FRANS TERKEN wint de enige echte virtuele – naar een dichtregel van antony oomen – ‘hoe alles vanzelf spreekt, en wij…’ trofee op pomgedichten

voor frans het goud vandaag – zo vanzelf licht een gezicht op van wie wij missen – mooier kan het niet geschreven.

Als vanzelf

Hoe wij elkaar in het voorbijgaan toeknikken
het is een welgemeende groet
die als vanzelf het hoofd doet buigen

het schept intens contact tussen ogen
je duikt in een diepblauwe zee
waar het raden is naar de ondergrond

met wezens die er nageslacht baren
zoals ze angstvallig waken over hun kroost
het zorgzame van moeders en vaders

of laten ze begaan – het vrije van de vis
die elke richting op instinct verkent
tersluiks omkijkt naar wie hem voortbracht

of er nog een glimp van herkenning is
zo vanzelf licht een gezicht op
van wie wij missen

altijddurend beeld op het netvlies
gezien nog met de ogen dicht

FT 06.07.2019



zo vanzelf licht een gezicht op van wie wij missen …. schrijft frans terken – de foto waarop hij met joop scholten – toen nog deze twee dichters en hun tweedichten – zo mooi vaak ook – ieder kent zijn eigen verdriet natuurlijk maar dit gedicht en deze woorden brachten mij tot deze foto, deze herinnering, tot deze dichters van wie er een niet meer is maar min of meer als vanzelf toch altijd ook. dank je wel frans.
  • FRANS TERKEN gezien nog met de ogen dicht
  • PETRA MARIA je ademt elke dag belofte
  • MARC TIEFENTHAL Ontmasker valsspelers
  • CARTOUCHE wat wil dat zeggen over ons
  • JOLIES HEIJ met sluimerverdriet
  • RIK VAN BOECKEL de kaaskop met Indisch bloed

wie wint de enige echte virtuele – naar een dichtregel van antony oomen – ‘hoe alles vanzelf spreekt, en wij…’ trofee op pomgedichten?
 

we wilden te pom de tour de france dit weekend voorrang geven boven andere onderwerpen totdat antony zijn ‘ hoe alles vanzelf spreekt, en wij‘ aanbood. een onontkoombaar prachtig gedicht – dat we ook in de zondagochtendwedstrijd als inspiratie willen  gebruiken – ‘hoe alles vanzelf spreekt, en wij‘ – een prachtig thema voor de zondag. aangrijpende regels intens mooi geschreven.

wat spreekt voor u vanzelf – en hoe staat u daarin met wie u lief is? dat is de opdracht deze week. in wezen natuurlijk geen wedstrijd – we waarderen hier de schoonheid van de woorden – maar dat weet u wel. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


hoe alles vanzelf spreekt, en wij
 
je weet hoe graag ik tegen de wind praat
de bomen langs de rivier, de rivier
dat ik vogels toezing en met vreemde mannen meega
 
verder spreekt eigenlijk alles vanzelf, je doorgrondt elkaar weliswaar
nooit heel diepgaand, de ene keer toch grondiger dan anders
herken je elkaar tegenkomend op de gang of anders in de keuken
 
je groet, steevast joviaal maar even welgemeend
ietwat argwanend, jij wendt dan zo triestig melancholiek je blik af
je blik prompt aangetrokken naar de doden
 
de krakende gangen hangen er vol mee, foto’s van gestorvenen
verbrand of bedorven, te oud, te jong, te vroeg, ze raken je nog aan
alleen op de foto, samen met de restanten op de foto
 
neem dan de bloeiende fresia’s in een breekbare amfoor
welriekend, tenger, verfijnd beide
hunkerend naar behoedzame aanruiking
 
een vlinder met een doornenkroon, steeds schaarser en verder weg
optornend tegen de stormwind, naar de liefde
trotseer je hunkerend regenvlagen, onweer, hagel
 
je kent deze buien, de wind en de storm
de seizoenen, talrijke jaargetijden gingen reeds voorbij
zoveel jaar ken je elkaar en de klok tikt maar
 
je draagt de sleutel tot hetzelfde huis
je houdt elkaar de deur open
ik voor jou, jij voor mij, alles aandachtig, zoals het hoort
 
