Erika De Stercke wint de enige echte virtuele welke herinneringen koester je aan DE PLEK WAAR JE MENS MOCHT WORDEN – trofee op pomgedichten. Ien Verrips zilver, Cartouche en Magda Haan brons.

DE PLEK WAAR JE MENS MOCHT WORDEN deze week toch het mooist en het meest indringend beschreven  naar mijn idee door Erika De Stercke. het goud kan naar België. van harte gefeliciteerd Erika: “Vroeger wist ik veel in mijn grote wereld van een paar vierkante meters.” ja, mooi.de verantwoording heb ik gegeven in de commentaren onder de gedichten. Ien Verrips stoomt op naar zilver: ‘k vergat steeds de naam en dacht en vond als ik er vaak kom zal ik het leren/
een beetje pijn, de harde grond’ – we lezen  bijna Der Mouw hier bij haar. prachtig.
en Cartouche altijd goed voor eremetaal – brons deze week. samen met Magda Haan. voor die prachtige tweede strofe. Cartouche moet je nooit te veel geven dan blijft ie de eenvoud dienen. Alle inzenders dank jullie wel. een teer en persoonlijk thema was het deze week. hulde aan de moedigen die inzonden en ons lezers lieten genieten.


Het huis

Vroeger wist ik veel in mijn grote wereld van een paar
vierkante meters. De vensters sloten ’s avonds. Geluiden
kwamen vanuit het duister naar de kamer.

Sterren volgden mijn stappen naar de koekenkast. Er was 
nog geen sprake van vingerafdrukken. De ontvreemding
kwam aan het licht wanneer moeder het deksel forceerde.

Wat waren dat tijden. De spanning stond op mijn gezicht
te lezen hoe een kind vol ongeduld van dag naar dag leefde.
Het telraam maakte de rekensommen tot steekwedstrijden. 

Je bent gebleven in ons huis. De tijd knabbelt aan jou en jij
laat begaan. Het behangpapier kijkt wrang toe hoe rimpels 
zich dieper wreken in een mens met een verloren stem.

Erika De Stercke

–>
hmm een mooi huis wel ja – waar de kindherinneringen liggen opgesloten en in leven bleven – net zoals  moeder die haar laatste jaren in dat zelfde huis  doorbrengt (ik vermoed moeder). een opsomming die net niet te overdadig  is beschreven – spannend gevuld met kinderdingen. mooi slot ook de rimpels, de verloren stem. ja invoelend mooi – om in te leven.
  • Magda Haan – huppelend door wuivend graan
  • Frans Terken – televisie kijken op het grote zwart-wit beeld bij de buren
  • Ien Verrips – de hooizolder om in te spelen
  • Petra Maria – de schommel hoger en hoger
  • Anne Borsboom – grootmoeder
  • Aratrios – neuriet het oude krassen in de plaat
  • Cartouche – in de oude dorpsstraat
  • Rik van Boeckel – van Supersister, Shocking Blue de Kjoe
  • Erika De Stercke – een kind vol ongeduld

wie wint de enige echte virtuele welke  herinneringen koester je aan DE PLEK WAAR JE MENS MOCHT WORDEN  –  trofee op pomgedichten?

de herinnering – de jeugdherinnering centraal deze week – het dorp – de stad – oma,opa wellicht? of misschien toch anders en later in de tijd – terug naar de plek waar je mens mocht worden – die plek verdient een standbeeld, een gedicht, een eerbetoon – we lezen het graag. u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

de witte kaaskop –
we schrijven de jaren 50 en begin jaren 60 vorige eeuw. en limburg was toen ver weg. de steenkoolmijnen net gesloten. of nog net niet. ik moet het met mijn door de jaren aangevreten herinneringen doen. oma limburg heette ze voor mij. ik geloof dat gé reinders met zijn bloasmuziek uit de buurt komt waar ik de zogeheten ‘grote’ vakanties doorbracht. nieuwenhagen – neuenhagen zeiden ze – om precies te zijn nieuwenhagen-heide. opa limburg had een kreidler – hij zat op de opgevoerde brommer als de stoere jongens met kuiven op de foto’s van ed van der elsken of eddy posthuma de boer.
later lag opa opgebaard in de ‘goede’ kamer. wilde je naar bed, de trap op, van de huiskamer de gang in dan kwam je eerst langs opgebaarde opa – die omhoog keek. er zat geen beweging meer in opa. de kreidler opgepoetst in de schuur tegen roestvorming.
in het dorp noemden ze mij de witte kaaskop. amsterdam, alkmaar het lag allemaal boven de rivieren – en dat was kaas, geen rijstevlaai. punt uit. op de tv had je duitse en belgische zenders, die had je in amsterdam niet. zoveel zenders voelde als rijkdom. waarom deze situatie schets uit het verleden? om het volgende gedicht in te leiden en dat u weet waar de dingen vandaan komen:

vroeger

vroeger had je films met witte spoken
ineens kwamen ze een hoek om
of opa die opgebaard lag in de gang
die had er ook een handje van
je deed de huiskamerdeur open
en daar lag opa

ja vroeger
toen de melkboer nog losse melk bracht
alles was overzichtelijk
opa kende zijn plaats
je had verse melk
en je wist van wie je zusje was

pom wolff



schaduwen van de mijnschachten
werpen zich over het Mijnwerkersdorp
waar de dokter en meester
nog met U werden aangesproken
vragen niet gesteld en verdiende loon

ik klein was
huppelend door wuivend graan
en glooiend landschap
met het onbekende verlangen
van groot worden

Magda Haan 

–>
mijn eigen jeugdherinnering – iets minder rooskleurig dan die van magda – uit het limburgse heuvelland – daar liggen meer jeugdjaren van oa magda, frans, lisan, gérard wellicht – we lazen ze met groot genoegen.  zo ook die van magda hierboven. de mijnen, altijd weer die mijnen. mooie regels in de tweede strofe ook – hoeveel leed de mijnen ook brachten de onbezorgdheid van een kind in een paar regels geschilderd bijna. het wuivend graan om het kind heen op het vruchtbare gele lössland ontnam de kinderen als het ware het uitzicht op de vaak ook aanwezige sociale ellende rond de sluiting van de mijnen en de stoflongen van de mijnwerkers. dokter schoolhoofd en magda vergeet de pastoor beheersten met mannenmacht het limburgse leven. carnaval voor de aanwas – zeg maar –  limburgs ‘verdiende loon’ voor de vrouwen.


Hier und Heute

Broertje en ik mochten televisie kijken
op het grote zwart-wit beeld bij de buren

we keken op een Duitse zender naar 
Hier und Heute – ‘Hier’ dat snapten we 
en ‘Heute’ betekent vandaag zeg maar nu
zei de buurman – het blijft een grensgeval

ging het over iets dat al gebeurd was
maar waar is dat Nu dan vroeg broertje
daar waren we wel benieuwd naar 
gingen dat toen zelf maar zoeken

op straat of het kerkplein bij het snoepje 
van de week in de winkel van De Gruyter
de etalage van het warenhuis en daar
met de roltrap omhoog en omlaag
we keken onze ogen uit naar 
wat er in alle kleuren te zien was
kijk zei ik je kunt het nu meteen pakken 
het ligt hier allemaal te gebeuren 

ja maar ik wil nu naar huis zei broertje
ik krijg hier heel erge honger van

© FT 30.01.2020

–>
ook frans beschrijft limburgs – ik schat in heerlens limburgs leven uit zijn jeugdjaren. ik ken De Gruyter uit amsterdam blijkbaar ook in heerlen. (het snoepje van de week – ja inderdaad elke week een verrassing bij de boodschappen door moeder – kon van alles zijn plakplaatjes, knikkers, dinky toys) –  frans schreef meer een anekdote dan een gedicht deze week. verhaalt hoe het was om met je broertje de grote wereld te verkennen van roltrappen, kleurrijk ge-etaleerd snoep, de warenhuizen. hoe je op een roltrap in tegengestelde richting trachtte boven te komen. het internationale aanbod aan tv zenders – met af en toe ook der roedi carrel.



