
Opstootje. Parkeerterrein. Want ook daar kun je botsen. Hier bij de super. Nou ja, botsen is een groot woord. Grietje kreeg een bumper kiss. Niets te zien. Geen deukje. Geen buts of krasje. Geen putje zelfs. Geen schrammetje. Ik zie niks. Nou ja, met een vergrootglas misschien. Daar! Kijk. Jawel. Lig er niet wakker van. Grietje al helemaal niet. She´s not perfect. No need. Kan tegen een stootje. Wie es sich für ein Volkswagen gehört. She´s free. Vivant. In de dood mag alles misschien volmaakt voltooid zijn, maar in het hier en nu mag je best zien dat iets geleefd heeft. Leeft. Imperfections. Secrets de la beauté.
Het mag dan wel geen naam hebben, die kus, maar het meisje, een ontluikende vrouw van ergens achter in de twintig, is compleet in shock. Haar zwartgerande ogen betuigen spijt, pijn en verdriet tegelijk. Haar kompaan? Hij heeft zich in haar vastgebeten. Ze komt niet eens aan het woord en steekt gelaten nog maar eens een peuk op. De handen trillend. She knows the drill. Hij is zo iemand die maar al te graag als vermeend slachtoffer wegkruipt en haar ondertussen met zogenaamde argumenten gevangen houdt. Merde! Een kras. Door haar. Zijn bumper! Metallic. Zijn auto. Zijn Audi. Zijn ego! Stom wijf.
Haar vader? Stiefbroer? Heimelijke lief misschien? Dunno. Doet er ook niet toe. Hij is zo iemand die nooit verkeerd zit. Alles beter weet. Niet beweegt. Blame? Het is altijd een ander. Omstandigheden. Zo iemand is ´ie. Een zelfbenoemde pechvogel: beroofd van al zijn kansen. Blind voor eigen onvermogen. Doof voor eigen kracht. Dolend in wrok. Vergiftigd door afgunst. Ver weg van het leven. Ik zat toch niet achter het stuur? Gebaart ´ie. Ik kon er niets aan doen. Toch? Compleet verontwaardigd. Duh. Hopeloos. Dus?
¨Pas de problème.¨ Zeg ik, nog maar eens naar Grietje wijzend. ¨Maak je niet zo druk.¨ Heb ik al tien keer geroepen. Maar meneer, een hippe vijftiger met zo´n dikke goudgerande bril die gangster rappers dragen, zoals dat hoort op TikTok, blijft maar tekeer gaan. Nina dit. Nina dat. Zij reed! Het rund. Hij zat er naast. Deed niks. Niks verkeerds in ieder geval. ¨Elle ne peut rien faire de bien.¨ Weet ik veel wat ´ie d´r allemaal voor verwijten naar het hoofd slingert. Ik hoor alleen maar dat ze Nina heet. En ik zie dat zij hem adoreert. Hem helpen wil. Omdat ze hem liefheeft. En het is obvious dat hij haar nodig heeft. Maar haar desondanks niet eens ziet staan. En haar daarom maar onder de duim houdt.
Sneue macho. Gozer! Get a life. Het is een kras van niks. Als het al een krasje is. Ik zie niks. Het is. Niets. Hou op. Het is een auto. Okee, zijn Audi. So? En ondertussen naar mij de toffe bink uithangen? Kerels onder elkaar. Blah. Blah. Het meisje barst in tranen uit. ¨Je suis vraiment désolé,¨ snikkend. Haar rosse haar vat vlam in de ochtendzon. Mijn Frans is beperkt en staat een zinvol gesprek in de weg. Ik zou haar willen zeggen dat het me niks uitmaakt. Allemaal. Niks. Helemaal. Niks. En dat die betweterige huilebalk maar eens lekker moest oprotten in z´n glimmend gepoetste ego booster inclusief turbo, elektrisch vouwdak, knalrode sportstoelen met donkergrijze zitting en metallic voorbumper met onzichtbare kras. En daarna vraag ik haar op de koffie in het café om de hoek. Om even tot zichzelf te kunnen komen. Kortom, de hoogste tijd voor een cursus Frans.
Peter Berger