 
Antony Oomen
4.VI/2019
Amsterdam


BELOFTE

als er een briesje staat
en het is zomer
hoor je de boom
haar adem ritselen

zij fluistert de zin
niet van het leven
maar van het
wakker worden

besef toch dat alles
duiven roeken
een verre brommer
scheurt de straten

het zou een belofte
kunnen zijn
zoals een kind ontwaakt
gretig naar de dag

ik heb hem zelf geplant
die boom
dit is mijn reis
en jij bent zo ver weg

het spreekt vanzelf
je ademt elke dag
belofte

Petra Maria



hoor je de boom haar adem ritselen – vraagt petra maria ons.  ja de lezer hoort de boom ook even – in indirecte zin, in indirecte woorden brengt petra maria ons bij haar terug. en zichzelf levenslang, zolang de boom zal ademen. gedicht tegen het particuliere aan blijft net aan de goede kant van de streep voor de lezer. op de streep. het is die onzichtbare lijn die een gedicht niet alleen voor de schrijver/dichter  laat zijn maar ook voor de lezer en de wereld van de lezer.
Woorden dan maar 

Laat dan nu de grotewoordenstroom
uitblijven, de kramerij
opstappen.
 
Laat wie met alle geweld
het woord wil voeren
de mond gesnoerd worden.
 
Het microsnoer!
Gevonden.
 
Ontmasker valsspelers,
vooral valse blondjes.
Spoel ze de mond en het haar.
 
Ontraad een tandarts.
Het woord zoekt de rand van de tand
om er af te vallen.

marc tiefenthal


de aktivist in de tief leeft op. een protestsong tegen de valsspelers – laten we het in dit gegeven kader invullen – en zeggen we politici – de een nog meer dan de ander. merkel als vals blondje? hahaha. ach gossie ze trilt al vanzelf van het podium af. erdogan, poetin, baudet, de winter:  ze passen hier allemaal.

 
Hoe iets niet voor zichzelf spreken kan
 
Een schaduw overhangt mijn dagen
leeg de handen, gebogen over eigen jammeren
wat wil dat zeggen over ons, schat
de uren zetten zich
 
De seconden tollen in hun jacht op ons
zoals de diepte van de afgrond
die mij trekt, het wezen als ook de stem
niets meer is dan een in smart vergane klacht
 
Ogen dwalen rond, blind gaan ze
de ronde vormen die zich willen
vormen tot een stem die ik ontken
wat, schat, zegt dat over ons
 
Alles is verhuld en verengt in ons
de rand van schuld zoals
de schaduw waaraan ik me overgaf
niet meer is dan een vraag, een wrede wee
 
Cartouche
06-07-2019


onze cartouche meteen in de contramine. niets spreekt vanzelf! leren we van hem. cartouche spreekt louter en alleen voor zichzelf. zo is het. nou en het is meer pais en wee in plaats van pais en vree in huize cartouche. mag het gedicht zo samengevat? een reis naar het land van treurnis, schuld en schaduw. en de schat is niet meer de schat die zij ooit voor hem was. het is net of cartouche en bregje zonderland een avond in de kroeg stevig op elkaar in hebben gesproken. zonderland ziet de wereld op haar afkomen en niet meer zitten – cartouche ziet nog slechts de contouren van bregje zonderland. nee het wordt er niet vrolijker op zo in het brabantse.
goeiemorgen pom,
 
en toch en toch moet me van het hart dat er voor de herdenking van de MH17 nog een andere herdenking plaatsvindt, nl. die van de genocide van 11 juli in Srebrenica.
Helaas moet die hiermee concurreren, hoe mooi ik het gedicht van Antony Oomen ook vind.
Vandaar dat ik in mijn gedicht eea heb proberen samen te voegen.