Hooizolder

er was de hooizolder om in te spelen
en een loods vol onbegrijpelijkheden
rommel dat geen rommel was
zomaar voor het oprapen lag
 
er was de hooizolder om in te springen
en een schoolbord in de stal met krijtjes en een spons
om fouten weg te vegen of opnieuw te beginnen
geheimpjes bleven onder ons
 
er was de verste schuur, daar stond de zwadkeerder
‘k vergat steeds de naam en dacht en vond
als ik er vaak kom zal ik het  leren
een beetje pijn, de harde grond
 
 
Ien Verrips

–>
daar dus Ien! daar was DE PLEK WAAR JE MENS MOCHT WORDEN en als we het gedicht goed begrijpen met vallen en opstaan – we begrijpen je stekeligheden beter nu – (nee hoor grapje) – het gedicht een opsomming met een prachtige slotregel waarin het geheel een beetje gerelativeerd wordt – in ieder geval zo lees ik dat. het was allemaal mooi vroeger en soms verbazingwekkend ook – maar mens worden gaat ook soms samen met de pijn – ik denk aan een lied van romy haag – ‘wenn die wunden längst geheilt sind – man braucht ein ganzes Leben um die Kindheit zu verstehen..’


“om het gedicht in te leiden en dat u weet waar de dingen vandaan komen”


koepoortsweg 8

de trein passeert
een station
in de ruit spiegelt
een herinnering
de schommel hoger
en hoger

de eerste stapjes
in de stilte
van de smalle tuin
met het hoge groen
waar de zwarte poes
verdween
de stilte ook

zoveel meer
en mooier was
wat later kwam

maar nooit meer
zo stil

petra maria





–>
het hoge groen en die schommel ook hoger en hoger – uit het perspectief van een kind de herinnering gegeven aan de lezer. de dingen mooi aangestipt. en ook hier gerelativeerd – het leven bood later meer dan het eenvoudige in petra’s geval zo stille  kindzijn. en dat allemaal dankzij de NS. ik zelf zit nooit in een trein. toch eens ritje doen – en naar buiten kijken – de gedichten liggen niet meer op straat maar zijn te vinden in de trein. onee ik moet beter lezen – op een NSperron bij het voorbijgaan van een trein.



Grootmoeder

Zij bedekt mij met gestikte dekens
zij kruist mijn voorhoofd en zegt: nacht

Zacht verlaat zij de stille zolder
met het bed en de geur van gestikte dekens
die mij behoeden voor de nacht.

Anne Borsboom

–>
en toch las ik even – zij verstikt mij met bedekte dekens – maar Anne schetst hier absoluut zeker geen verstikkende jeugdjaren maar de tijd doorgebracht bij een lieve verzorgende grootmoeder – oma kwam je nog even toedekken in alle pracht van haar grote huis met omageuren en heerlijk beddengoed. een klein groots eerbetoon aan hoe het ooit was en werd meegenomen.


Opa Bergsma’s café chantant
 
Vaag. Accordeons eindeloos. Blond bier.
Tinten roodbruin de flanken van de gracht,
geleidelijk over in feestjurken stof,
door wie wat omhanden trachtte gevat.
 
Het was een zwieren, zwaaien tot ziens
naar het kind, het bed eens geweigerd,
in plaats daarvan het diep in gewiegd
van verre reizen, een wakker avontuur.
 
Op hoge tonen, snel al meer, zag het
de ruimte dubbel, in draai van spiegels
achter de bar daarboven dansen.
Aan enkel beelden leek het bijna zat:
 
de kragen af, de monden rood, het zij-
span, van de passerende motor los,
een nieuwe zangster inlancerend. Verward
ver heen van bekend zonder zeker weer
 
wist het een avond lang niet waar te zoeken,
waar te zijn. Ja, streept het tot vandaag
onmogelijke adressen van de kaart.
Neuriet het oude krassen in de plaat.
 
