….de enige echte virtuele ….. en mijn trofee geef ik jou mee – trofee op pomgedichten!


Begrafenisblues

zet uw mobieltje uit, kijk niet meer naar de tijd
laat uw hond maar thuis opdat hij niet ten grave schijt
wij laten hier bewust geen Mieke Telkamp horen
dus pak maar op die kist en roep de rest naar voren

er was voldoende dekking voor ‘t huren van een vliegmasjien
die met de tekst ‘hij is gestorven’ aan de hemel valt te zien
houdt wel uw ogen dicht voor u uw oh’s en ah’s naar boven roept
voordat een feestelijk versierde duif u in de ogen poept

hij was mijn Oost, mijn West, mijn Noord en Zuid
mijn Geuzenveld, mijn Slotervaart, mijn Buit-
enveldert echt een ware Amsterdammer
(Zorgvliet ligt bekans in Amstelveen en dat is jammer)

kras de sterren en de volle maan nu beter door
gooi een baksteen door de zon of houd je hand ervoor
leg een snelweg door het Vondelpark en trek de stop maar uit het IJ
als de cake en koffie op zijn kom je toch niet terug bij mij

Tom Zinger
 
 

 

voor Ron
 
woorden houden zich nog schuil
in de nu zo stille straten 
 
ook in de smalle kieren
tussen de stenen van het plein
kan ik ze niet vinden
 
een zware schaduw
hangt over de stad
die het zicht belemmert
 
ik wacht maar op het zonlicht
het is nu nog te vroeg
om ze op te sporen
 
jij kende elke plek
ook in het donker
 
anke labrie
(16-05-2020)

naar aanleiding van het thema brachten  de dichters Frans Terken, Peter Posthumus en Merik van der Torren, Anke labrie en Max Lerou een eresaluut aan Ronald M Offerman –  de overleden Amsterdamse dichter – lokale held zoals ook beschreven in het Parool. wij van pomgedichten wensen dichters familie sterkte met het verlies. een waardig eerbetoon – herkenbaar kernachtig beschreven door Peter Posthumus:
 
‘…jij zei
toen je je bundel gaf
‘ nee laat maar zitten
we kennen elkaar 
zo lang’….’


Verder ook – en dank jullie wel – prachtige verstilling, berusting bij Antony Oomen en troostrijke woorden door de dichters  bij verlies van dierbaren. Anne van Walraven geeft de doodverklaarde toch nog een min of meer tijdloze  plaats – in de wereld van haar gedicht. René Brandhoff laat het aan de stilte, de grijze bloemen en de vogels die niet weten. over hoe weinig nog over is op zo een dag. Rik van Boeckel sluit aan bij de actualiteit en schrijft regels van hoop en leven uit het hart. Bij Elbert klinkt iets van bitterheid door – wellicht over de onmogelijkheden bij een plotseling verlies. Erika de Stercke spreekt over glorie. over de fase van de ontkenning lezen we bij Petra Maria – als ik wakker word ben jij niet gestorven. schrijft ze.  Ien Verrips laat haar hart spreken – dat ik je missen zal ontzettend missen zal  – in woorden die erin hakken. natuurlijk missen we onze dierbaren – de vaak zo onverteerbare onomkeerbaarheid die de dood op een geliefde legt. zo prachtig en o zo pijnlijk verwoord door de dichter Tom Zinger:

‘kras de sterren en de volle maan nu beter door
gooi een baksteen door de zon of houd je hand ervoor
leg een snelweg door het Vondelpark en trek de stop maar uit het IJ
als de cake en koffie op zijn kom je toch niet terug bij mij’

Tom Zinger

  • Tom Zinger: trek de stop maar uit het IJ / als de cake en koffie op zijn kom je toch niet terug bij mij
  • Anke Labrie: Voor Ron
  • Antony Oomen: rust nu maar vast en welverdiend / ik prevel Kaddisj aan het water als beloofd
  • Pom Wolff: ik ben een uur gaan zitten met een boekje in mijn hand
  • Max Lerou: tot de dood zijn stem verheft
  • Anne van Walraven: al wat overblijft is wat de tijd niet heeft gekend / daar waar jij nog steeds bent
  • René Brandhoff: Geschreven in witte ruimte / Ik wist niet dat grijze bloemen bestaan
  • Rik van Boeckel: het graf van pa en ma is nu een bloemenzee voorbij de velden van Lisse
  • Elbert Gonggrijp: toen je nog ter sprake kwam, toen je nog bestond
  • Erika de Stercke: Arm in arm over de kasseien onder de glorie van de nacht.
  • Petra Maria: lééf, lééf, lééf
  • Frans Terken: de twinkeling in je ogen onbehouwen gedoofd
  • Peter Posthumus: en wij wisten van Amsterdam van kroegen en cafe’s
  • Ien Verrips: dat ik je missen zal ontzettend missen zal nu al mis ik je
  • Merik van der Torren: laten we wandelen, de kade langs en bloeiende seringen

wie wint de enige echte virtuele ….. en mijn trofee geef ik jou mee – trofee op pomgedichten!

Geen goud, geen zilver, geen brons te winnen deze week. woorden, laatste woorden, aan een geliefde, aan uw geliefde, aan mensen die ons voor gingen, woorden aan doden die zo dicht bij ons waren dat, … de niet eens meer en nooit meer nog anderhalve meter woorden – TOM ZINGER en ANTONY OOMEN schreven prachtige woorden van cake en koffie en van een welverdiende rust – in deze – meer dan dit kunnen we toch niet – prachtige woordenrij sluit ik mij vandaag aan – nodig ik u ook uit om aan te sluiten – geen metalen alleen maar eerbetoon deze week op pomgedichten – tot zondag 10 uur 30 deze enige echte virtuele. de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

Mijn benedenbuurman voor wie ik het sonnet schreef Kaddish voor de Violist:

Kaddisj voor de Violist

ik hoor je lach nog schallen op de gracht
ik dacht de Keizers of de Heren
waar ik jou nooit had verwacht
maar jij was het durfde ik te zweren

en ja jij was het zei je later
met weer die gulle lach uit duizend
jouw jofele lach luidkeelse schater
galmend aan ‘t water tussen de huizen

nu brandt mijn kaars op ’t Homomonument
voor jou een mensch en goede vriend
je ziel is voel ik hier present

je fiedel klinkt nog na maar enkel in mijn hoofd
rust nu maar vast en welverdiend
ik prevel Kaddisj aan het water als beloofd
 
Antony Oomen
een zinloos uur
 
van mij had je mogen blijven
dat weet je wel
ik ben een uur gaan zitten
met een boekje in mijn hand
een pen om je te schrijven
het was een zinloos uur
 
er is er een vertrokken
en een is blijven staan
meer is het niet
ik adem nog
en jij in mij niet minder
dat is het dat ik schrijven kan
dat is het dat ik dood
 
pom wolff

                                                                       
geen pik zo hard als het leven

stervende dichters met het verongelijkte
smoel van een verstoten minnaar
hij heeft ze al zo vaak gezien
 
koud en bloedeloos het hoofd onder protest
verlaten denken ze nog eronderuit te komen
tot de dood zijn stem verheft
 
eens gegeven blijft gegeven
we doen hier niet aan bijna dood
 
tevreden kijkt hij uit over de akker die hij
al zo lang bewerkt en negeert de opstandigen
met hun al stomptandige monden
 
fris en monter gaat de dood
dan weer op weg vrienden
maken voor het leven
 
ml


Al wat zich aan de tijd ontleent
ieder dat zich aan de aarde geeft
zal gaan wanneer het aan het blote oog ontneemt
wat rest is het weten zonder het hoofd
en blijft daar ongedood
dus ga maar zachtjes
rust maar in de tijd
al wat rest is liefde
niet anders dan vroeger
niet minder dan morgen
verban de verlangens naar minder en vaker
en zie dat de cijfers van eerder en later
langzaam vergaan in de rest van het bestaan
al wat overblijft
is wat de tijd niet heeft gekend
daar waar jij nog steeds bent

Anne van Walraven 
Zonder stem

Een dag is voorbij
Er ligt geen namenlijst
Slechts een plakje crematiecake
Op een glazen schaaltje

Er hangt een geur van oude koffie
Meer is er niet
Zelfs geen dichter met aangepaste regels
Geschreven in witte ruimte

Ik wist niet dat grijze bloemen bestaan
De vogels zingen
Weten zij veel


René Brandhoff
Ode aan het leven

Waarom wij hier zomaar zijn
niemand die het weet
niemand die haar en hem vergeet
vertrokken naar niemandsland
verdwenen in het labyrint van de tijd
vastgezogen in het nu
verzwolgen door de onwerkelijkheid van de dood
ze heten Ronald Bas en Koos
ze leefden voor de muziek de poëzie
voor en achter de bar
andere namen mogen als geen ander

het graf van pa en ma is nu een bloemenzee
voorbij de velden van Lisse
toch laat je niet dissen
leef het leven dat je door pa en ma is gegeven
speel de snaren van ‘t hart
ontwijk een ieder die je tart
op meer dan de beruchte anderhalve meter
zij zijn het niet waard laat ze gaan
leef voor jezelf in solidariteit met elk ander
jouw waarde vertrouwt de wereld van deze gasten

laat culturen mixen op het ritme van deze tijd
laat de bossen met rust
laat de natuur bloeien
laat dit leven voortdurend leven
ons door het universum gegeven.

Rik van Boeckel
15 mei 2020

NADIEN
 
Toen ik terugging had ik je al vergeten,
toen je nog leefde behoefde je nog
geen krans. Ik had je nog even zo
graag, maar je weerstond niet
de verleiding van leegte.

Het graf was gedolven, de rozen verlegd,
de excuses verdwenen naar later. Toen je
nog een mens was, toen je nog ter sprake
kwam, toen je nog bestond,
er vele vragen rezen –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 15 mei 2020

Glorie 

 
Je wordt kwaad wanneer de sleutel 
in het slot komt vast te zitten. 
Vloeken helpt niet.

Ik kijk op afstand, denk aan straks 
hoe ergernis moet wegebben 
met zachte woorden.   

Irriterend het interval van de lamp
het dempt jouw handigheid.
Op onze voorhoofden zweet de wijn. 

Zo dichtbij, nu mijlen ver van wat 
we willen, door het roestige 
van de spelbreker.  

Mijn afscheid knakt in niet meer 
omkijken. Door de gang rolt 
een lachbui, ze haalt me in.

Arm in arm 
over de kasseien
onder de glorie van de nacht.

Erika De Stercke
hoe schrijf je de dood

de woorden zijn
dragend in mijn hoofd
zo sereen
in een kille ruimte

het liefst zou ik
mijn hoofd verbergen
in de rokken van moeder

als ik wakker word
ben jij niet gestorven
schreeuwt de dood
met zijn wijsvinger

lééf, lééf, lééf

petra maria
RMO II

Voor jou een museum oprichten
een beste gedenkplaats in openlucht
met op iedere hoek een bruine kroeg
dat moeten we bouwen van deze stad

de stoepen plaveien met naamborden
van straten en pleinen waar je te voet ging
het park dat je op zwerftochten doorkruiste
elke tegel getekend als een markante plek

vrienden bekenden die je voorbij elke hoek
ontmoette en hoe groot ook de stad
je was er zonder zoeken zeker van je weg

het gemak waarmee je een praatje maakte
dat het veel mensen zijn teveel voor een
groot schilderij noem het een Nachtwacht
met jou als burgemeester stevig voorop

of een galerij met foto’s van mooie vrouwen
waar je in voorbijgaan even verliefd op was
daarin uitvergroot wie dan de ware werd

wie je verleidde met wat je wist te schrijven
het gesproken woord een gezongen akkoord
dichter en barman met een eigen toon

dat het nu meer dan bar is een vuile kutzooi
hoe dat jou op het hele lijf geschreven stond
de twinkeling in je ogen onbehouwen gedoofd

© FT 15.05.2020
In Memoriam Ron Offermans

Jij die voorde
bar
jouw Amsterdam
en mijn gemis
verwoordde

jij zei
toen je je bundel gaf
‘ nee laat maar zitten
we kennen elkaar 
zo lang’

en wij
wisten van Amsterdam
van kroegen en cafe’s
van het Amsterdams Tekort
so long, so long
het is te kort

Peter Posthumus

toen de dood op het raam tikte liep je naar de deur om open te doen
maar jouw einde had geen haast de dood kent niet de tijd
zoals wij die sprakeloos zijn doorgekomen
moe ben ik van het wachten op je vertrek  hondsmoe
lam als slappe sla ben ik
 
droeve woorden zal ik spreken van onze liefde jouw bijzonderheid
jouw slimheid zal ik roemen en hoe je drinken kon zoals jij drinken kon
dat ik je missen zal ontzettend missen zal  nu al mis ik je
je naam zal ik blijven noemen
van ons zwijgen zal ik zwijgen
 
 
IV mei 2020
Ien Verrips

Deze lente

Vegetarisch en mediterraan eetcafé Traffic,
trefpunt van menige uitbundige buurtborrels
met hemelse linzensoep,
 
Boekhandel Schimmelpennink,
toevluchtsoord voor ontheemden,
dagjesmensen en avonturiers,
 
sloten hun deuren
 
en dichter en Eijldersbarman Ron Offerman
hield er ook al mee op.
 
Kom Betty,
het stormt en regent niet,
laten we wandelen,
de kade langs en
bloeiende seringen
 
 
Merik van der Torren
15 mei 2020

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

1 reactie

  1. hoe schrijf je de dood

    de woorden zijn
    dragend in mijn hoofd
    zo sereen
    in een kille ruimte

    het liefst zou ik
    mijn hoofd verbergen
    in de rokken van moeder

    als ik wakker word
    ben jij niet gestorven
    schreeuwt de dood
    met zijn wijsvinger

    lééf, lééf, lééf

    petra maria

Laat een reactie achter