 
 
sluimerverdriet
 
mijn stille echo kan je verder helpen
waar taal hulpeloze bressen slaat
bewegend op de paukslagen van sprakeloos
in de donkere nissen van jouw bijzijn
 
zo lang het slechts ademtocht is wat ik voel
en de fanfare door blijft spelen
verf de deuren naar mijn binnenste zwart
dat ik ze niet meer als valluik herken
 
de zappende passant die onbewogen toekeek
de jager die op kleiduiven schoot
die vliegtuigen bleken, de soldaat
in de enclave die jammerlijk de aftocht blies
 
zo vanzelfsprekend dat ik je voor lief nam
vergat waarvoor ik gekomen was
tot ik je jonggestorven gezicht terugzag
je graf in de lucht, ik trok de herinnering dicht
 
 
Jolies Heij



hoe mooi persoonlijk ze wordt in de laatste strofe – maar dan persoonlijk op een dichterlijke manier – open ook naar de lezer toe – die ook zijn geliefde vanzelfsprekend voor lief kan nemen om te vergeten waarvoor hij/zij gekomen is…mooie regels. ik denk dat die laatste strof op zich zelf kan staan – hooguit met vier inleidende regels waarin de fanfare kan opgevoerd.
 
waar taal hulpeloze bressen slaat
bewegend op de paukslagen van sprakeloos
en de fanfare door blijft spelen
zo vanzelfsprekend dat ik je voor lief nam
vergat waarvoor ik gekomen was
tot ik je jonggestorven gezicht terugzag

 
kijk wat een kracht en schoonheid de weinige woorden 


 
Van zomerslag tot stralendans

Langs kassen van bloeiende dagen
rijdt de kaaskop met Indisch bloed
om zwoele Afrikaanse ritmes te slaan
een tuinderswals een rockende beat

vijftien maten zomerslag
zo vanzelfsprekend het ritme voorbij
de stralendans op de jazz
van de ingenomen zomerdag

de saxofoon luidt het leven in
met een kwinkslag van vreugde
de taal van klankrijke bezinning
speelt met zinnen van poëzie

snaren tikken de tijd weg
melancholie tilt de wereld op
stokken dromen galmende bekkens
tom tom twinking het weekend in.

Rik van Boeckel
7 juli 2019



wat vanzelfsprekend is laat rik van boeckel zich maar een keer zeggen – en zoefffffff weg is ie. de zomerdag met zomerslag de afrikaanse ritmes – met een heel orkest zet rik de wereld in vuur en vlam, stijgt dansend op om de tijd te ontstijgen. en inderdaad het weekend in tom tom twinking. de kaaskop met indisch bloed zit nooit stil – dat kan ie niet.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Als vanzelf

    Hoe wij elkaar in het voorbijgaan toeknikken
    het is een welgemeende groet
    die als vanzelf het hoofd doet buigen

    het schept intens contact tussen ogen
    je duikt in een diepblauwe zee
    waar het raden is naar de ondergrond

    met wezens die er nageslacht baren
    zoals ze angstvallig waken over hun kroost
    het zorgzame van moeders en vaders

    of laten ze begaan – het vrije van de vis
    die elke richting op instinct verkent
    tersluiks omkijkt naar wie hem voortbracht

    of er nog een glimp van herkenning is
    zo vanzelf licht een gezicht op
    van wie wij missen

    altijddurend beeld op het netvlies
    gezien nog met de ogen dicht

    FT 06.07.2019

  2. BELOFTE

    als er een briesje staat
    en het is zomer
    hoor je de boom
    haar adem ritselen

    zij fluistert de zin
    niet van het leven
    maar van het
    wakker worden

    besef toch dat alles
    duiven roeken
    een verre brommer
    scheurt de straten

    het zou een belofte
    kunnen zijn
    zoals een kind ontwaakt
    gretig naar de dag

    ik heb hem zelf geplant
    die boom
    dit is mijn reis
    en jij bent zo ver weg

    het spreekt vanzelf
    je ademt elke dag
    belofte

    Petra Maria

Laat een reactie achter