Aratrios

–>
Aratrios houdt geen rekening met de lezer. deze opsomming aan indrukken ‘goedgetaald’ leest in zoveel regels te vermoeiend. flarden herinneringen worden teruggebracht tot flarden tekst bijeen gehouden door deelwoorden. de eerste drie regels beloven heel veel zo niet alles maar mag het daarna een beetje meer leesbaar. de gemiddelde lezer brengt het gedachtenexperiment niet op dat ik in op deze vroege ochtend moest plegen om uit de overdaad het leven te vissen.

Het luistert nauw

” Konijnenvellen, oud ijzer “
kleppert het in de oude dorpsstraat die
onder noemer van urbane villawijk en fluister
asfalt in schijn van welvaart en varen valt
verloren en verstorven, och arme – zie
 
  hem nu zoveel laarzen later lopen zonder franje
de dood in het leven van oogappels geschreven
het wordt vroeg avond vandaag, jongen
ja, stikken en woelen vannacht
ingespannen in het laken
van je droom
 
een geluid, een eigen hond
liefst, zo bont mogelijk
laten we wel wezen
het luistert nauw
 
22-02-2020
© Cartouche

–>
en zo is het – eerst dacht ik nog even – daar hebben we weer een ‘aratriosje’ – zie hierboven – maar nee – onze cartouche herstelt het gedicht na de eerste strofe waarin hij veel te veel communiceert – met een innemend OCH ARME zie hem  – dat moet Cartouche zijn, zijn bloedeigen arme ik –  nouja zo lees ik de volgende strofen en zo lezen we hem graag – heel graag: met de hond, de nacht en het woelen – prachtregel: ‘het wordt vroeg avond vandaag, jongen..’.
en hoe moet die eerste strofe dan wel meneer wolluf? u met uwes grote mond. nou zo betty – zo is het genoeg:

” Konijnenvellen, oud ijzer “
klepperde het in de oude dorpsstraat ooit
verloren en verstorven, och arme – zie


 
Pom, hier mijn bijdrage aan de enige virtuele.
Groeten,
Rik, opgegroeid achter Haagse duinen. 


Achter Haagse Duinen

Achter Haagse duinen koekeloert
kleinzoon van een Indische officier
opent poorten naar het verleden
van Supersister, Shocking Blue de Kjoe

thuis draait dichter in spe Ummagumma jungle muziek
tot moeders afgrijzen
zakt op Slauerhoff’s zeemansverhaal
voordat hij de langste laan verlaat

hij worstelt met sambal in rijsttafels
leest Couperus uit moeders boekenkast
na Dostojewski en Vinkenoog’s Liefde
voordat Kralingen zijn leven verandert

hij fietst naar ADO’s ark het Zuiderpark
naar Dick’s roemruchte zestiger jaren
als advocaat van het middenveld
voor Johan’s lob in het verre doel

aan de Laan van Meerdervoort
hangen herinneringen in bomen
speelt het ritme van het heden
op andere tijden songs en dromen.

Rik van Boeckel
22 februari 2020


–>
een pleidooi dit gedicht: Rik als stadsdichter Den Haag – dan gaan de herinneringen in ieder geval niet verloren – een wervelwind aan herinneringen dat mag gezegd. zo kennen we Rik ook – niet het ene maar het vele – en dat hoofd slaat alles op en vergeet niets – vervolgens de transformatie in ritmisch verantwoorde poëtische taal – slauerhoff, de kjoe en simon vinkenoog – je zou bijna zeggen in de geest van vinkenoog die ook een ongebreidelde associatiekunst beoefende om de wereld mooier te maken mooier dan de wereld ooit zou kunnen zijn. dichters die boven de wereld uitstijgen – de geest als bevrijding – de verruimde geest om leven te laten bloeien en gloeien.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter