


Ien Verrips

Share This:

Peter Berger – groeten uit Frankrijk: Gewoon een lammetje uit een lokale wei in het schap van de plaatselijke supermarkt…


Voorlopig zit ik hier gebakken. Of gestoofd. Gegrild ook goed. De vriezer zit in ieder geval berstensvol. Kiloknallers heet dat in Nederland. In Frankrijk gewoon Promotion. Want hier mag het nog: vijf kilo lamsvlees voor nog geen veertig euro. Origine France staat op het etiket dus niks mis mee. Van plof geen sprake. Gewoon een lammetje uit een lokale wei in het schap van de plaatselijke supermarkt. Er zit van alles in. In dat pakket. Koteletten. Epaule. Lamsbout. Ribbetjes. En een stuk van de haas. Kortom, het menu bestaat de komende weken uit ´Morceaux d’Agneau Divers´.

Vanavond stoofpot. Van de schouder. Morgen ook. Uien. Champignons de Paris. Paprika. Aubergine. Olijfolie. Snoeptomaatjes. De hele mik in de pan en kruiden maar! Harissa. Piment d´Espelette. Basilicum. Whatever. De hele santekraam verdwijnt erin. In de stoofpan. Van gietijzer. Die pan. Ooit van oma. Een bom knoflook niet te vergeten. En een flinke scheut whisky voor de smaak natuurlijk. Pot-au-feu? Dat is vooral een kwestie van geduld. 

Ik denk een uurtje of twee, drie. Inductie op standje vier. Eerst. Kleinste pit. Dan een tikkie lager. Dat wordt rond een uurtje of tien eer het lam goed gaar is en gedwee van het bot glijdt. Prima. Eerst griezelen. Netflix. Iets met vampiers of zombies. Zoiets. Daar heb ik zininin. Griezelen. En morgen weer zweten in de tuin want ik ben helemaal klaar met het kreupelhout langs het terras. Weg ermee. Met wortel en tak. Overmorgen lamsbout. Grillé au four. La vie me sourit.

PETER BERGER

Share This: