VON SOLO in contemplatie: ‘Wat rest is het inzicht van de jonge jaren van hoop, dat me nu een triester en wijzer man maakt, want er viel niets te winnen in deze oorlog…’


Het is geen fijne boodschap om te brengen, maar na deze crisis zal het niet beter worden.
‘We zijn in oorlog met het virus.’ En na oorlog komt vrede. Maar wat voor vrede zal het zijn?
 
Vooropgesteld het volgende. We dienen er allen persoonlijk onze beste inspanning voor te leveren om deze huidige crisis te boven te komen. Sociale levens worden ontwricht. Hele bedrijfstakken hangt het zwaard van faillissement boven het hoofd. Het zorgsysteem kraakt in haar voegen. Er wordt in laboratoria hard gewerkt aan oplossingen en terwijl de eerste vaccinatierondes op gang komen, muteert het virus door naar een riskantere variant. Het is oorlog! Maar zoals een goed politicus zou zeggen, één die we kunnen winnen. We hebben de overwinning al bijna in onze zak. Het enige, dat we hebben te doen is gezamenlijk doorstrijden tot die overwinning. Nog één keer de adem inhouden en over the top. Het zal slachtoffers eisen, maar na de strijd zal er vrede zijn. Het is de epidemie to end all epidemics.
 
De huidige crisis heeft blootgelegd hoe kwetsbaar ons economische systeem is. Het heeft ook blootgelegd, dat het aan de markt overlaten van zorg, niet leidt tot voldoende slagkracht als er zich een andere ramp voordoet dan koersdaling op de beurs. Nu sloot de beurs het jaar gelukkig met topwinst af, doordat ‘new business’ goed scoorde door de crisis. Daar heeft een doorsnee kroegbaas, kapper of winkelier weinig boodschap aan. Die eten hun laatste spaargeld op en hopen op verlossing. Als je kijkt wie er goed boeren bij de crisis, dan zijn dat een handvol farmaceuten. Verder verliest iedereen in meer of mindere mate.
Net als in een oorlog. Enkel de wapenhandel profiteert daarvan. Maar zonder wapens, geen overwinning in de oorlog.
 
We zijn nu een klein jaar in oorlog met het virus. Behoudens een kleine groep ‘gekkies’, is niemand meer ‘tegen het voeren van de oorlog’. Iedereen is er moe van. We willen dat het ophoudt en dan alles weer wordt als voor de oorlog. We strijden door, zelfs als dat strijdig is met onze ‘oude principes’. Als je eenmaal, om Lubach maar aan te halen, de ‘trechter’ van de oorlog in bent, dan ben je dat met z’n allen. Wie dan nog tegenwerpingen doet, staat de vrede in de weg. Denk aan de discussie over de atoombommen op Japan. Was dat nodig geweest? Eigenlijk doet dat er niet toe. Niemand kan tegen de vrede zijn geweest die erop volgde. Zo’n discussie voeren heeft achteraf geen zin.
 
Als straks het vaccinatieprogramma is afgerond kunnen we weer terug naar normaal. We zullen zien hoe dan de nieuwe vrede zal zijn. We zullen vooral het gevoel hebben dat alles weer goed is. Dat we ‘het licht in stappen’. Alsof we vergeten zijn hoe de wereld was voordat de crisis uitbrak. We zullen ons vol laten lopen in de kroegen, vrij voelen op de festivals en ons suf winkelen in de loopgraven der koopgoten. Velen zullen zelfs blij zijn gewoon weer naar kantoor te kunnen, weg van dat lastige gezin.  Alles zal weer zijn als voorheen.
Grote firma’s hebben zich middels belastinggeld zoveel mogelijk laten compenseren. De anonieme aandeelhouders zijn tevreden. De overheid heeft zich middels nieuwe wetten steviger gepositioneerd als controle-instrument van de macht. Desillusie bij kleine zaakvoerders die een faillissement hebben moeten doormaken, zullen enkel zij die het doorgemaakt hebben zich herinneren. Zorgmedewerkers die weer met dezelfde capaciteitsproblemen worden opgezadeld, zullen het dragen zoals ze dat altijd deden. Dat zit in ze. Zij die geliefden verloren hebben zoeken best berusting. Een hele troep doorgedraaide complotdenkers zal op zoek moeten naar een nieuwe vijand als Covid opgehoepeld is.  Maar na de feestweek, het huldigen van de helden en het eren van de gevallenen komt geen verdere inkeer meer.
 
Het is spijtig, dat ik te oud ben om mezelf deel van een verloren generatie te noemen. Daarvoor ontbreekt me het jeugdige elan om het tegendeel te bewijzen. Wat rest is het inzicht van de jonge jaren van hoop, dat me nu een triester en wijzer man maakt, want er viel niets te winnen in deze oorlog. Niet op deze manier.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter